• No results found

8. Resultaten

8.2 Kennis met betrekking tot meldmogelijkheden

Het is belangrijk dat burgers weten waar ze vermoedens van drugsproductie kunnen melden. Uit de vragenlijst blijkt dat 105 (25,1%) van respondenten weten waar ze drugsproductie kunnen melden, 149 (35,7%) weet het gedeeltelijk en 163 (39,1%) weet het niet. Hieruit kan worden afgeleid dat een groot aantal personen (39,1%) nier weet waar ze drugsproductie kunnen melden. Indien men het aantal meldingen wil stimuleren, is het van belang te weten waar dit mogelijk is en de bevolking daarover te informeren.

In de volgende vraag werd hier specifieker op ingegaan. Door hun te vragen of ze al dan niet een melding zouden maken indien ze kennis hadden van een locatie waar men drugs produceert. Drugsproductie werd gespecifieerd door te verwijzen naar een cannabisplantage of synthetisch drugslabo. Hierop antwoorden 308 (73,9%) respondenten dat ze dit zouden melden en 109 (26,1%) dat ze dit niet zouden melden. Indien bewoners dus kennis hebben van een locatie waar drugs wordt geproduceerd zouden de meesten (73,9%) hiervan een melding maken al weet men niet altijd waar dit mogelijk is (zie vraag hierboven).

Om inzicht te verkrijgen welke instantie burgers verkiezen voor het melden van drugsproductie, werd aan de 308 (73,9%) melders gevraagd hoe ze dit zouden melden, aan de hand van een

Achtergrondkenmerken (N=417) % (N)

Woont u in de provincie

Limburg? Ja 100% (417)

Geslacht Man 29% (121)

Vrouw 71% (296)

Leeftijdscategorie Jonger dan 18 jaar 2,4% (10)

18-28 jaar 29,3% (122)

29-39 jaar 20,4% (85)

40-50 jaar 19,4% (81)

51-61 jaar 16,3% (86)

Ouder dan 61 jaar 12,2% (51) Afgelopen jaar illegale drugs

gebruikt? Ja 14,4% (60)

29 open vraag. Het overgrote merendeel van de respondenten zou drugsproductie melden bij de politie, slechts een aantal respondenten zou dit melden via het Anoniem Drugsmeldpunt.

Er waren 109 (26,1%) respondenten die geen melding zouden maken, aan hen werd de vraag gesteld waarom ze geen melding zouden maken van drugsproductie (zie tabel 3). Bij deze vraag werd de respondenten de mogelijkheid geboden meerdere antwoordopties aan te duiden en zelf nog andere redenen toe te voegen waarom men dit niet zou melden. Uit onderstaande tabel blijkt dat de meeste personen (42,2%) aangaven dat ze er zelf geen last van hebben. Terwijl anderen het niet hun probleem vonden (35,77%), denken dat er wraak kan worden genomen (33,03%) of vrezen dat hun melding niet anoniem zal blijven (25,69%). Slechts een deel van de respondenten (22,02%) zegt drugsproductie niet zo erg te vinden.

Het Anoniem Drugsmeldpunt Limburg zou hieraan een bijdrage kunnen leveren doordat de melder anoniem blijft en dus zich ook geen zorgen hoeft te maken over wraak. Door de burgers uitleg te geven over hoe de anonimiteit gegarandeerd wordt, kan het ertoe leiden de niet-melders toch te overtuigen. Wat betreft de respondenten die drugsproductie niet zo erg vinden, moeten ze meer bewust gemaakt worden van de schadelijk effecten die productie kunnen teweeg brengen. Dit zou het aantal meldingen eveneens kunnen doen stijgen.

Tabel 3.

Ik heb er zelf geen last van. 46 (42,20%)

Ik vind het niet zo erg. 24 (22,02%)

Ik vind het niet mijn probleem. 39 (35,77%)

Ik doe zelf mee aan de activiteiten. 1 (0,92%)

Het kost veel moeite en tijd om een melding te maken.

8 (7,34%) Ik denk dat er wraak zal worden genomen. 36 (33,03%)

De politie doet niks met de melding. 9 (8,26%)

Ik ben bang dat ik iemand vals beschuldig. 26 (23,85%) Ik denk dat mijn melding niet anoniem zal

blijven.

28 (25,69%) Redenen waarom burgers geen melding zou maken van

30 Naast de gestandaardiseerde antwoordopties van de vragenlijst, gaven een klein aantal respondenten aan dat ze persoonlijk geen probleem hadden met cannabisplantages. Zo antwoordde een respondent: ‘Cannabisplantage geen probleem, mag gelegaliseerd worden, een synthetisch drugslabo zou ik misschien wel melden.’

Het type drugs dat geproduceerd wordt, speelt aldus voor sommigen een belangrijke rol in het al dan niet melden van drugsproductie. Ook werd aangehaald dat de context van belang is zo antwoordde een respondent: ‘Het hangt er van af, in mijn eigen buurt zou ik het melden, ergens anders zijn het mijn zaken niet.’.

Naast de vragen over het melden van drugsproductie werd aan de respondenten (N=417) dit eveneens gevraagd in verband met het aantreffen van een zekere hoeveelheid drugsafval. Dit werd verduidelijkt door een beschrijving te geven van wat met drugsafval bedoeld wordt: blauwe vaten, bidons, chemische geur. Hierbij zouden 92,1% (n=384) van de burgers een melding maken en 7,9% (n=33) zouden hier geen melding van maken. Opvallend is dat slechts een klein aantal hier geen melding van zou maken, de overgrote meerderheid 92,1% zou dit wel melden. Hierbij ligt de meldingsbereidheid voor drugsafval hoger dan voor drugsproductie.

Aan de respondenten die drugsafval zouden melden (n=384) werd in een open vraag gesteld hoe ze dit zouden melden. Opnieuw zou het overgrote merendeel de politie contacteren, een minderheid van de burgers gaf aan dat ze de gemeente of het Anoniem Drugsmeldpunt zouden verwittigen.

Er waren 33 (7,9%) respondenten die geen melding zouden maken (niet-melders), aan hen werd de vraag gesteld waarom ze geen melding zouden maken bij het aantreffen van drugsafval (zie tabel 4). Hierbij konden respondenten meerdere antwoordopties aanduiden en zelf redenen geven. Hieruit gaf een aantal respondenten (45,45%) aan dat het niet hun probleem is en dat men er zelf geen last van heeft (39,34%). Verder gaf een minderheid van de respondenten (15,16%) aan het niet zo erg te vinden en te denken dat er wraak zou worden genomen.

31 Tabel 4.

Ik heb er zelf geen last van. 13 (39,34%)

Ik vind het niet zo erg. 5 (15,16%)

Ik vind het niet mijn probleem. 15 (45,45%)

Ik doe zelf mee aan de activiteiten. 0 (%)

Het kost veel moeite en tijd om een melding te maken.

1 (3%) Ik denk dat er wraak zal worden genomen. 5 (15,16%)

De politie doet niks met de melding. 4 (12,12%)

Ik ben bang dat ik iemand vals beschuldig. 7 (21,21%) Ik denk dat mijn melding niet anoniem zal

blijven. 4 (12,12%)

Als andere reden waarom men geen melding zou maken werd aangegeven door een respondent dat hij of zij de link niet zou leggen met drugsproductie. Een andere respondent gaf aan zelf niet in de problemen te willen komen.

8.3 Het Anoniem Drugsmeldpunt Limburg

Van het totaal aantal respondenten (N=417) geven 39 (9,35%) respondenten aan dat ze het meldpunt kennen. De overige 378 (90,64%) kenden het meldpunt niet. Slechts een beperkt aantal respondenten kent het meldpunt. Van de 39 respondenten die aangeven het meldpunt te kennen, geven 18 (46,15%) personen aan dat ze vertrouwd zijn met de doelstelling van het meldpunt, 8 (20,51%) personen zijn hier niet mee vertrouwd en 13 (33,33%) gedeeltelijk.

Redenen waarom burgers geen melding zou maken van

32 Figuur 6: Kent u het Anoniem Drugsmeldpunt Limburg (N=417)

Het is van belang te weten via welke kanalen respondenten op de hoogte zijn gebracht van het meldpunt. Aan de respondenten die het meldpunt kennen (9,35%) werd deze vraag dan ook gesteld. Hierbij konden meerdere antwoordopties worden aangeduid. Het overgrote deel kent het anoniem meldpunt via het nieuws 21 (53,85%), sociale media 15 (38,46%) en het internet 15 (38,46%). Een minderheid kent het meldpunt door een krantenartikel 5 (12,82%) een affiche of poster 4 (10,26%) en via een infoavond 1 (2,56%). Verder werden er ook andere voorbeelden gegeven zoals interne communicatie binnen de politie, website van de politie, via het buurtinformatie-netwerk en via het gemeentelijk informatieblad.

Vervolgens werd de vraag gesteld aan de respondenten die het meldpunt kennen (9,35%), wie er reeds beroep op had gedaan. Slechts een 3-tal (7,69%) personen hadden reeds beroep gedaan op het meldpunt. Naast dat het meldpunt nog maar weinig bekend is, is het ook opmerkelijk dat zeer weinig mensen hier nog maar beroep op hebben gedaan.

Aan deze 3 respondenten werd gevraagd te verduidelijken hoe hun ervaringen hiermee waren. Hierbij gaf een respondent aan dat het een positieve ervaring was, het labo dat hij of zij gemeld had werd uiteindelijk ontdekt. Zo antwoordde een respondent: ‘Goede ervaring, heeft wel even geduurd vooraleer men tot actie overging, maar ik begrijp ook dat ze een heleboel dingen moeten onderzoeken. Het drugslabo werd uiteindelijk opgeruimd.’ Een tweede respondent gaf aan nadien geen feedback te hebben gekregen of de melding al dan niet succesvol was. Zo

39

(9,4%)

378

(90,6%)

33 antwoordde de respondent: ‘Ik heb nadien niks meer gehoord of er gevolg aan werd gegeven.’ Uit deze stelling kan niet exact worden afgeleid of zijn ervaring positief of negatief was. Het kan zijn dat dit tegen zijn verwachtingen inging omdat men niet weet of er gevolg aan is gegeven. Een derde persoon blijkt een verwarrend antwoord te geven op deze vraag waardoor zijn of haar antwoord in twijfel kan worden getrokken. Dit antwoord zal dan ook niet vermeld worden.

Van het totale aantal respondenten (N=417) geeft een meerderheid van de respondenten (74,6%) echter aan dat te denken dat het Anoniem Drugsmeldpunt een meerwaarde kan betekenen in de strijd tegen illegale drugsproductie, een minderheid (19,9%) denkt dat dit gedeeltelijk een meerwaarde kan betekenen en een klein aandeel van personen (5,5%) denkt van niet. Aan de respondenten werd de vraag gesteld of ze een infoavond zouden willen bijwonen die hen in staat zou stellen een synthetisch drugslab, cannabisplantage of illegale dumping beter te herkennen. Hierop antwoorden een minderheid van de respondenten met ‘ja’ (35,5%), een meerderheid antwoorden ‘nee’ (63,5%) en 8 personen (1,9%) antwoordden dat ze reeds een infoavond hadden bijgewoond.