• No results found

Verslag van de veenkoloniale aardappelrooidemonstratie te Oude - Pekela op 1 en 2 oktober 1958

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Verslag van de veenkoloniale aardappelrooidemonstratie te Oude - Pekela op 1 en 2 oktober 1958"

Copied!
26
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

V O O R V O O R D

De mechan.is8i.tie van de fabrieksaardappelcultuur en wel speciaal het onderzoek naar het mechanisch rooien van

de aardappel is reeds van oude datum.

Zeer zeker zijn in de loop der jaren grote vorderingen gemaakt en is het mechanisch rooien zonder meer goed moge-lijk.

Bij echter de treden.

toepassing van deze arbeidsmethode dient men •beschadiging van de aardappel, die hierbij op kan ., zeer nauwlettend in het oog te houden, omdat juist deze beschadiging bij de verwerking in de fabriek zeer grote gevolgen kan hebben.

eenmaal, hebben over werk-n, dan zou het zeer zeker Wanneer wij de beschikking

tuigen, die feilloos kunnen rooi

aanbeveling verdienen eens consequent na te gaan, wat de maximaal toelaatbare snelheid van de machine is bij het rooien (in verschillende rassen) en welke eisen wij moeten stellen aan het transport naar de fabriek, om onheil te

voorkomen. Uiteindelijk gaat het er om wat toelaatbaar .is en wat de kosten zijn.

Er v/orden al onderzoekingen in deze richting gedaan ;

het komt ons zeer gewenst voor, hier a.lle mogelijke aan-dacht aan te besteden.

Instituut voor Landbouwtechniek en Rationalisatie

De Direkteurs

Ir. H.H. Postuma

I83-I5OO-23/3/I959 CJ.

(2)

2 -Inleiding

In I958 werd de jaarlijkse demonstratie met Veenkolo-niale aardappelverzamelrooiers gehouden op donderdag 2 ok-tober 1958 op het bedrijf van de heer J.H. Schreuder te

Oude Pekela.

Deze demonstratie werd- georganiseerd doors - het Landbouwschap;

- de Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst°9

- de Werkgroep Veenkoloniën van de C.G.R.B. (Werkgroepcom-missie V.B.B.)5

- de Werkgroep van de Landbouwvereniging Oude Pekela; - het Instituut voor Landbouwtechniek en Rationalisatie.

Voorafgaand aan deze demonstratie werden' alle deel-nemende machines aan een uitgebreide beoordeling onder-worpen. Deze beoordeling werd op 1 oktober de gehele dag

en 2 oktober des voormiddags uitgevoerd.

Voor de voorbereiding en de organisatie van de be-oordeling en de demonstratie was de regelingscommissie als volgt samengestelde

R.H. Smook - Stadskanaal, voorzitter

S.J. Greven - R.L.V.D.,Z. Groningen, Veendam Ir. Â. Duinker - C.G.R.B., Groningen

R.L. de Jonge - Oude Pekela R. Marring - Oude Pekela J.H. Schreuder - Oude Pekela H. Mulder - Oude Pekela G. Borgeld - Oude Pekela

R. Bick - R.L.V.D., Z. Groningen, Nieuwe Pekela W, Stevens - Veendam, secretaris.

De beoordelingscommissie, die het werk van de machines voorafgaande aan de demonstratie beoordeelde was samengesteld uit de volgende personen»

R.A. Weites - Rhederveld, voorzitter

Ir. P.W. Bakker Ârkema- R.L.C, voor Landbouwwerktuigen, Wageningen

Ir. A. Duinker - C.G.R.B., Groningen

M. Honingh - Arbeidsinspectie, Groningen Ir. D.J. Pattje - R.L.V.D,, Z.Groningen, Veendam Ir, H.H. Postuma - I.L.R., Wageningen

Dr. J. Hofstee - Proefstation voor Aardappelver-werking, Groningen

A.R. van Dam - Dedemsvaart R. Renkema - Valthermond

Ir. D. Boeschoten - Assen

D. Leemhuis - Lid Alg. Techn. Cie. van het

Landbouwschap, Nieuw -Beerta Ir. E.W. Boogaard - I.L.R., Wageningen, rapporteur.

(3)

Voorafgaande en tijdens de beoordeling van de machines werden door een aantal sub-commissies diverse bepalingen verricht. Deze commissies waren als volgt samengestelde Oommissie technische beschrijving en wegings

H. Hensums, R.L.V.D., Oostelijk Drenthe»

C C . Jongebreur, 'I.L.R., Vageningen, rapporteur. Commissie capaciteit, trekkracht en bediening».

R.Ji- Wollerich, Nieuw Bulnen.

H.A. Schaaf s tal, I.L.R. , Wageringen., rapporteur. Commissie beschadiging en bewaring» •

S.J. Greven, R.L.V.D., Z. Groningen, Veendam. Ir. J.C. Hesen, I.B.V.L., Wageningon.

Ir, W. Vlasblom, AVEBE, Veendam. D. Hofstra, • I.B.V.L., V/ageningen.

J. van Staalduinen, R.L.V.D,, Z. Groningen, Veendam. Dr. A.H.A, de Willigen, Proefstation voor Aardappel-verwerking, Groningen. Voor deze uitgebreide beoordeling en demonstratie is een v/oord van dank aan allen die voor de voorbereiding en

de uitvoering hebben zorg gedragen hier zeker op zijn plaats. Speciaal de heer Schreude.r moet. hierbij met name worden ge-noemd, vanwege de beschikbaarstelling van zijn perceel en

de ruime mogelijkheden die hij de organisatoren van deze

demonstratie tijdens de voorbereiding en de uitvoering heeft gelaten.

II. Omstandigheden

De demonstra fie werd gehouden op een perceel oude Veenkoloniale grond. Het humusgeha.lte van deze grond was ca. 15$. De voorvrucht was haver. Er werd gerooid in het

ras Voran, De aardappelen waren gepoot in vierkantsverband in een plantverband van 52-è.x 52-g- cm. Vooraf werd gemar-keerd, waarna de aardappelen met de voet: werden, lngetro.pt.

Als pootgoed werd de sortering ^> 45 mm gebruikt.

Tijdens het rooien, voor de beoordeling, waren de weers-omstandigheden vrij ongunstig. De weers-omstandigheden van de grond en het gewas, waren vrij gunstig. Tijdens de demon-stratie was het droog we?r. Het loof van de aardappelen

was grotendeels afgestorven. Op het perceel kwam een pleks-gewijze matige onkruidbezetting voor, v/elke bestond uit wat

kweek, muur en -ras. . ,.

III. Beschrijving v^n de machines

De volgorde van de machines waarin deze in het verslag-zijn opgenomen is overeenkomstig de nummering in het pro-gramraa waarvoor de volgorde door loting werd vastgesteld, evenals de plaats ojp het perceel die hen voor de demonstratie werd toegewezen.

(4)

'•I ~

STICRBO

Fabrikant; Landbouwmachinefabriek Sterbo, Hoogeveen. De Sterbo is voorzien van twee grote wielen met lage-druk banden. De aardappelrug wordt opgenomen door een schaar, die bestaat uit twee iets doorgebogen delen. De•diepterege-ling geschiedt ten opzichte van een ro.1, die zich voor de

schaar bevindt. Rechts voor de diepterol is een loofgeleider aangebracht s een kleine rol, die om een verticale as kan

draaien.

De aardappelrug wordt door de schaar op de zeefketting gebracht. Dit is een z.g, hooverketting bestaande uit staven,

die mot de omgebogen uiteinden in elkaar zijn gehaakt. De haken zijn voorzien van een breed draagvlak. De ketting is

achter de schaar in hoogte verstelbaar. Onder de zeefketting is een stel schudders aangebracht. Op de overgang van de

schaar naar de zeefketting bevindt zich een pennentrommel. Dit is een rol met vier rijen kromme pennen, waarvan tijdens

de beoordeling alleen de buitenste rijen aanwezig waren. Deze rol wordt aangedreven en trekt de onkruidzoden uit elkaar.

De zeefkorf is cilindrisch en helt naar achteren af. De wand bestaat uit dunne staven, die a.s,n de binnenzijde zijn voorzien van pennen. De zeefkorf wordt gereinigd door een lange smalle borstel, welke is vervaardigd van uitgeplozen uiteinden van stukjes staaldraad. Achter in de korf zijn

schotjes aangebracht. De aardappelen rollen door de korf naar achteren en worden door de rubber schotjes op de

jacobs-ladder gebracht. Het loof wordt op de pennen meegenomen naar de eerste looftransporteur. De pennen van de looftransporteur zijn met rubber bekleed. De looftransporteur is een gladde

rubber transportband die horizontaal door de korf naar achteren loopt. Hij brengt het loof op de tweede looftransporteur die

zich achter de korf bevindt en naar achteren schuin omhoog loopt. Deze bestaat uit twee rubber riemen, die door staven zijn verbonden. Op de staven zijn korte pennen aangebracht. De helling van de looftransporteur is niet verstelbaar. Onder de ketting zijn twee verstelbare schudders aangebracht die door een excentriek worden bewogen.

De jacobsladder bevindt zich can de linkerzijde van de machine. Het is een smalle rubberband voorzien van dwars-schotjes. De opvoerhoogte is verstelbaar» De uitmonding is voorzien van een zeef, die Vc,naf de trekker bij het uit het werk stellen kan worden gesloten. Deze zeef was tijdens de beoordeling van de machine afgenomen«,

Links voorop het raam van de machine is een trekboom voor de bevestiging van de wagens aangebracht. Deze is

scharnie.. end bevestigd en heeft een verstelbare trekhaak:. De machine wordt aangedreven door de aftakas van de trekker. Door tandwielen te verwisselen kan het toerental van de machine worden aangepast aan de rijsnelheid van de trekker.

Het in en uit het werk stellen vindt plaats door een

hefboom, links voorop het frame. Deze kan niet vanaf de trekker worden bediend.

(5)

5

-BRO£LANG

Fabrikant; H.A. Broenink, Langeveen (Ov.).

De Broelang is voorzien van twee wielen met vliegtuig-banden. De aa,rdappelrug komt tussen twee kleine torpedo's door op de schaar. 'Deze bestaat uit twee delen. De diepte-regeling geschiedt ten opzichte van een kleine rol die zich vlak achter de torpedo's bevindt en over de aardappelrug loopt.

De losse grond wordt door een l«nge zeefketting uit de aardappelen verwijderd. Deze bestaat uit twee rubber riemen die door ijzeren staven zijn verbonden. De aandrij-ving geschiedt door met canvas beklede riemschijven. Onder de ketting zijn een paar rollen aangebracht. Deze worden door een excentriek op en neer bewogen. De slag van de rollen is verstelbaar. Verder zijn op twee plaatsen boven de zeef-ketting een aantal verende tanden aangebracht om loof en onkruidpollen uit elkaar te trekken. Over de verende tanden boven de zeefketting zijn platen rubber aangebracht om be-schadiging van de aardappelen, die hier moeten passeren, te voorkomen. Op de overgang van de zeefketting naar de looftransporteur bevindt zich een grote opvoertrommel.

De looftransporteur bestaat eveneens uit rubber riemen met staven. De staven zijn hier echter voorzien van pennen.

De transporteur loopt naar achteren schuin omhoog. De helling is verstelbaar. Onder de ketting zijn een paar verstelbare schudrollen aangebracht die door een excentriek heen en weer worden bewogen. De transporteur wordt zo gesteld, dat het loof door de pennen wordt meegevoerd en achter de machine op de grond valt, terwijl de aa,rda.ppelen eraf rollen. Deze komen dan terecht in de opvoertrommel.

Dit is een grote, rechtopstaande aangedreven ring, die van buiten met plaatijzer is bekleed en aan de zijde is voorzien van een aantal schotjes. Langs de binnen-omtrek is over een zekere afstand een verende plaat aange-bracht, die voorkomt dat de aardappelen uit de bakjes vallen. De binnenzijde van de bakjes is met schuimrubber bekleed.

De aardappelen worden door deze trommel opgevoerd en vallen op de schudzeef. Deze loopt eerst over enige af-stand naar voren, maakt dan een bocht naar links en mondt buiten de machine uit. De bodem van de schudzeef wordt ge-vormd door roosterstaven. Het uiteinde heeft een bodem van plaatijzer. Het gedeelte van de zeef is opklapbaar. De aan-drijving vindt plaats door een excentriek. Naast de schud-zeef is een staanplaats gemaakt.

De linkerzijde van de machine is voorzien van een trekboom die scharnierend is bevestigd en een verstelbare trekhaak heeft.

De machine wordt aangedreven door de aftakas van de

trekker. . De beweging wordt overgebracht door een rollenketting, een lange as en een gesloten tandvielkast.

Het in en uit het werk stellen geschiedt met behulp van een hefboom links voorop de machine. Deze kan niet vanaf de trekker worden bediend.

(6)

DALCO

Fabrikant? L. Daling, Smilde.

De Dalco is voorzien van twee grote wielen met vlieg-tuigbanden.

De aardappelrug wordt door een tweedelige schaar op-genomen. De diepteregeling geschiedt ten opzichte van een rol, die over de aardappelrug loopt. Voor deze rol zijn twee • torpedo's aangebracht. De aardappelrug wordt door de schaar op een zeefketting gebracht,, die bestaat uit twee staalbout-kettingen onderling door staven verbunden. De schuddende be-weging wordt verkregen door een stel ovale kettingwielen. Boven het begin van de zeefketting is een trommel met kromme pennen aangebracht. Deze wordt aangedreven en dient om loof en onkruidpollen uit elkaar te trekken.

De zeefketting brengt de aardappelen, het loof en on-kruid in de zeefkorf. Dit is een liggende cilinder die near achteren helt. De wand van de korf bestaat uit onder veer-spanning staande roosterstaven, die langs stroken canvas strijken en daardoor gaan trillen. De aardappelen rollen door de korf naar achteren en worden daar door schotjes op-gevoerd. Het loof wordt door pennen meegenomen en valt op

de eerste looftransporteur.

Dit is een gladde rubberband die door de korf naar

voren loopt en het loof op de tweede looftransporteur brengt. Deze bevindt zich aan de voorzijde van de zeefkorf, loopt schuin omhoog en besta,at uit twee rubber riemen, waarop van pennen voorziene staven zijn bevestigd. Het loof wordt op de pennen meegenomen en valt op een glijgoot, waardoor het loof zijdelings naast de machine links op de grond komt. De

helling van de tweede transporteur is verstelbaar. Deze wordt zo gesteld, dat aardappelen, die zich eventueel nog tussen het loof bevinden, niet door de transporteur worden meege-nomen, maar er af rollen en dus niet over de looftransporteur verloren gaan.

De aardappelen worden aan het einde van de korf door schotjes langs een glijplaat geheel naar boven meegenomen. Ze komen vervolgens op een rooster waarvan de staven met plastic zijn bekleed en hiervanaf op een jacobsladder. Deze bestaat uit een smalle rubberband met schotjes die met rubber zijn bekleed. Hij mondt uit in een n^ar achter aflopend

rooster. De opvoerhoogte is verstelbaar.

Links voorop het frame is een trekboom aangebracht waaraan de karren kunnen v/orden vastgemaakt. De trekboom is scharnierend bevestigd. Het trekpunt is verstelbaar.

De aandrijving vindt plaats door de aftakas van de

trekker. Door tandv/iel^n te verwisselen kan men de overbrenging aanpassen aan de trekker die wordt gebruikt.

Voor in en uit het werk stellen is de machine voorzien van een hydraulische hefinrichting. Deze kan met een hefboom vanaf de trekker worden bediend.

(7)

7

-BRAAK

Centraal Bureau G-.Ä., Rotterdam,

De Braam is voorzien van twee wielen met lagedruk

banden. De aardappelrug wordt opgenomen door een tweedelige schaar. Voor de schaar bevinden zich een rol en twee niet

verstelbare plaatijzeren torpedo's. De rol dient'voor een regelmatige diepgang, van de machine. De diepteregeling wordt door middel van een. kleine hefboom fijn ingesteld. De schaar brengt de aardappelrug op een lange, smalle eerste zeefketting« Achter deze eerste zeefketting bevindt zich een eveneens

schuine oplopende iets langere tweede zeefketting. Beide zeef-kettingen zijn vervaardigd uit staalboutzeef-kettingen, die door buizen zijn verbonden. De schudbeweging van beide

zeefketting-en kan door verstelbare schudders wordzeefketting-en geregeld.

De machine heeft verder twee looftransporteurs. Beide bestaan uit ewartkettingen rikt van lange haken voorziene staven. De eerste looftransporteur loopt over een afsta.nd van ongeveer 40 cm boven de eerste zeefketting. De lange? kromme haken nemen het loof van de zeefketting en voeren het naar achteren op de tweede looftransporteur. Deze loopt schuin omhoog en leat het loof achter de machine op de grond vallen.

De aardc.ppelen vallen aan het einde van de zeefketting op de nareinigingsketting. Deze bevindt zich onder het uit-einde van de zeefketting en het begin van de tweede loof-transporteur en loopt schuin naar achteren omhoog. De

na-reinigingsketting bestaat uit vier ewartkettmgen, verbonden door staven waarop U-vormige pennen zijn aangebracht. De

helling van de nareinigingsketting is zodanig, dat de aardappelen er af rollen. De pennen zijn in schuine rijen opgesteld. Hierdoor bewegen de aardappelen zich naar de linkerzijde van de machine. Loofresten en onkruid worden

door de pennen meegenomen en Vallen achter de machine op de grond.

De aardappelen komen in een j;cobsladder, die zich aan de linkerzijde van de machine bevindt. Deze besta-at uit 2 rollenkettingen, waarop bakjes zijn bevestigd. Aan het einde van de jacobsladder komen de aardappelen via een goot in de kar.

De aandrijving vindt plaats do -r de aftakas van de

trekker. Er zijn drie overbrengingsmogelijkheden, zodat het toerental van de 'machine kan v/orden aangepast aan de

rij-snelheid Van de trekker. Het in en uit het werk stellen van de machine geschiedt mechanisch. Kiertoe is een pal-mechanisme aangebracht, dat wordt bediend, door een hefboom vanaf de trekkerzitplaats.

Voor de aankoppeling van de karren is links voorop het raam van de machine een trekboom aangebracht. Deze heeft een verstelbare trekhaak.

(8)

CLIMAX

Fabrikant s Fa. Gebr. Zijlstra en Bolhuis, Veendam.

De Climax is voorzien van twee grote wielen met vlieg-tuigbanden.

De machine heeft aan de'voorkant een rol, die over de aardappelrug loopt en voor een regelmatige diepgang zorgt. Voor deze rol bevindt zich een vaste torpedo. De aardappel-rug wordt opgenomen door een smalle schaar, die schuin op de rijen staat en aan de achterzijde is voorzien van een rooster. Boven de schaar is een werprad aangebracht. Dit staat verticaal en maakt een hoek van ongeveer 45 met de voortbewegingsrichting van de machine. Het bestaat uit een ring, waarop drie rijen afneembare tanden zijn bevestigd. Âan de linkerzijde van dit werprad bevindt zich een schuin

staand aangedreven zeefrad met een doorsnede van 80 cm. In de nieuwste uitvoering zijn de schaar en het zeefrad 4 cm gezakt ten opzichte van de korf.

De aardappelrug wordt door de schaar opgenomen en door het werprad, via het zeefrad in de zeefkorf gebracht. Dit is een cilinder, die enigszins naar voren helt. De wand be-staat uit dunne, verende staven, die langs stroken verstel-baar stevig canvas strijken en daardoor gaan trillen. Bin-nen, in de korf is schroefvormig een rubberbeklede staaf, voorzien van pennen met daartussen een rubberslang,aange-bracht. Deze spiraal dient om de aardappelen door de korf naar de. achterzijde te brengen, die v..n schuinstaande

schotjes is voorzien. De aardappelen worden dooi" de schotjes opgevoerd. De losse grond wordt door de korf uit de

aard-appelen gezeefd.

Het loof en onkruid wordt mee omhoog genomen en valt op de eerste looftransporteur, die horizontaal door de korf naar a.chteren loopt. Dit is een gladde rubberband, die het loof op de tweede looftransporteur brengt. Deze bevindt zich' achter de korf, loopt naar achteren schuin omhoog en bestaat uit twee rubber riemen verbonden door staven, waarop

zich pennen bevinden. De tweede looftransporteur is voor-zien van een paar schudders. Het loof wordt op de pennen mee-genomen .en valt achter de machine op de grond.

De aardappelen, die zich eventueel nog tussen het loof bevinden, rollen van de tweede iooftransporteur af en komen met de aardappelen uit de zeefkorf op de jacobsladder. Deze bevindt zich aan de rechterzijde van de machine, steekt naar achteren uit en bestaat uit een rubber transportband die is voorzien van dwarsschotjes. De opvoerhoogte is ver-stelbaar. Aan het einde van de jacobsladder komen de aard-appelen via een kort gootvormig rooster in de achteraan de machine gekoppelde kar. De staven van het rooster worden ^gevormd door strak gespannen rubbersnoer.

De machine wordt aangedreven door de aftakas van de trekker. Voorop de machine bevindt zich een gesloten tand-wielbak. Door een rollenketting te verleggen kunnen aan het .werprad drie verschillende snelheden worden gegeven. Verder

kan men door verwisseling v..,n kettingvielen het toerental Van de gehele machine aanpassen aan de rijsnelheid van de gebruikte trekker.

(9)

9

-Voor het in en uit het werk stellen is een hydraulische hefinrichting aangebracht, die met een hefboom vanaf de trekker kan worden bediend.

De karren worden achteraan de machine vastgemaakt. Het gewicht van de Climax was 1660 kg.

GRIMMS UNIVERSAL Pa. Zonna, Beilen.

De Grimme Universal is voorzien van 2 wielen met vlieg-tuigbanden. De aardappelrug komt tussen twee torpedo's door op de schaar. Deze besta.at uit twee delen. De diepteregeling geschiedt ten opzichte van een grote rol die zich vlak achter de torpedo's bevindt en over de aardappelrug loopt.

De losse grond wordt door een lange zeefketting uit de aardappelen verwijderd. Deze zeefketting bestaat uit twee rubberriemen die door ijzeren staven zijn verbonden. De aan-drijving geschiedt door met canvas beklede riemschijven. Onder de ketting zijn een paar rollen aangebracht. Deze worden

door een excentriek op en neer bewogen. De.slag van de rollen is verstelbaar. Verder zijn boven de zeefketting een aantal verende tanden aangebracht om loof en onkruidpollen uit

elkaar te trekken. Op de overgang van de zeefketting naar de looftransporteur bevindt zich een grote opvoertrommel.

De looftransporteur bestaat eveneens uit rubber riemen met staven. De staven zijn hier echter voorzien van pennen. De transporteur loopt naar achteren schuin omhoog. De helling is verstelbaar. Onder de ketting zijn een paar verstelbare schudrollen aangebracht, die door een excentriek heen en weer worden bewogen. De transporteur wordt zo gesteld, dat het loof door de pennen wordt meegevoerd en e.chter de machine op de

grond valt, terwijl de aardappelen er af rollen. Deze komen dan terecht in de opvoertrommel.

Dit is een grote rechtopstaande aangedreven ring, waar-van de zijwanden uit plciatijzer bestaan en de wanden waar-van de

schotjes, van de vakjes aan de binnenzijde van de ring ge-heel van rubber zijn vervaardigd. Langs de binnenomtrek is over een zekere afstand een verende plaat aangebracht, die voorkomt dat de aardappelen uit de bakjes vallen.

De aardappelen worden door deze trommel opgevoerd en vallen op de schudzeef. Vanaf deze z^ef komen de aardappelen

over een kort transportbandje in de voorraadbak die voorop de rooimachine is gebouwd. Het transportbandje is opklap-baar om ruimte te geven als de voorraadbak wordt gekipt. Het kippen geschiedt mechanisch met behulp van een frictie-lier, die door de aftakas wordt aangedreven. In de bak is een met rubber beklede plaat aangebracht om de val'van de aard-appelen te breken. De bak heeft een inhoud van ca. 1 m3 en is aan een zijde van een schuine verlengde uitloop voorzien.

De machine wordt aangedreven door de aftakas van de trekker. Er zijn twee overbrengingen voor de aandrijving van de draaiende delen van de machine mogelijk, waarvoor de koppeling van de aftakas aan de machine moet worden omge-stoken. Het in en uit het werk stellen geschiedt met behulp van een palkastautonic.at welke met behulp van een touw vanaf

de trekker kan worden bediend.

(10)

10 -SPY

Fe. V. van Gemeren, Mijnshereniand.

De Spy is oen aardappelverz--imel.rooier die door een trekker wordt getrokken en aangedreven. Het onderstel is voorzien van 2 wielen met luchtbanden. Aan de rechterzijde ka.n dubbel lucht worden gemonteerd. De trekboom van de machine is in lengte en hoogte verstelbaar.

De machine rust met de voorzijde op een rol, die aan weerszijden grote schijfkouters heeft. De rol is in hoogte verstelbaar waarmede de werkdiepte van de schaar wordt ge-regeld. De schaar is tweedelig, gootvormig en voorzien van steenkiepjes. Achter de schaar bevindt zich de zeefketting, die uit met rubber beklede staven bestaat welke twee aan

twee door pleatte haken zijn verbonden. Onder de ketting bevinden zich een paar schudrollen en een paar steunrollen. De schudrollen zelf zijn niet verstelbaar. De schudbeweging kan worden gewijzigd door de zeefketting met twee houten klossen hoger of lager te stellen. Boven de zeefketting bevindt zich een as met verticale staven, die door een veer op de ketting wordt gedrukt. Naast de zeefketting is een staanplaats.

Van de zeefketting komen de aardappelen in de zeef-korf. Dit is een liggende cylinder, enigszins naar achter hellend. De wand wordt gevormd door staven, die op vier hoepels zijn bevestigd. De aandrijving geschiedt met 2 luchtbandenwieltjes aan voor- en achterzijde van -de korf. De staven van de korf en de pennen in de korf zijn geheel

met rubber bekleed. Achter in de korf bevinden zich opvoer-schotjes, waardoor de aardappelen op de opvoerband worden gebracht.

Door de korf loopt een looftransporteur, gevormd door 2

rollenkettingen verbonden door staven, die met van rubber be-klede pennen zijn voorzien. De staven glijden over een dak-vormige plaat. Het loof wordt door de pennen in de korf

mee omhoog genomen, valt op de looftransporteur en wordt naar. achteren afgevoerd. Door de wigvormige constructie rollen eventueel op de looftransporteur terechtgekomen aardappelen weer onder in de korf.

De opvoerketting bevindt zich aan de rechter zijde van de machine en loopt naar voren schuin omhoog. Deze ketting is van gelijke constructie als de zeefketting, bovendien van met rubber beklede meonemers voorzien. Naast de elevator is een opklapbare staanplaats aangebracht. De opvoerketting brengt de aardappelen op de sorteerin-richting. Deze heeft 2 zeven boven elkaar. De zeefbakken rusten aan de ene kant op een schommelarm en aan de andere zijde op veerlatten. De zeven zijn verwisselbaar en lever-baar met en zonder rubber bekleding.

De machine was uitgerust met een dwarstransporteur. De aardappelen komen vanaf de bovenste zeef op een dwars op de machine staande, door een V-snaar aangedreven dwars-transporteur. Deze bestaat uit houten latten met meonemers, die op twee rollenkettingen zijn bevestigd. De helling van de transporteur is verstelbaar door de ketting, waarmede de transporteur is opgehangen, te verlen-en of te verkorten.

(11)

De machine wordt aangedreven door de aftakas van de trekker. In de koppelingsas van de machine is een "beveili-ging aangebracht. Door directe aandrijving of via een

kettingoverbrenging, waarvan de kettingwielen kunnen worden verwisseld, zijn vier aandrijfsnelheden van de machine

mogelijk. De overbrenging naar de afzonderlijke delen van de machine vindt plaats door drijfassen, rollenkettingen en V-snaren.

Het gewicht van de Spy was 1920 kg. MESKEN

Fabrikant0« Pa. H. Mesken, Smilde,

De Mesken is voorzien van twee wielen met lagedruk banden. De aardappelrug wordt opgenomen door een tweedelige schaar. Boven de schaar bevindt zich een trommel waarop

schoepen zijn aangebracht. De rol zorgt voor een juiste diepgang van de machine. De werkdiepte is verstelbaar. De schaar brengt de aardappelrug op de zeefketting. Deze be-staa.t uit twee staalboutkettingen die door niet beklede staven zijn verbonden. Onder de niet met rubber beklede zeefketting is een schudbeweging aangebracht.

Van de zeefkettingen komen de aardappelen in de zeef-korf. Dit is een liggende iets naar achter hellende

cylinder, waarvan de wand door vrij dikke staven wordt gevormd. Aan de binnenzijde zijn met rubber beklede pennen aangebracht. Het einde van de korf is iets nauwer. Aan de buitenzijde van deze kleinere ring bevinden zich de

schot-jes, die voor de afvoer Vcn de aardappelen zorgdragen. Het loof in de korf wordt door de pennen mee omhoog genomen en valt op de eerste looftransporteur. Dit is een gladde band die in de lengte door de korf loopt. Vanaf deze band komt het loof op de tweede looftransporteur. Deze be-staat uit twee rubber riemen, verbonden door staven, die van met rubber beklede meenemer.c zijn voorzien. Onder deze tweede looftransporteur is een tweetal schudders aange-bracht. De helling van de looftransporteur is verstelbaar.

De afvoer van de aardappelen geschiedt door de schotjes aan de buitenomtrek van de. nauwere ring aan het einde van

de zeefkorf.

De aardappelen worden in een stilstaande goot omhoog ge-bracht en komen dan via een rubberfla.p op de transporteur, die ze naar Love.: votr'j. De transporteur brengt de aard-appelen, evenwijdig aan de lengterichting van de machine, schuin naar voren omhoog, op een in dwarsrichting staand schudrooster. Hierop bestaat de mogelijkheid om eventueel nog aanwezige verontreiniging af te rapen.

Aan de linkerzijde van de machine is vooraan het raam een trekboom aangebracht voor het aankoppelen van de wagen. De trekboom is scharnierend en heeft een verstelbaar trek-punt.

De machine wordt aangedreven door de aftakas van de trekker. Door een overbrenging aan de machine heeft men de mogelijkheid van twee toerentallen van de bewegende delen van de machine.

Het in en uit het werk stellen geschiedt hydraulisch met behulp van een hefcylinder, die vanaf de trekker kan worden bediend.

(12)

12 -BERGMANN

Fa.. L.J. Blaauw, Stadskanaal.

De Bergmann is voorzien van 2 wielen met lagedruk "banden. De aardappelrug komt tussen twee torpedo's door op de schaar. Deze "bestaat uit twee delen, aan de achterzijde van steenklepjes voorzien. Boven de schaar is een rol met

schoepen c,angebracht, ten opzichte waarvan de diepteregeling plaats vindt.

De grond wordt door een lange zeefketting van de aard-appelen gescheiden. Deze ketting bestaat uit twee rubber riemen, die door niet beklede ijzeren staven zijn verbonden. Onder do ketting zijn een paa.r niet verstelbare schudders aangebracht. Yan de zeefketting komen de aardappelen en het loof op de looftransporteur. Op de overgang van zeefketting en looftransporteur bevindt zich de opvoertrommel.

De looftransporteur bestaat uit twee rubber riemen verbonden door van pennen voorziene staven. Staven en pennen zijn met rubber bekleed. De transporteur loopt naar achteren schuin omhoog. De helling is verstelbaar. Boven de loof-transporteur zijn een aantal verende pennen aangebracht, welke door een kruk worden bewogen. Deze. dienen om het on-kruid uit elkaar te trekken. Onder de looftransporteur be-vindt zich een door een excentriek aangedreven schudbeweging

De opvoertroraaio-l bestaat uit een grote rechtopstaande ring, waarvan de zijwanden door staven met elkaar verbonden, van plaatjes zijn vervaardigd.

De bodem en de schotjes die de bakjes vormen bestaan uit een lange rubber mat, die is gevlochten tussen de pennen, waar-mede de beide plaatijzeren zijwanden worden verbonden. Langs de binnenomatrek V > D de trommel is op een zekere afstand een verende xolaat aangebracht, Waarmede wordt voorkomen, dat de aardappelen uit de bakjes vallen.

Vanuit de trommel komen de aardappelen op een schud-goot, die door een excentriek wordt aangedreven. Do bodem van de schudgoot is over de helft vc..n de lengte als rooster

uitgevoerd. Vanaf de schudgoot komen de aardappelen via een opklapbaar gootje in een verzamelbak op de machine. Dit gootje moet opklapbaar zijn om het kippen van de voorraad-bak mogelijk te maken.

De voorraadbe.k is aan de voorzijde op de machine gebouwd en heeft een inhoud van 10 hl. Het kippen van de bak geschiedt met behulp van een door de afta.kas aangedreven frictielier. De onderzijde m de aan de stortkant van de bak is als latwerk uitgevoerd. De maximale storthoogte be-draagt 175 cm.

De machine wordt aangedreven door de aftakas van de

trekker, daarbij is één overbrengingsmogelijkheid aanwezig. Het in en uit het werk stellen geschiedt hydraulisch.

(13)

.... 13 -HJINZ-JJIANN

Fa. A. Drenthe, Valthermond. • •

De Heinzelmann is voorzien van 2 wielen met luchtbanden» Het raam van de gehele machine is een huisconstructie»

De aardappelrug komt over een tweedelige schaar in de zeefkorf. Boven voor de schaar is een invoerrol geplaatst. Deze rol is voorzien van rubberlijsten, die enigszins schroef-vormig op de rol zijn aangebracht o

De zeef korf Toestaat uit twee afzonderlijke delen. De beide korven liggen achter elkaar en hebben dezelfde diameter. De eerste korf heeft een lengte van 66 cm en een grote

om-treksnelheid in tegenstelling tot de tweede korf die 108 cm lang is en veel langzamer ronddraait. Zowel de tussenruimte als de dikte van de schuin gepletste zeef staven, die de wand van de korf vormen, zijn bij de tweede kleiner dan bij de

eerste korf. Doordat de randen van de korf geheel vlak zijn kan de overgang van het ;vu teriaal van de eerste naar de tweede korf gemakkelijk plaats vinden. In de tweede korf zijn een aantal pennen aangebracht, die het loof mee omhoog nemen en op de loofafvoer brengen. Aan het einde van de achterste korf zijn een aantal schotjes aangebracht, die de aardappelen over een bepaald deel van de omtrek van de korf opvoeren, tegenge-houden door een klep, en op een boven in de korf uitkomend

schudrooster brengen.

De loofafvoer is uitgevoerd als schudrooster. Deze wordt aangedreven door een excentriek en heeft een aantal in de

lengterichting lopende staven. Het loof dat hierop valt, wordt in lengterichting naar achteren afgevoerd en komt op een platform tussen de achterste korf en de voorraadbak van de machine terecht. Vanaf het platform moet het loof met de hand worden verwijderd.

De aardappelen die uit de achterste korf aan de bovenzijde worden afgevoerd komen ook op een horizontaal schudrooster, waarvan de staven evenwijdig aan de schud-richting lopen. De schudzeef wordt door een excentriek aange-dreven. Aan het einde ven het schudrooster bevindt zich een opklapbaar gootje dat in' werkstand boven do voorraadbak uit-steekt en voor het kippen van de voorraadbak moet kunnen worden opgeKlapt.

- De bak van de Heinzelmann heef o een inhoud van ca.

9 hl. De bodem en een zijkant, waarover de aardappelen worden . gekiept zijn als latwerk uitgevoerd. Het kippen geschiedt met behulp van een frictielier, die door de aftakas kan worden aangedreven.

De machine wordt aangedreven door de aftakas van de

trekker, daarbij, is één overbrengingsniogelijkheid aanwezig. Het in en uit het werk stellen geschiedt met een palkast,

die met behulp van een touw door de bestuurder van de trekker kan worden bediend.

(14)

14 -STORBO, type ÏÏHICUH

Fabrikant s Landbouwmachine^Lriek Sterbo, Hoogeveen. De Sterbe is voorzien van twee wielen met lage druk banden. De ae^rdappelrug wordt opgenomen door een sen,.ar die bestaat uit twee iets doorgebogen delen. De diepteregeling geschiedt ten opzichte v,n een rol, dié zich voor* de schaar bevindt. Rechts voor de"diepteroi is een loofgeleider aange-bracht; een kleine rol, die om een verticale as kom draaien.

De aardappelrug wordt door de schaar op de zeefketting gebracht. Dit is een hooverketting, bestaande uit staven, die met de omgebogen uiteinden in elke ar zijn gehaakt. De haken

zijn voorzien van een breed draagvlak. De ketting is achter de schaar in hoogte verstelbaar. Onder de zeefketting is een stel schuddere aangebracht. Op de overgang Vc-.n de schaar naar de zeefketting bevindt zich een pennentrommel. Deze wordt aangedreven en trekt de onkruidzoden uit elkaar,

Van de zeefketting komen de :.p.rdappelen op een loof-transporteur. Deze heeft een driedelige functie. De reste-rende losse grond wordt tussen de aardappelen verwijderd. Het loof en onkruid wordt zijwaarts afgevoerd en de aard-appelen worden aan do achterzijde van de band omhoog- en afgevoerd. Deze looftransporteur is samengesteld uit 4 rubberriemen die door dunne staven zijn verbonden. Op de steven zijn met rubber beklede pennen aangebracht om het loof mee omhoog te nemen.

Op het punt waar de aardappelen van de zeefketting ep de looftransporteur komen is deze iets komvormig, aan de linkerzijde schuin omhooglopend. Ten opzichte van dit schuinlopend gedeelte maakt het bovenste stuk nog weer een hoek en stae.t bij het gebruik van de machine vrijwel verti-caal. Zowel de helling Y,.n het schuinstaande als van het vrijwel verticaal staande deel zijn verstelbaar. Door een parallelogramconstructie wordt het mogelijk gemeakt dat de heliingshoek van het schuine gedeelte wordt gewijzigd bij

een gelijkblijvende stand ven het bovenste stuk. De helling van het bovenste stuk kan afzonderlijk worden ingesteld. Onder de looftransporteur zijn 3 assen met niet verstelbare schudders aangebracht. De heliingshoek von het vrijwel horizontaal

lopende stuk is in lengterichting ven de machine eveneens verstelbaar, r^ri de achterzijde van de band bevinden zich een aantal rubber schotjes, die de aardappelen omhoog- en afvoeren.

Vanaf de schotjes glijden de aardappelen via een stil-staande goot op de wagen. Do bodem Vc,n deze goot is

uitge-voerd als rooster en bestaat uit met rubber beklede staven. Links voorop het ream van de machine is een trekboom voor de bevestiging ven de wagen aangebracht. Deze is

scharnierend bevestigd en heeft een verstelbare trekheeak» De aandrijving geschiedt door de aftakas van de trekker. Het in en uit het werk stellen gaat mechanisch door de trekkerbestuurder.

(15)

- 15

^ ' Het onderzoek vo,n de machines

Voorafgaande aan de demonstreitie vond een uitgebreide beoordeling van de machines plaats. Hierbij werden waar-nemingen verricht betreffende de trekkracht en de capaci-teit. Ook werden monsters genomen die later op beschadiging werden onderzocht. Tijdens het rooien werd een hoeveelheid aardappelen in zakken opgevangen, waarvan nog tijdens, de demonstratie het percentage verontreiniging is bepaald. De resultaten van de vermelde waarnemingen zullen hieronder worden vermeld en toegelicht.

De beoordeling en monstername van alle machines vond op één stuk van het perceel plaats.

Trekkracht en capaciteit (tabel 1 ) . Machine Sterbo Broelang Dalco Braam Climax G-rimne Universal uspy Mesken Bergmann Heinzelmann Unicum De iGewicht ! in kg i 1 i 11490 11310 Ü 6 6 0 11270 11660 11800 Ü 9 2 0 11790 Î1750 11420 [1330 ri jsnell' Trekker Fordson Major McCormick DGD 4 Farmall D 430 Ritscher 517 Porsche Super Ferguson FE 35 M.A.N. 3 18A David Brown 30 D Zetor A Allis Chalmers D 270 Fordson Major Maximaal motorver-mogen in Rijsnelheid in km/h

_ Pk___ i .

40,6 30,0 30,0 17,0 38,0 37,3 18,0 34,0 28,0 28,0 40,6 3,1 3,3 2,2 1,9 2,8 2,4 2~8 3,3 2,5 2,9 leid van de machines bedroeg .gemiddeld

2,7 km/h. Daarbij reed de Braam het langzaamst, n.1. 1,9 km/h. De Broelang en de Bergmann waren het snelst, n.1. beide

3,3 km/h.

Het vermogen van de gebruikte trekkers liep zeer sterk uiteen n.1. van 17,0 tot 40,6 pk. Hoewel het gewicht van de rooimachines minder sterk uiteenloopt valt het toch op dat de zwaarste machine, de Spy, door een van de lichtste trekkers werd getrokken. Bij de vrij gunstige bodemomstandigheden bleek het werken met deze combinatie moeilijk. Door alle trekkers werd in de eerste of tweede versnelling gereden.

(16)

16 -Verontreiniging (tabel 2)

Machine gewicht van het monster j f> tarra

bruto netto Sterbo Broelang Dale o Braam Climax Grimme Universal spy Mesken Bergmann Heinzelmann Unicum 49,5 44,5 46,0 66,0 40,5 40,0 23,0 46,0 38,5 52,0 47,0 48,5 44,4 45,3 65,0 39,8 39,9 22,5 45,5 37,5 49,0 45,0 2,0 0,2 1,5 1,5 1,8 0,2 2,2 1,1 2,7 6,0 4,4 Het percentage verontreiniging tussen de aardappelen be-droeg gemiddeld 2,1%, hetgeen vrij laag mag v/orden genoemd. Het hoogste percentage verontreiniging werd gevonden bij de

Heinzelmann, het laagste bij de Broelang en de Grimme Universal. Het gewicht van de monsters waaraan de tarrabepaling is ver-richt was gemiddeld bruto 44,8 kg. De monsters werden in

enkelvoud genomen. Beschadiging (tabel 3)

Tijdens de beoordeling werden van til Ie machines een aantal monsters genomen, die naderhand op beschadiging zijn onderzocht. Daartoe werd niet alleen uit de uitloop van de machine een monster genomen, maar ook op verschillende plaatsen uit de machine.

De monstername op verschillende plaatsen kan een indruk de weg die de ±

geYen v a n het verloop van de beschadiging bij

aardappelen door de machine moeten afleggen.

Alle monsters w e r d e n in enkelvoud genomen met een g e

-wicht v e n ca. 1 2 kg. E r zijn dus ßoen aardappelen bemonsterd

die uit de uitloop v a n de machine op de kar zijn gevallen. De monsters werden gedurende

w e r d e n de aardappelen met de als inwendig op beschadiging indeling werd aangehouden?

beschadigd

enkele dagen bewaard, daarn,? hand gewassen en zowel uitwendia beoordeeld, w a a r b i j de volgende

Ernstig tot zeer ernstig M a t i g b e s c h a digd

Licht beschadigd

zware kneuzingen en vleeswonden

kneuzingen en wonden van lichtere aard en schaar-be s oh ad iging

lichte kneuzingen. DD OPGEGEVEN CIJFERS ZIJN UITGEDRUKT IN PROCENTEN VAN H E T AANTAL KNOLLEN. Indien de beschadiging werd uitgedrukt in gewichtsprocenten V a n de totale hoeveelheid zou de v e r -houding ongunstiger w o r d e n , omdat bij het rooien relatief meer grote aardappelen worden beschadigd.

(17)

17

-Ta._~b_.el 3 Beschadiging van de monsters aardappelen genomen op verschillende plaatsen uit de machine, uitge-drukt in procenten van het aantal knollen.

'ila chine i Plaats en no. van het monster

r

ernstig tot zeer ernstig

Beschadigingjn

matig ! licht onbeschadigd

Sterbe Einria zeefketting

Einde zeefkorf Uitlaat 3 3i l i I 8 4 Î 33ï 3 | 40 87i 59 53? Broelang Einde z e e f k e t t i n g Opvoert rommel U i t l a a t 3 *

4

17 27 34 74 61-3-5 61-3-5 * Dalco Zeefketting Einde zeefkorf U i t l a a t 1 * 4 i 6 7 11 Ui Mi 45i 84i 43 35 Braam Tweede z e e f k e t t i n g Onderzijde looftransporteur Uitlaat 2 0 1\ 4 i 4 4 28i 47i 39i 65 48è 54 Cl im ax Begin zeefkorf Einde zeefkorf U i t l a a t 3 * 3 * 7 2 * 4 5 12 36 82 64 52 Grimme Universal Einde zeefketting

Opvoertrjmmel Uitlaat 4 10 Bi 27 29 31 i 65 58 58

Spy Begin zeefkerf

U i t l a a t 11 5 * 29 48 55 44 Jesken Zeefketting Einde zeefkorf U i t l a a t 10 14 26 47 78i 67 38i Bergmann Einde z e e f k e t t i n g Opvoertrommel U i t l a a t 5i 3i 10* ïoi 10-ï-24i 25 74 61 Heinzelmann Unicum

Begin tweede zeefkorf Uitlaat 3 1\ 32 42 58 48i Zeefketting tl id den looftransporteur Uitlaat 2 5* ï o i 19 42è 58 76 50 30i

Door bemonstering van meer pi... kan men enigszins een indruk verkrij tijdens het rooien ontstaat.- Bij de dan ook de tendens in sterke mate aa meer achterin de machine een monster

daarvan in alle -roepen toeneemt. Da niet geheel na.ar voren komt wordt ve slechts 1 monster werd genomen en vo die er hij het nionsternemen ontstaat.

atsen van de machine gen waar de beschadiging cijfers uit tabel 3 is nwezig dat, naarmate men

neemt, de beschadiging t dit in alle gevallen roorzaakt, doordat orts door de spreiding

(18)

Il

De uiteindelijke kwaliteit Vc..n het gerooide produkt wordt weergegeven door liet laatste raonster dat aan de uit-laat Vc..n de machine is genomen. Vanneer we de groepen licht en onbeschadigd s .amen nemen, zien we dat voor alle machines het percentage boven de 80% in sommige gevallen zelfs boven de 90% komt, hetgeen een vooruitgang mag worden genoemd.

Bij alle machines is het percentage ernstig en zeer ernstig beschadigde knollen gemiddeld 3,8%. Het aantal matig beschadigde knollen is c:,. 7,5%, terwijl gemiddeld in de

groepen licht en onbeschadigde aardappelen 88,7% ven alle aardappelen voorkwamen.

Vergelijken we dit met de resultaten van de rooidemon-stratie met veenkoloniale verzamelrooiers in 1957 te Nieuwe Pekela dan mag van een grote vooruitgang worden gesproken. Tabel 4 Vorgelijkinr van de gemiddelde beschadigina* over

1957 en 1958,

; ernstig-zeer ernstig jmatig j licht jonbeschadi^ 1957 8 machines 1958 11 machines 28,1 15,4 7,5 32,3 40,1 24*3 48,6 Uit tabel 4 blijkt, dat er reeds een gunstige

ver-schuiving is opgetreden in de richting van de groepen licht en onbeschadigd. Dit kan mogelijk zijn geworden door kleine verbeteringen aan de machines, zoals rubber bekleding op

diverse plaatsen, waardoor wordt voorkomen dat de aardappelen direkt met draaiende metalen delen in aanraking komen. Daar-naast kan dit gunstiger resultaat worden toegeschreven aan

dat de machine tar onder wordt een juist gebruik van de machine, n.1. zodanig

precies wordt afgesteld op de omstandigheden w; gewerkt.

Een factor die men bij het vergelijken van de resul-taten niet in de hand heeft is de grootte van de knollen. Deze waren in 1958 kleiner dan tijdens de demonstratie in 1957, hetgeen misschien mede van invloed is geweest op de totale be;

•^•"'oen misschien mede van invloed eschadiging welke is opgetreden. De beschadiging, zoals die bij elke lijk is opgetreden, blijkt uit tabel

machine afzondar-3? waarbij monster III (bij de Spy en Heinzelmann no. II) m:,afgevend is voor het

product, zoals dit uiteindelijk door de machine wordt ge-leverd. De interpretatie van deze gegevens worden aan de aandachtige lezer ven dit verslag overgelaten.

(19)

19 -V. Beoordeling van de machines

De beoordeling ven alle machines vond plaats op een apart beoordelingsperceel •> Doordat het monster nemen voor het beschadigingsonderzoek nogal wat tijd in beslag nam was voor de beoordeling van de machine anderhalve dag gereser-veerd. Voorafgaande aan de beoordeling kregen de machines de gelegenheid om op hun eigen demonstratieperceel te zorgen voor een juiste afstelling.,

ST^RBO

Tijdens de beoordeling werd met de Sterbo gereden met een snelheid van 3?1 km/h, getrokken door een Fordson Major trekker. Voor de bediening waren 3 personen aanwezig n.1. de trekkerchauffeur, een man op de wagen die loof en a.ndere

verontreinigingen tussen de gerooide aardappelen"verwijderde en één persoon voor bij de schaar om het stropen van loof

te voorkomen. Het opnemen van de rug ging goed. De machine

had onder deze omstandigheden voldoende zeefcapaciteit. Soms trad een opstopping achter in de zeefkorf oj), waardoor

periodiek met grote hoeveelheden loof wat aardappelen ver-loren gingen. Tijdens het rooien bleven er geen knollen achter in de grond. Wanneer het loof bij de schaar stroopte " werd daar nog een enkele aardappel verloren, evenals over

de looftransporteur.

Tijdens het rooien kwam weinig loof en grond op de

wagen en een matige hoeveelheid onkruid'. Gedurende de beoor-deling werd eenmaal gestopt, omdat de korf dreigde vol te lopen. De korf was tijdens het werk geheel achterover g e -steld. Op de pennentrommel waren 2 rijen pennen aan de

buitenzijde van de schaar aanwezig. De schudbeweging van de zeefketting was bijna geheel uitgeschakeld. De zeef aan de uitloop van de transporteur was tijdens de beoordeling af-genomen. De machine heeft voldoende verstelmogelijkheden. Het in en uit het werk stellen geschiedt met behulp van een hefboom, die vanaf de trekker kan worden bediend. De be-veiliging was voldoende, hoewel de kap over de koppelingsas misschien wat kort was. Door de /angehangen wagen is de

machina alleen linksom wendbaar, doch dit is dan ook goed mogelijk.

De hoeveelheid licht en onbeschadigde aardappelen was 93"è/£ en het tarrapercentage bedroeg'2%. De algemene indruk van het werk was vrij goed, bij een behoorlijke constructie van

de machine. BROELANG

Met deze machine werd gereden met een snelheid van 3,3 km/h, getrokken door een McCormick DGD 4.

Door de bediening waren twee personen aanwezig, te wetens de trekkerbestuurder en één persoon op het platform van de machine om verontreiniging van de schudzeef af te rapen. Voor een goed beveiligde werkgelegenheid zou een leuning

(20)

20

-De sch;,r.r nein de ru,:-j o)ed op, doch het loof stroopte

af en toe. De zeefcapaciteit van de lange zeefketting was voldoende, daarbij verwerkte de machine het loof en onkruid redelijk. Tijdens liet rooien "bleven er eeen knollen achter

in de grond5 er traden verliezen op bij de looftransporteur. Ca, de wagen kwam slechts weinig loof en grond en een matige hoeveelheid onkruid.

Op het einde van de zeefketting werden de aardappelen nogal sterk in beweging gebracht, hetgeen een bezwaar be-tekent als de grond snel is uitgezeefd. Er moest vanwege het stropen van het loof tweemaal tijdens de beoordeling worden gestopt. De normale verstelmogelijkheden bij deze machine zijn voldoende, de beveiliging was echter niet toe-reikend; er miste een halve afschermkap over de koppelings-as, evenals een leuning om het platform.

Het in het werk stellen kan wel v.-naf de trekker plaats vinden, doch niet liet uit het werk stellen. De wendbaarheid met aangespannen wagen is good, als extra voorziening was boven de zeefketting een rubber kap aangebracht.

De hoeveelheid licht en onbeschadigde aardappelen be-droeg samen 89"è$? het tarra-percentage lag zeer laag n.1. 0,2$. De algemene indruk van het werk was vrij goed bij een redelijke constructie vo.n de machine.

D A D O O

De Dalco werd getrokken door een Farmall D 430 trekker. Ir werd tijdens de beoordeling gereden met een snelheid van

2,2 km/h.

Voor de bediening waren twee personen aanwezig, te wetens de trekkerbestuurder en een persoon op de wagen, die

verontreinigingen tussen de gerooide aardappelen verwijderde» Feitelijk zou een derde man aanwezig hebben moeten zijn om

verstoppingen teg^n te gi an.

Het opnemen van de rug ging vrij moeilijk, omdat de schaar waarschijnlijk niet geheel glad w?>s. Daardoor kwam ook vrij veel stropen v, ,n het loof voor.

De zeefkorf kon liet loof onvoldoende verwerken. Door-dat de afvoer uit de korf niet regelmatig ging, liep deze vol en bleef af en toe stilstaan. Er bleven tijdens het rooien

geen knollen in de grond achter, Doon" het stropen bij de

schaar en met het loof over de looftransporteur gingen knol-len verloren. Gedurende het rooien kwam geen grond, slechts weinig loof en een matige hoeveelheid onkruid op de wagen.

Het verstoppen met loof van de korf en het terugvallen van aardappelen op de j: .cobsladder zijn beide punten waar

beschadiging aan het oogstproduct ken optreden. Voor het stropen bij de schaar en vanwege optreden van korfslip moest driemaal tijdene de beoordeling worden gestopt,

De normale verstelmogelijkheden bij deze machine zijn voldoende. Het in en uit het werk stellen kon geschieden met behulp ven de hefinrichting van de trekker of een pal aan de machine. De beveiliging v/as voldoende De constructie van de machine maakte in het algemeen een iets minder solide indruk. Het percentage licht a onbeschadigde aardappelen bedroeg 80i$; het tarragehalte was 1,5$. Deze machine maakte een me-.tig goede indruk op de commissie.

(21)

21

-De Braam werd getrokken door een Ritsciier 517» -De machine werd tijdens de "beoordeling gereden met een snel-heid v...n 1,9 km/h.

Voor de bediening weren tv/e e personen aanwezig, de trekkerchauffeur en een persoon op de kar om verontreini-gingen af te rapen en tevens toezicht op het werk van de machine te houden»

De schaar nam de rug goed op en het loof stroopte niet. De zeefcapaciteit was void jene o en het loof en on-kruid werden goed verwerkt«

De machine liet bij het rooien geen knollen_in de 'gr^nd ach oer. Er traden echter wel verliezen op, ûver de

tweede loofscheider gingen nogal veel aardappelen verloren. Op de wagen kwam tijdens het rooien geen loof en

grond en slechts zeer weinig onkruid. Z;r traden geen

storingen op. De normaal o.anwezige verstelmogelijkheden zijn voldoende. Het in &n uit het werk stellen geschiedde met behulp van een ratel, waarv,::n de hefboom vanaf de

trekker kon worden bediend. De beveiliging was goed. De wendbaarheid was linksom goed, ir waren gee^- extra

voor-zieningen aan de machine aangebracht. Er dient nog te. worden opgemerkt dat de trekker buiten de rijen loopt, waardoor aan de zijde v.:n het perceel maar één rij blijft

zitten. De jacobsladder draait vrij snel waardoor de aard-ajjpelen op de a.fv vergoot worden gesmakt.

De algemene indruk over de constructie van de Braam. WcuS goed. De hoeveelheid licht en onbeschadigde knollen bedroeg 93i,g hij een tarra-gehaite van 1,5$. De algemene indruk ve,n de werking van de machine was goed. Bij deze

'rijsnelheid is de dagcapaciteit van de machine echter iets lan de kleine kant.

-71 O 1

CLIMAX

De Climax werd getrokken door een Porsche Super waar-mede tijdens de beoordeling met een snelheid van 2,8 km/h werd gereden. De bediening bestond uit tv/ee personen, één

op de trekker en één op de wagen om verontreinigingen af te rapen.

De combinatie van schaar, werprad en zeefrad kon de aardappelrug zeer goed opnemen. Stropen van het loof kwam niet voor. De zeefcapaciteit was ruim voldoende. Halver-wege de korf was reeds alle grond uitgezeefd. Ook het loof

en onkruid werden in de korf goed verwerkt.

Na het rooien bleven er ook geen knollen in de

grond achter, terwijl bij het rooien door de machine ook geen

knollen werden verloren.

Op de wagen kwam vrijwel peen grond en slechts een weinig loof en een weinig onkruid.

Er zijn e an de machine voldoende verstelmogelijkheden aanwezig. Het in en uit het werk stellen komt tot stand met

een oliepomp die vanaf de trekker kan v/orden bediend.

De beveiliging is voldoende, uitgezonderd de draaiende aan-drijf rollen van de korf, die vrij ver naar buiten steken.

(22)

- 22

De w?,rens worden aan de achterzijde aangespannen, hetgeen de wendbaarheid van de machine ten goede komt. Er waren geen extra voorzieningen '.'.an de machine aangebracht. Constructief maakte de machine een goede, solide indruk.

Met het werprad in de middelste stand van de aan-drijving en de korf op het laagste toerental draaiend werd een beschadigingspercentage van 88% verkregen in de groepen licht en onbeschadigd; het bijbehorende tarra-gehalte

be-droeg 1,8%. Door de vlotte wijze van werken maakte de ma-chine tijdens de beoordeling een zeer goede indruk. GRIMME UNIVERSAL

De Grimme Universal werd getrokken door een Ferguson FE 35 en reed met een snelheid van 2,4 km/h.

Voor de bediening waren twee personen nodig; de trekker-chauffeur en een mL,n .aan de zeef. Deze laatste heeft hier

een zeer goede werkgelegenheid.

De schaar nam de rug goed oio, waarbij Qeen stropen van het loof voorkwam. De zeef capaciteit v/as voldoende. Het loof en onkruid werden zeer goed verwerkt. Er kwamen slechts enkele onkruidpollen op de zeef voor do voorraadbak die hier nog gemakkelijk door de bedieningspersoon van de machine konden v/orden af geraapt.

Er bleven bij het rooien geen knollen in de grond achter, elders traden ook geen verliezen bij de machine op. Storingen tijdens het werk en gedurende de beoordeling

kwamen ook niet voor. Tijdens het rooien kwamen de aardappelen zonder loof, grond en onkruid schoon op de weggen, hetgeen

ook uit het zeer lage tarra-gehalte van 0,2% naar voren komt. Er zijn voldoende verstelmogelijkheden aanwezig, het toeren-tal van de machine is gemakkelijk te wijzigen door het

ver-stellen van de koppelingsas aan de machine. Het in en uit het werk stellen gaat met behulp v.-n een palkast die door de aftakas wordt aangedreven en v- .n.c.f de trekker kan worden bediend.

De beveiliging van de machine was goed. Doordat de aardapxoelen in de voorraadbrak v/orden -erooid en dus geen wagen wordt aangespannen is de machine zeer goed wendbaar. Als extra vojrzienina .was aan de bovenzijde een kleed over de looftransporteur gespannen. Constructief heeft deze ma-chine een goede indruk gemaakt.

Voor 89è% werden de aardappelen ingedeeld in de groepen licht en onbeschadigd, daarbij gerooid met een zeer geringe

hoeveelheid verontreiniging. De Grimme Universal maakte a,ls een goede' delide machine, vlot werk en een goede indruk,

SPY

De Spy werd getrokken door een M.A.N. B 18A en werd daarbij door drie personen bediend, waarvan een trekkerbe-s tuurde.-. . De beide anderen waren 'belast met het af rapen van verontreinigingen op de opvoorband en de transporteur. Het opnemen van de rug door de schaar ging metig, daarbij'stroopte het loof nogal eens. De zeefcapaciteit was matig en het vele loof en onkruid konden slecht worden verwerkt.

De verliezen bestonden uit heel enkele in de grond

achterblijvende knollen. Voorts werd door de looftransporteur nog wat verlies achter de machine veroorzaakt. Op de wagen

(23)

23

-Door het stropen bij do schaar moest tijdens de be-oordeling éénmaal worden gestopt.

De aanwezige verstelmo^.eli jkheden zijn voldoende. ' Het in en uit het werk stallen kon-niet vanaf de trekker plaats-vinden. De aangebrachte beveiligingen weren voldoende en de wendbaarheid van de machine is goed. Voor deze demon-stratie waren s>en extra voorzieningen aan de machine

aan-gebracht.

Deze machine v/as het hoogst in gewicht ten opzichte van alle aanwezige ma.ch.ineG en maakte daarbij constructief een solide indruk. De voortbeweging en de aandrijving met de 18 pk

trekker, die als trekkracht- en candrijvingsbron werd ge-bruikt, bleek te gering te zijn. Het percentage licht -en onbeschadigde knollen v/as 92$ en het tarra-gehalte bedroeg 2,2$. De machine maakte door de onregelmatigheid van het werk een matige indruk.

MaSIÏ^N

, De Mesken werd getrokken door een David Brown 30 D met rijsnelheid van 2,8 km/h.

Voor de bediening van de machine waren twee personen aanwezig, n.1. de trekkerbestuurder en een persoon die be-last was met het uitrapen van verontreinigingen tussen de aardappelen op de zeef aan de uitlaat van de me chine. De

werkgelegenheid was hier minder goed, omdat de aardappelen niet gemakkelijk van de uitloop kwamen. Hierbij moest nog door de bedieningsman worden geholpen. Aanvankelijk nam de schaar de rug rratig goed op; later ging dit beter. Het loof stroopte niet, doordat het door de rol met schoepen goed naar binnen werd geleid. De zeefcapaciteit'was ruim vol-doende. Het loof werd door de machine goed verwerkt. Over de zeef aan de uitlaat kwam nogal wat onkruid.

Tijdens het rooien bleven geen knollen achter in de grond. Soms ging een enkele knol bij de s e k a r verloren

door minder goed opnemen van de rug.

Op de wav;en kwam Weinig loof en grond en een matige

hoeveelheid onkruid.

Zr trad éénm.al storing op, v/aar bij de aanspanning aa.n de machine achter de trekker werd gewijzigd. De aan-drijving van de korf slipte ook éénmaal.

De aanwezige verstelmogelijklieden aan de machine zijn voldoende. Het in en uit het werk stellen geschiedt hydraulisch en is van.,f de trekker te bedienen. De beveili-ging; van de machine is goed. Als extra voorziening was boven de diepterol een zak aangebracht om het eankleven van grond tegen te g.an. In het algemeen maakte de machine constructief een matig-e indruk. Het percentage licht en onbeschadigde aardappelen bedroeg 85l2$5 het tarra-gehalte was laag n.1. 1,1$. Het werk van de machine tijdens de beoordeling maakte voor de commissie een behoorlijke indruk.

BERGMANN

De Bergmann werd met een rijsnelheid van 3S3 km/h

(24)

24

e r

De m,:.chine word bediend door 2 personen, Wr.arvc?,n een de trekker "bestuurde en óen persoon can de schudzeef 'zijn plaats had. De schaar nam de rug; goed op, w a a r b i j g e e n stropen v,:.n het loof voorkwam«, ï)e zeef capaciteit is ruim voldoende en het loof en onkruid kunnen prima worden v e r -w e r k t .

Tijdens het rooien bleven er geen knollen in de grond achter. V/el traden v e r l i e z e n op van aardappelen, die over de looftransporteur verloren gingen. 3r kwam slechts weinig l o o f , grond en onkruid b i j het rooien op de wa.gen. Storingen kwamen niet voor.

De machine m....wkte de indruk solide te zijn, met v o l -doende verstolmogelijkheden« De hydraulische in en uit het werkstelling was niet vanaf de trekker te bedienen. De b e -veiliging was goed. Door de opgebouwde voorraadbak is de wendbaarheid ook goed.

De ma.chine reeds iets snel, waardoor misschien wat v e r -lies optrad, doch leverde vlot werk. Het percentage licht en onbeschadigde aardappelen bedroeg 8 6 $ , het tarra-gehalte 2,7$.

hhJlNZlihMANN

De Heinzelmann werd getrokken door een Allis Chalmers en reed met een snelheid ven 2,5 km/h.

V o o r de bediening van de ma,chine w a r e n 3 personen nodig, w a a r v a n een op de trekker en twee- personen op de machine

aanwezig waren. De beide laatsten stonden op het platform voor de bak en raapten verontreinigingen v a n de schudzeef. De se In ..ar nam de rug goed op; stropen v a n het loof kwam niet voor. De zeefcapeciteit w a s matig, evenals de verwerking Va.n het loof en het onkruid.

Tijdens het rooien bleven er ßöen knollen in de grond

achter, V/el traden verliezen op met het af rapen van het loof en onkruid, waarmede ook aardappelen verloren gingen.

In de bak van de machine kwam slechts weinig grond, doch een matige hoeveelheid loof en onkruid ondanks het vele handwerk dat door de twee bedieningspersonen ...an de schudzeef werd verricht.

Storingen kwamen tijdens het werk niet voor.

De machine is v r i j laag gebouwd, goed geconstrueerd, maar v r i j ingewikkeld. De normale verstelmogelijkheden zijn aanwezig. Het in en uit het werk stellen geschiedt h y d r a u -lisch en k a n vanaf de trekker geschieden. De beveiliging en

de wendbaarheid waren goed. air waren fjeen extra voorzieningen

aan de machine aangebracht.

riet beschadigingspercentage van licht en onbeschadigde aardappelen bedroeg 90-g-$, De verontreiniging was verreweg het h o o g s t , n.1. 6,0$, w a a r b i j nog twee man voor bediening a anw e z i g w ar e n.

De kwaliteit v a n het werk werd clan ook slechts als matig beoordeeld, w a a r b i j de indruk werd gevestigd dat de machine voor deze omstandigheden minder geschikt w a s .

(25)

25 -STLRBO, type UNICUM

De Unicum word getrokken door een Fordson Major trekker; er werd met een snelheid van 2,9 km/h gereden.

De "bediening bestond uit twee personen, de trekkerchauffeur en de man ep de wagen, bel.-st met liet afrajjen van

veront-reinigingen.

De schaar nam de rug goed op, stropen van het loof kwam niet voor. Het uitzeven van de grond ging vrij goed, evenals de verwerking van het loof en onkruid.

Bij het rooien bleven er geen knollen in de grond

achter. Ir traden nog wel geringe verliezen v„n aardappelen op, die met het loof over de looftransporteur zijwaarts werden afgevoerd.

Op de wagon kwam slechts weinig grond en loof, doch een matige hoeveelheid onkruid.

De kans bestaat, da.t door de strippen aan de achter-zijde van de loofscheider, de plaats waar de aardappelen omhoog worden gevoerd, beschadiging optreedt.

Ruime verstolmogelijkheden zijn in voldoende mate a,anwezig. Het in en uit het werk stellen kan vanaf de trekker plaats vinden. Afgezien van het feit dat de kap van de aftak-asbeveiliging niet lang genoeg was, werd voorts voldoende aandacht aan de beveiliging besteed. Er waren geen extra voorzieningen aan de machine aangebracht.

Constructief maakte dit prototype van de machine een gesc.'dkte indruk.

Het beschadigingspercentage in de groepen licht en

onbesciic'digde aardappelen beliep 88-5$; het percentage veront-reiniging was wat hoger dan het gemiddelde vom de andere

machines en bedroeg 4,4/£.

De algemene indruk over-deze nieuwe machine kon gunstig worden genoemd.

(26)

... 26 -VI. Slotbeschouwing

Wanneer de resultaten van deze demonstratie worden vergeleken met die van de demonstratie in 1957 te Nieuwe Pekela gehouden, dan is zeer zeker verbetering in de kwali-teit van het geleverde werk waar te nemen.

Weliswaar werd op ^en ander perceel, dus onder andere omstandigheden met een santal andere machines gewerkt, waar-door de resultaten slechts globaal vergelijkbaar zijn,

doch in hot algemeen gaf de demonstratie een meer bevredi-gende indruk.

Vanneer de in cijfers uitgedrukte waarnemingen met elkaar worden vergeleken dan zien we dat ten opzichte van 1957 "bij een iets hogere rijsnelheid de beschadiging sterk is verminderd.

Hoewel d^ aardappelen waarin dit jaar werd gev/erkt minder groot waren dan in 1957 en dus de beschadigingskans

ook geringer was, zijn er ook nog andere oorzaken die het beschadigingspercentaga hebben doen afnemen.

Allereerst zijn d-. .ar dan kleine verbeteringen aan de machines zelf. Soms waren dit alleen maar een eenvoudige bekleding of bescherming van uitstekende delen van de machine met behulp ven rubber of plastic, welke vaak al een grote mate van ernstige beschadiging konden voorkomen.

Zeer belangrijk is echter de me.nior waarop de machine wordt gebruikt. Op de demonstratie kwam dit al naar voren. De machines werden gereden met weinig toeren op de bewegende delen. Verschillende machines waren op een laag toerental afgesteld bij een geringe schudbeweging van de zeefkettingen, zeven of de korf.

Daarbij werd de grond langer vastgehouden waardoor be-schadiging van de aardappelen werd voorkomen. Door te rijden op een hogere versnelling van de trekker met minder toeren op de aftak kan een zo gunstig mogelijke omstandigheid

voor het rooien met de machine worden bereikt. De grond vervult een beschermende functie voor de aardappelen tegen beschadi-ging. De delen van de machine weiar doorgaans geen grond meer aanwezig is, moeten terdege met rubber of plastic zijn be-schermd.

Het is zeer wel mogelijk om met elk type machine

tijdens liet rooien een zeer hoog percentage beschadiging te bereiken. Door alle bewegende delen van de machine afzonder-lijk goed af te stellen kan beschadiging sterk worden ver-minderd. Met nadruk wordt hierbij de aandacht op de bescha-diging gevestigd. Weliswaar speelt de verontreiniging ook een rol bij de kwaliteitsbeoordeling van de gerooide partij, doch daartegenover staat dat de tarra in de vorm van loof, grond en onkruid zich tijdens het verwerken ven de aard-appelen op eenvoudige wijze laat verwijderen, in tegen-stelling tot reeds beschadigde aardappelen, die niet worden verwijderd. Gewichtsverliezen en rot veroorzaken, bij de kwaliteitsbeoordeling mede klasseverlaging van de partij bij keuring op de fabriek en govun tenslotte nog 'moeilijkheden bij de verwerking tot aardappelmeel.

Bij het gebruik ven de irachine moet men dus van het feit doordrongen zijn dat men slechts werk van eerste kwa-liteit verkrijgt door een juist gebruik van de machine en een goede afstelling, waarbij niet de punten als capaciteit en de m:te van verontreiniging ven de gerooide aardappelen de doorsla,«; moeten a;oven.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

en enkel kanaal monden hier de wijken niet direct uit op het kanaal maar is sprake van een opdeling kanaal – hoofdwijk – wijken. Evenals het kanaal hebben de hoofdwijken veelal

Het schoolplan 2010 voor De Apollo, VMBO-t met HAVO onderbouw voor leerlingen die extra zorg nodig hebben, is bedoeld als werkdocument.. In dit schoolplan wordt de huidige

Indien een leerling een handicap of stoornis heeft die ernstige gedragsproblemen met zich meebrengt, leidend tot een ernstige verstoring van de rust en de veiligheid in de groep, dan

Bij de variatie laag/hoog houdt een factor van 0,870 tot 5 jaar na AOW-leeftijd in dat een op de betreffende (vervroegde) pensioenleeftijd direct ingaand

a) maak een ‘eerste-orde’ schatting van de hoeveelheid bio-ethanol die voor de Nederlandse benzinemarkt moet worden geproduceerd in 2005 respectievelijk 2010 volgens de Brusselse

Wanneer een leerling niet in de gelegenheid is om aanwezig te zijn bij een toets (bijvoorbeeld vanwege ziekte), dient dit tenminste 15 minuten vóór aanvang van de toets telefonisch te

licht en wild rood fruit door semi-carbonische maceratie, frisse zuren, licht kruidig in de afdronk, ongeklaard en ongezwaveld – glas 9,00 / fles 45,00. Domaine Buisson, Saint

De eerste kerk werd in 1695-96 gebouwd in Winschoterzijl, en is in 1836 vervangen door het huidige gebouw, ontworpen door de Groningse Waterstaatsopzichter W.. Raammaker en