• No results found

Genderconventies en de dystopie Een onderzoek naar genderkritiek in de twee dystopische romans The Handmaid’s Tale en Weerwater

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Genderconventies en de dystopie Een onderzoek naar genderkritiek in de twee dystopische romans The Handmaid’s Tale en Weerwater"

Copied!
54
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Naam: Veerlevier van Schooten Studentnummer: 106404541 MA Scriptie Neerlandistiek

Track moderne Nederlandse letterkunde Universiteit van Amsterdam

Begeleider: Dhr. T.L. Vaessens

Genderconventies en de dystopie

Een onderzoek naar genderkritiek in de twee dystopische romans The Handmaid’s Tale en Weerwater

1. Inleiding en theoretisch kader

By transforming existing sexual practices and power structures, science fiction lets us see that there might be other, more humane, ways of arranging matters (Attebery 12).

Science fiction is een genre waarin nieuwe werelden worden verbeeld. Meestal werelden die

zich in de toekomst afspelen en daardoor niet gebonden zijn aan onze huidige conventies. Deze werelden staan echter altijd nog wel in verhouding tot onze hedendaagse omgeving. Zij spelen zich bijna altijd in de toekomst af, maar wel altijd een toekomst die is afgeleid van onze werkelijkheid. Dit komt doordat er in science fiction sprake is van een wisselwerking tussen vervreemding en herkenning. De nieuwe werelden die worden gepresenteerd in science fiction literatuur houden zich altijd aan de huidige natuurwetten en regels, in tegenstelling tot de werelden in een genre als fantasy. Daarnaast spelen science fiction romans zich meestal af in een toekomstige versie van onze huidige wereld. Dit zal later nader toegelicht worden. Door de wisselwerking tussen vervreemding en herkenning hebben romans die bij het genre science fiction horen een bijzondere positie. Zij reflecteren namelijk altijd op onze huidige samenleving, of dit nu het geval is door machtsverhoudingen en conventies in onze

samenleving totaal anders weer te geven, of door deze juist onveranderd weer te geven, science fiction nodigt altijd uit met een kritische blik te kijken naar de hedendaagse maatschappij. Het genre is dan ook erg geschikt voor het geven van maatschappijkritiek.

In dit onderzoek zal onderzocht worden hoe science fiction romans gelezen kunnen worden als maatschappijkritiek en waarom deze romans hier zo geschikt voor zijn Aangezien

(2)

maatschappijkritiek en science fiction beide erg brede begrippen zijn, zal het

onderzoeksgebied voor dit onderzoek verder afgebakend worden. In dit onderzoek zal niet gekeken worden naar science fiction in het algemeen, maar naar een subgenre van science fiction, namelijk de dystopie. Daarnaast zal er ook niet naar maatschappijkritiek in het algemeen gekeken worden, maar specifiek naar genderkritiek. Deze keus is gemaakt omdat uit literatuuronderzoek blijkt dat genderkritiek en dystopieliteratuur vaak samengaan. Dit verband zal later in dit hoofdstuk nader toegelicht worden.

In dit onderzoek wordt gefocust op twee casussen, namelijk twee dystopische romans. De eerste roman die geanalyseerd wordt, is The Handmaids Tale van Margaret Atwood, een dystopische roman uit Canada die een nabije toekomst schetst waarin een gelovige,

extremistische groep de macht heeft gegrepen in de Verenigde Staten en waar vrouwen in deze nieuwe maatschappij praktisch geen rechten meer hebben. De tweede roman die

geanalyseerd zal worden is Weerwater van Renate Dorrestein, een dystopische roman waarin na een natuurramp de hele wereld vergaat behalve Almere en de bevolking van Almere vrijwel uitsluitend uit vrouwen bestaat, aangezien alle mannen naar hun werk waren op het moment van de ramp. Er is gekozen voor deze twee casussen aangezien beide casussen dystopieën zijn die zich in de nabije toekomst afspelen en beide casussen qua opzet de mogelijkheid scheppen op gendernormen te reflecteren, aangezien in The Handmaid’s Tale vrouwen onderdrukt worden en in Weerwater een maatschappij wordt beschreven die uit haast enkel vrouwen bestaat. Voor de verscheidenheid is er gekozen voor romans die geschreven zijn door auteurs van verschillende nationaliteiten, namelijk en Canadese en een Nederlandse auteur.

De twee romans zullen gelezen worden in het licht van Butlers theorie omtrent gender performativity. Deze theorie houdt kort in dat genderrollen niet zijn aangeboren, maar

aangeleerd, en dat een genderrol als het ware wordt opgevoerd als een toneelstuk. Deze theorie wordt later in dit hoofdstuk nader toegelicht.

In dit onderzoek wordt geprobeerd de volgende vraag te beantwoorden; ‘Kunnen de romans, gelezen in het licht van Butlers theorie omtrent gender performativity, opgevat worden als een bijdrage aan het debat over genderkritiek?’. In dit hoofdstuk wordt allereerst de theorie uitgelegd. Eerst zal worden uitgelegd wat science fiction precies is, om vervolgens toe te lichten wat het dwingende verband tussen maatschappijkritiek, genderkritiek en het genre dystopie is. Daarna wordt toegelicht wat genderconventies zijn en wordt Judith Butlers theorie over gender performativity toegelicht. Deze theorie wordt, zoals eerder genoemd, als zoeklicht gebruikt bij het analyseren van de twee romans. De analyse in dit onderzoek wordt

(3)

beschreven in twee hoofdstukken. In het eerste hoofdstuk wordt The Handmaids Tale geanalyseerd en in het tweede hoofdstuk Weerwater. In beide analyses wordt er gebruik gemaakt van een vergelijkbare aanpak. Eerst wordt de opbouw van de nieuwe samenleving in de roman geanalyseerd en vervolgens wordt er gekeken op wat voor manier genderconventies hier een rol spelen. Vervolgens worden de handelingen van de personages één voor één geanalyseerd. Er zal gekeken worden wat voor handelingen de personages in de roman verrichten en of deze handelingen als passief of actief te categoriseren zijn, ervan uitgaand dat passiviteit past bij de vrouwelijke norm en activiteit bij de mannelijke norm. Aan de hand hiervan zal gekeken worden of de romans te lezen zijn als een argument voor aangeboren genderrollen of aangeleerde genderrollen. In de analyse van Weerwater wordt er niet enkel gekeken naar het handelen van de hoofdpersonages in de roman, maar wordt ook

geanalyseerd hoe de Almeerse bevolking als geheel wordt gepresenteerd in de roman. In de conclusie worden vervolgens de uitkomsten van beide analyses besproken en worden de romans vergeleken. In de conclusie wordt ook besproken wat de onderzoeksresultaten betekenen voor het genre dystopie.

1.1 Definitie science fiction

Zoals eerder genoemd behoren de romans die in dit onderzoek geanalyseerd worden beide tot het genre science fiction. Darko Suvin, een Kroatische literatuurwetenschapper, is één van de belangrijkste namen op het gebied van de theorievorming over science fiction. Hij heeft in zijn boek Metamorphoses of Science Fiction uit 1979 getracht een definitie van science fiction te geven. In het onderhavige onderzoek wordt Suvins definitie van science fiction gehanteerd. Deze definitie houdt in dat science fiction literatuur is die vervreemdend werkt, maar toch ook herkenbaar is.

Science fiction is, then, a literary genre whose necessary and sufficient conditions are the presence and interaction of estrangement and cognition, and whose main formal device is an imaginative framework alternative to the author's empirical environment. (Suvin 7-8)

In science fiction wordt een wereld geschetst die drastisch anders moet zijn dan de huidige wereld van de lezer, maar niet als onmogelijk moet voelen (Suvin VII). Het gaat in science fiction dus om de wisselwerking tussen vervreemding en herkenning. Hierin ligt dan ook het verschil met een genre als fantasy. Ook in fantasy wordt een wereld geschetst waarin

(4)

vervreemding en herkenning een rol spelen, maar de wereld die in fantasy wordt

weergegeven, is onmogelijk voor de lezer. Suvin gebruikt het concept van een vliegend tapijt om dit toe te lichten. Een vliegend tapijt is iets wat thuishoort in het fantasy genre. Suvin stelt dat een vliegend tapijt alleen kan vliegen wanneer er geen zwaartekracht is. Wanneer een vliegend tapijt in een verhaal voorkomt, worden de wetten en regels van de wereld van de lezer gebroken. Dit is het verschil tussen science fiction en fantasy. In science fiction moet alles te verklaren zijn door middel van de wetten en regels van de wereld van de lezer (Suvin 8).

Deze definitie is echter erg breed. De Amerikaanse literatuurwetenschapper Carl Freedman scherpt daarom in zijn boek Critical Theory and Science Fiction Suvins definitie van science fiction aan. Freedman beargumenteert dat als je je aan Suvins definitie houdt bijna alle literatuur onder science fiction zou vallen (Freedman 16). Bijna alle literatuur werkt immers vervreemdend maar heeft wel punten van herkenning. Freedman lost dit op door science fiction niet te definiëren als een tekst waarin enkel een wisselwerking tussen vervreemding en herkenning plaatsvindt, maar science fiction te definiëren als een tekst waarin in deze wisselwerking vervreemding dominant is en centraal staat. ‘Yet in more routine usage, the term of science fiction ought, as I have maintained above, to be reserved for those texts in which cognitive estrangement is not only present but dominant’ (Freedman 22). In het onderhavige onderzoek wordt Freedmans aangescherpte definitie van science fiction gehanteerd.

1.2 Science fiction en maatschappijkritiek

In Freedmans tekst wordt niet alleen Suvins definitie van science fiction aangescherpt, maar uit deze tekst blijkt ook dat science fiction uitermate geschikt is om maatschappijkritiek mee te uiten. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het volgende citaat uit zijn boek Critical Theory and

Science Fiction.

Science fiction is determined by the dialectic between estrangement and cognition. The first term refers to the creation of an alternative fictional world that, by refusing to take our mundane environment for granted, implicitly or explicitly performs an estranging critical interrogation of the latter. But the critical character of the

(5)

science-fictional text to account rationally for its imagined world and for the connections as well as the disconnections of the latter to our own empirical world. (Freedman 17) Freedman stelt dus dat in science fiction, door het creëren van een alternatieve wereld die wel door onze huidige natuurwetten en regels verklaard kan worden, automatisch

maatschappijkritiek plaatsvindt. Dit komt doordat men tijdens het lezen van science fiction gedwongen wordt kritisch naar de eigen wereld te kijken door de geschetste nieuwe wereld te vergelijken met de bekende huidige wereld.

In het artikel “Stranger in a Strange Land: Science Fiction as Literature of Creative Imagination, Social Criticism, and Entertainment” van Ronald Lee Cansler wordt ook gesteld dat science fiction als genre bijzonder geschikt is voor maatschappijkritiek. ‘Surely, human nature remains relatively stable over long periods of time, and the novel can capture that, but science fiction may be in a better position to comment, relevantly, on humans in society than are other modes of fiction. Science fiction is not pinned down to what has been or what is, but is free to work with the vital question of what may be’ (Cansler 947). Cansler stelt echter niet alleen dat science fiction geschikt is voor maatschappijkritiek, maar hij stelt net als Freedman dat maatschappijkritiek automatisch aanwezig is in science fiction.

Science fiction’s unusual degree of creative imagination and its ability to step outside the actual to see the possible leads to an evaluation of how science fiction can and does serve as an instrument of social criticism. Obviously, by exercising creative imagination in stepping outside the actual culture of the present, science fiction authors make some sort of statement regarding their extrapolative society and its relationship to ‘real’ society’ (Cansler 947).

Freedman en Cansler stellen dus beiden dat er in science fiction inherent een kritische blik op de huidige maatschappij aanwezig is. Cansler stelt dat doordat er in science fiction een nieuwe wereld wordt geschetst er automatisch een kritische blik op de oude wereld wordt gegeven.

1.3 Science fiction en gender

Science fiction en maatschappijkritiek gaan volgens deze onderzoekers dus hand in hand. In dit onderzoek zal echter niet worden gefocust op maatschappijkritiek in het algemeen, maar er zal specifiek gekeken worden naar genderkritiek. Volgens Robert Attebery gaan ook science fiction en genderkritiek hand in hand. Dit legt hij uit in zijn boek Decoding Gender. Attebery

(6)

stelt dat genreconventies van science fiction, namelijk de wisselwerking tussen vervreemding en herkenning, het genre uitermate geschikt maakt voor genderkritiek. Dit is volgens Attebery het geval aangezien men in science fiction, door het creëren van nieuwe werelden, niet gebonden is aan huidige genderconventies.

The genre's storytelling conventions encourage writers to ask questions about the biological basis of sexual division and allow them to explore alternative formulations of society and the individual psyche. The code, in other words, generates utterances along the lines of 'What if X were the case instead of Y?' or 'What happens if we follow X to its logical conclusion?' The X's and Y's that are being explored may be laws of physics and new inventions, or they may well be chromosomes and marriage customs. (Attebery 4)

Deze gecreëerde nieuwe wereld leidt tot de eerder genoemde vervreemding die science fiction kenmerkt en in het genre de boventoon voert. Science fiction verhalen spelen zich vaak af in de toekomst waardoor de auteur de gelegenheid krijgt genderrollen anders in te vullen. ‘The pull towards strangeness invites science fiction writers to investigate aspects of society, self, perception, and the physical universe that are difficult or impossible to represent through conventional realism’ (Attebery 5). Attebery stelt dus dat science fiction mogelijkheden tot maatschappijkritiek, en genderkritiek, geeft die niet aanwezig zijn in conventioneel realisme. Science fiction kan als genre dus een belangrijke rol spelen bij het formuleren van

maatschappijkritiek. Attebery’s visie sluit aan bij wat Freedman en Cansler stellen. Ook zij zijn van mening dat science fiction bij uitstek geschikt is voor het geven van

maatschappijkritiek omdat men een nieuwe wereld moet vormgeven en dat dit auteurs dwingt na te denken over hoe een andere wereld eruit zou kunnen zien.

Attebery stelt dat genderkritiek een belangrijk thema is binnen de science fiction. In

Decoding Gender geeft Attebery een korte geschiedenis van genderkritiek in science fiction.

Aanvankelijk was volgens Attebery gender voornamelijk impliciet aanwezig in science fiction teksten, maar later werd gender een steeds belangrijker thema in science fiction.

Until the 1960s, gender was one of the elements most often transcribed unthinkingly into SF’s hypothetical worlds. Even if an author was interested in revising the gender code, the conservatism of a primarily male audience—and the editors, publishers, and distributors who were trying to outguess that audience—kept gender exploration to a minimum. (…) SF’s role as a commercial product had always tended to push it toward safe predictability and a reinforcement of existing social roles, but its own internal

(7)

dynamics invite more daring variations in story, characters, setting, and social implications. (Attebery 5)

Rond de jaren ’60 verandert dit volgens Attebery en komt er meer science fiction waar genderkritiek een belangrijke rol in speelt. Dit wordt volgens Attebery veroorzaakt doordat verschillende factoren in de jaren ’50 hebben gezorgd voor een gedeeltelijke afbraak van seksuele taboes in science fiction. Twee redenen die Attebery hiervoor noemt zijn bijvoorbeeld dat science fiction nu voornamelijk gepubliceerd wordt in de vorm van paperbacks, in plaats van voornamelijk in tijdschriften, en dat er een aparte markt ontstond voor science fiction voor de jeugd. Tegelijkertijd kwamen er steeds meer vrouwelijke science fiction schrijvers die weliswaar niet altijd expliciet over gender schreven, maar wel geneigd waren in hun verhalen het bewustzijn over genderrollen te vergroten. Deze beweging heeft de weg gebaand voor een golf van expliciet feministische science fiction in de late jaren ’60 en ’70 (Attebery 6).

Dit alles heeft gezorgd voor een traditie waarin gender en science fiction hand in hand gaan. Volgens Attebery is genderkritiek nu zo verweven met science fiction dat het haast onmogelijk is voor hedendaagse science fiction auteurs om niet naar gender te kijken.

In the wake of these stories, it is virtually impossible for an SF writer to take gender for granted any more. If a writer wishes to portray unchanged sex roles in the future or in an alien society, that fact has to be explained somehow. It’s the result of biological imperatives, for instance, or reactionary social pressures’ (Attebery 6).

De aangehaalde auteurs stellen dus dat het genre science fiction erg geschikt is als instrument voor maatschappijkritiek en in het bijzonder genderkritiek. Het zou volgens Attebery momenteel dus haast onmogelijk zijn voor een science fiction werk om niet op een of andere manier op gender te reflecteren. In dit onderzoek wordt de wijze waarin

genderkritiek in science fiction gestalte krijgt onderzocht. Hierbij wordt echter niet gekeken naar science fiction in het algemeen, maar naar een subgenre van science fiction, namelijk de dystopie. De twee romans die in die onderzoek behandeld worden zijn beide dystopische romans. Om toe te lichten wat een dystopie is, is het eerst nodig het concept utopie toe te lichten.

(8)

1.4 Dystopie en gender

Darko Suvin definieerde een literaire utopie als een ‘historically alternative wishful construct’ (Seed 73), ofwel een werk waarin een alternatieve ideale wereld wordt geschetst. Het woord utopie verwijst naar twee Griekse woorden, namelijk eu-topia wat gelukkige samenleving betekent en ou-topia, ofwel niet bestaande plaats. Het woord vindt zijn oorsprong als titel van een roman van Thomas More uit 1516. De roman Utopia van More beschrijft een eiland waar alles perfect geregeld is en iedereen gelukkig is (Seed 73). Barnita Bagchi merkt in haar boek

The Politics of the (im)possible: Utopia and Dystopia Reconsidered op dat door de dubbele

betekenis van utopie er al wordt geïmpliceerd dat de ideale wereld niet waar te maken is. ‘Utopia, with its Greek pun on a ‘good place’ (eu-topos) and ‘no place’ (ou-topos), offers simultaneously a locus of possibilities for human development, as well as a sense that this conceptualization, being speculative, idealized or fictive, might be difficult or impossible to actualize in reality’ (Bagchi 1).

Een dystopie is deels het tegenovergestelde van een utopie. Waar in een utopie een ideale wereld wordt geschetst, wordt in een dystopie juist een verschrikkelijke en rampzalige wereld geschetst, maar ook de dystopie wordt, net als de utopie, niet gezien als een wereld die per se waar te maken is. ‘If utopia was commonly seen as ‘too good to be practicable’, then dystopia was ‘too bad to be practicable’ (Vieira 16). Een dystopie is vaak te lezen als een waarschuwing aan de lezer. De dystopische wereld die in de tekst voorkomt is rampzalig en vaak krijgt de lezer het gevoel dat deze vermeden dient te worden. ‘Images of the future are put forward as real possibilities because the utopist wants to frighten the reader and to make him realize that things may go either right or wrong, depending on the moral, social and civic responsibility of the citizens. (…) the readers are to understand that the depicted future is not a reality but only a possibility that they have to learn to avoid’ (Vieira 17). In dystopieën is er ook vaak ruimte voor hoop. Dit heeft als gevolg dat de lezer het idee krijgt dat hij

aangespoord wordt een betere wereld te creëren en niet de hoop te verliezen. ‘The writers of dystopias that have been published in the last three decades, in particular, have tried to make it very clear to their readers that there is still a chance for humanity to escape, normally offering a glimmer of hope at the very end of the narrative’ (Vieira 17). De dystopie en de utopie laten de lezer dus beide dromen over een betere samenleving.

Zoals eerder in dit hoofdstuk uiteengezet, wordt gesteld dat moderne science fiction en genderkritiek vaak samengaan. Ook het beschrijven van een utopie of dystopie gaat vaak samen met genderkritiek. Attebery beschrijft in Decoding Gender in Science Fiction een

(9)

lange geschiedenis van feministische utopieliteratuur. Het is hier belangrijk op te merken dat Attebery dystopieliteratuur een onderdeel vindt van utopieliteratuur. Dit heeft als gevolg dat hij voornamelijk de term utopie gebruikt, terwijl hij hetzelfde vindt gelden voor de dystopie. ‘Utopias need not solve all social problems; they may be good, bad, or merely so different from existing systems as to offer a critical perspective’ (Attebery 115). Attebery stelt dat er in het begin van de jaren ’70 een opkomst was van utopische en dystopische romans waarin enkel vrouwen of mannen voorkomen, of waarin het andere geslacht heftig werd onderdrukt, zogenoemde ‘single-gender Utopia’s’ (Attebery 107). Aan het einde van de jaren ’70 was de feministische utopie, en dus ook de dystopie, een subgenre op zich. ‘By the end of the 1970s, then, the feminist utopia was well established, with a respectable genealogy, a canon of standard examples, a reverse canon of opposing works by anti-feminist men, and a set of shared assumptions, if not about the nature of the ideal society, at least about the terms in which the debate might continue’ (Attebery 114). Dit fenomeen werd volgens Attebery veroorzaakt door twee ontwikkelingen. Eerst begonnen mannelijke auteurs met het schrijven van verhalen waarin mannen door vrouwen werden onderdrukt. Vrouwelijke auteurs gingen als reactie hierop verhalen schrijven waarin meer utopische, vrouwen-gedomineerde

samenlevingen voorkwamen (Attebery 114).

Ook Ildney Cavalcanti gaat in haar essay “The writing of Utopia and the Feminist Critical Dystopia: Suzy McKee Charnas’s Holdfast Series” dieper in op genderkritiek in de dystopie. Zij stelt net als Attebery dat de feministische dystopie een genre op zich is

(Cavalcanti 47). Cavalcanti stelt dat de feministische dystopie een overdreven weergave geeft van de machtsrelatie tussen mannen en vrouwen, ‘as if they were put under a magnifying glass’ (Cavalcanti 53). Zij stelt dat in deze teksten de wereld wordt versimpeld door een focus op genderrelaties, die gebruikt worden als belangrijkste oorzaak van conflicten in het verhaal. Daarnaast stelt zij dat in feministische dystopieën vaak verscheidene vormen van gender-oppressie, die door de geschiedenis heen op verschillende plekken op de wereld plaatsvinden en -vonden, samen voorkomen in de fictionele wereld die de auteur schetst, om zo een

kritische, feministische tekst te creëren. ‘These imaginative strategies, more easily achieved in speculative fictional modes, amount to a feminist political stance and a radical critique of empirical power relations’ (Cavalcanti 53).

Anna Gilarek legt in haar artikel “The temporal displacement of utopia and dystopia in feminist speculative fiction” ook een verband tussen dystopie en genderkritiek.

(10)

Feminist science fiction is a speculative genre which imaginatively addresses issues crucial for feminism and expresses them in a literary way. It exposes the unfairness of patriarchal society and the mechanisms of its perpetuation, as well as the

discrimination and marginalization of women. Feminist science fiction authors make frequent use of the utopian and dystopian mode in order to enter into a dialogue with feminist philosophy and to make a comment on the situation of women in

contemporary society. (Gilarek 34)

Zij stelt dat dystopie als vorm een geschikt instrument is voor genderkritiek door het contrast tussen de onbekende wereld, vaak in een andere tijd of plek, die wordt geschetst voor de lezer en de wereld zoals de lezer die kent. De eerdergenoemde wisselwerking tussen vervreemding en herkenning zorgt ervoor dat de aandacht van de lezer wordt gevestigd op problematische zaken en biedt een nieuw perspectief op deze zaken. Deze zogenoemde ‘temporal

displacement’, een literair instrument waarbij het perspectief tijdelijk verschuift van het heden naar een ander, vreemd domein, vindt weliswaar plaats in alle science fiction door de

wisselwerking tussen vervreemding en herkenning, maar in de utopie en dystopie is er sprake van een ietwat andere vorm. Science fiction speelt zich haast altijd af in een futuristische setting, terwijl de dystopische of utopische tekst zich zowel in het verleden als in de toekomst kan afspelen. De utopische of dystopische tekst staat altijd in verhouding tot het heden. De lezer zal de wereld in de tekst altijd vergelijken zijn of haar eigen wereld, of de oude wereld van de personages. ‘In other words, the frame of reference is the present, be it the readers’ or the characters’ present, while the contrasting past or future setting is assessed by means of temporal distance’ (Gilarek 35). Hierdoor is het volgens Gilarek mogelijk om meer

bewustzijn te creëren en tot verandering aan te sporen.

Al met al wordt dus niet alleen regelmatig gesteld dat science fiction erg geschikt is voor maatschappijkritiek en genderkritiek, maar ook dystopie en genderkritiek worden vaak met elkaar geassocieerd. Door de vorm van de dystopie, waarin een onaangename toekomst als waarschuwing kan dienen en huidige genderrollen kunnen worden uitvergroot om aan te geven waar de problemen zitten, lijkt dit genre erg geschikt voor genderkritiek. Er is dan ook een traditie die tientallen jaren teruggaat waarin gender nader wordt onderzocht aan de hand van utopieën en dystopieën. In dit onderzoek zal gekeken worden naar hoe genderconventies worden bekritiseerd, dan wel in stand gehouden, in de twee dystopieën die geanalyseerd zullen worden. Hiervoor zal echter eerst moeten worden vastgesteld wat genderconventies zijn.

(11)

1.5 Genderconventies en gender performativity

Om genderconventies te definiëren, moeten we eerst vaststellen wat gender is. In het artikel “Doing Gender” van Zimmerman wordt uitgelicht dat er een verschil is tussen gender en geslacht. Of je lichamelijk man of vrouw bent is biologisch vastgesteld, gender is echter iets dat men aanleert. ‘Sex is a determination made through the application of socially agreed upon biological criteria for classifying persons as females or males. (…) Gender, in contrast, is the activity of managing situated conduct in light of normative conceptions of attitudes and activities appropriate for one’s sex category’ (Zimmerman 127). Gender verwijst dus naar een bepaalde rol die iemand inneemt en het gedrag dat iemand vertoont passend bij de

maatschappelijke norm omtrent geslachtsrollen. Er is volgens Zimmerman geen biologische reden voor een bepaalde genderrol, het is een aanpassing aan bepaalde verwachtingen. Dit fenomeen noemt Zimmerman doing gender. ‘Doing gender means creating differences between boys and girls and woman and men, differences that are not natural, essential, or biological’ (Zimmerman 137). Men gedraagt zich dus naar bepaalde genderconventies, oftewel bepaalde gedragskenmerken, die in de maatschappij worden gezien als gekoppeld aan je geslacht.

Dit idee komt overeen met de theorie van Judith Butler. Ook Butler ziet een verschil tussen gender en geslacht. Butler stelt in haar boek Gender Trouble dat gender geen interne essentie heeft. Zij stelt dat gender wordt opgevoerd; gender is een soort toneelstuk. Dit noemt zij gender performativity, het opvoeren van een genderrol. Butler beargumenteert dat er bepaalde verwachtingen bestaan over wat mannelijk of vrouwelijk gedrag inhoudt en dat mensen over het algemeen naar deze verwachtingen handelen.

The anticipation of an authoritative disclosure of meaning is the means by which that authority is attributed and installed: the anticipation conjures its object. I wondered whether we do not labor under a similar expectation concerning gender, that it operates as an interior essence that might be disclosed, an expectation that ends up producing the very phenomenon that it anticipates. (Butler 1999 XV)

Zij stelt dus dat de verwachtingen het object creëren, oftewel de verwachtingen rondom gender zorgen ervoor dat mensen handelen naar hoe zij, of de samenleving, expliciet of impliciet, denken dat een bepaald geslacht hoort te handelen. Door het verrichten van deze handelingen worden de verwachtingen versterkt. Deze handelingen noemt Butler

performative acts. Deze performative acts zijn bijvoorbeeld de manier waarop iemand zich

(12)

hebt performative acts die als een politiek statement dienen. Deze acts gaan over mannen en vrouwen in het algemeen. Er zijn echter ook performative acts die plaatsvinden op individueel niveau. Deze acts zijn de handelingen die een individu verricht om zich aan te passen aan de gendernorm. ‘There are thus acts which are done in the name of women, and then there are acts in and of themselves, apart from any instrumental consequence, that challenge the category of women itself’ (Butler 1988 523). Ook deze individuele handelingen hebben volgens Butler dus invloed op gendernormen, aangezien onder andere deze handelingen genderconventies in stand houden. Butler focust in dit citaat voornamelijk op de

gendernormen die bestaan voor vrouwen, maar gender performativity speelt uiteraard een rol bij mannen en vrouwen. Zij zijn allebei onder invloed van genderconventies en de

handelingen die hierbij horen.

Je kunt gender zien als een vicieuze cirkel die zichzelf versterkt. Men verwacht bepaald gendergedrag, handelt hiernaar, en houdt op deze manier de verwachtingen in stand. Gender is volgens Butler dus geen vast gegeven, maar door het verrichten van de handelingen die overeenkomen met de verwachtingen omtrent iemands gender, ontstaat wel het idee dat gender een vast gegeven is en een bepaalde interne kern heeft.

In other words, acts, gestures, and desire produce the effect of an internal core or substance, but produce this on the surface of the body, through the play of signifying absences that suggest, but never reveal, the organizing principal of identity as a cause. Such acts, gestures, enactments, generally construed, are performative in the sense that the essence or identity that they otherwise purport to express are fabrications

manufactured and sustained through corporeal signs and other discursive means. (Butler 1999 136)

In bovenstaand citaat stelt Butler dus dat de handelingen die we verrichten naar aanleiding van de geïnternaliseerde gendernormen ertoe leiden dat het lijkt alsof gender een bepaalde interne kern of substantie heeft, maar dat genderrollen echter enkel aangeleerd zijn en dat een zogenaamde onontkoombare biologische essentie van genderrollen een verzinsel is.

Genderconventies worden niet alleen in stand gehouden doordat mensen handelen naar bepaalde verwachtingen omtrent gender, maar ook doordat mensen die niet naar deze

genderconventies handelen worden bestraft. ‘Hence, as a strategy of survival, gender is a performance with clearly punitive consequences. Discrete genders are part of what

'humanizes' individuals within contemporary culture; indeed, those who fail to do their gender right are regularly punished’ (Butler 1988 522). Butler stelt dat het bestraffen van personen

(13)

die niet naar genderconventies handelen, suggereert dat men op een bepaald niveau onbewust doorheeft dat gender geen natuurlijk gegeven is. ‘That culture so readily punishes or

marginalizes those who fail to perform the illusion of gender essentialism should be sign enough that on some level there is social knowledge that the truth or falsity of gender is only socially compelled and in no sense ontologically necessitated’ (Butler 1988 528).

Om genderconventies te veranderen is het dus nodig dat men op individueel niveau tegen de gendernorm ingaat. Wanneer mannen en vrouwen zich niet gedragen naar de gendernormen, verbreken zij de vicieuze cirkel en op deze manier is het mogelijk

genderconventies te veranderen. ‘If the ground of gender identity is the stylized repetition of acts through time, and not a seemingly seamless identity, then the possibilities of gender transformation are to be found in the arbitrary relation between such acts, in the possibility of a different sort of repeating, in the breaking or subversive repetition of that style’ (Butler 1988 520). Er zal in dit onderzoek onder andere gekeken worden naar op wat voor manier de personages in de romans door middel van individuele performative acts genderconventies omzeilen. Butler stelt overigens wel dat men niet altijd de mogelijkheid heeft tegen de gendernorm in te gaan.

Although individual acts do work to maintain and reproduce systems of oppression, and, indeed, any theory of personal political responsibility presupposes such a view, it doesn't follow that oppression is a sole consequence of such acts. One might argue that without human beings whose various acts, largely construed, produce and maintain oppressive conditions, those conditions would fall away, but note that the relation between acts and conditions is neither unilateral nor unmediated. There are social contexts and conventions within which certain acts not only become possible but become conceivable as acts at all. (Butler 1988 525)

Butler stelt dus dat het logisch lijkt ervan uit te gaan dat men zijn eigen onderdrukking creëert door middel van het handelen naar gendernormen, maar dat dit te kort door de bocht is. Deze individuele handelingen spelen zeker een rol, maar het is volgens Butler niet altijd mogelijk je niet aan de gendernorm te houden. Zij stelt dat het enkel in een bepaalde context mogelijk is om andere performative acts te verrichten dan horend bij de heersende gendernorm.

In dit onderzoek zal onderzocht worden in hoeverre genderconventies worden bekritiseerd in de beide romans. Het is voor dit onderzoek dus belangrijk vast te stellen wat deze genderconventies inhouden, oftewel welke eigenschappen met mannen en vrouwen worden geassocieerd. Hiervoor wordt opnieuw naar het artikel van Zimmerman gekeken. In

(14)

dit artikel noemt Zimmerman verscheidene gedragingen die aan mannelijkheid en vrouwelijkheid wordt gekoppeld. Typisch ‘mannelijk’ is bijvoorbeeld (fysieke) kracht, uithoudingsvermogen, competitief gedrag vertonen en een actieve rol innemen. Hier

tegenover staat wat als ‘typisch’ vrouwelijk wordt gezien, namelijk de eigenschappen zwak, hulpeloos en passief (Zimmerman 137). Samengevat kun je dus stellen dat mannen zich actief zouden opstellen en vrouwen passief. Mannen en vrouwen worden gezien als tegenpolen. Zimmerman noemt als typische genderrol ook dat mannen hun kracht, sterkte en slimheid graag tentoonstellen en dat van vrouwen verwacht wordt dat zij deze tentoonstelling waarderen (Zimmerman 138).

Samengevat leidt het bovenstaande tot de volgende consequenties voor het

onderhavige onderzoek. In dit onderzoek zal onderzocht worden of genderconventies worden bekritiseerd in beide romans en op welke manier dit gebeurt. Er zal onder andere gekeken worden naar in hoeverre Butlers perspectief verhelderend werkt bij de analyse van de twee romans. Daarnaast zal ook gekeken worden naar wat dit eventueel zegt over het genre dystopie. De handelingen van de personages, die bijdragen aan het versterken of afzwakken van gendernormen, worden in dit onderzoek gezien als performative acts. In de romans zal gekeken worden wat voor performative acts de personages mogelijk verrichten om zich aan te passen aan de heersende gendernorm of juist tegen deze gendernorm in te gaan. Hierbij zal vooral gekeken worden naar of de personages actieve of passieve handelingen verrichten. Zoals eerder genoemd stelt Butler namelijk dat individuele handelingen, ofwel performative acts, bijdragen aan het versterken en in standhouden van gendernormen. Zij stelt echter wel dat er rekening mee gehouden moet worden in hoeverre mensen de ruimte krijgen tegen gendernormen in te gaan. Dit zal worden meegenomen in de analyse. In de analyse zal worden toegelicht in wat voor samenleving de personages leven en in hoeverre zij de ruimte krijgen performative acts te verrichten die tegen de gangbare gendernorm ingaan.

2. Analyse The Handmaid’s Tale

De eerste roman die ik zal analyseren in dit onderzoek is The Handmaid’s Tale van Margaret Atwood. The Handmaid’s Tale is een dystopische roman uit 1985. De roman schetst een dystopische nabije toekomst waarin er in de Verenigde Staten sprake is van een theocratie, oftewel een staatsvorm waarin God de opperste gezaghebber is. In de roman wordt uitgelegd dat, door verschillende oorzaken, het merendeel van de bevolking onvruchtbaar is geworden. Dit heeft als gevolg gehad dat een gelovige groep een staatsgreep heeft gepleegd. In deze

(15)

nieuwe staat, genaamd Gilead, zijn vruchtbare vrouwen verplicht één keer per maand seks te hebben met de Commander bij wie zij inwonen. Zij worden gedwongen te dienen als

surrogaatmoeder voor de Commander en zijn vrouw. De vrouwen die hiertoe gedwongen worden, worden Handmaids genoemd.

De roman volgt één van deze Handmaids, genaamd Offred. Zij is de protagonist van de roman. Offred is overigens niet haar echte naam, maar de naam die zij in het nieuwe regime heeft gekregen. Haar daadwerkelijke naam kom je als lezer niet te weten. Door de ogen van Offred krijgt de lezer de dagelijkse gang van zaken in Gilead mee. In de eerste helft van de roman vinden er nauwelijks grote gebeurtenissen plaats, het wordt vooral duidelijk hoe het normale leven onder het nieuwe regime eruit ziet. In de tweede helft van de roman vinden er echter verscheidene ontwikkelingen plaats. De eerste ontwikkeling die de status quo voor Offred verandert, is dat de Commander haar vraagt zo nu en dan ’s avonds bij hem in zijn studeerkamer langs te komen. Dit is volgens de wet verboden in Gilead; Handmaids en Commanders behoren geen persoonlijke relatie te hebben. Zij ontwikkelen door deze

afspraken echter een vriendelijke verstandhouding. Andere belangrijke ontwikkelingen in de roman zijn dat Offred erachter komt dat Ofglen, de Handmaid met wie zij elke dag

boodschappen doet, actief is bij een verzetsbeweging en dat Offred een affaire begint met Nick, de chauffeur van de Commander. Aan het einde van de roman komt Serena Joy, de vrouw van de Commander, erachter dat Offred stiekem met haar man afsprak. Vlak hierna komen de zogenoemde Eyes, de geheime dienst in Gilead, Offred halen omdat zij een verrader zou zijn. Dit zou betekenen dat zij naar de colonies gestuurd zou worden, dit zijn strafkampen waar men chemisch afval moet opruimen en waar men gemiddeld na enkele maanden overlijdt. Nick fluistert Offred vlak voordat zij wordt meegenomen toe dat de Eyes die haar komen halen bij de verzetsbeweging Mayday horen en dat ze hen moet vertrouwen. Hier houdt Offreds verhaal op. Als lezer weet je niet hoe het met Offred afloopt en of de mannen die haar halen bij het regime horen of bij het verzet. In het laatste hoofdstuk van de roman, getiteld ‘Historical notes on The Handmaid’s Tale’, blijkt dat Offred haar verhaal heeft weten na te laten. Dit hoofdstuk speelt zich af op een conventie ongeveer 200 jaar na de gebeurtenissen uit de roman. Op deze conventie geeft een professor een lezing over The

Handmaid’s Tale. Uit deze lezing blijkt dat cassettetapes zijn gevonden waarin Offred haar

verhaal doet en dat deze tapes zijn uitgebracht als boek, The Handmaid’s Tale. Ook blijkt uit dit hoofdstuk dat Gilead niet voor altijd zal bestaan, maar dat er 200 jaar later weer een nieuwe samenleving is ontstaan.

(16)

en de personages, uiteengezet in hoeverre genderconventies in de roman worden bevestigd, of juist bekritiseerd.

2.1 Opbouw van de samenleving

Allereerst wordt gekeken naar de hoe de nieuwe maatschappij is ingedeeld en wat de machtsverhoudingen in Gilead zijn. In Gilead hebben mannen het voor het zeggen. Alle belangrijke functies worden bekleed door mannen. Dit houdt in dat mannen alle

bestuursfuncties hebben in de maatschappij. Mannen maken de regels en voeren deze uit. Niet elke man heeft per se een belangrijke functie, maar er zijn geen belangrijke functies die door een vrouw worden vervuld. Een vrouw kan wel gezag hebben over een andere vrouw, maar staat zelf altijd onder het gezag van haar man. De gezagvoerders in Gilead zijn de

Commanders. Dit zijn voornamelijk de mannen die hebben geholpen bij het bedenken van Gilead en bij het plegen van de staatsgreep. Wat hun precieze individuele functies zijn wordt de lezer niet duidelijk, aangezien je als lezer alleen te weten komt wat Offred je vertelt en zij niet veel hierover weet. Wel is duidelijk dat zij de regels maken in Gilead. Andere beroepen voor mannen zijn Angels (soldaten in het leger), Guardians (beveiliging en kleine diensten voor de Commanders en hun vrouwen), Eyes (de geheime dienst) en diverse beroepen die nu ook bestaan, zoals dokters en winkeliers. Vrouwen mogen in Gilead niet werken en zijn opgedeeld in vier groepen die elk hun eigen soort kleding dragen. Alle vrouwen in Gilead dragen compleet lichaam bedekkende kleding. De Wives, dit zijn de vrouwen van de Commanders, dragen blauwe jurken. Alleen de Wives komen in aanmerking voor een Handmaid. Wives gaan over het huishouden en hebben zeggenschap over de vrouwelijke werknemers in het huishouden. Zij hebben van alle vrouwen de meeste macht, maar staan wel altijd onder de man in het huishouden. Dan heb je de Martha’s, dit zijn huishoudsters en zij dragen groene jurken. Daarnaast heb je de Handmaids, vruchtbare vrouwen die de regels van Gilead hebben overtreden en daarom geen man mogen hebben. Zij moeten één keer in de maand wanneer zij vruchtbaar zijn seks hebben met hun Commander met de bedoeling om ze zwanger te maken. Zij dragen rode jurken. Daarnaast zijn er de Econowives. Dit zijn

getrouwde vrouwen die geen wetten overtreden hebben en dus geen Handmaid hoeven te worden, maar ook niet met een Commander getrouwd zijn. Zij dragen groen, blauw en rood gestreepte jurken om te symboliseren dat zij alle drie de taken vervullen die met deze kleuren zijn verbonden. Als laatste groep heb je de Aunts, een groep vrouwen die nieuwe Handmaids traint en het gezag heeft over de Handmaids. Alle vrouwen in Gilead behoren tot één van deze

(17)

groepen. Wie niet bij een groep hoort, bijvoorbeeld een vrouw die een regel overtreedt of te oud is om zwanger te worden en evenmin getrouwd is met een Commander, wordt naar de eerder genoemde colonies gestuurd. De colonies zijn strafkampen waar voornamelijk

vrouwen, maar ook enkele mannen zoals bijvoorbeeld homoseksuelen, heen worden gestuurd.

Zoals eerder aangegeven hebben Wives zeggenschap over de vrouwen die werken in hun huishouden en trainen Aunts nieuwe Handmaids. Het is niet toevallig dat in Gilead vrouwen de baas zijn over andere vrouwen. In het laatste hoofdstuk “Historical Notes on The Handmaid’s Tale” wordt toegelicht dat Gilead bewust zo is opgezet dat vrouwen andere vrouwen onderdrukken. ‘The best and most cost-effective way to control women for reproductive and other purposes was through women themselves. For this there were many historical precedents; in fact, no empire imposed by force or otherwise had ever been without this feature: control of the indigenous by members of their own group’ (Atwood 320). Uit dit citaat blijkt dat men in Gilead opzettelijk vrouwen andere vrouwen laat onderdrukken, omdat dit de beste manier zou zijn om vrouwen onder de duim te houden. Hoewel deze regels door mannen zijn opgelegd, gaan de vrouwen in Gilead hier zelf in mee en zij lijken te genieten van het kleine beetje macht dat zij hebben over andere vrouwen. Dat deze vrouwen bereid zijn elkaar te onderdrukken, valt te lezen als kritiek op het feit dat deze vrouwen niet

samenwerken en elkaar helpen. Samen zouden zij misschien sterk genoeg zijn tegen het regime in te gaan. Op deze manier passen de vrouwen ook binnen de genderconventies, aangezien zij niet sterk genoeg zijn, of zichzelf niet sterk genoeg vinden, om tegen de mannen op te staan.

In Gilead hebben vrouwen bijna geen rechten meer. Zij mogen, zoals eerder

aangegeven, niet werken, maar bijvoorbeeld ook niet lezen. Wanneer zij betrapt worden op lezen wordt hun hand afgehakt. Op deze manier wordt het vrouwen ook haast onmogelijk gemaakt informatie op te doen en worden zij ‘dom gehouden’. Door de Eyes is het ook haast onmogelijk om in verzet te komen. De Eyes gaan vaak undercover als Guardians en men wordt in Gilead aangespoord elkaar te verraden wanneer iemand de regels overtreedt. Dit heeft als gevolg dat niemand te vertrouwen is en iedereen het gevoel heeft er alleen voor te staan. Al met al maakt dit (georganiseerd) verzet heel lastig. Je zou Gilead kunnen zien als een sterk overdreven weergave van de westerse werkelijkheid. Het seksisme dat in onze eigen maatschappij aanwezig is, wordt uitvergroot en institutioneel gemaakt. Door het overdrijven van de hedendaagse genderconventies wordt kritiek geleverd op deze hedendaagse

(18)

wordt hoe schadelijk deze zijn. Wanneer men kijkt naar de opbouw van de maatschappij is er in Gilead weinig ruimte voor performative acts die tegen de gendernorm ingaan. Gilead kent strenge regels en wie deze overtreedt wordt naar strafkampen gestuurd. Deze situatie zorgt ervoor dat men over het algemeen performative acts vertoont die met de heersende

gendernorm overeenkomen, en dat handelingen die tegen deze norm ingaan veelal heimelijk plaatsvinden.

2.2 Personages

Er zijn verscheidene belangrijke personages in de roman en deze gedragen zich allemaal in meerdere of mindere mate overeenkomstig de genderconventies van Gilead. In Gilead zijn traditionele genderconventies uitvergroot en institutioneel gemaakt. In deze analyse zal aan de hand van de belangrijke personages onderzocht worden op welke manier de roman al dan niet kritiek uit op genderconventies. Hierbij zal de theorie van Butler in gedachten gehouden worden die stelt dat gendernormen niet aangeboren zijn, maar aangeleerd, en dat men zich aanpast aan, of verzet tegen, deze normen door middel van performative acts. Zoals eerder uiteengezet is, wordt volgens traditionele genderconventies verwacht van mannen dat zij actief zijn en van vrouwen dat zij passief zijn. Er zal in dit onderzoek dan ook voornamelijk worden gekeken naar of de personages actief (mannelijk) of passief (vrouwelijk) gedrag vertonen. Dit zal onder andere worden gedaan door te kijken in hoeverre de personages in verzet komen tegen het regime. In dit onderzoek wordt verzet namelijk gezien als een actieve handeling. Deze actieve of passieve handelingen worden in deze analyse gezien als

performative acts die de gendernorm bevestigen of ondermijnen.

De zes belangrijkste personages in de roman zullen besproken worden in deze analyse. Deze personages zijn Offred, Moira, Ofglen, Serena Joy, de Commander en Nick. Het gaat hier om vier vrouwen en twee mannen. In de roman komen meer vrouwelijke dan mannelijke personages voor. Dit is niet alleen het geval bij de hoofdpersonages. Ook wanneer je kijkt naar de bijpersonages valt het op dat er meer vrouwen een rol spelen in het verhaal. Dit is logisch wanneer men denkt aan de vertelinstantie, aangezien het verhaal verteld wordt door Offred en Offred in een samenleving leeft waarin vrouwen haast alleen met andere vrouwen in contact komen.

(19)

2.2.1 Offred

Het eerste personage dat geanalyseerd zal worden is Offred, de protagonist van de roman. Voor het huidige regime aan de macht kwam, was Offred getrouwd met Luke, een gescheiden man. Zij hebben samen één dochter. Offred en Luke hebben geprobeerd te ontsnappen naar Canada, maar zijn toen opgepakt. Wat er daarna met Luke is gebeurd, weet Offred niet. Haar dochter is haar afgenomen en aan een kinderloze Wife in Gilead gegeven. Offred is hierna gedwongen om een Handmaid te worden. Dit houdt in dat zij bij een Commander en zijn vrouw, Serena Joy, inwoont en één keer per maand seks moet hebben met de Commander in met de bedoeling om haar zwanger te maken. Als zij zwanger wordt, zal het kind het

eigendom zijn van de Commander en Serena Joy. Handmaids moeten twee jaar bij één Commander blijven, waarna zij worden herplaatst naar een nieuwe Commander. Na drie Commanders worden zij naar de colonies gestuurd waar zij dwangarbeid moeten verrichten, en waarschijnlijk na enkele maanden overlijden. Als een Handmaid echter een kind krijgt van een Commander, hoeft zij nooit naar de colonies. Wanneer we Offred leren kennen in de roman is zij net vijf weken in dienst bij haar huidige Commander. Dit is Offreds derde

Commander en dus haar laatste kans om zwanger te worden en de colonies te vermijden. In de roman lijkt Offred over het algemeen een passief personage en past dus binnen de vrouwelijke genderrol. Zij houdt zich aan de regels van het regime en lijkt zich niet te verzetten. Zoals eerder uitgelegd is het echter heel lastig je in Gilead te verzetten tegen het regime, aangezien de gevolgen catastrofaal kunnen zijn en bijna niemand te vertrouwen is. Naar de buitenwereld toe gedraagt Offred zich dus als een vrome Handmaid. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het volgende citaat waarin Offred een gesprek voert met een andere Handmaid, Ofglen, met wie zij elke dag boodschappen doet. ‘During these walks she has never said anything that was not strictly orthodox, but then, neither have I. She may be a real believer, a Handmaid in more than a name. I can’t take the risk. ‘The war is going well, I hear,’ she says. ‘Praise be,’ I reply. ‘We’ve been sent good weather.’ ‘Which I receive with joy.’’ (Atwood 29). Aan dit citaat is te zien dat Offred zich naar de buitenwereld passief en vroom opstelt. Hier is te spreken van een performative act; Offred past zich namelijk aan aan de genderconventies door de manier waarop zij praat en handelt. Door te stellen dat ze het risico niet durft te nemen zich niet naar de norm te gedragen tegenover Ofglen, laat Offred zien dat zij hier handelt naar hoe ze weet dat vrouwen horen te handelen en dat dit niet is hoe zij wil handelen.

Offreds passiviteit is te verklaren door het eerder genoemde gebrek aan vrijheid dat vrouwen in Gilead hebben. Ze heeft niet de mogelijkheid zich naar de buitenwereld actief op

(20)

te stellen. Passiviteit is de norm voor vrouwen in de nieuwe samenleving. Dit blijkt onder andere uit het volgende citaat. In dit citaat geeft een Commander een toespraak bij een

Prayvaganza, een ceremonie om bijvoorbeeld een militaire overwinning, of zoals hier, een

groepsbruiloft te vieren.

“I will that women adorn themselves in modest apparel,” he says, “with

shamefacedness and sobriety, not with braided hair, or gold, or pearls, or costly array; “But (which becometh women professing godliness) with good works. “Let the woman learn in silence with all subjection.” Here he looks us over. “All,” he repeats. “But I suffer not a woman to teach, nor to usurp authority over the man, but to be in silence. “For Adam was first formed, then Eve. (Atwood 233)

In dit citaat wordt duidelijk dat passiviteit en onderdanigheid de norm is voor vrouwen in Gilead. De gendernormen in Gilead zijn heel expliciet gemaakt. Er is geen sprake van een impliciete maatschappelijke norm waar men onbewust rekening mee houdt, maar een expliciete norm die nageleefd dient te worden om te overleven en die vanuit de staat wordt bestraft wanneer deze wordt overtreden. Vrouwen worden in de roman letterlijk gezien als het bezit van mannen. Zoals eerder genoemd is Offred niet Offreds echte naam en kom je haar echte naam in de roman niet te weten. Offred is haar naam in het huidige huishouden, omdat Offred staat voor ‘of Fred’ ofwel ‘van Fred’. Hieruit blijkt dat haar huidige Commander Fred heet. Dit wordt toegelicht in het laatste hoofdstuk “Historical Notes on The Handmaid’s Tale”. Andere Handmaids in de roman hebben soortgelijke namen, zoals bijvoorbeeld Ofglen, Ofwarren en Ofcharles. Wanneer een Handmaid naar een nieuw huishouden wordt gestuurd, verandert haar naam overeenkomstig. Dit blijkt bijvoorbeeld wanneer Offred haar dagelijkse winkeltocht opeens met een nieuwe Ofglen moet ondernemen. ‘Has Ofglen been transferred, so soon? I ask, but I know she hasn’t. I saw her only this morning. She would have said. “I am Ofglen,” the woman says. Word perfect. And of course she is, the new one, and Ofglen, wherever she is, is no longer Ofglen. I never did know her real name’ (Atwood 295). De namen van Handmaids zijn dus niet constant en kunnen niet gebruikt worden om hen te identificeren. In plaats van een naam hebben de Handmaids een tatoeage van een nummer. ‘I cannot avoid seeing, now, the small tattoo on my ankle. Four digits and an eye, a passport in reverse. It’s supposed to guarantee that I will never be able to fade, finally, into another landscape. I am too important, too scarce, for that. I am a national resource’ (Atwood 75). Uit dit citaat blijkt dat Handmaids in Gilead niet meer gezien worden als mensen, maar als

(21)

Deze gendernormen zijn Offred aangeleerd door indoctrinatie vlak nadat is besloten dat zij Handmaid zal worden. Zij is namelijk getraind in het Rachel and Leah Centre, ofwel het Red Centre. Hier worden toekomstige Handmaids door zogenoemde Aunts getraind in wat het betekent om een Handmaid te zijn en hoe men zich dient te gedragen. De roman geeft vaak flashbacks Offred in het Red Centre en de indoctrinatie die zij hier onderging. Dit is bijvoorbeeld het geval in het volgende citaat. In dit citaat is duidelijk te zien hoe getracht wordt de vrouwen te hersenspoelen in het Red Centre

Once a week we had movies, after lunch and before our nap. (…) Sometimes the movies she showed would be an old porno film, from the seventies or eighties. Women kneeling, sucking penises or guns, women tied up or chained or with dog collars around their necks, women hanging from trees, or upside-down, naked, with their legs held apart, women being raped, beaten up, killed. Once we had to watch a woman being slowly cut into pieces, her fingers and breasts snipped off with garden shears, her stomach slit open and her intestines pulled out. (Atwood 128)

In het Red Centre wordt er geprobeerd de Handmaids ervan te overtuigen dat de oude samenleving juist erg vrouwonvriendelijk was. ‘The spectacles women used to make of themselves. Oiling themselves like roast meet on a spit, and bare backs and shoulders, on the street, in public, and legs, not even stockings on them, no wonder those things used to happen’ (Atwood 65). De Handmaids wordt verteld dat wanneer zij bijvoorbeeld seksueel misbruikt werden dat hun eigen schuld was. Er wordt in de roman bijvoorbeeld omschreven hoe een toekomstige Handmaid die vroeger verkracht is, moet toegeven dat dit haar eigen schuld was. ‘But whose fault was it? Aunt Helena says, holding up one plump finger. Her fault, her fault, her fault, we chant in unison. (…) That was last week. This week Janine doesn’t wait for us to jeer at her. It was my fault, she says. It was my own fault. I led them on. I deserved the pain’ (Atwood 82). In dit citaat is niet alleen te zien hoe de vrouwen in het Red Centre worden geïndoctrineerd, maar ook hoe de vrouwen tegen elkaar op worden gezet. In het Red Centre wordt de toekomstige Handmaids verteld dat de vorige samenleving

vrouwonvriendelijker was dan Gilead. ‘There is more than one kind of freedom, said Aunt Lydia. Freedom to and freedom from. In the days of anarchy, it was freedom to. Now you are being given freedom from. Don’t underrate it’ (Atwood 34). Offred lijkt deze normen en ideeën geïnternaliseerd te hebben. Dit blijkt bijvoorbeeld uit een passage waarin Offred en Ofglen Japanse toeristen op straat tegenkomen. De Japanse vrouwen zijn op een westerse

(22)

manier gekleed, zoals Offred vroeger zelf ook gewend was, toch voelt ze nu een afkeer voor hoe zij eruit zien.

It’s been a long time since I’ve seen skirts that short on women. The skirts reach just below the knee and the legs come out from beneath them, nearly naked in their thin stockings, blatant, the high-heeled shoes with their straps attached to the feet like delicate instruments of torture. (…) I stop walking. Ofglen stops beside me and I know that she too cannot take her eyes off these women. We are fascinated but also repelled. They seem undressed. It has taken so little time to change our minds, about things like this. (Atwood 38)

Hieruit blijkt dus dat Offred niet alleen naar de gendernorm handelt, omdat zij weet dat zij anders bestraft wordt, maar ook omdat zij zelf deze norm heeft geïnternaliseerd. Zij heeft zich de norm deels eigen gemaakt. Wanneer men kijkt vanuit de theorie van Butler omtrent gender performativity is hier het idee terug te zien dat normen niet aangeboren zijn, maar aangeleerd en dat het dus mogelijk is mensen nieuwe normen aan te leren. Er is hier echter ook te zien dat Offreds gendernormen nog niet helemaal zijn veranderd. Dit blijkt uit het feit dat zij zich er bewust van is dat haar visie in korte tijd erg is veranderd en dat zij vroeger een hele andere visie had. Daarnaast voelt Offred niet enkel afkeer, maar ook fascinatie. Dit wijst er ook op dat haar vroegere gendernormen nog aanwezig zijn.

Er zijn echter ook flashbacks die erop wijzen dat Offreds passiviteit niet een nieuwe eigenschap voor haar is. In haar leven voor Gilead lijkt zij ook een ietwat passief karakter te hebben gehad. Dit blijkt uit verscheidene passages. Dit blijkt bijvoorbeeld uit hoe haar relatie met Luke begon. Luke was getrouwd toen hij een relatie kreeg met Offred en Offred heeft twee jaar gewacht tot Luke bij zijn vrouw weg kon gaan. Dit wachten kenmerkt Offred als passief. Daarnaast waren meerdere mensen in Offreds omgeving actief feminist, bijvoorbeeld Moira en haar moeder. Offred sloot zich hier echter niet bij aan en was hier niet actief in.

You’re getting ashes in my bed, I said. If you’d make it you wouldn’t have this problem, said Moira. In half an hour, I said. I had a paper due the next day. What was it? Psychology, English, Economics. We studied things like that then. On the floor of the room there were books, open face down, this way and that, extravagantly. Now, said Moira. You don’t need to paint your face, it’s only me. What’s your paper on? I just did one on date rape. Date rape, I said. You’re so trendy. It sounds like some kind of dessert. Date Rapé. Ha ha, said Moira. Get your coat. She got it herself and tossed it at me. I’m borrowing five bucks off you, okay? (Atwood 48)

(23)

In het citaat hierboven komt Offreds passiviteit heel duidelijk naar voren. Het is duidelijk dat Offred zich niet erg interesseert voor feminisme. Wanneer Moira zegt haar essay over date rape geschreven te hebben, merkt Offred alleen op dat dit als een toetje klinkt. Ze doet hier heel luchtig over. Daarnaast lijkt ze Moira ook niet echt serieus te nemen door te stellen dat de onderwerpkeuze van Moira trendy is. Dit suggereert dat Offred van mening is dat Moira haar essay over date rape schreef omdat dat hip is, en niet omdat het haar daadwerkelijk bezig houdt. Offred is hier niet alleen passief als het aankomt op haar ideeën over feminisme, in dit citaat is ze ook in haar handelingen passief. Zo merkt Moira op dat Offred haar bed niet heeft opgemaakt en pakt uiteindelijk Moira Offreds jas, aangezien Offred zelf niet opstaat. In dit citaat zie je gelijk het verschil tussen de twee vrouwen; Offred is passief en Moira is actief. Dit laat dus duidelijk zien dat Offred al passief was voor Gilead bestond, en haar huidige passiviteit niet enkel een aanpassing aan het nieuwe regime is. Offred voegde zich altijd al naar deze genderconventie.

Dit blijkt ook uit het volgende citaat waarin Offred passiviteit noemt als manier om met de situatie in het Red Centre om te gaan. ‘After the first shock, after you’d come to terms, it was better to be lethargic. You could tell yourself you were saving up your strength’

(Atwood 80). Uit dit citaat blijkt dat Offred passiviteit hier aanraadt en bewust omarmt. Zij stelt dat het raadzaam is om passief te zijn, zodat men zichzelf kan voorhouden dat je kracht spaart om later in verzet te komen. Uit de bewoording die zij hier echter kiest, namelijk dat ze dit aan zichzelf verteld, blijkt al dat zij eigenlijk wel weet dat zij nooit daadwerkelijk in verzet zal komen en dus niet actief zal worden.

Offred wordt dus neergezet als een passief personage. Niet alleen in Gilead, waar zij eigenlijk geen keus heeft, maar ook in haar leven voor Gilead. Haar gedrag sloot dus altijd al aan bij de genderconventies. Deze passiviteit van Offred is ook te lezen als kritiek op de manier waarop vrouwen in de roman de situatie hebben geaccepteerd. Offred is niet zo bezig met feminisme en heeft een vrij passieve instelling, dit leidt ertoe dat wanneer de macht wordt gegrepen door de gelovige partij, zij niet terugvecht, maar dit laat gebeuren. Offred kan gezien worden als een waarschuwing aan vrouwen om niet te passief te zijn, en je bewust te zijn van genderconventies en onderdrukking. Op deze manier wordt dus kritiek geuit op hedendaagse genderconventies en hoe vrouwen hierin meegaan. Toch is Offred niet

uitsluitend passief in de roman. Er zijn ook momenten waar zij wel weerstand biedt aan het regime en de genderconventies die het regime oplegt. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de volgende passage waarin Offred bewust verleidelijk doet wanneer zij langs twee Guardians loopt.

(24)

As we walk away I know they’re watching, these two men who aren’t yet permitted to touch women. They touch with their eyes instead and I move my hips a little, feeling the full red skirt sway around me. It’s like thumbing your nose from behind a fence or teasing a dog with a bone held out of reach, and I’m ashamed of doing it, because none of this is the fault of these men, they’re too young. Then I find I’m not ashamed after all. I enjoy the power; power of a dog bone, passive but there. (Atwood 32)

In het voorgaande citaat is te zien dat Offred zich toch verzet tegen de gendernorm. Het betreft een performative act, alleen niet één die met de gendernorm meegaat, maar één die hier bewust tegenin gaat. Offred stelt zelf dat ze hier passief is; passive but there. Zij is hier echter te streng voor zichzelf. Ze is hier niet passief, aangezien zij de keus maakt iets te doen wat tegen de regels ingaat. Het zijn de Guardians die hier juist passief zijn, aangezien zij enkel kunnen kijken, terwijl Offred nu handelt. Er zijn meerdere momenten in de roman waar Offred door middel van performative acts zich verzet tegen de expliciete gendernormen die haar zijn aangeleerd. Zo houdt zij bijvoorbeeld als zij eten krijgt de boter apart en verstopt zij deze. Later wanneer zij alleen is smeert zij dan de boter op haar gezicht als gezichtscrème. ‘I rub the butter over my face, work it into the skin of my hands. There’s no longer any hand lotion or face cream, not for us. Such things are considered vanities. (…) As long as we do this, butter our skin to keep it soft, we can believe that we will some day get out, that we will be touched again, in love or desire’ (Atwood 107). Hier verzet Offred zich tegen de huidige gendernorm die inhoudt dat vrouwen niet om hun uiterlijk horen te geven. Er is dus sprake van verzet, wat inhoudt dat zij hier niet passief handelt. Het is wel interessant op te merken dat zij zich verzet tegen de huidige gendernorm door terug te vallen op de vorige gendernorm. In de voorgaande maatschappij gold namelijk de regel dat vrouwen er mooi uit moesten zien. Dit is opvallend, omdat Offred eerder, wanneer zij de Japanse toeristen tegenkomt juist de nieuwe norm geaccepteerd lijkt te hebben, al is ze ook gefascineerd door de Japanse toeristen. Uit het bovenstaande citaat blijkt dat de oude gendernorm nog naast de nieuwe aanwezig is bij Offred. Zij valt hier namelijk terug op het voorgaande, westerse ideaal.

Offred gaat dus op verscheidene manieren in verzet tegen Gilead en haar

gendernormen. Zij doet dit echter niet met grote acties, maar met kleine daden, zogenoemde performative acts. Dit is voor Offred een manier om het leven in Gilead draaglijk te maken. ‘It’s an event, a small defiance of rule, so small as to be undetectable, but such moments are the rewards I hold out for myself, like the candy I hoarded, as a child, at the back of a drawer’ (Atwood 31). Offred doet deze performative acts niet voor de buitenwereld, zij probeert niet

(25)

het regime omver te werpen, maar zij doet deze enkel voor zichzelf. Zij put hier zelf kracht uit. Aan het einde van de roman lijkt Offred weliswaar uit Gilead te ontsnappen, maar hier heeft zij zelf niks voor gedaan. Dit heeft Nick namelijk geregeld. Dat Offred enkel verzet pleegt dat in haar eigen voordeel werkt, kan, net als haar passiviteit, gelezen worden als kritiek op vrouwen die niet actief deelnemen aan het veranderen van gendernormen en op deze manier bijdragen aan hun eigen onderdrukking.

Zoals eerder genoemd krijgt Offred aan het einde van de roman een relatie met Nick. Serena Joy stelt aan Offred voor seks te hebben met Nick om zwanger te worden. Na deze eerste keer, die door Serena Joy geregeld is, blijft Offred teruggaan naar Nick. ‘I went back to Nick. Time after time, on my own, without Serena knowing. It wasn’t called for, there was no excuse. I did not do it for him, but for myself entirely’ (Atwood 280). Deze bezoekjes aan Nick zijn ook een vorm van verzet aangezien er in Gilead geen ruimte is voor liefde. Daarnaast is het Offred niet toegestaan seks te hebben buiten de Ceremonies met de Commander om. Deze vorm van verzet is echter weer iets wat Offred enkel voor zichzelf doet. Zij zegt zelf ook dat dit de enige reden is. Ondanks het feit dat het een vorm van verzet is, maakt Offreds relatie met Nick haar over het algemeen juist passiever. In haar relatie met Nick kan Offred gezien worden als actief. Zij gaat namelijk telkens naar hem terug en neemt hier dus het initiatief, terwijl hij haar enkel binnenlaat en zich hier dus passief opstelt. Buiten haar relatie met Nick om, wordt Offred echter minder actief. Voordat Offred met Nick begint af te spreken overweegt ze nog Mayday te helpen, maar nadat zij met Nick afspreekt heeft zij hier geen behoefte meer aan. ‘The fact is that I no longer want to leave, escape, cross the border to freedom. I want to be here, with Nick, where I can get at him’ (Atwood 283). Offred moet hier denken aan een uitspraak van haar moeder. ‘Humanity is so adaptable, my mother would say. Truly amazing, what people can get used to, as long as there are a few

compensations’ (Atwood 283). Ook dit is te lezen als kritiek op hoe makkelijk mensen zoals Offred zich neerleggen bij een nieuwe situatie en hoe zij zich door kleine beloningen laten weerhouden van het plegen van verzet dat de hele samenleving zou kunnen dienen.

Eén vorm van verzet van Offred kan wel gezien worden in dienst van de samenleving. Dat is namelijk het feit dat zij haar verhaal nalaat. In het laatste hoofdstuk ‘Historical notes on The Handmaid’s Tale’ wordt verteld dat het verhaal in de roman door Offred, na haar

ontsnapping, is opgenomen in de vorm van cassettetapes. Dat Offred haar verhaal heeft opgenomen en achtergelaten kan gezien worden als een vorm van verzet die bedoeld is om andere mensen onder het regime te helpen. Wanneer haar verhaal bijvoorbeeld andere landen zou bereiken, zou dit de mensen in Gilead kunnen helpen. Het is wel interessant op te merken

(26)

dat Offred haar verhaal niet heeft opgeschreven, maar heeft opgenomen. Op deze manier breekt ze niet de regels in Gilead die stellen dat vrouwen niet mogen schrijven. Door het doen van haar verhaal breekt Offred echter wel met de genderconventie die stelt dat vrouwen stil horen te zijn. Deze tapes, waar Offreds verhaal opstaat, worden vervolgens gevonden door mannelijke onderzoekers. Aangezien de volgorde van de tapes niet duidelijk was, hebben deze onderzoekers vervolgens de tapes geordend en geredigeerd. Offreds verhaal is dus uiteindelijk alsnog door mannen gevormd. Zelfs in de samenleving na Gilead worden vrouwen dus in een passieve rol geduwd. Dit kan ook gezien worden als kritiek op

genderconventies, aangezien hieruit blijkt hoe hardnekkig deze zijn en dat deze conventies zelfs na Gilead nog voortleven.

Offred is dus een overwegend passief personage. Als zij actief wordt en verzet pleegt, betreft het vaak vormen van verzet die alleen betrekking op haarzelf hebben en vooral

mentaal haar eigen gevoelens en gedachten betreffen. Offreds als personage valt dus over het algemeen binnen de vrouwelijke gendernorm. Dit is uiteraard te verklaren met het gebrek aan bewegingsvrijheid dat vrouwen in Gilead hebben, maar zoals aangetoond was Offred ook al passief voor Gilead ontstond. Daarnaast zijn er andere vrouwelijke personages in de roman die zich wel actiever opstellen. Deze personages zullen in de rest van deze analyse nader worden toegelicht.

2.2.2 Moira

Een van de vrouwelijke personages die zich actiever opstelt dan de meeste vrouwen in het verhaal is Moira. Moira is de beste vriendin van Offred en zij kennen elkaar sinds zij samen op de universiteit hebben gezeten. Offred en Moira belanden ook samen in het Red Centre, maar hebben elkaar sindsdien niet meer gezien in Gilead. Uit Offreds herinneringen blijkt dat Moira een lesbische feministe was. Hierdoor kun je al stellen dat zij zich niet aanpaste aan de gendernorm. Heteroseksualiteit wordt immers nog steeds gezien als de norm. Dat Moira zich weigert aan te passen, blijkt al aan de manier waarop zij aan de lezer wordt voorgesteld. ‘Moira, sitting on the edge of my bed, legs crossed, ankle on knee, in her purple overalls, one dangly earring, the gold fingernail she wore to be eccentric, a cigarette between her stubby yellow-ended fingers’ (Atwood 47). In deze passage wordt duidelijk dat Moira zich niks aantrekt van mode en bewust tegen de norm ingaat. Zij gaat dus door middel van performative acts tegen de gendernorm in. Offred stelt immers dat Moira er graag excentriek uitziet. In de eerder genoemde passage, waar te zien is hoe passief Offred is, is ook te zien hoe actief Moira

(27)

is. Het is Moira die actief besluit iets te doen en Offred die volgt. Moira past op deze manier niet binnen de vrouwelijke gendernorm. Offred denkt dan ook vaak aan Moira in haar situatie als Handmaid en vraagt zich af wat Moira zou doen in haar situatie. ‘They’ve given me a small electric fan, which helps in this humidity. It whirs on the floor, in the corner, its blades encased in grillwork. If I were Moira, I’d known how to take it apart, reduce it to its cutting edges. I have no screwdriver, but if I were Moira I could do it without a screwdriver. I’m not Moira’ (Atwood 180). Dit citaat laat niet alleen zien dat Moira een voorbeeldfunctie voor Offred vervult, maar laat ook opnieuw zien dat Moira buiten de gendernorm valt. Dit is het geval omdat uit dit citaat blijkt dat Moira handig is en goed met gereedschap overweg kan. Dit is een eigenschap die volgens genderconventies aan mannen gekoppeld wordt.

Een belangrijk moment in de roman is wanneer Moira ontsnapt uit het Red Centre. Dit kan gezien worden als het meest actieve dat een vrouwelijk personage doet in de roman. Moira doet twee ontsnappingspogingen wanneer zij in het Red Centre verblijft. De eerste keer mislukt de poging. Ze doet alsof ze een blindedarmontsteking heeft en probeert te ontsnappen uit de ambulance, maar zij wordt onmiddellijk gepakt en teruggebracht naar de Red Centre. Hiervoor wordt Moira streng bestraft. ‘Afterwards she could not walk for a week, her feet would not fit into her shoes, they were too swollen. It was the feet they’d do, for a first offence’ (Atwood 102). Dit inspireert de rest van de Handmaids wel om actiever te zijn en de regels te breken. ‘We stole extra paper packets of sugar for her, smuggled them to her, at night, handing them from bed to bed. Probably she didn’t need the sugar but it was the only thing we could find to steal. To give’ (Atwood 102). Moira inspireert hier met haar actie de andere vrouwen om zich ook te verzetten. Ondanks de heftige mishandeling die Moira ondergaat naar aanleiding van haar ontsnappingspoging, probeert zij later nog een keer te ontsnappen en dit keer lukt het wel. Dit verzet van Moira is, net als het verzet van Offred, iets dat zij voor zichzelf doet, en niet met als doel het regime omver te werpen. Ondanks het feit dat Moira dit verzet misschien niet pleegt om anderen te helpen, beïnvloedt zij wel andere Handmaids met haar acties. Moira’s ontsnapping heeft namelijk opnieuw als gevolg dat de andere Handmaids zich hierdoor aangespoord voelen ook iets te doen.

Moira was like an elevator with open sides. She made us dizzy. Already we were losing the taste for freedom, already we were finding these walls secure. In the upper reaches of the atmosphere you’d come apart, you’d vaporize, there would be no pressure holding you together. Nevertheless Moira was out fantasy. We hugged her to

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het zeemans-leven, inhoudende hoe men zich aan boord moet gedragen in de storm, de schafting en het gevecht.. Moolenijzer,

Het is geen toeval dat Tepper in zijn onderzoek de invloed van genderopvattingen op het lezen van fictie heeft onderzocht; het is bekend dat meisjes al op jonge leeftijd een

Gelet op de overweldigende steun voor de schikking en het zeer beperkte aantal opt-out kennisgevingen dat tot dusver ontvangen werd, heeft de raad van bestuur van Ageas tijdens

Voor sommige instrumenten zijn voldoende alternatieven – zo hoeft een beperkt aantal mondelinge vragen in de meeste gevallen niet te betekenen dat raadsleden niet aan hun

Binnen één samenwerkingsverband is gekozen voor een variant hierop, het matrixmodel, waarbij niet één centrumgemeente als gastheer optreedt, maar waar de gastheerfunctie voor de

Zij is geen samenvatting van het voorgaande (dat is met deze veelheid aan gegevens welhaast onmogelijk) en evenmin een conclusie in de strikte zin van het woord. Aan

Overigens laat de figuur zien dat de gemiddelde schaal niet alleen wordt bepaald door het aantal instellingen, maar ook door meer organische groei door fluctuaties in

Nadien dan voor is beleden, dat Godt willigh is u sijn macht mede te deylen, tot toeneminghe in Deughden, ende ghenoech is ghebleken dat noch Duyvel, noch Vleysch, noch de Weerelt,