• No results found

Subcommissie van de Adviescommissie bezwaarschriften Mededingingswet bestaande uit: mr M

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Subcommissie van de Adviescommissie bezwaarschriften Mededingingswet bestaande uit: mr M"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Openbaar

Openbaar 1

Advies in de zaak 3938_304, Tasta Bouw B.V.

Subcommissie van de Adviescommissie bezwaarschriften Mededingingswet bestaande uit:

mr M. Sikkens (voorzitter), dr J.F. Appeldoorn (secretaris) en prof. dr J.A.H. Maks.

1. Inleiding en procedure

1. Bij besluit van 25 oktober 2006 in zaaknummer 3938_304 (hierna: het besluit) stelde de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) vast dat Tasta Bouw B.V. (hierna: Tasta) inbreuk heeft gemaakt op artikel 6, eerste lid, Mededingingswet (hierna: Mw) en artikel 81, eerste lid, EG.1

2. Op grond van de vastgestelde overtreding van artikel 6, eerste lid, Mw en artikel 81, eerste lid, EG heeft de Raad een boete opgelegd aan Tasta.

3. Tegen het besluit werd op 5 december 2006 een bezwaarschrift ingediend.2

4. Bij brief van 23 februari 2007 werd aan de partijen en de zaakbehandelaars bij de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: NMa) medegedeeld dat op 16 maart 2007 een hoorzitting zou plaatsvinden door de Adviescommissie bezwaarschriften Mededingingswet (hierna: Adviescommissie). Op 16 maart 2007 vond deze hoorzitting plaats waarbij de partijen en vertegenwoordigers van de NMa werden gehoord door de subcommissie van de Adviescommissie bestaande uit: mr M.

Sikkens (voorzitter), dr J.F. Appeldoorn (secretaris) en prof. dr J.A.H. Maks.

5. Het verslag van de hoorzitting werd op 24 april 2007 aan partijen rondgestuurd.

2. Besluit

6. Het besluit is als bijlage aan dit advies gehecht.

3. Bezwaren en beoordeling Vrijheid van vergaderen

7. Tasta stelt dat zij bij het verboden vooroverleg slechts gebruik heeft gemaakt van haar grondwettelijke recht op het in vrijheid kunnen vergaderen.

Beoordeling

8. Art. 9 van de Grondwet luidt: “Het recht tot vergadering en betoging wordt erkend, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet”.

9. Derhalve strekt het recht van vergadering zich niet in zoverre uit, dat de Raad het bij de Mededingingswet verboden verklaarde beperken van de mededinging niet zou mogen sanctioneren.

10. Het bezwaar dient derhalve te worden verworpen.

Aanbestedingsomzet 2001

11. Tasta stelt in 2001 geen aanbestedingsomzet te hebben verworven.3

1 Prismanummer 3938_304/28.

2 Prismanummer 3938_304/31.

(2)

Openbaar

Openbaar 2

12. De Raad baseert de Aanbestedingsomzet 2001 op 1 project, waarvan Tasta gedurende de procedure heeft opgemerkt dat dit project slechts ‘voor de vorm’ zou zijn aanbesteed.

Beoordeling

13. De Adviescommissie acht het bezwaar van Tasta onvoldoende geadstrueerd, nu Tasta het ter hoorzitting gestelde niet heeft gestaafd met nader bewijs.

14. Het bezwaar dient derhalve te worden verworpen.

Slotoverweging

15. Voor zover naast de hiervoor besproken bezwaren nog andere bezwaren zouden kunnen worden gelezen, ontberen deze bezwaren voldoende zelfstandige betekenis om in het licht van hetgeen hiervoor is overwogen zelfstandig te worden besproken, dan wel acht de Adviescommissie deze onvoldoende geadstrueerd.

4. Slotsom en Advies

16. De bezwaren dienen te worden verworpen.

W.g.

mr M. Sikkens

Adviescommissie bezwaarschriften Mededingingswet – subcommissie zaak 3938_304 Voorzitter

W.g.

dr J.F. Appeldoorn

Adviescommissie bezwaarschriften Mededingingswet – subcommissie zaak 3938_304 Secretaris

-/-

3 Zie ook de brief van Tasta van 30 mei 2006, Prismanummer 3938_304/5 en de “Verklaring juistheid en volledigheid Aanbestedingsomzet 2001”, waarin de woorden “juistheid en volledigheid” zijn doorgekrast en vervangen door “naar eer en geweten”.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor het slagen van dit bezwaar dient Heembouw aan te tonen dat de Raad bij het vaststellen van de Aanbestedingsomzet 2001 zijn beleidsruimte zou hebben overschreden.. Ten aanzien

Daarnaast stelt Higler niet aan verboden vooroverleg te hebben deelgenomen en maakt Higler bezwaar tegen de omstandigheid dat de Raad in het besluit niet ingaat op haar bezwaren

Terzijde wenst de Adviescommissie de Raad in overweging te geven het betoog van de Raad zoals geformuleerd in de zienswijze, voor zover de in de zienswijze gegeven overwegingen

De Adviescommissie heeft bovendien kennisgenomen van de overwegingen van de Raad in het besluit 3 en de zienswijze 4 op grond waarvan de Raad concludeert tot deelname van

Deze overwegingen en de zienswijze versterken, naar het oordeel van de Adviescommissie, de aannemelijkheid dat de onderneming heeft deelgenomen aan de algemene structuur van

Nu de onderneming ten tijde van de inbreuk 100% van de aandelen hield in de onderneming die betrokken was bij de inbreuk en niet heeft aangetoond dat zij geen feitelijke en

Kindeg stelt dat zij wordt geschaad door de omstandigheid dat de Raad het Ondernemingsbegrip in de Installatie-sector anders heeft gedefinieerd dan in de GWW-sector, met als

8 december 2005, waarin de Raad Hollander in de gelegenheid heeft gesteld redenen te vermelden voor een eventuele verschoonbaarheid van de overschrijding van de bezwaartermijn,