• No results found

Vraag nr. 67 van 4 februari 2000 van de heer JOHAN DE ROO

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 67 van 4 februari 2000 van de heer JOHAN DE ROO"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 67 van 4 februari 2000

van de heer JOHAN DE ROO

Bouwvergunningdossiers – Behandelingstermijn

De behandeling van dossiers voor bouwvergunnin-gen verloopt niet zo vlot.

1. Kan de minister een overzicht geven van het aantal achterstallige dossiers in de Vlaamse pro-vincies ? Daarbij graag een onderscheid tussen het aantal achterstallige dossiers over bouwmis-drijven en het aantal achterstallige dossiers over bouwaanvragen.

Zijn er opvallende verschillen inzake de duur van behandeling in de verschillende provin-cies ?

2. Wat zijn de precieze oorzaken van de achter-stand ?

3. Welke maatregelen heeft de minister reeds ge-nomen om deze achterstand weg te werken ?

Antwoord

1. De vraag inzake het aantal achterstallige dos-siers inzake bouwaanvragen is niet eenduidig te b e a n t w o o r d e n . I m m e r s, in tal van dossiers dient gewacht op externe adviezen of op bijkomende g e g e v e n s. Dergelijke dossiers zijn mijns inziens niet achterstallig. Ook hebben de verschillende aanvragen niet dezelfde behandelingstermijn. Zo is er geen termijn vastgesteld waarbinnen principiële aanvragen moeten worden afgehan-deld.

Wat de bouwaanvragen betreft, bedoeld in arti-kel 43 van het decreet betreffende de ruimtelij-ke ordening gecoördineerd op 22 oktober 1996, bedraagt de termijn waarbinnen advies dient uitgebracht te worden door de gemachtigde ambtenaar 35 dagen. Behoudens in de provincie V l a a m s - B r a b a n t , wordt gemiddeld deze termijn momenteel in alle provinciale afdelingen over-schreden.

Ik meen aan de intentie van de vraag tegemoet te komen door hierna enerzijds de gemiddelde doorlooptijd op 31 januari 2000 van bedoelde bouwaanvragen in elke provincie te vermelden, en anderzijds het aantal dossiers dat nog op be-handeling wacht.

Provincie Gemiddelde Nog te behan-doorlooptijd delen dossiers

Antwerpen 124 dagen 1.677

Limburg 41 dagen 583

Oost-Vlaanderen 85 dagen 2.071 West-Vlaanderen 57 dagen 1.398

Vlaams-Brabant 28 dagen 358

Wat het aantal "achterstallige" dossiers m.b. t . bouwmisdrijven betreft, dient vooreerst een on-derscheid te worden gemaakt tussen de fase voorafgaand aan een gerechtelijke uitspraak en deze onmiddellijk hierop volgend.

a) Fase voorafgaand aan een gerechtelijke uit-spraak

Deze fase omvat de opmaak van een proces-verbaal houdende vaststelling van de bouw-overtreding en de inleiding van de herstel-vordering bij het parket.

Wettelijk zijn er geen termijnen voorgeschre-ven waarbinnen een proces-verbaal moet worden opgemaakt. Het zijn trouwens de ge-meenten die hier hoofdzakelijk voor instaan, het weze in vele gevallen op verzoek van de ROHM-afdelingen (Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschap-p e n ) . Vaak duurt het maanden vooraleer oLandschap-p dergelijke verzoeken wordt ingegaan, w a t reeds een eerste oorzaak van vertraging in-houdt.

Nadat het proces-verbaal aan de RO H M - a f-deling is bezorgd, wordt vooreerst onder-zocht of een regularisatie van de inbreuk al dan niet tot de mogelijkheden behoort. I n voorkomend geval wordt de overtreder aan-gemaand om binnen een termijn van maxi-mum drie maanden een regularisatieaan-vraag in te dienen. Het niet of laattijdig re-ageren van deze laatste is een tweede oor-zaak van vertraging.

Indien regularisatie niet mogelijk is, of de overtreder terzake niet tijdig of geen aan-vraag indient, wordt een herstelvordering bij het parket ingeleid.

(2)

Wanneer het een bouwmisdrijf betreft waar-voor in principe geen meerwaarde als her-stelvordering kan worden toegepast, moet de herstelvordering volgens voornoemde inter-ne richtlijn worden ingeleid bininter-nen twee maanden na ontvangst van het proces-ver-baal.

In de praktijk kan dit echter een kwestie van weken tot meer dan een jaar of nog langer z i j n . Vooral in de beantwoording van de ver-zoeken van de parketten om herstelvorde-ringen te formuleren is er een structurele achterstand ontstaan, die nog steeds toe-neemt.

b) Fase na de gerechtelijke uitspraak

De veroordeelde partij krijgt van de recht-bank een termijn van maximaal één jaar, waarbinnen hij het herstel dient uit te voe-r e n . Na afloop van deze tevoe-rmijn wovoe-rdt doovoe-r de provinciale afdelingen een controle uitge-voerd en een proces-verbaal opgemaakt. I n-dien aan de uitspraak geen gevolg is gege-v e n , zal een gerechtsdeurwaarder worden belast met de inning van de door de rechter bevolen dwangsom. Naargelang de aard van de inbreuk en de locatie, en rekening hou-dende met de genomen beleidsbeslissingen inzake te stellen prioriteiten, zal ook worden overgegaan tot de procedure inzake ambts-halve uitvoering.

Ook m.b. t . deze fase zijn er geen wettelijke termijnen bepaald waarbinnen ambtshalve moet worden uitgevoerd, behoudens de wet-telijke verjaringstermijn.

Uit wat voorafgaat, dient dan ook geconclu-deerd te worden dat "achterstallige" bouw-misdrijfdossiers in feite niet concreet te defi-niëren zijn, laat staan nominatief te duiden. 2. Een cumulatie van meerdere omstandigheden is

ongetwijfeld oorzaak van de huidige achter-stand.

Enerzijds zijn het oplopend gebrek aan vol-doend gekwalificeerd personeel en het geduren-de lange tijd acuut gebrek aan wervingsmoge-lijkheden niet vreemd aan de situatie. A n d e r-zijds heeft het informatiseren van de complexe materie inzake het vergunningsbeleid en de hiermee gepaard gaande noodzakelijke oplei-ding van het beschikbaar personeel heel wat tijd in beslag genomen. Deze informatisering is

trouwens nog steeds in ontwikkeling. Ten slotte hebben zowel recentelijk lage rentevoeten op bouwleningen als de bewustwordingsreflex van de burger ingevolge het consequent gevoerde handhavingsbeleid geleid tot een momenteel uitzonderlijk hoog aantal bouw- en regularisa-tieaanvragen.

3. Via enerzijds een reeds grotendeels doorge-voerde optimalisering van de interne organisa-tie en anderzijds een maximale aanwending van de inmiddels toegewezen wervingskredieten, worden vooreerst de omstandigheden gecreëerd om op korte termijn een betekenisvolle terug-dringing van de achterstand te realiseren. Ook door een performante upgrading en betere materiële uitrusting van de uitvoeringsdiensten zijn reeds de eerste tekenen van beterschap z i c h t b a a r. Terwijl momenteel de opleiding van de nieuw aangeworven dossierbehandelaars niet alleen heel wat energie maar ook tijdsbesteding v e r g t , is het ten slotte duidelijk dat ook deze in-vestering weldra haar vruchten zal opleveren. Verder wens ik in het bijzonder te wijzen op de reeds principieel door de Vlaamse regering op mijn voorstel goedgekeurde wijzigingen aan het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisa-tie van de ruimtelijke ordening, waardoor de Vlaamse regering de lijst kan vaststellen van de werken en handelingen die vrijgesteld zijn van het advies van de gemachtigd ambtenaar. Het is belangrijk te weten dat de huidige bepaling in het gecoördineerd decreet van 22 oktober 1996 dat deze werken van geringe omvang dienen te zijn, wordt geschrapt.

Inmiddels heeft de Vlaamse regering ook reeds het voorontwerp van uitvoeringsbesluit goedge-k e u r d , waarbij de bedoelde wergoedge-ken en handelin-gen nader worden bepaald.

Zo zal voortaan het advies van de gemachtigd ambtenaar voor bouwaanvragen die niet gele-gen zijn in een goedgekeurde verkaveling of in een bijzonder plan van aanleg, onder andere niet meer vereist zijn in de volgende gevallen : – voor het oprichten, verbouwen of

herbou-wen van een ééngezinswoning gelegen in een woongebied of een woonpark en met een to-taalvolume van maximum 1000 m3.

(3)

– indien er voorafgaandelijk een gunstig ste-denbouwkundig attest nr. 2 werd verleend ; – voor het plaatsen van afzonderlijke

bijge-bouwen met een totale oppervlakte van maximum 75 m2bij een woning in het

woon-gebied ;

– voor het uitbreiden van bestaande land- of t u i n b o u w b e d r i j v e n , gelegen in het agrarisch g e b i e d , tot maximaal 50 % van het oorspron-kelijk volume ;

– voor het uitbreiden van bestaande ambach-telijke of industriële bedrijven in een gebied voor ambachtelijke bedrijven of in een in-dustriegebied, tot maximaal 50 %.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In het ontwerp van herschreven omzendbrief werden de mogelijk- heden voor niet behoorlijk vergunde bedrijven genuanceerd en werd duidelijk een relatie ge- legd met de

Het aantal woningen hiervan dat werd verhuurd buiten het sociale huurstelsel dient van deze cijfers te worden af- g e t r o k k e n , maar het gaat om een relatief be-

In dit wetboek was toen de bevoegdheid van het hof van beroep bepaald in artikel 377 van het We t- boek van de Inkomstenbelastingen/92 op grond waarvan de voorziening moest

Binnen deze optie bestaat derhalve nog de keuze om de hele werkgroep MVS de dopingproblema- tiek te laten behandelen, ofwel om binnen de werk- groep MVS een "expertengroep

Financiële afhandeling werken – Kritiek Rekenhof Onlangs heeft het Rekenhof nogmaals de structu- rele problemen aangekaart bij de administratieve en financiële afhandeling van

Sinds enige jaren worden gemeenten aangemoe- digd om met De Lijn en het Vlaams Gewest mobi- liteitsconvenants af te sluiten, teneinde tot een planmatiger en

Het ontwerpplan voor de gedeeltelijke wijziging van het gewestplan Gentse en Kanaalzone schrijft voor de buurt Lourdeshoek de bestem- ming "industriegebied" voor.. Het

Op basis van besprekingen met de administratie is gebleken dat het niet mogelijk is om een alge- meen "typeplan" op te stellen dat zonder meer voor alle carpoolparkings