• No results found

De premiegrondslag bestaat uit twee delen:

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "De premiegrondslag bestaat uit twee delen:"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bijlage met tarieven, afkoopfactoren en voorwaarden pensioenreglement A2006:

1. bepalen van de fiscale ruimte als bedoeld in artikel 13 lid 7;

2. tarieven voor aankoop pensioen als bedoeld in artikel 15 en 16;

3. de voorwaarden voor deeltijdpensioen als bedoeld in artikel 20;

4. de sekseneutrale vervroegingsfactoren voor levenslang ouderdomspensioen als bedoeld in artikel 19;

5. de sekseneutrale factoren met betrekking tot variatie in hoogte van het pensioen als bedoeld in artikel 21;

6. de sekseneutrale factoren met betrekking tot uitruil van nabestaandenpensioen in ouderdomspensioen en omgekeerd als bedoeld in artikel 22;

7. de sekseneutrale afkoopfactoren als bedoeld in artikel 33 lid 4;

8. tarieven voor afkoop niet ingegaan nabestaandenpensioen als bedoeld in artikel 33 lid 5;

9. tarieven voor afkoop niet ingegaan wezenpensioen als bedoeld in artikel 33 lid 5;

10. afkoop kleine niet ingegane pensioenaanspraken als bedoeld in artikel 24 lid 8 en 27 lid 6.

De voorwaarden en beleidsuitgangspunten voor de bepaling van de tabellen als hieronder weergegeven gelden tot het moment waarop het bestuur besluit deze te wijzigen.

De tarieven en factoren uit onderstaande tabellen die wijzigen op basis van externe factoren, waaronder begrepen overlevingstafels van het actuarieel genootschap kunnen bij wijziging van die externe factoren, na consultatie van de actuaris, worden vastgesteld door de directeur als bedoeld in artikel 5 van de statuten van de stichting. De directeur draagt er zorg voor dat de meest recente tabellen zijn gepubliceerd op de website van het fonds. De directie stelt het bestuur op de eerste volgende bestuursvergadering na de aanpassing in kennis van de wijziging van een tabel.

1. Bepaling van de fiscale ruimte als bedoeld in artikel 13 lid 7

Gehanteerde maximum grondslag basispensioen en (geoorloofde) franchise betreft cijfers van het voorgaande jaar. Deze worden jaarlijks aangepast.

De premiegrondslag bestaat uit twee delen:

Premiegrondslag A:

De franchise die van toepassing is in de basisregeling minus de franchise die volgens de Wet LB minimaal in aanmerking moet worden genomen. De ruimte die de franchise biedt, wordt in deze grondslag benut. Over het verschil van € 2.406 kan conform de maximale beschikbare premiestaffel premie worden ingelegd (staffel 2 tabel 1).

Hierbij geldt dat voor degene die minder werkt dan het gebruikelijke aantal arbeidsuren de percentages nog vermenigvuldigd worden met de parttimefactor.

Premiegrondslag B:

Als premiegrondslag B gelden alle salarisbestanddelen die geen onderdeel zijn van de pensioenberekening, zijnde;

- Salaris-emolumenten waarover geen pensioen wordt opgebouwd, tot en voor zover dit inclusief het pensioengevend salaris niet het fiscale maximum (2017 € 103.317) overstijgt.

Hierover kan conform de maximale beschikbare premiestaffel premie worden ingelegd (staffel 2 tabel 1).

(2)

Hierna is in een tabel de premie weergegeven als een percentage van de betreffende grondslag.

Netto

staffel betreft fiscale ruimte reglement A2006: cijfers 2017

Leeftijd Maximale staffel Grondslag A Grondslag B

op basis van 1,875%

middelloon tabel 1 staffel 2

over € 2.406 (2017)

over salaris waarover geen pensioen wordt opgebouwd

20-24 4,7 4,7 4,7

25-29 5,7 5,7 5,7

30-34 6,9 6,9 6,9

35-39 8,4 8,4 8,4

40-44 10,2 10,2 10,2

45-49 12,5 12,5 12,5

50-54 15,4 15,4 15,4

55-59 18,9 18,9 18,9

60-64 23,6 23,6 23,6

65-67 27,7 27,7 27,7

2. Aankoop extra pensioen als bedoeld in de artikelen 15 en 16

Uitgesteld pensioen Direct ingaand pensioen

Leeftijd OP

OP + 70%

latent NP Leeftijd OP NP

OP + 70%

latent NP

55 10,799 12,396 55 20,730 20,684 22,269

56 11,093 12,731 56 20,327 20,287 21,908

57 11,398 13,077 57 19,914 19,880 21,536

58 11,714 13,433 58 19,490 19,464 21,153

59 12,042 13,799 59 19,058 19,039 20,761

60 12,382 14,177 60 18,614 18,605 20,357

61 12,738 14,569 61 18,162 18,163 19,944

62 13,108 14,972 62 17,701 17,712 19,521

63 13,495 15,391 63 17,228 17,251 19,086

64 13,900 15,826 64 16,746 16,782 18,641

65 14,325 16,278 65 16,255 16,304 18,185

66 14,779 16,743 66 15,761 15,811 17,712

67 15,260 17,229 67 15,260 15,311 17,229

Vorenstaande sekseneutrale tarieven per € 1 aan pensioen gelden bij de aanwending bij de stichting van pensioenkapitaal individuele vrijwillige regeling, excedent B reglement of levensloopregeling, als bedoeld in de artikelen 15 en 16 van dit reglement.

Deze tabel geldt voor het jaar 2017 en is gebaseerd op een vaste rekenrente van 3%.

Voor bepaling van de aankoopbedragen wordt op het tarief een opslag gehanteerd van:

- de excassopslag zoals gehanteerd volgens de Abtn (exc. opslag 2,10%).

3. Deeltijdpensioen

De voorwaarden voor deeltijdpensioen als bedoeld in artikel 20 zijn als volgt:

1. voor het gedeelte van het dienstverband dat in stand blijft geldt voorzetting van de pensioenopbouw tot de pensioendatum onder hantering van de regels die gelden voor parttimers;

2. voor het gedeelte van het dienstverband waarvoor vervroegd met pensioen gegaan wordt gelden de factoren voor vervroeging van de pensioendatum als hieronder vastgesteld, waarbij het evenredige gedeelte van het latente nabestaandenpensioen, behoudens uitruil volgens de factoren voor uitruil als hieronder vastgesteld, wordt gesteld op het bedrag dat op de datum van vervroegde (deel)pensionering is opgebouwd;

3. variabel ouderdomspensioen als bedoeld in artikel 21 is eerst mogelijk op het tijdstip waarop het gehele pensioen ingaat.

(3)

4. Vervroeging pensioeningang

Met betrekking tot de vervroeging van de pensioendatum als bedoeld in artikel 19 gelden de volgende sekseneutrale vervroegingsfactoren voor levenslang ouderdomspensioen.

(Vervroegde) pensioenleeftijd

Standaard Tarief vervroegd

pensioen

Tarief vervr.pensioen met

gar. vanaf 66 jr

Tarief vervr.pensioen

met gar. vanaf 65 jr

55 0,521

56 0,546

57 0,572

58 0,601

59 0,632

60 0,665

61 0,701 0,702

62 0,741 0,742

63 0,783 0,785 0,787

64 0,830 0,832 0,834

65 0,881 0,883 0,886

66 0,938 0,940 0,940

67 1,000 1,000 1,000

Deze tabel geldt voor het jaar 2017 en is gebaseerd op een vaste rekenrente van 3%.

In verband met pensioenomzettingen in het verleden (van 65 naar 67 jaar) wordt bij de vaststelling van de vervroegingsfactoren rekening gehouden met een minimum toetswaarde. Voor medewerkers waarvan de AOW- uitkering ingaat op de 66-jarige leeftijd danwel 65-jarige leeftijd gelden de tarieven uit de kolommen tarief vervroegd pensioen met garantie vanaf 66 jaar respectievelijk tarief vervroegd pensioen met garantie vanaf 65 jaar.

Een factor voor vervroeging van ouderdomspensioen van 0,783 op leeftijd 63 betekent een op de vervroegde pensioenleeftijd opgebouwd ouderdomspensioen van € 1.000 ingaand op 67 jaar, kan worden ingeruild voor een ouderdomspensioen van € 783,00 ingaand op de vervroegde pensioenleeftijd.

Het latente nabestaandenpensioen ondergaat geen wijziging bij vervroeging en blijft dus gebaseerd op hetgeen op het moment van de vervroegde pensionering is opgebouwd.

5. Variabel pensioen

Met betrekking tot de variatie in hoogte van het pensioen in artikel 21 gelden de volgende sekseneutrale factoren.

(Vervroegde) pensioenleeftijd

Tot AOW-leeftijd Tot AOW-leeftijd + 5 jr 75/

100

100/

75

75/

100

100/

75

55 0,852 1,150 0,890 1,103

56 0,846 1,158 0,885 1,108

57 0,840 1,167 0,880 1,114

58 0,833 1,177 0,875 1,120

59 0,826 1,188 0,870 1,127

60 0,819 1,199 0,864 1,134

61 0,811 1,213 0,858 1,142

62 0,802 1,227 0,851 1,151

63 0,793 1,244 0,844 1,160

64 0,783 1,262 0,837 1,171

65 0,773 1,283 0,829 1,184

66 0,762 1,306 0,820 1,197

67 0,750 1,333 0,810 1,213

(4)

Deze tabel geldt voor het jaar 2017 en is gebaseerd op een vaste rekenrente van 3%.

Bij de variatie laag/hoog houdt een factor van 0,870 tot 5 jaar na AOW-leeftijd in dat een op de betreffende (vervroegde) pensioenleeftijd direct ingaand gelijkblijvend ouderdomspensioen van € 1.000 kan worden ingeruild voor een ouderdomspensioen van € 870 tot 5 jaar na AOW-leeftijd, dat daarna wordt verhoogd tot 100/75e van deze € 870.

Bij de variatie hoog/laag houdt een factor van 1,177 tot AOW-leeftijd in dat een op de betreffende (vervroegde) pensioenleeftijd direct ingaand gelijkblijvend ouderdomspensioen van € 1.000 kan worden ingeruild voor een ouderdomspensioen van € 1.177 tot AOW-leeftijd, dat daarna wordt verlaagd tot 75% van deze € 1.177.

Het latente nabestaandenpensioen ondergaat geen wijziging bij een keuze voor variatie in hoogte en blijft dus gebaseerd op hetgeen op het moment van de (vervroegde) pensionering is opgebouwd.

Met betrekking tot het bij hoog/laag en laag/hoog buiten aanmerking blijvende uitkering (AOW-variatie) als bedoeld in artikel 21 gelden de volgende sekseneutrale factoren.

Leeftijd Factor

55 0,920

56 0,832

57 0,747

58 0,664

59 0,583

60 0,503

61 0,426

62 0,350

63 0,277

64 0,205

65 0,135

66 0,066

67 0,000

Deze tabel geldt voor het jaar 2017 en is gebaseerd op een vaste rekenrente van 3%.

Een factor 0,503 op 60-jarige leeftijd betekent dat ter verkrijging van € 1.000 extra uitkering tot AOW-leeftijd

€ 503 uitgesteld ouderdomspensioen dient te worden ingeruild.

Indien voor een extra uitkering wordt gekozen, naast de variatie hoog/laag of laag/hoog, wordt eerst de extra uitkering vastgesteld en vervolgens de hoog/laag of laag/hoog factoren toegepast op het verlaagde

ouderdomspensioen.

6. Uitruil OP/NP

Met betrekking tot de uitruil van nabestaandenpensioen in ouderdomspensioen en omgekeerd als bedoeld in artikel 22 gelden de volgende sekseneutrale factoren.

Uitruil op pensioendatum:

(Vervroegde)

pensioenleeftijd Omzetting OP in NP Omzetting NP in OP

55 9,428 0,106

56 9,003 0,111

57 8,596 0,116

58 8,206 0,122

59 7,834 0,128

60 7,475 0,134

61 7,134 0,140

62 6,807 0,147

63 6,491 0,154

64 6,187 0,162

(5)

65 5,895 0,170

66 5,656 0,177

67 5,425 0,184

Deze tabel geldt voor het jaar 2017 en is gebaseerd op een vaste rekenrente van 3%.

Bij omzetting OP in NP op leeftijd 62 jaar houdt een factor van 6,807 in dat een uitgesteld levenslang ouderdomspensioen van € 1.000 op de ontslagleeftijd kan worden uitgeruild tegen een latent nabestaandenpensioen van € 6,807,00.

Bij omzetting NP in OP op leeftijd 62 jaar houdt een factor van 0,147 in dat een op de ontslagleeftijd latent nabestaandenpensioen van € 1.000 kan worden uitgeruild tegen een uitgesteld levenslang ouderdomspensioen van € 147,00.

Het nabestaandenpensioen na uitruil kan nooit meer bedragen dan 70% van hetgeen fiscaal op de pensioeningangsdatum als pensioengevend loon in aanmerking kan worden genomen.

7. Afkoop kleine pensioenen bij ingang ouderdomspensioen

Ten aanzien van een afkoop als bedoeld in artikel 33 lid 4 gelden de volgende sekseneutrale afkoopfactoren.

Leeftijd OP latent NP

55 20,730 2,199

56 20,327 2,258

57 19,914 2,317

58 19,490 2,375

59 19,058 2,433

60 18,614 2,490

61 18,162 2,546

62 17,701 2,600

63 17,228 2,654

64 16,746 2,707

65 16,255 2,757

66 15,761 2,787

67 15,260 2,813

Deze tabel geldt voor het jaar 2017 en is gebaseerd op een vaste rekenrente van 3%.

Een factor voor afkoop van OP van 16,746 op leeftijd 64 betekent dat € 100 direct ingaand ouderdomspensioen kan worden afgekocht door een uitkering van € 1.674,60.

Een factor voor afkoop latent NP van 2,707 op leeftijd 64 betekent dat € 100 meeverzekerd

nabestaandenpensioen (naast een direct ingaand ouderdomspensioen) kan worden afgekocht door een uitkering van € 270,70.

8. Afkoop nabestaandenpensioen bij ingang

Voor de afkoop van direct ingaand levenslang nabestaandenpensioen als bedoeld in artikel 33 lid 5 gelden de volgende sekseneutrale afkoopfactoren.

Leeftijd Afkoop-

factor Leeftijd Afkoop-

factor

20 29,472 44 24,465

21 29,331 45 24,166

22 29,187 46 23,857

23 29,037 47 23,540

24 28,882 48 23,215

(6)

26 28,557 50 22,537

27 28,387 51 22,184

28 28,210 52 21,823

29 28,028 53 21,453

30 27,839 54 21,073

31 27,645 55 20,684

32 27,444 56 20,287

33 27,236 57 19,880

34 27,021 58 19,464

35 26,800 59 19,039

36 26,571 60 18,605

37 26,335 61 18,163

38 26,092 62 17,712

39 25,841 63 17,251

40 25,582 64 16,782

41 25,315 65 16,304

42 25,040 66 15,811

43 24,757 67 15,311

Deze tabel geldt voor het jaar 2017 en is gebaseerd op een vaste rekenrente van 3%.

Een factor van 17,251 op 63-jarige leeftijd betekent dat € 100 direct ingaand nabestaandenpensioen kan worden afgekocht door een uitkering van € 1.725,10.

9. Afkoop wezenpensioen

Leeftijd

Afkoop-

factor Leeftijd

Afkoop- factor

0 18,602 14 10,794

1 18,145 15 10,103

2 17,674 16 9,391

3 17,190 17 8,658

4 16,690 18 7,903

5 16,176 19 7,125

6 15,646 20 6,324

7 15,101 21 5,498

8 14,539 22 4,648

9 13,960 23 3,773

10 13,364 24 2,871

11 12,750 25 1,942

12 12,117 26 0,985

13 11,466 27 0,000

Deze tabel geldt voor het jaar 2017 en is gebaseerd op een vaste rekenrente van 3%.

Een factor van 11,466 op 13-jarige leeftijd betekent dat € 100 direct ingaand wezenpensioen kan worden afgekocht door een uitkering van € 1.146,60.

10. Afkoop kleine niet ingegane pensioenaanspraken

De afkoopfactoren bij afkoop van nog niet ingegane pensioenaanspraken in enig jaar als bedoeld in artikel 24 lid 8 en artikel 27 lid 6 zijn gelijk aan de koopsomfactoren die in dat jaar worden gehanteerd in de

pensioenadministratie van de stichting, waarbij zowel voor mannen als voor vrouwen een op het fonds gebaseerd sekseneutraal tarief wordt toegepast.

(7)
(8)

In 2017 bedragen de betreffende afkoopfactoren:

Afkoopfactoren bijzonder nabestaandenpensioen als bedoeld in artikel 24 lid 8:

Leeftijd Afkoop-

factor Leeftijd Afkoop-

factor

20 0,608 44 1,609

21 0,635 45 1,666

22 0,662 46 1,726

23 0,692 47 1,785

24 0,722 48 1,845

25 0,754 49 1,906

26 0,787 50 1,968

27 0,821 51 2,031

28 0,856 52 2,093

29 0,893 53 2,156

30 0,931 54 2,219

31 0,970 55 2,281

32 1,011 56 2,340

33 1,054 57 2,398

34 1,097 58 2,455

35 1,142 59 2,510

36 1,188 60 2,564

37 1,236 61 2,615

38 1,286 62 2,663

39 1,336 63 2,709

40 1,388 64 2,751

41 1,442 65 2,790

42 1,496 66 2,805

43 1,552 67 2,813

Een factor van 1,388 op 40-jarige leeftijd betekent dat € 100 bijzonder nabestaandenpensioen kan worden afgekocht door een uitkering van € 138,80.

Afkoopfactoren ouderdomspensioen als bedoeld in artikel 27 lid 6:

Leeftijd Afkoop-

factor Leeftijd Afkoop-

factor

20 4,324 44 8,092

21 4,441 45 8,305

22 4,560 46 8,523

23 4,682 47 8,748

24 4,807 48 8,979

25 4,935 49 9,216

26 5,067 50 9,460

27 5,202 51 9,712

28 5,340 52 9,971

29 5,482 53 10,238

30 5,627 54 10,514

31 5,776 55 10,799

32 5,929 56 11,093

33 6,085 57 11,398

34 6,245 58 11,714

35 6,410 59 12,042

(9)

37 6,751 61 12,738

38 6,929 62 13,108

39 7,110 63 13,495

40 7,297 64 13,900

41 7,488 65 14,325

42 7,684 66 14,779

43 7,886 67 15,260

Een factor van 8,305 op 45-jarige leeftijd betekent dat € 100 ouderdomspensioen kan worden afgekocht door een uitkering van € 830,50.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Over het lijden van Jezus Christus. Zijn ambt, waardoor Hij ons verlost heeft en zalig maakt. Het eerste deel is tot dusver verklaard in de vorige

Naast dit gemeentelijke jaarverslag is er ook een uitgebreider jaarverslag van Libau met een meer thematische weergave van onze inzet in 2019, een aantal inspirerende

[r]

Daartoe is in de wet vastgelegd dat een eventuele verdere verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd jaarlijks wordt bepaald aan de hand van de macro gemiddelde

[r]

Overigens betekent de constatering dat de administratieve organisatie voldoende tot goed is, en er bij de interim controle geen fouten zijn aangetroffen, niet dat

Wanneer een leerling niet in de gelegenheid is om aanwezig te zijn bij een toets (bijvoorbeeld vanwege ziekte), dient dit tenminste 15 minuten vóór aanvang van de toets telefonisch te

Maar, u kunt er ook voor kiezen om een werknemer na zijn AOW-gerechtigde leeftijd in dienst te houden of een nieuwe werknemer aan te nemen die de pensioengerechtigde leeftijd