• No results found

Bel 0800 208 77: Een onderzoek naar de ervaringen met het Anoniem Drugsmeldpunt Limburg

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bel 0800 208 77: Een onderzoek naar de ervaringen met het Anoniem Drugsmeldpunt Limburg"

Copied!
58
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

“Bel 0800 208 77: Een Onderzoek naar de

Ervaringen met het Anoniem Drugsmeldpunt

Limburg.”

Masterproef neergelegd tot het behalen van

de graad van Master in de Criminologische Wetenschappen door (01601710 De Hauwere Anton)

Academiejaar 2019-2020 Aantal woorden: 12589

(2)

Abstract

The production of synthetic drugs and the number of registered dumping sites in the Belgian-Dutch border region has significantly increased in recent years. Also, the majority of the professional cannabis plantations are concentrated in this area. Because of these continuing problems and associated dangers for public health and the environment, the public prosecutor installed the ‘Anoniem Drugsmeldpunt Limburg’ on 17 April 2019. Citizens can make anonymous reports in case of suspicions of drug production or in case of discovering a dumping site. This drug production problem cannot be tackled by criminal law alone but requires the help of the citizens. Investigative authorities are in need of private cooperation. This can be accomplished by raising awareness among citizens, to focus specifically on the dangers and harms that drug production can cause, by getting informed about the typical signals (such as the typical smell) and suspicious issues regarding drug production sites. This exploratory study investigates the level of familiarity and experiences of citizens with this Anonymous hotline.

Key words

Synthetic drug production, Cannabis plantations, Dumping sites, Anoniem Drugsmeldpunt Limburg, Citizens

Woord vooraf

Graag wil ik een woord van dank richten tot mijn promotor, prof. dr. Charlotte Colman om mij te begeleiden gedurende dit proces. Ik kon met vragen bij haar terecht en zij wees me telkens de goede richting. Ook zou ik Mevrouw Carine Buckens, procureur des Konings bij het parket Limburg willen bedanken voor haar expertise en duiding omtrent de totstandkoming van het anoniem meldpunt. Met deze masterproef beëindig ik mijn opleiding Criminologische Wetenschappen aan de Universiteit Gent. Hierbij bedank ik in het bijzonder alle betrokkenen die mij gedurende deze vier jaar gesteund en geholpen hebben.

(3)

Lijst met tabellen en figuren

Lijst van tabellen

Tabel 1: Aantal ontmantelde labo’s en dumpingsites in België, 2011-2019………….………10

Tabel 2: Achtergrondkenmerken (N=417)………28

Tabel 3: Redenen waarom burgers geen melding zouden maken van drugsproductie (N=109)……….29

Tabel 4: Redenen waarom burgers geen melding zou maken van drugsafval (N=33)…….….31

Lijst van figuren Figuur 1: Locaties amfetamine productie in Europa, 2015-2017……….….….10

Figuur 2: Locaties MDMA productie in Europa, 2015-2017..……….…..11

Figuur 3: Aantal ontdekte cannabisplantages, 2018………..….13

Figuur 4: Aantal ontdekte dumpingsites in België, 2004-2019………..…16

Figuur 5: Locaties dumpingsites van synthetische drugsproductie in Nederland en België, 2015-2017………..….17

Figuur 6: Kent u het Anoniem Drugsmeldpunt Limburg (N=417)……….…...32

Figuur 7: Meldingsbereidheid bij verschillende vormen van drugscriminaliteit (N=417)…...34

Figuur 8: Aantal respondenten dat al dan niet een melding zou maken bij vermoedens van drugsproductie en leeftijd (%)………...35

Figuur 9: Relatie tussen drugsgebruik en melden bij vermoedens van drugsproductie (%)….36 Figuur 10: Houding van de burger ten aan zien van drugsproductie (N=417)……….….37

(4)

Inhoudstafel

1. Inleiding ... 1 1.1 Probleemstelling ... 1 1.2 Theoretisch kader ... 3 1.3 Doelstelling ... 4 1.4 Vraagstelling ... 4 2. Methodologie ... 5 2.1 Onderzoeksmateriaal ... 5 2.2 Onderzoekstrategie ... 5 2.3 Beperkingen ... 6 2.4 Ethische aspecten ... 7 2.5 Onderzoeksprocedures ... 7

3. Drugsproductie in het Belgisch-Nederlandse grensgebied ... 8

3.1 Synthetische drugsproductie ... 9

3.1.1 Omvang en geografische spreiding ... 9

3.2 Professionele cannabisproductie ... 12

3.2.1 Omvang en geografische spreiding ... 13

3.3 Productielocatie ... 14

4. Dumpingsites van drugsafval ... 14

4.1 Omvang en geografische spreiding ... 15

4.2 Dumpingmethoden ... 17

5. Schadelijke gevaren voor volksgezondheid en milieu ... 18

5.1 Gevaren bij synthetische drugslaboratoria en dumpingen ... 18

5.2 Gevaren bij cannabisplantages ... 20

6. Het Anoniem Drugsmeldpunt Limburg ... 21

6.1 Ontstaan van het meldpunt ... 21

6.2 Betrekken van burgers ... 21

6.3 Hoe gaat het in zijn werk? ... 22

6.4 Aantal meldingen ... 22

6.5 Problemen ... 22

7. Een gedeelde verantwoordelijkheid in de strijd tegen drugsproductie. ... 23

7.1 Nood aan publiek-private samenwerking ... 24

7.2 Sensibilisering van burgers ... 25

8. Resultaten ... 27

8.1 Achtergrondkenmerken ... 27

(5)

8.3 Het Anoniem Drugsmeldpunt Limburg ... 31

8.4 Meldingsbereidheid van inwoners ... 33

8.5 Houding van de burger ten aanzien van drugsproductie ... 36

8.6 Vertrouwen in politie en justitie: ... 38

9. Aanbevelingen ... 39

10. Conclusie ... 41

11. Bibliografie ... 44

12. Bijlagen ... 48

Wetenschapspopulariserende samenvatting ... 48

Data Management Plan ... 49

(6)

1

1. Inleiding

1.1 Probleemstelling

België en Nederland zijn de voornaamste producenten van synthetische drugs in Europa. Hierbij gaat het voornamelijk om amfetamines (speed) en MDMA (XTC). Het is een problematiek met internationaal karakter, aangezien een groot deel van de productie wordt geëxporteerd en de import van precursoren (basisgrondstoffen), essentiële chemicaliën, glaswerk en hardware voornamelijk georganiseerd wordt vanuit Zuidoost-Azië (SOCTA, 2017).

De productie van synthetische drugs is voornamelijk gesitueerd in het zuiden van Nederland en in het Belgisch-Nederlandse grensgebied. In Limburg worden er de laatste jaren steeds meer synthetische drugslaboratoria en dumpingsites vastgesteld. Dit is te verklaren door de productie-expansie richting België, waarbij de Nederlandse dominantie zich stelstelmatig uitbreidt. De samenwerking tussen criminele organisaties is historisch gegroeid en zet zich vandaag in professionele mate voort (De Middeleer et al., 2018). Ook de productiecapaciteit van de verschillende productiesites is de laatste jaren toegenomen. De laboratoria zijn uitermate professioneel en uitgerust met technologische innovaties (SOCTA, 2017).

De dumpingproblematiek is eigen aan synthetische drugsproductie en is de voorbije jaren enorm gestegen. Dit valt grotendeels te verklaren door de werking met pre-precursoren, waardoor er extra stappen aan het productieproces zijn toegevoegd. Grote hoeveelheden schadelijk afval worden gedumpt en geloosd in natuur- en stedelijke gebieden (EMCDDA & Europol, 2016). Dit brengt de nodige gevaren met zich mee voor de volksgezondheid en milieu. Buurtbewoners lopen bij het ontdekken van een dumpingsite gevaar in contact te komen met deze giftige en bijtende stoffen (Schoenmakers et al., 2016). Ook de actieve laboratoria zijn gevaarlijk voor de omgeving. Tijdens het kookproces komen er schadelijke dampen en gassen vrij en bestaat het risico op brand- en ontploffingsgevaar (Caldicott et al., 2005).

Tevens wordt België vanaf de jaren 2000 met een stijgende problematiek van professionele cannabisplantages geconfronteerd. Deze werden in het begin hoofdzakelijk opgesteld in het grensgebied, maar zijn intussen een nationaal verspreid gegeven. Cannabisproductie komt voor in elk gerechtelijk arrondissement, echter blijven Limburg en Antwerpen de hotspots van dit

(7)

2 fenomeen bij uitstek (De Middeleer et al., 2018). Ook cannabisproductie brengt gevaren met zich mee zoals brand, elektrocutie en het gebruik van booby traps (Tytgat et al., 2017).

België, in het bijzonder Limburg wordt in toenemende mate geconfronteerd met deze drugsproductie problematiek. Deze stijgende trend houdt wel degelijk gevaren in voor volksgezondheid, milieu en maatschappij. Politie en justitie kunnen deze strijd niet alleen aan, er is nood aan een integrale aanpak die verder gaat dan louter het strafrechtelijke aspect. Het parket installeerde op 17 april 2019 het Anoniem Drugsmeldpunt Limburg in het kader van samenwerking tegen drugscriminaliteit. Burgers kunnen via het gratis nummer 0800 20877 of via de website een melding maken van verdachte signalen die wijzen op drugsproductie of een dumping in de provincie Limburg (Site openbaar ministerie, 2019).

Het Anoniem Drugsmeldpunt Limburg werd opgericht naar analogie met het Nederlandse Meld Misdaad Anoniem (MMA). Dit meldpunt is operationeel in heel Nederland en heeft reeds goede resultaten opgeleverd. De meeste meldingen betreffen cannabisplantages, drugshandel, wapenbezit en inbraak. Deze meldingen gebeuren altijd anoniem opdat angst voor wraak of herkenning niet zouden meespelen. Het meldpunt stimuleert de meldingsbereidheid van burgers aan de hand van campagnes die focussen op bepaalde criminaliteitsfenomenen, op die manier worden burgers alert gemaakt voor de gevaren van georganiseerde criminaliteit. Een voorbeeld van zo’n bewustwordingsstrategie is de ontwikkeling van de hennepgeurkaart (Kop, van der Wal & Snel, 2012).

In de strijd tegen ondermijnende criminaliteit is het van belang dat de verschillende bevoegde publieke en private partners de handen in elkaar slaan. De burger kan hierbij een cruciale rol spelen door signalen van ondermijnende criminaliteit te melden, drugsproductie in het bijzonder. Het is namelijk vaak zo dat een productie locatie ontdekt wordt door een tip van een burger. Dit kan verwezenlijkt worden door hen actief te betrekken, door hen bewust te maken van de negatieve gevolgen en inzicht te geven in verdachte signalen (Tops & Schilders, 2016). Het Anoniem Drugsmeldpunt Limburg werd een jaar geleden gelanceerd. Deze studie wil een adequate beeldvorming bekomen of burgers kennis hebben van dit meldpunt en wat hun eventuele ervaringen hiermee zijn.

(8)

3

1.2 Theoretisch kader

Burgerparticipatie veronderstelt een bepaalde mate van samenwerking tussen politie en burgers. Deze kan worden ingevuld op verschillende manieren. De voorbije jaren is de burger een prominente rol gaan innemen in het verzekeren van de sociale veiligheid. Burgers worden wel eens omschreven als ‘de ogen en oren van een gemeente’. Ze zijn van belang voor zowel het opsporen als het melden van criminele feiten. De politie is voor het verkrijgen van informatie vaak afhankelijk van de burger (Kop, 2016). Burgers kunnen een waardevolle bijdrage leveren door informatie te delen over veiligheidsproblemen en incidenten in hun leefomgeving. Door hen actief te betrekken krijgen ze het een gevoel dat ze medeverantwoordelijk zijn voor hun eigen veiligheid (Hoeven, 2011; Kop, van der Wal & Snel, 2012).

Het doel van door de overheid georganiseerde projecten en campagnes is het vergroten van de veiligheid. Dit kan bekomen worden op verschillende manieren. Zo zijn er enerzijds mobiliserende projecten die burgers aanzetten tot het nemen van de eigen verantwoordelijkheid. Anderzijds zijn er projecten die leiden tot kennisvermeerdering rond een bepaald fenomeen, bijvoorbeeld leren hoe bepaalde problemen in de wijk sneller kunnen worden aangegeven (Brans et al., 2008).

De digitalisering heeft geleid tot het faciliteren van de burgerparticipatie, denk aan WhatsApp groepen waar informatie, foto’s en andere zaken in worden gedeeld (Van Steden, 2009). Ook de verschillende buurtinformatienetwerken in België werken via verscheidene kanalen op sociale media. Door de digitalisering en opkomst van sociale media is de wijze waarop burgers betrokken worden bij de opsporing veranderd. Via deze media kunnen relevante opsporingsberichten en andere nuttige informatie op zeer korte tijd veel mensen bereiken. Steeds vaker zien gemeentes en lokale overheden het belang hiervan in en spelen ze in op deze tendens door bijvoorbeeld een eigen gemeentelijke website te lanceren in de strijd tegen criminaliteit (Kop, van der Wal & Snel, 2012).

(9)

4

1.3 Doelstelling

De doelstelling van dit onderzoek is om aan de hand van een literatuurstudie een inzicht te verwerven in de stijgende problematiek van drugsproductie in Limburg en welke schadelijke gevolgen dit kan hebben op volksgezondheid en milieu. Er wordt onderzocht welke bijdrage burgers kunnen leveren aan detectie van productielocaties en de rol van een anoniem meldpunt. Aan de hand van de resultaten bekomen uit de onlinesurvey wordt onderzocht of burgers kennis hebben van het Anoniem Drugsmeldpunt Limburg en wat hun eventuele ervaringen hiermee zijn. Daarnaast is het onderzoek gericht op kennisvorming of burgers in staat zijn een drugslabo of plantage te herkennen, of ze hiervan melding zouden maken en ze zich bewust zijn van de gevaren die drugsproductie teweeg kunnen brengen.

1.4 Vraagstelling

Uit de doelstelling kunnen drie hoofdonderzoeksvragen en bijhorende deelvragen worden afgeleid:

1. In welke context is het Anoniem Drugsmeldpunt Limburg tot stand gekomen? - Is Limburg een hotspot voor (inter)nationale drugsproductie?

- Welke evolutie kan gezien worden in het stijgend aantal synthetische drugslaboratoria, dumpingplaatsen en cannabisplantages in België?

- Welke gevaren houden deze laboratoria, plantages en dumpingen in voor volksgezondheid en milieu?

- Hebben politie en justitie nood aan de medewerking van burgers en private partners in de strijd tegen drugsproductie?

2. In welke mate hebben burgers kennis van het Anoniem Drugsmeldpunt Limburg?

3. Welke aanbevelingen kunnen geformuleerd worden met betrekking tot het functioneren van het Anoniem Drugsmeldpunt Limburg? Wat zijn de mogelijkheden naar de toekomst toe?

(10)

5

2. Methodologie

2.1 Onderzoeksmateriaal

Het onderzoeksmateriaal dat in deze masterproef gebruikt zal worden, bestaat uit een online survey (N=417) en een semigestructureerd interview. De onderzoekseenheden zijn subjecten die het voorwerp zijn van onderzoek en waarover uitspraken zullen worden gedaan. Dit onderzoek beperkt zich tot inwoners van de provincie Limburg, aangezien het Anoniem Drugsmeldpunt enkel in Limburg operationeel is. Het is de bedoeling een overzicht te verkrijgen van hun kennis en ervaringen omtrent het Anoniem Drugsmeldpunt Limburg. Ook werd er gepeild naar hun kennis met betrekking tot meldmogelijkheden, meldingsbereidheid en houding ten aanzien van drugsproductie.

2.2 Onderzoekstrategie

In eerste instantie werd een literatuurstudie gehouden, dit is noodzakelijk om de belangrijkste inzichten te verwerven omtrent het onderwerp en voor het opstellen van de online survey. Diverse bronnen van nationale en internationale academische literatuur en beleidsdocumenten werden doorgenomen. Deze gingen onder meer over synthetische drugsproductie, dumpingen, cannabisplantages, burgerparticipatie, ondermijning, bewustwording, anonieme meldpunten in relatie tot (drugs)criminaliteit en gevaren die drugsproductie kunnen betekenen voor volksgezondheid en milieu. Wanneer gesproken wordt over synthetische drugs is het belangrijk te vermelden dat deze studie zich hoofdzakelijk focust op de productie van MDMA (XTC) en amfetaminen (speed).

In criminologisch onderzoek is het gebruik van een survey een dominante methode van gegevensverzameling. Het is een ideale manier om informatie te verzamelen over criminaliteitsfenomenen en de reactie van de samenleving (Kleck, Tark & Bellows, 2006). Een online survey biedt de mogelijkheid veel informatie te verzamelen op korte tijd, kan inzicht verwerven in de subjectieve kennis van de bevolking, momentopnames en lokale attitudes meten. Bovendien is er een kleinere kans dat mensen sociaal wenselijk zullen antwoorden aangezien de survey anoniem is (Brace, 2018; Pauwels, 2015).

(11)

6 Vanwege de reductionistische aard van het survey onderzoek, is het mogelijk een reeks variabelen aan statistische testen te onderwerpen, die een theorie of uitspraak kunnen bevestigen of weerleggen (Creswell, 2003). Een representatieve en aselecte steekproef houdt in dat alle respondenten een even grote kans hebben om geselecteerd te worden en veralgemeenbare uitspraken kunnen worden gedaan (Korzilius, 2000). Aan deze assumptie werd voldaan door 417 volledige responsen te bekomen.

In de vragenlijst worden hoofdzakelijk gesloten vragen gesteld maar ook enkele open vragen, dit maakt een grotere verkenning mogelijk. Als het antwoord niet op voorhand gesuggereerd wordt kunnen respondenten hun eigen antwoord invullen. In deze vragenlijst werden complexe vragen die niet behoren tot het alledaags taalgebruik vermeden of verduidelijkt aan de hand van voorbeelden. Het is immers van belang dat respondenten weten wat er juist bedoeld wordt, anders zullen ze sneller geneigd zijn de vraag niet te beantwoorden (Brace, 2018).

2.3 Beperkingen

Een van de beperkingen van dit onderzoek is de toegankelijkheid, niet iedereen heeft toegang tot het internet waardoor niet alle lagen van de bevolking bereikt worden. Verder is er geen controle op wie de vragen invult en kan de respondent niet aangeven indien iets niet duidelijk is. Door de sterke mate aan standaardisering is het niet altijd mogelijk dieper in te gaan op bepaalde onderdelen (Brace, 2018; Pauwels, 2015).

In dit onderzoek wordt echter rekening gehouden met dit laatste aspect. Wanneer de respondent een melding heeft gedaan bij het Anoniem Drugsmeldpunt en hierover zijn ervaringen wil delen kan hij of zij dit neerschrijven in het voorziene tekstvlak of wordt hen de mogelijkheid geboden contact op te nemen met de onderzoeker voor een aanvullend diepte-interview. Om aanvullende informatie te verkrijgen over de context en het ontstaan van het Anoniem Drugsmeldpunt werd een semigestructureerd interview afgenomen. De topiclijst werd op voorhand opgesteld en is bepalend voor welke thema’s aan bod zullen komen, echter werd de respondent voldoende ruimt gelaten om eigen inbreng te geven en bijkomende zaken te melden (Bryman, 2008; Mortelmans, 2013).

(12)

7

2.4 Ethische aspecten

De onderzoeker heeft de verplichting om voorafgaand en tijdens het onderzoek de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen. Bij het voeren van wetenschappelijk onderzoek is het zeer belangrijk op een integere en transparante manier om te gaan met de verzamelde data (Decorte & Zaitch, 2016). Verzamelde data kan persoonlijke en daardoor gevoelige informatie bevatten over de respondenten. Het is voornamelijk van belang dat de anonimiteit en privacy van de gegevens van respondenten verzekerd en beschermd worden Copes & Miller, 2015). Dit geldt ook wanneer het onderzoek wordt uitgevoerd in een online context (Decorte & Zaitch, 2016).

Bij het afleggen van een interview is het noodzakelijk de respondent in te lichten over de aard en de doelstelling van het onderzoek, dit werd verwezenlijkt door middel van een informed consent. Door het formulier te ondertekenen geeft de respondent het vertrouwen aan de onderzoeker de verkregen informatie op vertrouwelijke wijze te bewaren, verwerken en rapporteren. Het Data Management Plan geeft een weergave hoe aan het begin en bij het afronden van het onderzoek wordt omgegaan met het onderzoeksmateriaal (Decorte & Zaitch, 2016). Bij het wetenschappelijk onderzoeksproces is het beheer van de verkregen onderzoeksdata van belang door dit te beveiligen, beschrijven en eventueel beschikbaar te stellen (Rutsaert, 2015). De ethische aspecten van databewaring en bescherming worden verder uitgelegd in het Data Management Plan.

2.5 Onderzoeksprocedures

Het analyseren van de data en het opstellen van de vragenlijst wordt mede bepaald door de manier waarop de data worden verzameld en geanalyseerd. Vooraleer aan het onderzoek te beginnen werden de vragen bepaald die relevant zijn voor het beantwoorden van de onderzoeksdoelstelling en onderzoeksvragen (Brace, 2018). De online survey ging van start op 23 februari 2020 en werd afgesloten op 22 april 2020, waarbij een totaal van 417 volledig ingevulde vragenlijsten bereikt werd.

De anonieme online survey werd verspreid naar inwoners van de provincie Limburg. In deze studie werden exclusiecriteria gebruikt, door enkel inwoners van de provincie Limburg te selecteren. De onderzoekseenheden werden bereikt via sociale media, meer bepaald facebook. De onlinesurvey werd over verschillende facebook groepen verspreid.

(13)

8 Voorbeelden van deze groepen zijn ‘vraag en aanbod Limburg’, ‘Je bent van Hamont-Achel’, ‘Paal leeft’, ‘marktplaats Hasselt’ enzovoort. Er werd een geografisch criterium gebruikt door deze vragenlijst telkens te posten in groepen die verband houden met de provincie Limburg. Dit werd in de praktijk verwezenlijkt door op de verschillende Limburgse gemeentes af te gaan en te kijken of deze gemeentes actief waren op facebook.

3. Drugsproductie in het Belgisch-Nederlandse grensgebied

Vanuit geografisch oogpunt zijn lands- en jurisdictiegrenzen van belang voor criminele organisaties. Het maakt winstgevende smokkel mogelijk, voorziet een onderduikstrategie en bemoeilijkt de opsporing (De Middeleer & De Ruyver, 2017). Criminele samenwerkingsverbanden in het Belgisch-Nederlandse grensgebied, zijn historisch gegroeid en worden vandaag in professionele mate voortgezet (Nationale Politie & Openbaar Ministerie, 2016).

Drugscriminelen zijn sinds de jaren 2000 actief in het Belgisch-Nederlandse grensgebied. Synthetische drugslabo’s worden er opgesteld waarbij de stappen en productiefasen verdeeld worden over verschillende locaties om detectie te vermijden en risico te spreiden (EMCDDA & Europol, 2019). Criminelen maken bewust gebruik van de landsgrens: “De criminelen zien België en Nederland als één land, voor hen is de grens een opportuniteit: de pakkans is kleiner, ze doen aan risicospreiding en tegelijk vergroten ze de markt. Voor politie en justitie is de grens louter een hindernis.” (Dekeyser, 2019). Zo zijn er bijvoorbeeld aparte locaties voorzien voor het draaien van XTC- pillen in een tabletteermachine (omdat dit veel lawaai maakt), worden grote hoeveelheden precursoren apart opgeslagen (Neve et al., 2007) en wordt er grensoverschrijdend gedumpt (Smet et al., 2013).

Criminelen hebben zich door de jaren heen goed kunnen ontwikkelen door een zwak rechtshandhavingsbeleid en door politiediensten die werken met een beperkte capaciteit (De Middeleer & De Ruyver, 2017). Een van de belangrijkste consequenties voor België was de verschuiving van de productielocaties naar het nabije Zuid-Nederland. Criminele contacten strekten zich uit tot over de grens waardoor in het grensgebied verschillende professionele laboratoria en plantages werden opgesteld (De Middeleer et al., 2018). Wanneer er in België

(14)

9 een productielocatie wordt opgerold, is er meestal een connectie met een Nederlandse criminele organisatie (Nationale Politie & Openbaar Ministerie, 2016).

Deze gedeelde problematiek vergt een doorgedreven samenwerking tussen België en Nederland om een grensoverschrijdende aanpak te realiseren. In de praktijk wordt echter vastgesteld dat deze samenwerking stroef verloopt (De Middeleer et al., 2018).

3.1 Synthetische drugsproductie

België en Nederland zijn de belangrijkste producenten van MDMA en amfetamine in Europa (UNODOC, 2018). Amfetamine productie komt eveneens voor in Polen, de Baltische staten, Bulgarije en Duitsland, terwijl methamfetamine hoofdzakelijk in Tsjechië geproduceerd wordt (EMCDDA & Europol, 2016). Recent zijn ook in België drie methamfetaminelabo’s ontdekt in Hasselt, Wuustwezel en Bilzen (Vanrenterghem, 2019).

De aanvang van het productieproces start met het verkrijgen van de nodige precursoren. Dit zijn de chemische basisstoffen PMK en BMK om respectievelijk MDMA of amfetamine te maken. Door het verbod op deze precursoren zijn criminelen inventief op zoek gegaan naar alternatieve stoffen, namelijk de pre-precursoren. ‘Een pre-precursor is de voorliggende stof van een precursor, die met toevoeging van zuur eenvoudig omgezet kan worden in de precursor zelf” (Tops et al., 2018). De belangrijkste pre-precursor die gebruikt wordt voor de productie van amfetamine is APAAN en voor MDMA is dit PMK-glycidaat. Er zijn nog tal van andere alternatieve stoffen die gebruikt kunnen worden en deze zijn bijna onbeperkt beschikbaar (KLDP, 2012). China blijft de belangrijkste leverancier van deze (pre-)precursoren en voorziet eveneens het nodige glaswerk en materiaal voor het opstellen van de laboratoria (Tops et al., 2018).

3.1.1 Omvang en geografische spreiding

De productie van synthetische drugs is voornamelijk geconcentreerd in Zuid-Nederland. Sinds 2013 is er in België een toename in productie merkbaar, zo worden er steeds meer synthetische drugslabo’s en dumpingplaatsen vastgesteld in het Belgisch-Nederlandse grensgebied (zie tabel 1). De laatste jaren zijn er echter geen grote veranderingen in het aantal ontdekte locaties. Deze blijven redelijk gelijk, dit in tegenstelling tot de dumpingproblematiek. In 2019 werden in België 12 labo’s ontdekt waarbij het voornamelijk ging over de productie van amfetaminen. Er werden echter 30 dumpingen vastgesteld die te linken waren met de productie van MDMA. Het

(15)

10 productieproces wordt vandaag de dag nog steeds gedomineerd door Zuid-Nederlandse criminele organisaties die al jaren actief zijn in deze wereld. Er kan echter gesteld worden dat de knowhow van Belgische criminele organisaties blijkt toe te nemen (De Middeleer et al., 2018).

Tabel 1: Aantal ontmantelde labo’s in België, 2011-2019.1

2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 Laboratoria

(MDMA, amfetamine, conversie van pre-precursoren etc.)

5 3 12 12 15 10 9 10 12

Amfetamine productie komt voor in Centraal- en Oost-Europa, Nederland en België blijven echter de grootste producenten. In de periode van 2015 tot 2017 zijn er 336 amfetamine productielocaties ontdekt in Europa. Hiervan werden 225 locaties ontdekt in Nerdeland, 50 in België en 32 in Polen (zie figuur 1) (EMCDDA & Europol, 2019).

Figuur 1: Productielocaties amfetamine in Europa, 2015-2017.2

1 DGP/DJSOC/Strategie en NVP/Drugs.

(16)

11 De productie van MDMA is hoofdzakelijk geconcentreerd in Nederland en België. In de periode van 2015 tot 2017 zijn er 158 locaties ontdekt in Europa waar MDMA werd geproduceerd, waarvan 135 in Nederland en 21 in België (zie figuur 2). In 2017 werden er 21 MDMA-labo’s ontmanteld in Nederland alleen, dit is een verdubbeling ten opzichte van het voorgaande jaar (EMCDDA & Europol, 2019). Ondanks de vele inspanningen die Nederland leverde blijft de productie problematiek sterk aanwezig.

Figuur 2: Productielocaties MDMA in Europa, 2015-2017.3

De laboratoria die vandaag de dag worden aangetroffen zijn uitermate professioneel (Smet et al., 2013). Ze zijn voorzien van hoogstaand technologisch materiaal, waardoor op industriële schaal kan worden geproduceerd. Zo wordt er gebruik gemaakt van computergestuurde timers en automatische processen (EMCDDA & Europol, 2019). Door recente ontwikkelingen zoals globalisatie, logistiek en het internet hebben criminelen, zich goed kunnen positioneren (EMCDDA & Europol, 2016). Binnen deze wereld is er een grote mate van knowhow nodig, zowel voor het productieproces als de installatie van en het opstellen van de apparatuur. Het productieproces wordt gekenmerkt door haar uniek, professioneel en gecompartimenteerd karakter. Er zijn vele operatoren werkzaam in deze illegale branche, waarbij elk van hen een zeker specialisme hebben ontwikkeld (De Middeleer et al., 2018).

(17)

12 De productie van MDMA en amfetamines in België en Nederland is voornamelijk bestemd voor export. Uit het UNODOC report: Ecstasy and Amphetamines: Global Survey (2003) blijkt dat 75% van de deelnemende landen aangaf dat Nederland het bronland was van de in hun land in beslag genomen MDMA, gevolgd door België met 31%. Eveneens opmerkelijk is dat 68% van de wereldwijde in beslag genomen XTC-tabletten te linken zijn met Nederland (UNODOC, 2003).

De bekendste afzetmarkten voor MDMA zijn gevestigd in Noord-Amerika, Australië en Europa. Recentelijk heeft zich in Zuid-Azië ook een synthetische drugsmarkt ontwikkeld. Het gebruik en transport van amfetaminen zou zich aan het uitbreiden zijn tot in Zuidwest-Azië, Noord-Afrika en het Midden-Oosten (UNODOC, 2018). Drugsmarkten buiten Europa zijn enorm winstgevend. De verwachtingen zijn dat de productie en export van MDMA de komende jaren nog zal toenemen. Voor de in- en aanvoer van precursoren zullen de activiteiten in Oost-Europa en China worden opgedreven. (Boerman et al., 2012).

3.2 Professionele cannabisproductie

Op het vlak van de productie van cannabis kan eveneens gesproken worden van een toename. Het productieproces is ook hier de laatste jaren steeds professioneler geworden (Diplock et al., 2013). Dit valt te verklaren door een aantal technologische vernieuwingen op het vlak van kweekmateriaal en toegenomen grootte van de plantages en teeltcapaciteit. De cannabis die in België geproduceerd wordt, is voornamelijk bestemd voor Nederland en de eigen markt (De Middeleer et al., 2018).

Nederlandse growshops faciliteren het productieproces door het verlenen van hun expertise, knowhow en professionele kweekbenodigdheden aan buurlanden waaronder België. In de loop der jaren hebben Belgische criminele organisaties hun expertise overgenomen en de binnenlandse markt uitgebreid. Vaak is er een Nederlandse connectie voor het verzorgen van de kweekbenodigdheden en voor het opstellen van de professionele en grootschalige plantages. Een van de redenen waarom Nederlanders de voorkeur geven aan België is omdat Nederland veel intensiever onderzoek doet naar dit fenomeen, criminelen schatten de pakkans in België lager in (Sapens et al. 2007).

(18)

13 Cannabis is een belangrijke en constante bron van inkomsten. Verhoogde vraag, winstmaximalisatie en een lage strafmaat hebben er tot geleid dat verschillende organisaties actief zijn op deze markt. Onderlinge concurrentie leidt tot meer geweld. Ook wordt er steeds meer beroep gedaan op specialisten en growshops, waardoor het mogelijk wordt om zonder enige eigen expertise een professionele cannabisplantage op te stellen. Deze trend van doorgedreven professionalisering valt op in meerdere Europese landen (EMCDDA & Europol, 2019).

3.2.1 Omvang en geografische spreiding

Vanaf de jaren 2000 begon cannabisproductie zich te verspreiden naar België. In het begin doken deze plantages voornamelijk op in het Belgisch-Nederlandse grensgebied. Cannabisproductie is ondertussen een nationaal verspreid fenomeen, Limburg en Antwerpen kunnen echter beschouwd worden als hotspots (zie figuur 3) (De Middeleer et al., 2018). In de legende van deze figuur duidt de kleur blauw op grootschalige plantages met 500-999 planten. De kleur rood duidt op industriële plantages met meer dan 1000 planten. Deze zijn hoofzakelijk geconcentreerd in Limburg.

Figuur 3: Aantal ontdekte cannabisplantages, 2018.4

(19)

14 In de periode van 2003 tot 2013 was er een stijgende trend in het aantal ontdekte plantages waarneembaar. Zo werden er in 2013, 1212 plantages ontdekt. Sinds dan schommelt het aantal rond dit cijfer. Deze cijfers zijn enerzijds te verklaren door de toegenomen inspanningen van politiediensten en anderzijds door een vergroting en professionalisering van de markt (De Middeleer et al., 2018).

3.3 Productielocatie

Vaak worden woningen of panden gehuurd als dekmantel voor het opstellen van criminele activiteiten. Deze locaties worden benut voor de productie van drugs, opslag van wapens, chemicaliën en hardware. De gehuurde locatie kan worden voorzien van een legale dekmantel of nep-decor (Tops et al., 2018). In de meeste gevallen huren criminelen woningen en panden voor het opstellen van cannabisplantages. Meer dan de helft van de ontdekte plantages wordt gevonden in rijhuizen en appartementen. Dit betreft de kleine tot middelgrote plantages. Het overige deel wordt aangetroffen in loodsen en bedrijfspanden, hierbij gaat het meestal om grote tot zeer grote plantages (Ferwerda & Rijnink, 2020).

Productielocaties zijn meestal gelegen op de grens tussen België en Nederland. Bij de productie van synthetische drugs verkiezen criminelen voornamelijk loodsen, schuren en industrieterreinen in landelijke gebieden (KLDP, 2012). Dit is vaak noodzakelijk omdat er tijdens het productieproces een sterke (anijs)geur vrij komt en omdat het slaan van pillen een repetitief lawaai maakt (Tops et al., 2018). De laatste jaren stellen actoren echter een stijging vast in de verhuur voor synthetische drugslaboratoria in de buurt van woonwijken (Ferwerda & Rijnink, 2020).

4. Dumpingsites van drugsafval

De dumpingproblematiek is eigen aan de productie van synthetische drugs en blijft een alsmaar groeiend probleem voor België en Nederland. De stijging van het aantal ontdekte dumpingsites is grotendeels te verklaren door de toenemende diversificatie in productiemethoden, de werking met pre-precursoren en de daarbij horende opkomst van conversielabo’s. De werking met deze pre-precursoren veronderstelt extra stappen in het productieproces en zorgt voor meer chemisch afval (KLDP, 2012; De Middeleer et al., 2018). Dit afval houdt de nodige gevaren in voor volksgezondheid en milieu.

(20)

15

4.1 Omvang en geografische spreiding

Het aantal geregistreerde dumpingen geeft zicht op de omvang van deze problematiek, maar is slechts één indicator. Een daling in het aantal geregistreerde dumpingen betekent niet noodzakelijk een vermindering in productie (EMCDDA & Europol, 2016). Bovendien moet rekening worden gehouden met het aantal lozingen en het ‘dark number’ dat heerst omtrent deze problematiek. Zo worden lang niet alle dumpingsites ontdekt of aangegeven (Schoenmakers et al., 2016).

Na het productieproces blijft er een enorme hoeveelheid chemisch afval over. Deze hoeveelheid is afhankelijk van het soort drugs, de productiemethode, de kwaliteit van het productieproces, het soort chemicaliën en de professionaliteit van de ‘koks’ (Tops et al., 2018). De hoeveelheid chemisch afval die uit een kilogram MDMA voortkomt, bedraagt zes tot tien kilogram terwijl de productie van een kilogram amfetamine tussen twintig tot dertig kilogram afval oplevert (EMCDDA & Europol, 2016). Amfetaminelabo’s leveren dus minstens twee keer zoveel afval als een XTC-labo op. In België worden voornamelijk amfetamine labo’s ontdekt, deze zorgen aldus voor een enorme hoeveelheid afval.

Nederland maakte in 2012 een schatting van het aantal liter chemisch afval dat jaarlijks vrijkomt bij de productie van amfetamine. Dit komt neer op een 350 000 tot 700 000 liter. In Nederlandse dossiers met betrekking tot dumpingen wordt in de helft van de gevallen meer dan 5000 liter chemisch afval gedumpt. In meer dan een derde van de gevallen gaat het om een dumping van 10 000 liter of meer (Schoenmakers et al., 2016).

De gemiddelde kost voor het verwijderen en opruimen van het afval bedraagt ongeveer 20 000 euro per dumping (Nationale Politie & Openbaar Ministerie, 2016). Het grootse deel van dit bedrag gaat uit naar de verwerking van het afval, milieuherstel en sanering van de ondergrond (Schoenmakers et al., 2016). De maatschappelijke kost die jaarlijks betaald wordt voor de vele schadelijke gevolgen van synthetische drugsproductie, is de laatste jaren sterk gestegen (Boerman et al., 2017).

In de periode van 2001 tot 2006 was er een duidelijke daling in het aantal geregistreerde dumpingen merkbaar. Gedurende deze periode werden de meeste dumpingen teruggevonden in Midden- en West-Brabant en in de Belgische grensstreek (Neve, van Ooyen-Houben, Snippe, & Bieleman, 2007). Momenteel blijft het aantal dumpingen in België beperkt tot de provincies Limburg en Antwerpen.

(21)

16 In België, is het aantal dumpingen de voorbije jaren ontzettend toegenomen (zie figuur 4). Zo werden er in het begin slechts enkele dumpingen vastgesteld, maar vanaf 2013 werden dit er opvallend meer (De Middeleer et al., 2018). In 2016 werden er in België 26 dumpingen aangetroffen dat was hierbij een verdubbeling ten opzichte van het voorgaande jaar. Dit bereikte een hoogtepunt in 2018, wanneer er tot wel 38 dumpingsites werden geconstateerd, waarvan 30 in Limburg5 (EMCDDA & Europol, 2019).

Figuur 4: Aantal ontdekte dumpingsites in België, 2004-2019.6

Deze dumpingproblematiek concentreert zich hoofzakelijk in het Zuiden van Nederland en de Belgische provincie Limburg (figuur 5). Dumpingen komen voor in het grensgebied omdat criminelen hun afval dumpen in de nabijheid van hun productielocatie en grensoverschrijdend dumpen om detectie te vermijden (De Middeleer et al., 2018).

6 Intern document. Richtlijn (9/05/19). Anoniem drugsmeldpunt. Parket van de procureur des Konings Limburg

13 7 12 14 5 5 6 4 2 13 22 13 26 24 38 30 0 5 10 15 20 25 30 35 40 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019

(22)

17 Figuur 5: Locaties dumpingsites van synthetische drugsproductie in Nederland en België, 2015-2017.7

4.2 Dumpingmethoden

Er zijn verschillende methoden om dit afval kwijt te geraken. Het afval wordt meestal opgestapeld tot dat een grote hoeveelheid is verzameld om deze dan in totaliteit te dumpen (Kates, Knapp, &Keenan, 2014). Dit afval wordt dan gestort in bossen, velden, verlaten huizen en voertuigen. Om van het afval af geraken zijn tal van inventieve manieren bedacht zoals, al rijdend met een bestelwagen de vloeistof op het wegdek laten uitlekken. Soms worden deze bestelwagens ook mee achtergelaten of zelfs in brand gestoken. Ook hier speelt het principe van ‘crime as a service’. Sommige personen zijn zich gaan specialiseren in het dumpen van chemisch afval (EMCDDA & Europol, 2016).

De dumpingen zijn onder te verdelen in een vijftal categorieën: klassieke vatendump, verbranding, dumpingen met gedeeltelijke lozing (waarbij de vaten kapot zijn gegaan of gedeeltelijk worden leeggegoten), opzettelijke lozing en het afval dat wordt achtergelaten op de productielocatie zelf (Schoenmakers et al., 2016). Lozingen zijn in opmars, dit is bijzonder gevaarlijk aangezien deze veel minder worden gedetecteerd (Tops et al., 2018).

(23)

18

5. Schadelijke gevaren voor volksgezondheid en milieu

5.1 Gevaren bij synthetische drugslaboratoria en dumpingen

‘Kinderen in België gewond door chemisch afval’

‘In Belgisch Limburg zijn vier kinderen gewond geraakt doordat ze in een bos door een plas met chemicaliën waren gefietst. De chemicaliën komen vermoedelijk uit een laboratorium voor het maken van synthetische drugs. Weer terug op de camping klaagden de vier over pijn aan hun benen. In het ziekenhuis werd vastgesteld dat ze eerste- en tweedegraads brandwonden hadden opgelopen.’ (NOS, 2015).

In het productieproces worden verschillende chemische stoffen zoals aceton, methanol, ether en tal van zuren gebruikt die giftig zijn voor de mens (EMCDDA & Europol, 2016). De personen die instaan voor de productie van synthetische drugs, zijn geen professionele chemici. Ze voeren een simpel uitgeschreven recept uit zonder kennis van zaken. Als er bijgevolg iets fout loopt, kan er niet worden bijgestuurd met alle gevolgen van dien. Er zijn reeds doden gevallen bij misgelopen productieprocessen (Nationale Politie & Openbaar Ministerie, 2016; Al-Obaidi & Fletcher, 2014). De grootste risico’s zijn verbonden aan de actieve laboratoria. Tijdens het productieproces komen er tal van schadelijke en giftige dampen vrij. Bovendien zorgt de opslag van grote hoeveelheden chemicaliën en gasflessen voor risico op ontploffing en brand (Caldicott et al., 2005; Nationale Politie & Openbaar Ministerie, 2016).

De combinatie van giftige dampen, explosie en brandgevaar kunnen zich afspelen in het midden van een woonwijk. Deze situatie heeft zich reeds voorgedaan in de Nederlandse gemeente Tilburg. De politie ontdekte in 2016 een productielocatie waar enorme hoeveelheden amfetamine werden geproduceerd. Deze locatie was gevestigd in een oude fabriek in een woonkijk. De giftige dampen werden via een schoorsteen naar buiten geleid. Deze schadelijke lucht zou dan naar alle waarschijnlijkheid zijn neergedaald op de omliggende wijk. Ook het risico op brand en explosies is een reëel probleem, er is een geval bekend waar in elke kamer van de woning een enorme hoeveelheid methanol stond opgeslagen. In de garage stonden vaten met aceton en grote flessen butaangas en een van deze gasflessen was aan het lekken wat kon leiden tot en ware explosie (Schoenmakers et al., 2016). Ook het methamfetamine labo in Bilzen is ontdekt nadat het geëxplodeerd was (Vanrenterghem, 2019).

(24)

19 De productiemethoden evolueren voortdurend waardoor ook het afval van samenstelling verandert. Personen die hiermee in aanraking komen lopen het risico aan deze giftige en bijtende stoffen te worden blootgesteld. Contact met een van deze stoffen kan leiden tot zware gezondheidsklachten zoals misselijkheid, hoofdpijn, ernstige brandwonden, irritatie aan de ogen en luchtwegen en tot zelfs stuiptrekkingen en bewusteloosheid. Buurtbewoners, eigenaren van het grondgebied of politionele actoren zijn meestal degenen die een dumpingsite als eerste ontdekken (Schoenmakers et al., 2016).

Er hebben zich reeds situaties voorgedaan waarbij voorbijgangers gewond zijn geraakt door het ontdekken van de dumping. Zo kregen de voorbijgangers irritatie aan de ogen omwille van lekkende jerrycans. Hetzelfde geldt voor hulpdiensten en overheidsactoren, zij lopen ook het risico aan blootstelling, zeker wanneer ze zich in een gesloten ruimte bevinden (Schoenmakers et al., 2016). Uit de studie van Witter et al. 2007 bleek dat 70 procent van de betrokken actoren bij het onderzoeken van een methamphetamine labo verschillende klachten kregen, waaronder hoofdpijn, keelpijn en ademhalingsproblemen. Ten laatste lopen facilitators en derden gevaar in contact te komen met deze schadelijke (rest)stoffen. Deze personen zijn op een indirecte manier betrokken bijvoorbeeld verhuurfirma’s voor bestelwagens en kunnen zo hiermee in contact komen (Schoenmakers et al., 2016).

De schadelijke effecten zijn ook na het productieproces nog lange tijd aanwezig op de locatie. Studies hebben aangetoond dat verontreinigende stoffen en dampen zich snel over een grote oppervlakte kunnen verspreiden. Wanneer dit gebeurt in een gesloten ruimte kunnen deze dampen doordringen in de structuur van de woning en kan het intrekken in meubels, tapijten, isolatiemateriaal... Dit veroorzaakt zowel op korte als lange termijn gezondheidsrisco’s. Chronische en acute blootstelling kunnen leiden tot ernstige gezondheidsklachten op lange termijn (Al-Obaidi & Fletcher, 2014).

De aanwezige zuren in het chemisch afval vormen ook een bedreiging voor de natuur. Zo kan de zuurtegraad van de bodem of het oppervlaktewater worden verstoord. Wat de gevaren voor volksgezondheid betreft, weet men niet precies welke stoffen en in welke mate deze terecht komen in de riolen en waterzuiveringsinstallaties (Schoenmakers et al., 2016).

Een ander onrustwekkend feit is dat vele boeren, die een opslagplaats ter beschikking hebben, benaderd worden met de vraag of daar het chemisch afval kan worden opgeslagen. Dat wordt

(25)

20 na enige tijd gemengd met mest en wordt nadien uitgereden over het landbouwterrein. Deze praktijken hebben verschillende schadelijke gevolgen zoals bodemvervuiling en bodemarmoede. Er is reeds een geval geweest waar lichte concentraties drugsafval werden teruggevonden in gewassen die op het land verbouwd werden. Het gaat dus niet louter om milieuschade, maar er is ook (in)direct gevaar voor de voedselveiligheid. Door de economische crisis zijn er reeds vele boerenbedrijven moeten stoppen. Daarom wordt verwacht dat boeren naar de toekomst toe nog meer benaderd zullen worden en ontvankelijker zijn voor het aanbod (Nationale Politie & Openbaar Ministerie, 2016).

5.2 Gevaren bij cannabisplantages

De productie van cannabis brengt verschillende risico’s met zich mee voor gemeenten en buurtbewoners. De plantages worden meestal opgesteld in rijhuizen, voor het indoor groeiproces worden er aanpassingen aangebracht aan de woning om deze te voorzien van voldoende licht en de ideale temperatuur (Diplock et al., 2013). Om het groeiproces te optimaliseren, kan er structurele schade aan de woning worden aangebracht, waardoor deze instabiel wordt met risico op instorting. Door temperatuuraanpassingen kan schimmelvorming optreden. Verder kan een slecht aangesloten of overbelast elektrisch netwerk leiden tot brand of elektrocutie (Tytgat et al., 2017). Het hoge elektriciteitsverbruik wordt vaak omzeild door illegaal elektriciteit af te tappen van het net (Vanhove, 2014). Door dit intensieve gebruik van elektriciteit en de onprofessionele aanpassingen, neemt het risico op brand enorm toe, naar schatting is er zo’n 24 tot 40 keer meer kans op brand wanneer indoor cannabis wordt geteeld. Over een periode van zes jaar (2008-2014) werden in België (voornamelijk in Vlaanderen) 156 plantages ontdekt door brand (Tytgat et al., 2017).

Door het gebruik pesticiden en meststoffen zijn er giftige stoffen en deeltjes aanwezig in de atmosfeer. Deze schadelijke stoffen worden op allerhande methoden weggewerkt via ventilatiesystemen of riolering. Het zijn dus ook weer omwonenden die gevaar lopen hiermee in contact te komen (Tytgat et al., 2017). Drugsproductie beïnvloedt ook de veiligheid van de buurt in het algemeen, aangezien het criminaliteit en geweld aantrekt. Er kunnen rip-off deals voorkomen of inbraken die gericht zijn op deze productielocaties voor het zoeken naar drugs of geld. Wanneer deze zich tot cannabissites richten, wordt het in de literatuur omschreven als ‘grow rips’. Dit alles kan gepaard gaan met ernstig geweld en het gebruik van wapens (Plecas et al., 2011).

(26)

21 Criminelen maken voor het beschermen van hun productielocatie gebruik van allerhande beveiligingssystemen, zeker wanneer de productielocatie op een afgelegen locatie ligt. Ze maken gebruik van sloten en afzettingen, ook worden er beveiligingssystemen geïnstalleerd die bijvoorbeeld via sms een waarschuwingsbericht uitzenden naar de eigenaar of een bewaker van het terrein. Ook worden boobytraps gebruikt, zo worden er deurklinken onder stroom gezet of wordt het openen van de deur verboden met een granaat. Dit is vooral gevaarlijk voor politionele actoren die het terrein betreden (Sapens et al. 2007).

6. Het Anoniem Drugsmeldpunt Limburg

8

6.1 Ontstaan van het meldpunt

Het Anoniem Drugsmeldpunt is ontstaan uit eigen initiatief, er zijn geen actoren of externe partners aan verbonden. De exponentiële toename van het aantal geregistreerde dumpingen ten gevolge van synthetische drugsproductie ligt mede aan de basis voor het ontstaan van het anoniem meldpunt. In 2018 werden er in Limburg 30 dumpingsites vastgesteld, dit was een verdubbeling ten opzichte van het voorgaande jaar en het hoogste aantal tot nu toe. Ook de roekeloze wijze waarop criminelen zich van hun afval ontdeden is zorgwekkend (al rijdend chemische vloeistof lozen over het wegdek of op de productielocatie zelf laten intrekken in de bodem). De dumpingen worden steeds groter en zijn daarmee ook schadelijker voor volksgezondheid en milieu. De bevolking en verscheidene overheidsactoren zijn zich maar weinig bewust van de schadelijke impact die deze problematiek teweeg brengt. Er was nood aan een andere aanpak om hierin verandering te brengen.

6.2 Betrekken van burgers

Het idee dat burgers een waardevolle partner kunnen zijn, kwam naar voor in verschillende dossiers waarbij bewoners in de verslagen van buurtonderzoeken aangaven dat ze een bepaalde geur hadden geroken of andere verdachte zaken hadden opgemerkt. Echter werd de link met drugsproductie niet gelegd. Burger moeten actiever in dit verhaal worden betrokken door hen

8 Informatie verkregen door interview met mevrouw Carine Buckens, procureur des Konings bij het parket Limburg (10/03/20).

(27)

22 kennis te laten maken met de gevaren en verdachte signalen (typische geur) die wijzen op drugsproductie.

6.3 Hoe gaat het in zijn werk?

Burgers kunnen bellen naar het gratis nummer 0800 208 77, waar de anonimiteit van de melder wordt beschermd door technische maartregelen. Inkomende oproepen worden niet geregistreerd. Het meldpunt werkt zonder operator, melders moeten hun boodschap inspreken op een bandje dat later anoniem wordt uitgelezen en gewist. De oproeper is echter vrij zijn identiteitsgegevens mede te delen. De boodschap komt dan terecht bij het AIK (Arrondissementeel Informatie Kruispunt), dat het bandje uitleest, onderwerpt aan controle en verrijkt met eventuele noodzakelijke informatie, waarna het wordt overgemaakt aan de OLP (lokale informatie beheerder) van de politiezone. Deze dienst is instaat deze gegevens af te schermen wanneer personen toch hun contactgegevens zouden doorgeven.

6.4 Aantal meldingen

Er zijn reeds 211 (10/03/20) meldingen binnengekomen op het meldpunt sinds het actief is. Van dit aantal meldingen heeft 27,4 % een meerwaarde betekend voor het verdere politioneel onderzoek. Er zijn reeds drie synthetische drugslabo’s ontdekt in Limburg dankzij het meldpunt. Op een weekdag komt er gemiddeld een melding per dag binnen. Autoriteiten zijn aldus voldoende in staat deze informatie te verwerken en beheren. Burgers melden ook andere zaken via het meldpunt zoals drugshandel maar dit is echter niet de bedoeling. Het meldpunt focust op de synthetische drugslabo’s, dumpingen en bijkomend op cannabisplantages. Melders krijgen geen feedback of hun melding al dan niet succesvol was. Ook tracht men dit te voorkomen in mediaberichtgevingen.

6.5 Problemen

Nadat het meldpunt op het televisieprogramma Faroek in beeld werd gebracht, kwamen ook meldingen van buiten Limburg binnen op het meldpunt. Deze werden dan overgedragen naar de AIK’s van de betreffende gemeente of provincie waarover gemeld werd. Het probleem hierbij is dat indien een melder van buiten Limburg zijn gegevens achterlaat, het aspect van de anonimiteit niet gegarandeerd kan worden. In Limburg worden deze gegevens afgeschermd door het OLP, in andere zones is het onbekend hoe ze omgaan met deze anonimiteit.

(28)

23

7. Een gedeelde verantwoordelijkheid in de strijd tegen

drugsproductie.

De aanpak van synthetische drugsproductie en professionele productie van cannabis in België zijn al jaren een prioriteit volgens de kader nota integrale veiligheid. Het terugdringen van het aanbod maakt onderdeel uit van het geactualiseerd integraal en geïntegreerd drugsbeleid. Zo moet er voorkomen worden dat cannabisplantages worden opgericht of moeten deze in een vroegtijdig stadium kunnen worden gedetecteerd. Hierbij is een optimale informatie-uitwisseling tussen publieke en private partners noodzakelijk evenals het inzetten van bestuurlijke handhaving. Op het vlak van synthetische drugsproductie geldt hetzelfde, maar daar moet bijkomend de expertise en informatie-uitwisseling met de lokale politie verstrekt worden. Er dient bovendien meer aandacht uit te gaan naar het waarborgen van de veiligheid van de betrokken opsporingsactoren bij het ontdekken van productiesites (KIV, 2016).

Het Anoniem Drugsmeldpunt Limburg heeft al doelstelling het aanbod terug te dringen, door samenwerking met burgers. In de richtlijn omtrent de opstart van het meldpunt werd volgende inleidende tekst geschreven: ‘Drugslabo’s en dumpingen/lozingen zijn letterlijk en figuurlijk een sluipend gif dat geleidelijk aan in onze samenleving doordringt en deze dreigt te ondermijnen. Voor een effectieve aanpak van deze ondermijnende criminaliteit dienen publieke en private partners samen te werken en is de hulp van burgers nodig. Het is van belang dat burgers signalen van ondermijnende criminaliteit melden bij de politie.’9

Ondermijnende criminaliteit kan beschouwd worden als synoniem voor georganiseerde criminaliteit. Toch blijft de focus uitgaan naar internationale georganiseerde criminaliteit die de landsgrenzen overstijgt (Kolthoff & Khonraad, 2016). Ondermijnende criminaliteit is een breed maatschappelijk probleem waarbij boven- en onderwereld vermengd geraken (Snippe et al., 2017). Drugshandel heeft een destabiliserend en ondermijnend effect op de samenleving (May, 2017). Deze schadelijke gevolgen beïnvloeden de legale economie, ze maken gebruik van economische en juridische structuren voor het ontplooien, bestendigen of witwassen van hun illegale praktijken (Janssens & Colman, 2018).

Enorme winsten afkomstig van drugsproductie worden geïnvesteerd in de legale economie, luxegoederen, vastgoed en tot zelfs sponsoring van bepaalde sportclubs. Georganiseerde

(29)

24 criminaliteit heeft een negatieve invloed op de buurt. Inwoners kunnen worden geconfronteerd met geweld of intimidatie, dit kan ervoor zorgen dat personen minder snel geneigd zijn de politie te bellen. Een anoniem meldpunt kan hierbij helpen (Snippe et al., 2017; Tops & Tromp, 2017).

7.1 Nood aan publiek-private samenwerking

Nederland maakte zich al langer zorgen over de schadelijke effecten van ondermijnende criminaliteit. Er heerste voornamelijk groeiende ongerustheid over de macht en financiële slaagkracht van criminele organisaties. Hun kapitaalnam toe door inkomsten uit synthetische drugslabo’s en cannabisplantages. Er was nood aan een effectieve strategie. Het programma ‘Intensivering Zuid’ werd opgestart met als doelstelling het verstoren van de cannabisteelt en synthetische drugsproductie. Door voornamelijk in te grijpen aan het begin van de productieketen en schaarste te creëren, ontwricht men deze netwerken. (Lam, van der Wal & Kop, 2018; Nationale Politie & Openbaar Ministerie, 2016). Ondermijning wordt niet louter aanschouwd als een misdaadprobleem dat kan worden aangepakt met enkele repressieve strafrechtelijke maatregelen. Het is een breed maatschappelijk probleem en vergt daarom een holistische aanpak (Tops & Schilders, 2016).

De strafrechtelijke aanpak dient zich hoofdzakelijk te focussen op spilfiguren en noodzakelijke facilitators in het productieproces (Tops & Schilders, 2016). Politie en justitie zijn beperkt in informatieverzameling vandaar is er nood aan een geïntegreerd samenwerkingsverband met publiek-private sectoren. De focus dient hierbij voornamelijk uit te gaan naar de zogenaamde ‘gevoelige’ sectoren of doelgroepen die als eventuele facilitators kunnen optreden in het criminele proces. Voorbeelden hiervan zijn verhuurfirma’s, makelaars en immobiliënkantoren, elektriciteitsfirma’s of landbouwers. Zo is het huren van een pand of huis een noodzakelijke schakel in het productieproces. (De Middeleer et al., 2018).

Samen met de verschillende publieke en private actoren wordt gezocht naar de beste interventiemogelijkheden (Tops & Schilders, 2016). Men tracht op zo veel mogelijke manieren de criminele modellen te verstoren, bijvoorbeeld door de beschikbaarheid van goederen en diensten in te perken of aspecten zoals transport, huisvesting te onderwerpen aan controle. (Lam, van der Wal & Kop, 2018). Ook zouden deze private sectoren die regelmatig het

(30)

25 voorwerp van misbruik uitmaken, bewust moeten worden gemaakt van de opportuniteiten die criminelen graag benutten in hun sector. Zodat ook hier de aangiftebereidheid kan stijgen. De schadelijke effecten van ondermijnende criminaliteit zijn onvoldoende gekend bij het brede publiek. De bewustwording hieromtrent moet verder gaan dan enkel politie, beleid en bestuur. Iedereen loopt risico in contact te komen met de schadelijke gevolgen van drugsproductie, er moet dus gezamenlijk worden opgetreden. Belangrijk hierbij is dat de bewustwording levendig wordt gehouden. De lokale gemeenschap, het internet en sociale media spelen hierbij een belangrijke rol. Een bijkomend voordeel is dat mensen effectief worden ingelicht en weten dat er iets gedaan wordt aan de criminaliteit waardoor het vertrouwen in de overheid groeit (Lam, van der Wal & Kop, 2018).

7.2 Sensibilisering van burgers

Meestal worden productielocaties per toeval ontdekt, bij brand of door een anonieme tip. Het zijn doorgaans inwoners die verdachte signalen opmerken in hun buurt en hiervoor de politie contacteren. Nederland is reeds enkele jaren vertrouwd met het MMA, dit staat voor Meld Misdaad Anoniem (Tops et al., 2018). In 2018 ontving het anoniem meldpunt een recordaantal meldingen omtrent mogelijke productielocaties voor synthetische drugs. De politie was daardoor in staat een zeer groot aantal labo’s te ontmantelen (Van Gelder, 2019).

Burgers kunnen een belangrijke rol spelen in de ontdekking van productielocaties. Vaak merken omwonenden verdachte signalen op in de omgeving waarbij ze zich vragen beginnen te stellen. Dit wordt beschreven in het onderzoek van Tops et al. 2018: “Hij ruikt een vreemde geur, heeft er al eens vreemde figuren gezien en begrijpt dat er een lab zit. Hij zegt niks tegen de boerenfamilie, maar doet een Meld Misdaad Anoniem-melding die bij de politie terechtkomt. De politie rolt het lab op.”

Overigens wordt het merendeel van de cannabisplantages ontdekt door anonieme meldingen. Om het aantal meldingen te doen stijgen, werd in Nederland de hennepgeurkaart ontwikkeld, dit zou inwoners beter in staat moeten stellen een cannabisplantage te herkennen aan de hand van de typische cannabisgeur. De kaart werd verspreid in verschillende buurten en de geur komt vrij door er op te krassen. Op de kaart werd ook een oproep gedaan om een melding te maken bij vermoedens van drugsproductie. Bijkomend wees men op de verantwoordelijkheid van de burgers en de risico’s verbonden aan cannabisteelt (Bakker & Hermens, 2011).

(31)

26 Nederland tracht in samenwerking met diverse partners bewustwording rond de problematiek van drugsproductie te stimuleren. Er werden reeds meerdere awareness dagen georganiseerd, om bepaalde (typische) parameters te herkennen, zoals bijvoorbeeld de typische geur die vrijkomt bij het maken van synthetische drugs. Zo is er naast de reeds bestaande cannabisgeurkaart ook een synthetische drugsgeurkaart ontwikkeld (Nationale Politie & Openbaar Ministerie, 2016).

Ook de provincie Limburg en het parket van Hasselt startten projecten op die werken rond awareness. Zo vond er in juni een infoavond in Hasselt plaats waarbij burgers leerden hoe ze een drugslabo kunnen herkennen. Er werd uitleg en informatie gegeven door experts en er was een geurtafel aanwezig om inwoners bekend te maken met de typische geur van zowel synthetische drugs als cannabis (Vandael, 2020).

Deze verschillende studiedagen en themadagen hebben als doelstelling het aantal meldingen omtrent drugsproductie te doen stijgen. Ze richten zich onder meer tot specifieke doelgroepen. Zo werden elektriciens ingelicht over de mogelijke gevaren en gevolgen bij het faciliteren van cannabisplantages. Het aantal meldingen bij het MMA voor de cannabisplantages was in dat jaar dan ook gestegen. Hierbij weet men wel niet of het om deze specifiek groep elektriciens ging aangezien de melding anoniem was, maar het is aannemelijk dat een toename van publiciteit het aantal meldingen kan doen stijgen (Lam, van der Wal & Kop, 2018).

Naast elektriciens worden ook landbouwers en verhuurders in het algemeen als belangrijke doelgroep aanschouwd. Door een betere samenwerking tussen diverse actoren, het onder de aandacht brengen van de problematiek en een stijgend aantal meldingen dat binnen kwam bij het MMA, steeg het aantal interventies tegen drugslabo’s en plantages. Hierdoor werd een beter overzicht bekomen op de criminele netwerken die actief zijn op deze drugsmarkten (Nationale Politie & Openbaar Ministerie, 2016). Naast de reeds vermelde doelgroepen dient er ook aandacht uit te gaan naar personen die omwille van hun job op regelmatige basis in en rond een woning komen. Denk aan: postbedrijven, vuilnisophalers, onderhoud en repartiemedewerkers. Zij bevinden zich in een goede positie om verdachte activiteiten en geuren te signaleren (Scott & Dedel, 2006).

Het is aannemelijk dat de meeste burgers niet vertrouwd zijn met de indicatoren van drugslaboratoria. Enige training bij het herkennen hiervan blijkt effectief te zijn en zal tot gevolg hebben dat burgers sneller zullen overgaan tot het melden van verdachte situaties (Scott

(32)

27 & Dedel, 2006). In de Amerikaanse staat Oklahoma werden na het houden van een informatiesessie bij de bevolking opmerkelijk meer methamfetamine labo’s aangegeven. Een educatie voor burgers omtrent deze problematiek kan verschillende vormen aannemen. Voorbeelden hiervan zijn posters, pamfletten, websites, publiciteitscampagnes, meldpunten, tipboekjes… (Chiu, Leclerce &Townsley, 2011).

8. Resultaten

In onderstaande uiteenzetting worden de resultaten van de online survey per thema besproken. Er wordt met name gefocust op de kennis van burgers met betrekking tot de meldmogelijkheden, de bekendheid met het Anoniem Drugsmeldpunt, de meldingsbereidheid, hun houding ten opzichte van drugsproductie en het vertrouwen in politie en justitie. In totaal werd deze online survey door 417 (=N) respondenten volledig ingevuld. In deze studie is de onderzoekspopulatie beperkt tot de inwoners van de provincie Limburg aangezien het Anoniem Drugsmeldpunt enkel in Limburg operationeel is. Volgens de site van de Vlaamse overheid telt Limburg 876 785 inwoners. De steekproef van 417 respondenten is hierbij groot genoeg om statistisch relevante resultaten te verwerven voor deze onderzoekspopulatie. Om een foutenmarge van 5% te bekomen moesten er 384 respondenten bereikt worden. Aan deze assumptie is aldus voldaan.

8.1 Achtergrondkenmerken

Alle 417 respondenten, die deze vragenlijst hebben ingevuld, wonen in de provincie Limburg. De meerderheid van de respondenten is van het vrouwelijke geslacht, zijn tussen de 18 en 28 jaar oud en gebruikten afgelopen jaar geen illegale drugs (zie tabel 2).

(33)

28 Tabel 2.

8.2 Kennis met betrekking tot meldmogelijkheden

Het is belangrijk dat burgers weten waar ze vermoedens van drugsproductie kunnen melden. Uit de vragenlijst blijkt dat 105 (25,1%) van respondenten weten waar ze drugsproductie kunnen melden, 149 (35,7%) weet het gedeeltelijk en 163 (39,1%) weet het niet. Hieruit kan worden afgeleid dat een groot aantal personen (39,1%) nier weet waar ze drugsproductie kunnen melden. Indien men het aantal meldingen wil stimuleren, is het van belang te weten waar dit mogelijk is en de bevolking daarover te informeren.

In de volgende vraag werd hier specifieker op ingegaan. Door hun te vragen of ze al dan niet een melding zouden maken indien ze kennis hadden van een locatie waar men drugs produceert. Drugsproductie werd gespecifieerd door te verwijzen naar een cannabisplantage of synthetisch drugslabo. Hierop antwoorden 308 (73,9%) respondenten dat ze dit zouden melden en 109 (26,1%) dat ze dit niet zouden melden. Indien bewoners dus kennis hebben van een locatie waar drugs wordt geproduceerd zouden de meesten (73,9%) hiervan een melding maken al weet men niet altijd waar dit mogelijk is (zie vraag hierboven).

Om inzicht te verkrijgen welke instantie burgers verkiezen voor het melden van drugsproductie, werd aan de 308 (73,9%) melders gevraagd hoe ze dit zouden melden, aan de hand van een

Achtergrondkenmerken (N=417) % (N)

Woont u in de provincie

Limburg? Ja 100% (417)

Geslacht Man 29% (121)

Vrouw 71% (296)

Leeftijdscategorie Jonger dan 18 jaar 2,4% (10)

18-28 jaar 29,3% (122)

29-39 jaar 20,4% (85)

40-50 jaar 19,4% (81)

51-61 jaar 16,3% (86)

Ouder dan 61 jaar 12,2% (51) Afgelopen jaar illegale drugs

gebruikt? Ja 14,4% (60)

(34)

29 open vraag. Het overgrote merendeel van de respondenten zou drugsproductie melden bij de politie, slechts een aantal respondenten zou dit melden via het Anoniem Drugsmeldpunt.

Er waren 109 (26,1%) respondenten die geen melding zouden maken, aan hen werd de vraag gesteld waarom ze geen melding zouden maken van drugsproductie (zie tabel 3). Bij deze vraag werd de respondenten de mogelijkheid geboden meerdere antwoordopties aan te duiden en zelf nog andere redenen toe te voegen waarom men dit niet zou melden. Uit onderstaande tabel blijkt dat de meeste personen (42,2%) aangaven dat ze er zelf geen last van hebben. Terwijl anderen het niet hun probleem vonden (35,77%), denken dat er wraak kan worden genomen (33,03%) of vrezen dat hun melding niet anoniem zal blijven (25,69%). Slechts een deel van de respondenten (22,02%) zegt drugsproductie niet zo erg te vinden.

Het Anoniem Drugsmeldpunt Limburg zou hieraan een bijdrage kunnen leveren doordat de melder anoniem blijft en dus zich ook geen zorgen hoeft te maken over wraak. Door de burgers uitleg te geven over hoe de anonimiteit gegarandeerd wordt, kan het ertoe leiden de niet-melders toch te overtuigen. Wat betreft de respondenten die drugsproductie niet zo erg vinden, moeten ze meer bewust gemaakt worden van de schadelijk effecten die productie kunnen teweeg brengen. Dit zou het aantal meldingen eveneens kunnen doen stijgen.

Tabel 3.

Ik heb er zelf geen last van. 46 (42,20%)

Ik vind het niet zo erg. 24 (22,02%)

Ik vind het niet mijn probleem. 39 (35,77%)

Ik doe zelf mee aan de activiteiten. 1 (0,92%)

Het kost veel moeite en tijd om een melding te maken.

8 (7,34%) Ik denk dat er wraak zal worden genomen. 36 (33,03%)

De politie doet niks met de melding. 9 (8,26%)

Ik ben bang dat ik iemand vals beschuldig. 26 (23,85%) Ik denk dat mijn melding niet anoniem zal

blijven.

28 (25,69%) Redenen waarom burgers geen melding zou maken van

(35)

30 Naast de gestandaardiseerde antwoordopties van de vragenlijst, gaven een klein aantal respondenten aan dat ze persoonlijk geen probleem hadden met cannabisplantages. Zo antwoordde een respondent: ‘Cannabisplantage geen probleem, mag gelegaliseerd worden, een synthetisch drugslabo zou ik misschien wel melden.’

Het type drugs dat geproduceerd wordt, speelt aldus voor sommigen een belangrijke rol in het al dan niet melden van drugsproductie. Ook werd aangehaald dat de context van belang is zo antwoordde een respondent: ‘Het hangt er van af, in mijn eigen buurt zou ik het melden, ergens anders zijn het mijn zaken niet.’.

Naast de vragen over het melden van drugsproductie werd aan de respondenten (N=417) dit eveneens gevraagd in verband met het aantreffen van een zekere hoeveelheid drugsafval. Dit werd verduidelijkt door een beschrijving te geven van wat met drugsafval bedoeld wordt: blauwe vaten, bidons, chemische geur. Hierbij zouden 92,1% (n=384) van de burgers een melding maken en 7,9% (n=33) zouden hier geen melding van maken. Opvallend is dat slechts een klein aantal hier geen melding van zou maken, de overgrote meerderheid 92,1% zou dit wel melden. Hierbij ligt de meldingsbereidheid voor drugsafval hoger dan voor drugsproductie.

Aan de respondenten die drugsafval zouden melden (n=384) werd in een open vraag gesteld hoe ze dit zouden melden. Opnieuw zou het overgrote merendeel de politie contacteren, een minderheid van de burgers gaf aan dat ze de gemeente of het Anoniem Drugsmeldpunt zouden verwittigen.

Er waren 33 (7,9%) respondenten die geen melding zouden maken (niet-melders), aan hen werd de vraag gesteld waarom ze geen melding zouden maken bij het aantreffen van drugsafval (zie tabel 4). Hierbij konden respondenten meerdere antwoordopties aanduiden en zelf redenen geven. Hieruit gaf een aantal respondenten (45,45%) aan dat het niet hun probleem is en dat men er zelf geen last van heeft (39,34%). Verder gaf een minderheid van de respondenten (15,16%) aan het niet zo erg te vinden en te denken dat er wraak zou worden genomen.

(36)

31 Tabel 4.

Ik heb er zelf geen last van. 13 (39,34%)

Ik vind het niet zo erg. 5 (15,16%)

Ik vind het niet mijn probleem. 15 (45,45%)

Ik doe zelf mee aan de activiteiten. 0 (%)

Het kost veel moeite en tijd om een melding te maken.

1 (3%) Ik denk dat er wraak zal worden genomen. 5 (15,16%)

De politie doet niks met de melding. 4 (12,12%)

Ik ben bang dat ik iemand vals beschuldig. 7 (21,21%) Ik denk dat mijn melding niet anoniem zal

blijven. 4 (12,12%)

Als andere reden waarom men geen melding zou maken werd aangegeven door een respondent dat hij of zij de link niet zou leggen met drugsproductie. Een andere respondent gaf aan zelf niet in de problemen te willen komen.

8.3 Het Anoniem Drugsmeldpunt Limburg

Van het totaal aantal respondenten (N=417) geven 39 (9,35%) respondenten aan dat ze het meldpunt kennen. De overige 378 (90,64%) kenden het meldpunt niet. Slechts een beperkt aantal respondenten kent het meldpunt. Van de 39 respondenten die aangeven het meldpunt te kennen, geven 18 (46,15%) personen aan dat ze vertrouwd zijn met de doelstelling van het meldpunt, 8 (20,51%) personen zijn hier niet mee vertrouwd en 13 (33,33%) gedeeltelijk.

Redenen waarom burgers geen melding zou maken van

(37)

32 Figuur 6: Kent u het Anoniem Drugsmeldpunt Limburg (N=417)

Het is van belang te weten via welke kanalen respondenten op de hoogte zijn gebracht van het meldpunt. Aan de respondenten die het meldpunt kennen (9,35%) werd deze vraag dan ook gesteld. Hierbij konden meerdere antwoordopties worden aangeduid. Het overgrote deel kent het anoniem meldpunt via het nieuws 21 (53,85%), sociale media 15 (38,46%) en het internet 15 (38,46%). Een minderheid kent het meldpunt door een krantenartikel 5 (12,82%) een affiche of poster 4 (10,26%) en via een infoavond 1 (2,56%). Verder werden er ook andere voorbeelden gegeven zoals interne communicatie binnen de politie, website van de politie, via het buurtinformatie-netwerk en via het gemeentelijk informatieblad.

Vervolgens werd de vraag gesteld aan de respondenten die het meldpunt kennen (9,35%), wie er reeds beroep op had gedaan. Slechts een 3-tal (7,69%) personen hadden reeds beroep gedaan op het meldpunt. Naast dat het meldpunt nog maar weinig bekend is, is het ook opmerkelijk dat zeer weinig mensen hier nog maar beroep op hebben gedaan.

Aan deze 3 respondenten werd gevraagd te verduidelijken hoe hun ervaringen hiermee waren. Hierbij gaf een respondent aan dat het een positieve ervaring was, het labo dat hij of zij gemeld had werd uiteindelijk ontdekt. Zo antwoordde een respondent: ‘Goede ervaring, heeft wel even geduurd vooraleer men tot actie overging, maar ik begrijp ook dat ze een heleboel dingen moeten onderzoeken. Het drugslabo werd uiteindelijk opgeruimd.’ Een tweede respondent gaf aan nadien geen feedback te hebben gekregen of de melding al dan niet succesvol was. Zo

39

(9,4%)

378

(90,6%)

Afbeelding

Figuur 1: Productielocaties amfetamine in Europa, 2015-2017. 2
Figuur 2: Productielocaties MDMA in Europa, 2015-2017. 3
Figuur 3: Aantal ontdekte cannabisplantages, 2018. 4
Figuur 4: Aantal ontdekte dumpingsites in België, 2004-2019. 6
+2

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zoals hiervoor ook al is aangegeven, zitten veel W&MD-organisaties hierover met de gemeente om tafel zitten en worden zij in de gelegenheid gesteld om

Uit het onderzoek blijkt dat alle welzijnsorganisaties zich voorbereiden op de drie grote gemeentelijke veranderingen: jeugdzorg, de AWBZ-begeleiding die naar de Wmo gaat, en de

een consistent beeld laten zien van de problemen en dilemma’s waarmee de beroepskrachten werkzaam voor de betrokken instanties (Veilig Thuis, de politie, het

Het onderzoek laat zien dat het opbouwwerk vanuit dit kenmerk zeker betrokken zou kunnen zijn bij relevante Kerntaken opbouwwerk en energietransitie. Als het gaat over de

Enkele van deze criteria zijn: (a) er is sprake van een preventieve opvoedingssituatie, (b) het gezin stelt zelf een vraag tot opvoedingsondersteuning, (c) het gezin beschikt over

Een vergelijking tussen stap la en stap 2 van tabel 3 maakt duidelijk dat de invloed van hoe een toekomstige vader denkt dat zijn partner zijn betrokkenheid bij de

Aangesien daar 'n groot verskil van timbre en toonsterkte by die klavesimbel, klavichord en klavier bestaan, is dit by die uitvoering van Barokklawerbordwerke op die klavier dan