Vraag nr. 83
van 24 februari 1997
van de heer CHRISTIAN VAN EYKEN
Europees Handvest inzake Lokale Autonomie – Implementatie
Op 15 oktober 1985 hebben de lidstaten van de Raad van Europa het Europees Handvest inzake Lokale Autonomie ondertekend.
Tot op heden werd dit verdrag nog niet geratifi-ceerd door de federale overheid.
Aangezien in dit verdrag belangrijke elementen vooropgesteld worden voor de lokale besturen en het toezicht op deze besturen een gewestaangele-genheid is, kreeg ik graag een antwoord op volgen-de vragen.
1. Wat is de houding van de minister tegenover dit verdrag ?
2. Welke stappen heeft de minister genomen om aan dit verdrag een wettelijk kader te geven ?
Antwoord
Zoals ik reeds heb aangestipt in mijn antwoord op de vraag nr. 135 van de heer Herman Suykerbuyk (Bulletin Vragen en Antwoorden nr. 18 van 20 sep-tember 1996, b l z . 1 0 5 2 ) , is Vlaanderen inderdaad belanghebbende partij bij de ratificatie van het Europees Handvest inzake Lokale Au t o n o m i e. I k sta uiteraard gunstig tegenover deze bekrachtiging. Gelet op de betrokkenheid van de andere overhe-den verloopt de procedure vrij omslachtig.
In mijn reeds geciteerd antwoord op de vraag nr. 135 heb ik hierbij toelichting verstrekt. Ik kan hier nog aan toevoegen dat op de vergadering van 25 oktober 1996 van de werkgroep Gemengde Ve r-dragen in ruime mate overeenstemming werd bereikt over de draagwijdte van het standpunt van België ten overstaan van de tekst van het handvest. Wat Vlaanderen betreft heb ik, samen met de m i n i s t e r- p r e s i d e n t , dat standpunt op 12 december 1996 bij brief voorgelegd aan de federale minister van Buitenlandse Zaken.
Voor het verdere verloop van de procedure verwijs ik naar de conclusie van de vergadering van 25 oktober : de federale minister van Binnenlandse Zaken bereidt de memorie van toelichting bij het wetsontwerp tot goedkeuring voor, zodat Buiten-landse Zaken het ontwerp kan neerleggen bij het
parlement en afschriften kan bezorgen aan de gemeenschappen en de gewesten met het oog op gelijklopende goedkeuringen.