• No results found

Richtlijnen voor het goed gebruik van medische beeldvorming: Kanker

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Richtlijnen voor het goed gebruik van medische beeldvorming: Kanker"

Copied!
24
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inhoudsopgave

01 L - 03 L 04 L 05 L - 07 L 08 L 09 L - 14 L 15 L – 16 L 17 L - 18 L 19 L - 20 L 21 L – 22 L 23 L 24 L – 25 L 26 L – 28 L 29 L – 31 L 32 L – 34 L 35 L – 37 L 38 L – 40 L 41 L – 43 L 44 L – 46 L 47 L – 48 L 49 L – 51 L 52 L – 53 L Neuskeelholte ... 1 Parotis ... 3

Luchtwegen en slokdarm (mondholte, orofarynx, larynx, sinus pyriformis) ... 4

Cervicale adenopathie ... 5

Schildklier ... 5

Longen en bronchiën ... 8

Slokdarm ... 9

Maag ...10

Lever, primair maligne laesie ...11

Lever, secundaire maligne laesie ...11

Pancreas ...12 Colon en rectum ...13 Nieren ...14 Blaas ...16 Prostaat ...17 Testis ...17 Ovarium ...17 Uterus: cervix ...19 Uterus: corpus ...20 Lymfoom ...21

(2)

L. Kanker

Veel van de klinische problemen die verband houden met de diagnose kanker zijn reeds besproken in de gespecialiseerde rubrieken.

Hier worden beknopte aanwijzingen gegeven over de toepassing van beeldvormend onderzoek bij de diagnose, stadiëring en follow-up van enkele van de meest frequente primaire maligniteiten. Kanker bij kinderen wordt hier niet behandeld. Voor borstkanker zie onder J.

Bij de initiële diagnose is voor de meeste laesies een RX-thorax aangewezen als referentieonderzoek dat gemakkelijk na de behandeling kan worden herhaald.

De stralingsbelasting ten gevolge van beeldvorming is in deze context doorgaans minder relevant.

Soms gebeuren follow-up-onderzoeken in het kader van trialprotocollen en niet zuiver om klinische redenen. Deze moeten dan ook volgens de voorgeschreven procedures worden uitgevoerd

Neuskeelholte

Stadiëring of follow-up van kankers vereist een gespecialiseerde multidisciplinaire benadering

Diagnose

01L CT

of MRI Alleen geïndiceerd in bijzondere gevallen [B]

In het algemeen wordt de diagnose gesteld door middel van endoscopie en biopsies.

In zeldzame gevallen waar fibroscopie faalt, bvb. kankers van de neuskeelholte gemaskeerd door een hypertrofie van adenoïde vegetaties, is beeldvorming aangewezen. MRI van de neuskeelholte is dan te verkiezen.

II 0

Stadiëring MRI Geïndiceerd [B] Eerstelijnsonderzoek voor de lokale stadiëring van kankers van de neus en paranasale sinussen, nasofarynx en de geassocieerde ruimten en de schedelbasis.

0 CT

cervico-thoracaal Geïndiceerd [B] (of eventueel cervicale echografie) is aangewezen voor de evaluatie van de adenopathieën van hals en thorax. CT is soms nuttig bij botaantasting doch als een

(3)

Follow-up van behandelde kankers van de neuskeelholte

03L

MRI Geïndiceerd [B] Geïndiceerd als eerstelijnsonderzoek voor het opsporen van lokale of intracraniële recidieven na stralingstherapie. 0 CT

cervico-thoracaal Geïndiceerd [B] Cervico-thoracale CT scan en/of PET zijn noodzakelijk voor follow-up van de lokale ganglia en uitzaaiingen op afstand. III PET Geïndiceerd [B] 18FDG-PET is aangewezen voor het uitsluiten van

recidieven (doch niet binnen de 4 maanden na het einde van de stralingstherapie om vals-positieve resultaten (post-therapeutisch inflammatoir weefsel) te vermijden).

(4)

Parotis

Stadiëring of follow-up van kankers vereist een gespecialiseerde multidisciplinaire benadering

Diagnose

04L

Echografie Geïndiceerd [B] Zie 11b. Nuttig voor geleiding van cytologische puncties. 0 MRI Geïndiceerd [B] Nuttig voor het bevestigen van de klinische diagnose van

diepe letsels, en om het enkelvoudig of multipel karakter van letsels en hun juiste ligging (oppervlakkig of diep gedeelte van de klier) te bepalen. MRI is te verkiezen t.o.v. CT.

MRI is aangewezen voor de follow-up postoperatief.

0

CT Geïndiceerd [B] Nuttig voor het aantonen van tumorale osteolyse van de schedelbasis (bij invasieve tumoren) en voor het bepalen van de uitbreiding, locoregionaal en op afstand.

II

PET Alleen

geïndiceerd in bijzondere gevallen [B]

Om metastasen of een tweede primaire tumor uit te sluiten

(5)

Luchtwegen en slokdarm (mondholte, orofarynx, larynx, sinus pyriformis)

Stadiëring of follow-up van kankers vereist een gespecialiseerde multidisciplinaire benadering

Diagnose

05L CT

of MRI Niet geïndiceerd [B] In het algemeen wordt de diagnose gesteld door middel van endoscopie en biopsies. II 0

PET Alleen geïndiceerd in bijzondere gevallen [B] III/IV Stadiëring 06L CT of

MRI Geïndiceerd [B] De resultaten van MRI en CT zijn vergelijkbaar voor lokale stadiëring. MRI iets beter voor het aantonen van uitbreiding van kankers van de mondholte naar de onderkaak, of invasie van larynxtumoren in het kraakbeen. MRI is echter meer gevoelig voor beweging- en slikartefacten.

II 0

CT

cervico-thoracaal Geïndiceerd [B] CT thorax aangewezen om longmetastasen op te sporen. III PET Geïndiceerd [B] 18FDG PET-scan is geïndiceerd bij de stadiëring van kankers

van de luchtwegen en slokdarm (opsporen van metastasen en secundaire lokalisaties). III/IV Follow-up van behandelde kankers 07L MRI Geïndiceerd [B] 0 CT

cervico-thoracaal Geïndiceerd [B] Voor follow-up van kankers van mondholte, orofarynx, larynx en sinus piriforme na bestraling, chemotherapie of chirurgie; en voor stadiëring van bewezen recidieven.

III PET Geïndiceerd [B] 18FDG-PET is aangewezen voor het uitsluiten van

recidieven (doch niet binnen de 4 maanden na het einde van de stralingstherapie om vals-positieve resultaten (post-therapeutisch inflammatoir weefsel) te vermijden).

(6)

Cervicale adenopathie Stadiëring van cervicale adenopathieën zonder gekende primaire tumor 08L CT

en MRI Gespecialiseerd onderzoek [B] De stadiëring moet zowel klinisch, endoscopisch als met beeldvorming zo volledig mogelijk worden uitgevoerd. Beeldvorming omvat een cervicale, thoracale, abdominale en bekken CT. Eventueel een cervicale MRI met bijzondere aandacht voor de tongbasis en de fossa tonsillaris.

III 0

PET Gespecialiseerd

onderzoek [B] In geval van metastasen van ongekende oorsprong kan 18FDG PET-scan in 10 tot 50% van de gevallen de primaire tumor aantonen en daardoor het therapeutisch beleid bepalen.

III/IV

Schildklier

Stadiëring of follow-up van kankers vereist een multidisciplinaire benadering

Diagnose (schildklier nodulus, zie 01B) 09L Zie 01B Folliculaire schildklierkanker na thyreoïdectomie (subtotaal) 10L

Scintigrafie Geïndiceerd [A] De indicatie van isotopische ablatie en de te gebruiken hoeveelheid jodium-131 moet door specialisten worden bepaald.

Na toediening van een therapeutische dosis jodium-131 (ablatiefase) wordt tijdens stimulatie door HST (HST >30 mU/l) een scintigrafie uitgevoerd. Deze maakt deel uit van de initiële stadiëring van niet medullaire gedifferentieerde kankers en dient om eventuele restanten van metastasen aan te tonen.

(7)

Gedifferentieerde medullaire schildklierkanker- pre-therapeutische stadiëring 11L CT MRI Echografie Gespecialiseerd

onderzoek [B] Voor het opsporen van multipele endocriene neoplasieën is gespecialiseerd advies aangeraden. Stadiëring van medullaire kankers vergt enerzijds een cervicale echografie en MRI (lokale uitbreiding), en anderzijds een hepatische CT en echografie (uitbreiding op afstand). II 0 0 Follow-up folliculaire schildklierkanker na thyreoïdectomie  Vroegtijdige fase (< 1 jaar) 12 L

Echo-doppler Geïndiceerd [A] Behalve bij patiënten die evolutief zijn, berust de follow-up na heelkunde op de dosage van thyroglobuline na stimulatie met TSH, en de cervicale echografie (liefst 4 tot 6 maanden na heelkunde). De aanwezigheid van antistoffen tegen de thyroglobuline kan interfereren met de dosage ervan en een aanpassing van de follow-up vergen.

0

Scintigrafie Alleen

geïndiceerd in bijzondere gevallen [A]

Bij laag-risicopatiënten is een waarde van het thyroglobuline < 1 µg/L (gemeten onder stimulatie met TSH) een argument voor volledige remissie.

In die gevallen is een scintigrafie met jodium 123 niet aangewezen.

Indien het thyroglobuline > 2 µg/L moet een actief letsel worden vermoed (eventueel moet een therapeutische dosis jodium 131 worden overwogen). In de andere gevallen kan men de dosage van thyroglobuline onder stimulatie met TSH herhalen of een scintigrafie met jodium 123 uitvoeren.

Bij hoog-risicopatiënten is een scintigrafie met jodium 123, samen met thyroglobuline dosage, aangewezen.

IV PET CT MRI Geïndiceerd [A] Geïndiceerd [C] Geïndiceerd [C]

Metastasen of residuelen tumoren die het jodium 123 niet fixeren, moeten met 18FDG PET, CT of MRI worden opgezocht.

III/IV III

(8)

Follow-up folliculaire schildklierkanker na thyreoïdectomie  Laattijdige fase (> 1 jaar) 13 L

Echographie Geïndiceerd [A] Laag-risicopatiënten met complete remissie na het eerste jaar worden opgevolgd met regelmatige metingen van het thyroglobuline onder stimulatie en cervicale echografie. 0 Follow-up van geopereerde medullaire schildklierkanker 14L Alle modaliteiten zijn mogelijk: Echografie CT of MRI Botscintigrafie PET Katheterisatie Gespecialiseerd

onderzoek[C] Bepaling van thyrocalcitonine basaal en tijdens een pentagastrine test. Indien de serumconcentratie van thyrocalcitonine > 100 pg/ml is kan men voor lokaliseren van de metastasen volgende onderzoeken uitvoeren: cervicale echografie, cervico-thoracale CT of MRI, hepatische echografie, botscintigrafie, 18FDG PET, veneuze katheterisatie met staalname. 0 II 0 II/III III/IV II/III

(9)

Longen en bronchiën

Stadiëring of follow-up van kankers vereist een multidisciplinaire benadering

Diagnose

15L

RX Geïndiceerd [A] Een normale RX sluit een tumor niet uit. I

CT Geïndiceerd [B] Gevoeliger dan RX thorax. III

PET Gespecialiseerd

onderzoek[B] FDG-PET Karakterisatie van een longnodule > 10 mm. Alternatief voor punctie-biopsie of thoracoscopie.

Bij positief onderzoek is histologische bevestiging nodig. Bij negatief onderzoek is CT follow-up gerechtvaardigd

III/IV

Stadiëring

16L

CT thorax/

abdomen Geïndiceerd [A] Laat evaluatie van de locoregionale uitbreiding toe. III PET Geïndiceerd [B] FDG-PET is nuttig voor het bilan van de uitbreiding naar

lymfeklieren en metastasen op afstand (met uitzondering van hersenmetastasen). Heeft een hoge negatieve predictieve waarde voor aantasting van lymfeklieren.

III/IV

MRI hoofd Geïndiceerd [C] Preoperatief 0

CT hoofd Geïndiceerd [C] Indien MRI niet beschikbaar. II

Echografie/CT

lever Geïndiceerd [C] 0

MRI thorax Als routine niet

geïndiceerd [C] Kan nuttig zijn verhoudingen bij patiënten met apicale tumoren (Pancoast-Tobias) voor de studie van de aanliggende vaten en bij patiënten overgevoelig voor contrastmiddelen of met nierinsufficiëntie.

(10)

Slokdarm

Stadiëring of follow-up van kankers vereist een gespecialiseerde multidisciplinaire benadering

Diagnose 17L RX slokdarm Alleen geïndiceerd in speciale gevallen [B]

RX slokdarm is het eerste onderzoek.

Zie 01G en 02G II

Stadiëring

18L

CT Geïndiceerd [B] Erg nuttig om operabiliteit te bepalen. Zo ja, dient het

onderzoek aangevuld met endoscopie. III

Echo-endoscopie Geïndiceerd [B] Na CT om beter de T en de N te preciseren. 0 PET Geïndiceerd [B] Nuttig in het kader van preoperatief bilan voor het opsporen

van metastasen en voor follow-up van de therapeutische doeltreffendheid.

(11)

Maag

Stadiëring of follow-up van kankers vereist een gespecialiseerde multidisciplinaire benadering

Detectie 19L SMD Alleen geïndiceerd in speciale gevallen [B]

In de meeste gevallen is endoscopie aangewezen omdat het toelaat oppervlakkige kankers op te sporen en biopsies te nemen. In bepaalde gevallen, zoals bij linitis plastica, is RX maag nuttig om de topografische lokalisatie te preciseren.

II

Stadiëring

20L

CT Geïndiceerd [B] CT is erg nuttig voor het opsporen van metastasen in abdomen, pelvis en thorax. Kan worden aangevuld met echo-endoscopie om locoregionale uitbreiding te bepalen.

(12)

Lever, primair maligne laesie

Stadiëring of follow-up van kankers vereist een gespecialiseerde multidisciplinaire benadering

Detectie

21L

Echografie Geïndiceerd [B] Met echografie kunnen de meeste tumoren worden

opgespoord. 0

MRI

CT Gespecialiseerd onderzoek [B] Aangewezen tumormarkers verhoogd zijn, en om echografische letsels te indien echografie normaal is maar karakteriseren.

0 III PET Gespecialiseerd

onderzoek [B] Vroegtijdige risicopatiënten (bijvoorbeeld, patiënten met scleroserende opsporing van cholangiocarcinoom bij cholangitis).

III/IV Stadiëring

22L MRI

CT Geïndiceerd [B] Meest gevoelige methodes voor kwantificeren en lokaliseren van noduli. MRI is beter dan CT voor detectie en karakterisering van kleinere letsels.

0 III PET Gespecialiseerd

onderzoek [B] Aangewezen voor het preoperatief bilan bij patiënten met cholangiocarcinoom die in aanmerking komen voor chirurgie.

III/IV

Lever, secundaire maligne laesie

Detectie

23L

(13)

Pancreas

Stadiëring of follow-up van kankers vereist een gespecialiseerde multidisciplinaire benadering

Detectie

24L

Echografie

CT Geïndiceerd [B] Geïndiceerd [B] Behoorlijke sensitiviteit. Voor geleiden van biopsiename en bepalen van operabiliteit. III 0 MRI MRCP ERCP PET Echo-endoscopie Gespecialiseerde

onderzoeken [B] MRI heeft een hogere gevoeligheid dan CT voor detectie evenals voor differentiatie van chronische en autoimmune pancreatitis. MRI is eveneens beter voor de karakterisering van cystische pancreasletsels. MRCP wordt gebruikt om de anatomie van de galwegen te tonen. ERCP wordt uitgevoerd voor het plaatsen van een endoprothese. PET heeft bij moeilijke gevallen een rol in de differentiële diagnose tussen chronische pancreatitis en pancreaskanker. De echo-endoscopie dient voor het opsporen van kleine tumoren en voor transgastrische of transduodenale biopsiename.

0 0 III III/IV 0 Stadiëring 25L

MRI/CT Geïndiceerd [B] Gebruikt voor preoperatieve stadiëring. Angiografische reconstructies zijn een alternatief voor angiografie.

0 III PET Gespecialiseerd

onderzoek [B] Opzoeken van metastasen. III/IV

Endo-echoscopie Gespecialiseerd onderzoek [B] Aangewezen om bij patiënten die volgens MRI/CT voor heelkunde in aanmerking komen de operabiliteit te bevestigen.

(14)

Colon en rectum

Stadiëring of follow-up van kankers vereist een gespecialiseerde multidisciplinaire benadering

Detectie

26L Zie 17G,

Stadiëring

27L

RX thorax en

Echografie Geïndiceerd [B] Voor het opsporen van metastasen in longen en lever. 0 I Endorectale

echografie Geïndiceerd [B] Nuttig voor de evaluatie van uitbreiding van lage rectale kankers, vooral bij oppervlakkige laesies. 0 MRI

CT Geïndiceerd [B] MRI wordt gebruikt voor de evaluatie van bekken en het opsporen van uitzaaiïngen in het mesorectum. CT is hiervoor minder performant, doch gelijkwaardig aan MRI voor het opsporen van retroperitoneale en mediastinale kliermetastasen. CT is accurater dan RX thorax voor de detectie van longmetastasen. Bij aspecifieke leverletsels op CT is aanvullende MRI aangewezen voor verdere karakterisering. (zie 17L en 26G),

0 III

Follow-up Echografie Niet geïndiceerd [B]

Kan nuttig zijn voor het opsporen van levermetastasen, doch beperkte accuraatheid in chemo-geïnduceerde steatohepatitis en onvoldoende sensitiviteit voor opsporing van kliermetastasen.

0

MRI

CT Geïndiceerd [B] CT is aangewezen bij vermoeden van hepatisch, abdominaal of pelvisch recidief en longmetastasen. Bij diagnostische twijfel is een gerichte MRI te verkiezen. Opsporen van longmetastasen eveneens door CT.

0 III

PET Alleen

(15)

Nieren

Stadiëring of follow-up van kankers vereist een gespecialiseerde multidisciplinaire benadering

Diagnose

29 L

Echografie Geïndiceerd [B] Gevoelig voor het opsporen van renale tumoren > 2 cm en doeltreffend voor het differentiëren tussen cystische en solide massa's. Echografie laat in sommige gevallen toe om massa’s te karakteriseren die niet met CT kunnen worden gedifferentieerd. 0 IVU Alleen geïndiceerd in bijzondere gevallen [B]

IVU is niet gevoelig genoeg voor opsporen van kleine niermassa’s. Ideaal voor opsporen van tumor van de afvoerwegen (nierbekken en de nierkelken, ureter). Wordt steeds meer vervangen door CT urografie.

II

CT

of MRI Geïndiceerd [B] CT is gevoelig voor opsporen en karakteriseren van niermassa’s vanaf 1 à 1,5 cm. MRI kan in bijzondere gevallen een alternatief zijn (patiënten met nierinsufficiëntie, overgevoeligheid voor jodiumhoudende producten, enz…).

III 0

(16)

Stadiëring

30 L CT of MRI abdomen

Geïndiceerd [B] CT en MRI zijn even performant. III 0 CT thorax Geïndiceerd [B] Aangewezen voor opzoeken van eventuele metastasen (in

longen en lymfeklieren). Botscintigrafie en CT hersenen zijn enkel geïndiceerd bij klinisch vermoeden.

III Follow-up

(17)

Blaas

Stadiëring of follow-up van kankers vereist een gespecialiseerde multidisciplinaire benadering

Diagnose

32 L

CT urografie

of IVU Geïndiceerd [B] Cytoscopie is het basisonderzoek voor diagnose van blaastumor. CT urografie of IVU is geïindiceerd voor opsporen van geassocieerde tumoren van de afvoerwegen (nierbekken, nierkelken en urethra).

II II Echografie Als routine niet

geïndiceerd [B] Echografie is niet voldoende gevoelig voor opsporen van kleine blaastumoren (< 5 mm) en is niet doeltreffend voor onderzoek van de bovenste urinewegen.

0 Stadiëring 33 L CT of MRI abdomen en pelvis Alleen geïndiceerd in bijzondere gevallen [B]

Dient systematisch uitgevoerd voor stadiëring van infiltrerende blaaskankers. Niet geïndiceerd bij stadiëring van niet-infiltrerende kankers.

III 0 CT thorax Alleen geïndiceerd in bijzondere gevallen [C]

Geïndiceerd voor opsporing van metastasen bij infiltrerende

blaaskankers. III

PET Alleen

geïndiceerd in bijzondere gevallen [C]

De rol van FDG-PET-scans in het vaststellen van uitbreiding

van infiltrerende tumoren is nog niet duidelijk. III/IV Follow-up 34 L CT abdomen en pelvis CT thorax Alleen geïndiceerd in bijzondere gevallen [B]

Cystoscopie is aangewezen tijdens follow-up van conservatief behandelde oppervlakkige tumoren. CT wordt gebruikt tijdens follow-up van infiltrerende tumoren.

III III CT urografie

of IVU Geïndiceerd [B] Beste technieken voor opsporen van recidieven van urotheliale tumoren van de hogere urinewegen. II II Echografie Gespecialiseerd

(18)

Prostaat

Stadiëring of follow-up van kankers vereist een gespecialiseerde multidisciplinaire benadering

Diagnose

35 L Endo-rectale echografie Gespecialiseed onderzoek [B] Geïndiceerd voor geleiden van transrectale punctiebiopsies. 0 Stadiëring 36 L MRI of CT abdomen en pelvis Alleen geïndiceerd in bijzondere gevallen [B]

Onderzoek van abdomen en bekken is geïndiceerd wanneer tumoruitbreiding buiten de prostaat vermoed wordt. MRI kan de indicatie tot radicale prostatectomie mee helpen bepalen. MRI en CT scoren echter minder goed in het bepalen van uitzaaiingen in de lymfeklieren.

0 III Scintigrafie Alleen geïndiceerd in bijzondere gevallen [B]

De indicatie van skeletscintigrafie hangt af van plasmaconcentratie van PSA, histologische graad van de tumor, uitgebreidheid van de tumor en eventueel klinisch vermoeden van botaantasting (bvb. pijn).

II/III

Follow-up

37 L

Geen indicatie voor systematische beeldvorming tijdens follow-up. Deze berust op de kliniek en op de evolutie van de plasmaconcentratie van PSA. Veranderingen zijn indicatie voor aanvullende beeldvorming (zie 36L).

Testis

Stadiëring of follow-up van kankers vereist een gespecialiseerde multidisciplinaire benadering

Diagnose

38 L

Echografie van het scrotum

Geïndiceerd [B] Toont de intra- of extratesticulaire aard van een massa die klinisch werd vastgesteld.

0 Stadiëring 39 L CT (thorax, abdomen, pelvis)

Geïndiceerd [B] CT is het referentieonderzoek. III Follow-up CT(thorax,

(19)

Ovarium

Stadiëring of follow-up van kankers vereist een gespecialiseerde multidisciplinaire benadering

Diagnose

41 L

Echografie Geïndiceerd [B] De meeste laesies worden gediagnosticeerd door klinisch onderzoek en abdominale en endovaginale Doppler-echografie.

0 MRI (abdomen,

pelvis) Gespecialiseerd onderzoek [B] Voor pijnlijke, volumineuze of complexe tumoren kan MRI nuttig zijn voor diagnose. MRI kan eveneens helpen bij preciseren van de graad van maligniteit.

0

CT Geïndiceerd in

bijzondere gevallen [B]

Voor pijnlijke, volumineuze of complexe tumoren kan CT nuttig zijn voor diagnose. CT kan helpen bij karakteriseren van de tumor en vooral voor diagnose van dermoïdcyste.

III Pre-therapeutische stadiëring 42 L CT (abdomen,

pelvis) Geïndiceerd [B] Aangewezen voor laparotomie. III

MRI (abdomen,

pelvis) Gespecialiseerd onderzoek [B] Alternatief voor CT. 0 PET Gespecialiseerd

onderzoek [B] Eventueel nuttig voor bepalen van lokale uitbreiding of metastasen op afstand. III/IV Follow-up

43 L

CT (abdomen, pelvis)

Geïndiceerd [B] Het klinisch onderzoek en CA 125 worden gebruikt om recidief op te sporen, doch negatieve bevindingen sluiten recidief niet uit. CT of MRI is aangewezen voor beoordelen van de therapeutische respons en opsporen van eventueel recidief.

III MRI (abdomen,

pelvis) Gespecialiseerd onderzoek [B] 0

PET Gespecialiseerd

onderzoek [B] (18F)-FDG-PET-scan is geïndiceerd: - in geval van vermoeden van lokaal recidief of metastasen, vooral bij onverklaarbare verhoging van de serumconcentratie van CA 125.

- of voor meten van respons op de adjuverende behandeling.

(20)

Uterus: cervix

Stadiëring of follow-up van kankers vereist een gespecialiseerde multidisciplinaire benadering

Diagnose

44 L Beeldvorming Niet-geïndiceerd [B] De diagnose gebeurt klinisch.

Pre-therapeutische stadiëring

45 L

MRI (abdomen,

pelvis) Geïndiceerd [B] MRI geeft betere informatie dan CT over lokale en regionale uitbreiding. Betere beoordeling van uitbreiding naar de pelvische en lumbo-aortische lymfeklieren, en naar de urinewegen (blaas en ureter).

0

PET Gespecialiseerd

onderzoek [B] (18F)-FDG-PET-scan kan bij gevorderde kankers van baarmoederhals metastasen in lymfeklieren van het bekken en metastasen op afstand preciseren (stadium IIb en hoger). III/IV Recidief 46 L MRI/CT (abdomen, pelvis)

Geïndiceerd [B] MRI kan therapeutische respons evalueren en eventuele aanwezigheid van residuele tumor/recidief aantonen. Biopsiename gebeurt het gemakkelijkst onder CT geleiding.

0/III PET Gespecialiseerd

(21)

Uterus: corpus

Stadiëring of follow-up van kankers vereist een gespecialiseerde multidisciplinaire benadering

Diagnose

47 L

Echografie Geïndiceerd [B] Doppler-echografie, of zelfs hysterosonografie, is het basisonderzoek voor identificatie en karakterisatie van endocavitair letsel voorafgaand aan hysteroscopie.

0 MRI Als routine niet

geïndiceerd [C] In deze fase slechts een tweedelijnsonderzoek wanneer de baarmoederholte niet toegankelijk is en/of algemene anesthesie tegenaangewezen is.

0

Pre-therapeutische stadiëring

48L

MRI Geïndiceerd [B] Optimale techniek voor identificeren van de tumor en beoordelen van zijn locoregionale uitbreiding. 0

CT Niet geïndiceerd

[B] III

PET Gespecialiseerd

onderzoek [B] De indicatie van de (18)-FDG-PET-scan wordt momenteel geëvalueerd. De onderzoeken zouden moeten uitgevoerd worden in het kader van studies.

Bij opsporen van recidief en in postoperatieve follow-up tonen twee studies (2003 en 2004) aan dat 18-FDG-PET scan recidieven kan opsporen die niet werden vastgesteld met andere beeldvormende technieken.

(22)

Lymfoom

Stadiëring of follow-up van kankers vereist een gespecialiseerde multidisciplinaire benadering

Diagnose

49 L

CT Geïndiceerd [B] Diagnose wordt meestal gesteld door excisie biopsie van een perifere lymfeklier. CT kan diepe laesies aantonen en in afwezigheid van oppervlakkige letsels een diepe biopsie geleiden. Het verslag omvat een gedetailleerde beschrijving van alle laesies met hun afmetingen.

III

Stadiëring

50L

CT Geïndiceerd [B] CT heeft als voornaamste doel een eventuele uitbreiding , supra- of subdiafragmatische (ganglionaire of extra-ganglionaire), aan te tonen en de afmeting van de letsels te bepalen. In functie van de bevindingen moet het onderzoek eventueel uitgebreid worden naar hoofd en hals.

III

MRI Alleen

geïndiceerd in bijzondere gevallen [B]

MRI is voor de initiële stadiëring niet als routine aangewezen, maar scoort even goed als CT voor evalueren van de ganglionaire uitbreiding. Ze kan ook ruggenmerginvasie aantonen, wat implicaties heeft voor de prognose en functie.

0

PET Geïndiceerd [B] FDG-PET-scan is aangewezen bij initiële stadiëring van Hodgkin lymfoom, agressieve MNHL en folliculaire lymfomen, als aanvulling van de conventionele beeldvorming.

(23)

Follow-up

51L

CT Geïndiceerd [B] Respons op de behandeling wordt geëvalueerd door meting van de letsels. Bij Hodgkin lymfoom controleert men de letsels die bij initiële stadiëring werden aangetoond. Bij klinisch vermoeden van recidief of progressie, moet nieuwe CT worden uitgevoerd, best gekoppeld aan FDG-PET (thorax, abdomen en pelvis voornamelijk bij non-hodgkin lymfoom).

III

MRI Als routine niet

geïndiceerd [B] Kan informatie verschaffen over restletsels: residuele mediastinale massa en/of beenmergaantasting. Een pre-therapeutisch referentieonderzoek is aangewezen.

0 PET Geïndiceerd [B] PET is geïndiceerd voor vroegtijdige evaluatie van de

therapeutische respons en bij beoordeling van restletsels van Hodgkinlymfoom en agressief MNHL. FDG-PET is gevoeliger en specifieker dan Gallium 67 vooral voor subdiafragmatische lokalisaties.

(24)

Tumoren van het bewegingsapparaat

Stadiëring of follow-up van kankers vereist een gespecialiseerde multidisciplinaire benadering

Diagnose (zie ook 02D) 52 L RX en MRI CT Geïndiceerd [B] Gespecialiseerd onderzoek [C]

Beeldvorming en histologie zijn complementair.

Beeldvorming moet worden uitgevoerd vóór de biopsie. CT kan nuttig zijn voor preciseren van corticale letsels en calcificaties in de tumormatrix.

I+0 III Scintigrafie Geïndiceerd [B] Botscintigrafie is aangewezen om solitair of multipel

karakter van de letsels aan te tonen, wat de differentiële diagnose beïnvloedt. II/III Stadiëring 53L MRI en RX CT thorax Gespecialiseerd onderzoek [C]

CT laat toe om longmetastasen op te sporen. MRI laat betere locoregionale stadiëring toe.

0+I III PET Gespecialiseerd

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Early modern European states struggled for survival, making it impossible to ‘reinvent the wheel’ each time a problem arose. Hence, it was of tremendous importance to copy, adapt

Langzaam maar zeker zijn we door middel van meerdere sessies gekomen tot een definitieve MoSCoW lijst (zover als mogelijk definitief binnen de DSDM methode) De MoSCoW lijst

Our results suggest that siblings’ behav- ioral influence explains part of adolescents’ behavior in early adolescence in sister pairs, and in later adolescence for brother pairs,

This study is nested in a larger Participatory Action Research (PAR) project (2015‐2018) aiming to improve health promotion (policy) with/ for adolescents (boys

It is remarkable that in Flanders, a new vision screening device has been introduced in 2013 with considerable costs, without secure evidence on how many cases of amblyopia could

Je idee kan nog zo sterk zijn, een lettertype kan het ontwerp maken of breken en veel mensen zijn zich hier niet van bewust.. Als typografie goed op zijn plaats is, is het

De leerlingen met een lage self- efficacy en die gemiddeld of laag scoren in 1vwo zijn niet altijd degenen die op de basisschool weinig Engels hebben gehad, maar wel degenen die

Het totaal aantal uitgezonden positronen bereken je met de totale vrijgekomen stralingsenergie en de energie per positron. De totale vrijgekomen stralingsenergie bereken je met