• No results found

BESLUIT Nederlandse Mededingingsautoriteit

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "BESLUIT Nederlandse Mededingingsautoriteit"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BESLUIT

Nummer: 102770/9.BT1100

Betreft zaak: Besluit van de Raad van bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998, tot wijziging van de voorwaarden, bedoeld in artikel 31, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998

Nederlandse Mededingingsautoriteit

1

1. Inleiding

1. Op 29 juni 2007 heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) een voorstel met kenmerk 2008-3364 ontvangen. Het voorstel, dat namens de gezamenlijke netbeheerders is ingediend door de sectie Netbeheerders van de Federatie van Energiebedrijven in Nederland1, strekt tot wijziging van de voorwaarden,

bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: de E-wet).

2. Het voorstel voorziet in een wijziging van Hoofdstuk 6 van de Netcode Elektriciteit2

genaamd “Kwaliteit van dienstverlening”. Tijdens de behandeling van het voorstel heeft de Raad de gezamenlijke netbeheerders op 29 mei 2008 bij brief, met kenmerk

102770/5.B908, verzocht het voorstel te wijzigen als bedoeld in artikel 36, derde lid, van de E-wet. De opdracht tot wijziging is aan dit besluit gehecht.

3. Namens de gezamenlijke netbeheerders is bij brief van 26 juni 2008, kenmerk N 2008-171, het voorstel tot wijziging van de Netcode Elektriciteit aangepast. Naar aanleiding van dat gewijzigde voorstel besluit de Raad op de hierna volgende gronden om de Netcode Elektriciteit dienovereenkomstig te wijzigen.

1 Het voorstel is ingediend door de sectie netbeheerders van de federatie van energiebedrijven in Nederland. Met ingang

van 1 oktober 2007 is de belangenbehartiging van de landelijke en regionale elektriciteits- en gasnetbeheerdersnet overgenomen door ‘Vereniging van Energienetbeheerders in Nederland Enbin. Enbin heeft namens de gezamenlijke netbeheerders het gewijzigde codewijzigingsvoorstel ingediend. Met ingang van 1 oktober 2008 is de naam van de gezamenlijke netbeheerders, Enbin, veranderd in Netbeheer Nederland.

2

(2)

4. Dit besluit is als volgt opgebouwd. Na deze inleiding wordt in paragraaf 2 het wettelijk kader uiteengezet. In paragraaf 3 wordt de gevolgde procedure beschreven en in paragraaf 4 wordt de inhoud van het gewijzigde voorstel tot wijziging van de Netcode Elektriciteit samengevat. Vervolgens wordt in paragraaf 5 het gewijzigde voorstel beoordeeld waarna in paragraaf 6 het besluit van de Raad volgt. Tot slot bevat paragraaf 7 enkele overwegingen met betrekking tot de publicatie en de inwerkingtreding van het besluit.

2. Wettelijk

kader

5. Op grond van artikel 32, eerste lid, van de E-wet, kan de beheerder van het landelijk hoogspanningsnet of ten minste een derde van het aantal overige netbeheerders de gezamenlijke netbeheerders en de representatieve organisaties verzoeken een voorstel te doen tot wijziging van de voorwaarden, bedoeld in artikel 31, van de E-wet.

6. Artikel 34, tweede lid, van de E-wet bepaalt dat de gezamenlijke netbeheerders binnen twaalf weken nadat hen een verzoek is gedaan als bedoeld in artikel 32, eerste lid, van de E-wet, aan de Raad een voorstel zenden met betrekking tot de wijziging van de

voorwaarden.

7. Op grond van artikel 36, eerste lid, van de E-wet stelt de Raad de hiervoor bedoelde voorwaarden vast met inachtneming van:

a. het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders als bedoeld in artikel 31 van de E-wet en de resultaten van het overleg van de gezamenlijke netbeheerders met representatieve organisaties van partijen op de elektriciteitsmarkt als bedoeld in artikel 33, eerste lid, van de E-wet, over het voorstel,

b. het belang van het betrouwbaar, duurzaam, doelmatig en milieuhygiënisch verantwoord functioneren van de elektriciteitsvoorziening,

c. het belang van de bevordering van de ontwikkeling van het handelsverkeer op de elektriciteitsmarkt,

(3)

8. Artikel 36, tweede lid, van de E-wet bepaalt dat de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit de voorwaarden niet vaststelt dan nadat hij zich met

inachtneming van artikel 5 van de richtlijn ervan vergewist heeft dat de voorwaarden de interoperabiliteit van de netten garanderen en objectief, evenredig en niet-discriminatoir zijn, alsmede voor zover dat op grond van de notificatierichtlijn noodzakelijk is, aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen in ontwerp zijn meegedeeld en de van toepassing zijnde termijnen, bedoeld in artikel 9 van de notificatierichtlijn, zijn verstreken.

9. Indien de Raad van mening is dat de voorgestelde wijziging van de voorwaarden in strijd is met de belangen genoemd in artikel 36, eerste lid, sub b, c, d en f, met de regels bedoeld in het eerste lid, onderdeel g, of met de eisen, bedoeld in artikel 36, tweede lid, van de E-wet, draagt de Raad op grond van artikel 36, derde lid, van de E-wet de gezamenlijke netbeheerders op het voorstel onverwijld te wijzigen.

10. Indien niet binnen vier weken het voorstel overeenkomstig de opdracht van de Raad is gewijzigd, stelt de Raad, op grond van artikel 36, vierde lid, van de E-wet, de

tariefstructuren en voorwaarden vast onder het aanbrengen van zodanige wijzigingen dat wordt voldaan aan het gestelde in artikel 36, eerste lid, sub b, c, d en f, de regels bedoeld in het eerste lid, onderdeel g, en de eisen, bedoeld in artikel 36, tweede lid, van de E-wet.

11. De gezamenlijke netbeheerders voeren, conform artikel 33, eerste lid, van de E-wet, overleg met de representatieve organisaties van partijen op de elektriciteitsmarkt over de voorstellen met betrekking tot de tariefstructuren en de voorwaarden, bedoeld in de artikelen 27, 31 en 32,eerste lid, van de E-wet. Op grond van artikel 33, tweede lid, van de E-wet dienen zij in het voorstel aan de Raad aan te geven welke gevolgtrekkingen zij hebben verbonden aan de zienswijzen die representatieve organisaties naar voren hebben gebracht.

12. De Raad wijst erop dat op de voorbereiding tot wijziging van de voorwaarden niet de uniforme openbare voorbereidingsprocedure, bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, van toepassing is verklaard. Belanghebbenden kunnen daarom bezwaar aantekenen tegen het besluit waarbij de codewijziging wordt vastgesteld.

13. Op grond van artikel 38, eerste lid, van de E-wet, dient de Raad de datum van

(4)

3. Procedure

14. De Netcode Elektriciteit is voor het eerst vastgesteld bij besluit van 12 november 19993

en 12 april 20004. De te hanteren voorwaarden die in deze besluiten zijn neergelegd5,

worden beschreven in artikel 31, eerste lid, van de E-wet.

15. Bij brief van 26 juni 2008 heeft de Raad een voorstel ontvangen tot wijziging van de Netcode Elektriciteit als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f van de E-wet (hierna het codewijzigingsvoorstel).Genoemd codewijzigingsvoorstel is ingediend door de gezamenlijke netbeheerders.

16. De gezamenlijke netbeheerders hebben in het codewijzigingsvoorstel aangegeven dat dit voorstel op 10 mei 2007 in de vergadering van de Sectieraad Netbeheerders is

vastgesteld.

17. De gezamenlijke netbeheerders hebben verder aangegeven dat op 7 juni 2007 in een vergadering van het Gebruikersplatform elektriciteits- en gasnetten over het

codewijzigingsvoorstel overleg heeft plaatsgevonden met de representatieve organisaties van partijen op de elektriciteitsmarkt als bedoeld in artikel 33 van de E-wet. Van het overleg is verslag opgemaakt. De gezamenlijke netbeheerders hebben de passages die zij relevant achtten als bijlage bij het codewijzigingsvoorstel gevoegd.

18. Uit het oogpunt van een zorgvuldige besluitvormingsprocedure raadpleegt de Raad marktpartijen en marktorganisaties door terinzagelegging van het

codewijzigingsvoorstel, publicatie daarvan in de Staatscourant en op de website van de Energiekamer, en door het bieden van de gelegenheid tot het indienen van zienswijzen. Het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders heeft vanaf 23 augustus 2007 voor een periode van zes weken ter inzage gelegen ten kantore van de Energiekamer en is gepubliceerd op de website van de Energiekamer (www.energiekamer.nl). Van de terinzagelegging is kennis gegeven in de Staatscourant van 23 augustus 2007 en op de website van de Energiekamer.

(5)

19. Bij de kennisgeving van de terinzagelegging is een ieder tevens in de gelegenheid gesteld om desgewenst mondeling zienswijzen naar voren te brengen op een hoorzitting te houden op 20 september 2007. Van de gelegenheid om mondeling zienswijzen naar voren te brengen of nader toe te lichten is geen gebruik gemaakt.

20. Naar aanleiding van de terinzagelegging van het codewijzigingsvoorstel heeft de Raad op 17 september 2007 een schriftelijke zienswijze ontvangen van de Vereniging Particuliere Windturbine Exploitanten (hierna: PAWEX) en op 4 oktober 2007 van de Vereniging voor Energie, Milieu en Water (hierna: VEMW).

21. Op basis van het codewijzigingsvoorstel en de ingediende zienswijzen heeft de Raad geconstateerd dat het voorstel niet volledig tegemoet komt aan de criteria, genoemd in artikel 36 van de E-wet. Daarom heeft de Raad op 29 mei 2008 de gezamenlijke

netbeheerders op grond van artikel 36, derde lid, van de E-wet, een opdracht tot wijziging van het voorstel gestuurd (brief met kenmerk 102770/5.B908).

22. Namens de gezamenlijke netbeheerders is bij brief van 26 juni 2008 het voorstel tot wijziging van de Netcode Elektriciteit aangepast.

23. Ten aanzien van de notificatie van technische voorschriften is in de Richtlijn 2003/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende

gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit opgenomen dat dergelijke technische voorschriften in ontwerp moeten worden meegedeeld aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen. De voorwaarden, als bedoeld in artikel 31 van de E-wet, zien echter niet uitsluitend op technische voorschriften als hiervoor bedoeld, doch hebben ook betrekking op een aantal andere aspecten zoals ook blijkt uit artikel 31 van de E-wet. Derhalve is het niet noodzakelijk elke wijziging van de

voorwaarden ter notificatie aan te bieden.

24. De wijziging van de voorwaarden naar aanleiding van het onderhavige besluit betreft een aanpassing van de NetCode, in verband met de kwaliteit van de dienstverlening. Deze wijziging betreft geen minimum eisen inzake het technische ontwerp en de exploitatie. De wijziging bevat naar mening van de Raad derhalve geen nieuwe technische

voorschriften als hiervoor bedoeld. Om deze reden geldt de notificatieplicht niet voor deze wijziging.

4.

Het gewijzigde voorstel tot wijziging van de Netcode Elektriciteit

(6)

titels van de paragrafen 6.2.4 en 6.2.5 van de Netcode Elektriciteit.

26. Het huidige artikel 6.2.2 van de Netcode Elektriciteit luidt als volgt:

“Indien en voor zover door de netbeheerder in overleg met de aangeslotene voor een of meer

van de in 6.2 genoemde kwaliteitscriteria afwijkende afspraken zijn gemaakt, zijn deze afspraken van toepassing in plaats van de desbetreffende in 6.2 genoemde kwaliteitscriteria.”

27. De gezamenlijke netbeheerders stellen voor de tekst van artikel 6.2.7 als volgt te laten luiden: “Indien en voor zover door de netbeheerder in overleg met de aangeslotene voor een of

meer van de in 6.2.3, 6.2.4 of 6.2.5 genoemde kwaliteitscriteria afwijkende afspraken zijn gemaakt, zijn deze afspraken van toepassing in plaats van de desbetreffende in 6.2.3, 6.2.4 of 6.2.5 genoemde kwaliteitscriteria.”

28. Daarnaast stellen de gezamenlijke netbeheerders voor om aan artikel 6.2.4.1 van de Netcode Elektriciteit na “aan de aansluiting van de aangeslotene” toe te voegen: “, al dan

niet gepaard gaand met een onderbreking in de transportdienst, “ en om de opschriften van

paragraaf 6.2.4 en 6.2.5 van de Netcode Elektriciteit te ontdoen van materiële voorschriften.

5.

Beoordeling van het gewijzigde voorstel

29. Uit het oorspronkelijke voorstel van gezamenlijke netbeheerders kan worden opgemaakt dat artikel 6.2.4.1 van de Netcode Elektriciteit verschillend kan worden uitgelegd. De Raad heeft in zijn wijzigingsopdracht aangegeven dat de verplichting om binnen twee uur na de melding van een storing aan de aansluiting ter plaatse te zijn, zowel geldt voor storingen met onderbreking als voor storingen zonder onderbreking van de

transportdienst.

30. Om bovenstaande uitleg voor de gebruikers van de Netcode Elektriciteit volstrekt helder te laten zijn, stellen de gezamenlijke netbeheerders voor om aan artikel 6.2.4.1 van de Netcode Elektriciteit na “aan de aansluiting van de aangeslotene” toe te voegen: “, al dan

niet gepaard gaand met een onderbreking in de transportdienst, “.

31. Omdat deze voorgestelde toevoeging leidt tot een eenduidigere uitleg van de Netcode Elektriciteit neemt de Raad het voorstel op dit punt over.

32. Met betrekking tot de verplaatsing van artikel 6.2.2 van de Netcode Elektriciteit naar een nieuw artikel 6.2.7 en de wijziging van dat nieuwe artikel overweegt de Raad als volgt. De Raad stelt vast dat het op grond van het huidige artikel 6.2.2 van de Netcode Elektriciteit mogelijk is voor netbeheerders en aangeslotenen om in onderling overleg afspraken te maken die afwijken van alle kwaliteitscriteria uit paragraaf 6.2 van de Netcode

(7)

33. Paragraaf 6.2 van de Netcode Elektriciteit heeft betrekking op de kwaliteitscriteria met betrekking tot de service van de netbeheerder jegens aangeslotenen. Meer concreet heeft paragraaf 6.2 betrekking op de volgende criteria:

- de termijnen die een netbeheerder in acht neemt bij het herstellen van

onderbrekingen van de transportdienst ten gevolge van een storing (artikel 6.2.3), - de serviceverplichtingen van de netbeheerder jegens aangeslotenen met een

aansluitcapaciteit tot en met 3 x 80 A op laagspanningsniveau (artikel 6.2.4), - de serviceverplichtingen van de netbeheerder jegens aangeslotenen met een

aansluitcapaciteit van meer dan 3 x 80 A op laagspanningsniveau en aangeslotenen op hoogspanningsniveau (artikel 6.2.5),

- de termijn die een netbeheerder in acht neemt bij het afhandelen van een verzoek van een aangeslotene om EAN-codes te verstrekken (art. 6.2.6).

34. Als gevolg van de voorgestelde wijziging van de gezamenlijke netbeheerders is het niet langer mogelijk om in onderling overleg afspraken te maken die afwijken van het kwaliteitscriterium uit artikel 6.2.6 van de Netcode Elektriciteit.

35. Artikel 6.2.6 luidt als volgt:

“De netbeheerder handelt een verzoek van een aangeslotene tot verstrekking van EAN-codes,

(…), binnen tien werkdagen af. Indien afhandeling binnen deze periode niet mogelijk is, ontvangt de aangeslotene binnen vijf werkdagen bericht binnen welke termijn een reactie kan worden verwacht.”

36. De Raad overweegt dat de huidige redactie van artikel 6.2.2 van de Netcode Elektriciteit geen toegevoegde waarde heeft ten aanzien van het gestelde in artikel 6.2.6. Uit artikel 6.2.6 volgt immers al dat een netbeheerder de mogelijkheid heeft om een kortere termijn te hanteren dan de gestelde tien-dagentermijn, of juist een langere termijn indien dat noodzakelijk is. In zoverre stelt de Raad vast dat de voorgestelde wijziging geen inhoudelijke gevolgen heeft.

37. De Raad is voorts van mening dat de belangen en regels genoemd in artikel 36, eerste lid, en het bepaalde in artikel 36, tweede lid, van de E-wet, niet aan de voorgestelde wijziging in de weg staan. Om deze reden stemt de Raad in met de door de gezamenlijke netbeheerders voorgestelde aanpassing van de Netcode Elektriciteit.

(8)

39. De Raad stelt tevens vast dat uit de systematiek van de Netcode Elektriciteit reeds voortvloeit dat de service van de netbeheerder jegens de aangeslotenen waarop paragraaf 6.2.4 of 6.2.5 van toepassing is, dient te voldoen aan de bepalingen uit die paragrafen. De Raad is van oordeel dat de materiële voorschriften die zijn opgenomen in de aanduidingen van paragraaf 6.2.4 en 6.2.5 ten koste gaat van de transparantie van de Netcode Elektriciteit. Het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders komt tegemoet aan de transparantie van de Netcode Elektriciteit. Transparante regels komen tegemoet aan de belangen artikel 36, eerste lid, met name aan het belang voor de bevordering van de ontwikkeling van het handelsverkeer op de elektriciteitsmarkt en het doelmatig

handelen van afnemers. Om die reden stemt de Raad in met deze voorgestelde wijziging.

6. Besluit

40. Het voorgaande overwegende, stelt de Raad op grond van artikel 36, eerste en tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998, de voorwaarden als volgt vast.

I Aan artikel 6.2.4.1 van de Netcode Elektriciteit wordt na “aan de aansluiting van de aangeslotene” toegevoegd: “, al dan niet gepaard gaand met een onderbreking in de

transportdienst, “.

II. Aan paragraaf 6.2 van de Netcode Elektriciteit wordt een nieuw artikel 6.2.7 toegevoegd dat komt te luiden:

“Indien en voor zover door de netbeheerder in overleg met de aangeslotene voor een

of meer van de in 6.2.3, 6.2.4 of 6.2.5 genoemde kwaliteitscriteria afwijkende afspraken zijn gemaakt, zijn deze afspraken van toepassing in plaats van de desbetreffende in 6.2.3, 6.2.4 of 6.2.5 genoemde kwaliteitscriteria.”

III. Artikel 6.2.2 vervalt.

IV In artikel 6.2.4 van de Netcode Elektriciteit wordt na “jegens” ingevoegd: “kleinverbruikers” en vervalt de zinsnede “ aangeslotenen met een

aansluitcapaciteit tot en met 3 x 80 A op laagspanningsniveau voldoet aan het onder 6.2.4.1 tot en met 6.2.4.6 gestelde”.

V In artikel 6.2.5 van de Netcode Elektriciteit wordt na “jegens” ingevoegd: “grootverbruikers” en vervalt de zinsnede “ aangeslotenen met een

(9)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De netbeheerders zullen de mogelijkheid onderzoeken om voor met name grootschalige trans- portonderbrekingen die niet aan een netbeheerder kunnen worden toegerekend (daaronder

Het staat vast dat geen van de leidinggevenden dit heeft gedaan en dat zij aldus hun positie, naar het oordeel van de Raad ten onrechte, niet hebben aangewend om de overtreding

Het staat vast dat geen van de leidinggevenden dit heeft gedaan en dat zij aldus hun positie, naar het oordeel van de Raad ten onrechte, niet hebben aangewend om de overtreding

De Raad constateert dat [leidinggevende C] heeft nagelaten de gedragingen van Wegener in strijd met het voorschrift te (doen) eindigen en ook op die wijze beboetbaar leiding heeft

Het staat vast dat geen van de leidinggevenden dit heeft gedaan en dat zij aldus hun positie, naar het oordeel van de Raad ten onrechte, niet hebben aangewend om de overtreding

Bij besluit van 18 juli 2008 (hierna: het bestreden besluit) heeft de Raad besloten geen nader onderzoek te doen naar de klacht van Safe Lock en heeft hij de klacht afgewezen.. De

De NMa concludeert op basis van het bovenstaande dan ook dat – zelfs indien de relevante markt zich beperkt tot de mogelijke markt voor het aanbrengen van spouwmuurisolatie – er geen

Zodoende kunnen de ratio’s voor het jaar 2009 en 2010 niet gebruikt worden om een uitspraak te doen over de werkelijke financiële situatie van de efficiënte netbeheerder in