• No results found

Geweld en intimidatie in rampjaar 1868 in Louisiana

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Geweld en intimidatie in rampjaar 1868 in Louisiana"

Copied!
59
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

GEWELD EN INTIMIDATIE IN RAMPJAAR 1868 IN LOUISIANA

De rol van geweld en intimidatie in het rampjaar 1868 in de Amerikaanse staat Louisiana ten tijde van de Reconstructieperiode 1862-1877

R. van Hertum

4472BM ‘s Heer Hendrikskinderen

Mail: j.a.m.van.hertum@umail.leidenuniv.nl

Collegekrt.: s0606251

Thesiswerkstuk

Studierichting American History Universiteit Leiden

30 juni 2012

Professor A. Fairclough Corrector E. Van der Bilt

(2)

Inhoudsopgave Bladzijde

Inleiding: Rampjaar 1868 3

1. Historische kijk op de Reconstructie 7

2. Voorspel voor het slagveld 22

3. Rampjaar onthult naderend einde Reconstructie 29

4. Trekken aan een dood paard tot 1877 41

Conclusie: Rampjaar toont onvermijdelijk einde Reconstructie aan 54

(3)

Inleiding: Rampjaar 1868

1868 was een rampjaar in de geschiedenis van de Verenigde Staten en specifiek in de geschiedenis van de zuidelijke staat Louisiana. De vijand kwam niet uit Rusland, Engeland, Frankrijk of Spanje. De opponent voor de Afro-Amerikanen, die na vele eeuwen

onderdrukking in 1865 hun vrijheid verworven, kwam van binnenin. De voormalige meesters, waarvoor de ex-slaven generaties lang hadden gewerkt, konden de verworven vrijheid van de Afro-Amerikanen niet verkroppen. Deze plantagehouders hadden in 1861 de Amerikaanse burgeroorlog gestart om zogenaamd op te komen voor hun constitutionele vrijheden. Maar de verworven vrijheden van de Afro-Amerikanen konden zij vier jaar later niet tolereren.

Waarom niet?

Achter die vraag zit een heel complex antwoord schuil. Als eerste is het belangrijk om de grote verschillen tussen de Verenigde Staten in het midden van de negentiende eeuw en het begin van de eenentwintigste eeuw te begrijpen. Vlak na de burgeroorlog was de zuidelijke maatschappij ontworteld. Niet alleen had het zuiden de burgeroorlog verloren, ook waren vele mannen gesneuveld. Daarnaast waren de overgebleven inwoners hongerig en uitgeput door de misoogsten van 1865 en 1866. Grote delen van het zuiden waren vernietigd, wegen waren opgebroken, spoorwegen waren kapot en huizen waren afgebrand. Het zuiden had zijn eer verloren. En als klap op de vuurpijl verloor het zuiden zijn werkkrachten, de

Afro-Amerikanen.

Voor de burgeroorlog keken de plantagehouders tevreden naar hun bezit. De slaven werkten hard en lang, waren doorgaans gehoorzaam en hoefden alleen te worden voorzien van kleding, voedsel, drinken en onderdak. De plantage-eigenaren zagen zichzelf als een soort vader voor hun naïeve Afro-Amerikaanse kinderen. Het zogenaamd paternalisme, waarbij de vader het beste wist wat zijn kinderen wilden, maakte na de burgeroorlog plaats voor het criminaliseren van de Afro-Amerikanen. De laatstgenoemde groep mensen werd weggezet als verkrachters, een gevaar voor de samenleving en onmachtig om goede beslissingen te nemen op sociaal, economisch en vooral politiek vlak. De Afro-Amerikanen en hun Republikeinse bondgenoten braken de macht van de Democraten af. In de ogen van de Afro-Amerikanen werd na de burgeroorlog de Afro-Amerikaanse gemeenschap recht gedaan. Zo kregen de ex-slaven een kans om economische en politieke invloed uit te oefenen in de staat waar zij woonden. Maar de blanke Democraten verzetten zich tot het uiterste en wisten de Radicale Reconstructie af te breken en de meeste veranderingen in de Redemptie terug te draaien.

In dit werkstuk zal het onderzoeksobject worden beperkt. Ondanks dat de hele

Amerikaanse natie op de achtergrond een rol zal spelen en de hele Reconstructie belangrijk is, zal dit onderzoek zich richten op één jaar in één staat: Louisiana in 1868. De keuze voor het jaar 1868 komt voort uit de gedachte dat in 1868 de fundamenten werden gelegd voor het mislukken van de Reconstructie in Louisiana en daarmee voor het gehele zuiden van de Verenigde Staten. De keuze voor Louisiana is met een reden. De Pelikaanstaat kreeg speciale aandacht tijdens de Reconstructie. Als eerste vanwege de bloederige New Orleans rellen van 1866. Daarnaast vond de opmerkelijke Colfax moordzaak plaats in de Pelikaanstaat.

Vervolgens speelde mee dat de Afro-Amerikanen, net als in Mississippi en South Carolina, in de meerderheid waren, waardoor de Republikeinen een grote kans hadden om bij eerlijke verkiezingen te winnen. Bovendien duurde de Reconstructie het langste in Louisiana. Ook speelde mee dat Louisiana als voorbeeld diende hoe de Reconstructie van president Abraham Lincoln zou moeten werken. Niet te vergeten had president Ulysses Simpson Grant speciale belangen in Louisiana. Zijn schoonbroer, James Casey, vervulde een belangrijke rol in de Republikeinse partij in de Pelikaanstaat. Daarbij had de Reconstructie in Louisiana wellicht de grootste kans van slagen door het relatief grote aandeel van Creolen in de bevolking. Deze vrije Afro-Amerikanen waren goed opgeleid en konden hun vrijgelaten ‘broeders’ leiden in de

(4)

Reconstructieperiode. Zij hadden de educatie om politieke functies te vervullen en droegen bij aan de Radicale Reconstructie van Louisiana.

1868 was een keerpunt in de geschiedenis van de Amerikaanse staat Louisiana. De in 1863/1865 gestarte Reconstructie in de Pelikaanstaat kreeg vanaf 1868 te maken met een fundamenteel gewelddadig verzet van een groot deel van de bevolking. De meeste blanken verzetten zich bij de tweede verkiezingen in 1868 tegen de macht van de Republikeinse partij, die voor de blanke zuiderlingen verbonden was met de Afro-Amerikanen. De oorzaak van het blanke verzet moest worden gezocht in het verlies van de politieke macht van de Democraten, de nieuwe economische omstandigheden en de veranderde sociale verhoudingen. De

Reconstructie betekende voor de verslagen zuiderlingen een grote mentale nederlaag, die alleen kon worden verwerkt door terug te slaan naar de winnaars van de Amerikaanse burgeroorlog, de Republikeinen en hun bondgenoten.

In dit werkstuk zal worden betoogd dat het jaar 1868 de belangrijkste oorzaak van het mislukken van de Reconstructie zal blootleggen. In het begin van het verkiezingsjaar

probeerden de blanke Democraten hoopvol de Afro-Amerikanen te overtuigen om op de Democratische partij te stemmen. De verkiezing van gouverneur Henry Clay Warmoth, die door bijna alle Afro-Amerikanen in de Pelikaanstaat gesteund werd, betekende een

omslagpunt in het denken van de Democraten. De Democraten beseften dat ze niet alleen via wettelijke, politieke, sociale en economische middelen hun macht op de Republikeinen konden terugveroveren. Extreme middelen waren nodig.

Belangrijk is om te beseffen dat ongeveer de helft van de stemgerechtigden in

Louisiana in 1868 Afro-Amerikaans was. De ex-slaven hadden het stemrecht gekregen en een deel van de zuidelijke blanke bevolking had het stemrecht verloren. Hierdoor stond de

traditionele verdeling tussen de twee rassen, blank en donker, onder druk. De blanken zagen nog één optie om de Republikeinen van de macht te verdrijven: geweldsgebruik. In dit werkstuk zal worden betoogd dat het geweld, de intimidatie, de moorden en de bedreigingen, de belangrijkste oorzaak vormden voor het einde van de Reconstructie. Deze oorzaak werd duidelijk zichtbaar in het jaar 1868, waardoor dat jaar kon worden beschreven als het rampjaar van de Pelikaanstaat. Het jaar waarin het einde van de Reconstructie werd

aangekondigd werd vergezeld door een golf van Republikeinse doden en gewonden rondom de verkiezingen in november van het genoemde jaar.

Om het standpunt te verdedigen dat 1868 het belangrijkste jaar was in de

Reconstructie, doordat de massale geweldsgolf destijds begon, is het nodig om een aantal zaken vast te stellen. Als eerste zal het jaar 1868 moeten worden belicht. Wat veranderde in dat jaar met betrekking tot het geweldspatroon in Louisiana en waarom? Ten tweede zal het belang van het geweld in de Reconstructie moeten worden aangetoond. Was geweld de doorslaggevende oorzaak van het mislukken van de Reconstructie? Welke plaats namen de andere factoren in, in het mislukken van de Reconstructie? Hoe belangrijk waren de

beslissingen van de rechters, de houding van het noorden, de corruptie van de Republikeinse partij, de economische crisis, de voortdurende sociale spanningen en het onvermogen van de Republikeinen om de Afro-Amerikanen te beschermen? Ten derde kwam de vraag op hoe in andere zuidelijke staten met de Reconstructie werd omgesprongen. Werd in Texas veel geweld gebruikt en welk effect had dit op de politieke macht in die staat? Hoe verliep de

Reconstructie in South Carolina en Mississippi, waar eveneens de Afro-Amerikanen een stemmeerderheid bezaten? Ten vierde kwam de vraag op welke rol geweld speelde in de Redemptie, de periode na de Reconstructie? Nam het geweld in de Redemptie spectaculair af, omdat het doel van het geweld, de Reconstructie laten mislukken, behaald was?

Al die vragen hebben als doel om een beeld te laten ontstaan, waaruit duidelijk zal worden dat de fundamentele oorzaak voor het mislukken van de Reconstructie, het geweld van de Democraten, al in 1868 zichtbaar was. Nadat de Democraten in 1868 hadden

(5)

aangegeven hoever zij bereid waren te gaan om de Reconstructie te laten mislukken, werd duidelijk dat de Republikeinen drie keuzes hadden. De eerste keuze was het gebruiken van geweld en intimidatie tegen de Democraten. De tweede keuze was het inzetten van de wettelijke middelen om de Democraten op te sluiten of angst aan te jagen, zodat zij stopten met het plegen van geweld tegen de Republikeinse stemmers. De derde keuze was om de Democraten hun gang te laten gaan en te hopen dat op een gegeven moment de storm zou gaan liggen. De derde optie werd spoedig afgeschreven, omdat de Democraten de

vastberadenheid toonden om door te gaan met het plegen van geweld, totdat de Reconstructie beëindigd zou zijn en de economische, politieke en sociale macht volledig terug was bij de Democratische partij. Het was tevens onmogelijk om een tweede burgeroorlog te starten in het zuiden van de Verenigde Staten. De noordelijke politici zouden de steun van de noordelijke bevolking snel verliezen voor een eventuele ‘regering door de bajonet’ in de zuidelijke staten. De politici zagen zich genoodzaakt om te kiezen voor de tweede optie: het inzetten van allerlei wettelijke middelen om de Democraten van het geweld af te houden. Echter, deze optie brokkelde de Republikeinse macht om talloze redenen geleidelijk af. Niet alleen veroordeelden plaatselijke rechters en jury’s een aangeklaagde Democraat niet, ook liet het hooggerechtshof in de beruchte Colfax moordzaak de Democratische daders van de

slachtpartij in Colfax lopen.

Achteraf gezien waren de Democratisch onverzettelijkheid en de wil van de Democraten om de Republikeinen met geweld te verslaan de belangrijkste factoren in het mislukken van de Reconstructie. In het jaar 1868 waren in Louisiana deze elementen al zichtbaar, waardoor het genoemde jaar als het belangrijkste jaar in de Reconstructie kan worden aangemerkt. In dit werkstuk zal de volgende hoofdvraag centraal staan: Was de Reconstructie in de Amerikaanse staat Louisiana door het verloop van het jaar 1868, waarin de Democraten hun vastberadenheid toonden om met massaal geweld de Reconstructie te laten falen, gedoemd om te mislukken?

Dit werkstuk wil een kleine bijdrage leveren aan de voortdurende discussie omtrent de Reconstructie. In de historiografie is een algemene consensus bereikt dat de Reconstructie van het zuiden door de Republikeinen mislukt is. Twee andere vragen bleven in de historiografie centraal staan. Als eerste behandelden de historici de vraag of het mislukken van de

Reconstructie onvermijdelijk was. Ten tweede rees de vraag wat de oorzaak was of de oorzaken waren van het mislukken van de Reconstructie. Deze twee vragen zullen in het werkstuk uitvoerig worden behandeld. Kort verwoord zullen de antwoorden luiden: ja, de Reconstructie was, vanaf het rampjaar 1868, gedoemd om te mislukken. En het geweld en de intimidatie van de Democraten tegen de Republikeinen en hun Afro-Amerikaanse

bondgenoten was de belangrijkste reden voor het mislukken van de Reconstructie. Voordat zal worden gekeken naar de gebeurtenissen in het rampjaar, zullen in hoofdstuk één de achtergronden van de beschreven historiografische discussie worden geschetst. Vier historici, die allen vanuit een ander perspectief naar de Reconstructie kijken, zullen worden aangehaald om de positie van dit werkstuk te bepalen in de discussie over de Reconstructie. Eric Foner1 legde de nadruk op talrijke factoren die het einde van de

Reconstructie in het zuiden inluidden. George C. Rable2 verdedigde de stelling dat geweld

voor het einde van de Reconstructie in het zuiden zorgde. Ted Tunnell3 en Gilles Vandal4

legden de nadruk op het gebruik van het geweld, als de beslissende factor voor het mislukken

1 Eric Foner, A Short History of Reconstruction (New York 1990).

2 George C. Rable, But there was no Peace: The Role of Violence in the Politics of Reconstruction (Athens

1984).

3 Ted Tunnell, Crucible of Reconstruction. War, Radicalism, and Race in Louisiana 1862-1877 (New Orleans 1984).

4 Gilles Vandal, Rethinking Southern Violence: Homicides in Post-Civil War Louisiana, 1866-1884 (Columbus 2000).

(6)

van de Reconstructie. In de verdere hoofdstukken zal in worden gegaan op de gebeurtenissen voorafgaand aan het rampjaar, de geweldsescalatie in 1868, getuigenverklaringen, de

gevolgen van 1868 en het mislukken van de Reconstructie.

Waar mogelijk zullen Engelse termen in het Nederlands worden omgezet. Ook zullen in dit werkstuk enige generalisaties moeten worden gemaakt. Het duidelijkste voorbeeld hiervan kwam al terug in de inleiding. De Democraten en de Afro-Amerikanen worden loodrecht tegenover elkaar gezet. Maar ten eerste gingen niet alle Democraten over tot het gebruik van geweld en intimidatie tegen de Afro-Amerikanen. Als tweede stemden niet alle Afro-Amerikanen op de Republikeinen. Sommige Afro-Amerikanen steunden de Democraten. Ook varieerde het beeld van geweld van gebied tot gebied. Doorgaans werd het meeste geweld gepleegd, waar het aantal Afro-Amerikanen stemmers evenveel of hoger lag dan het aantal blanke stemmers. Alleen in de Mississippi Delta en Natchitoches viel het politiek geweld, relatief gezien, mee. Eerst zal worden begonnen met de historiografische blik op de Reconstructie.

(7)

In dit hoofdstuk zullen vier historici worden aangehaald die op verschillende wijzen naar het mislukken van de Reconstructie kijken. Foner zag talloze oorzaken voor het falen van de Reconstructie. Tunnell, Rable en Vandal wezen op het gebruik van geweld en intimidatie door de Democratische partij en de paramilitaire organisaties, zoals de Ku Klux Klan en de White League, als de belangrijkste oorzaak voor het onsuccesvol afsluiten van de Reconstructie. In dit hoofdstuk zal de visie van de verscheidene auteurs kort worden uitgelegd en waar nodig bestreden of ondersteund. Als eerste zal enige achtergrondinformatie worden gegeven over de schrijver. Vervolgens zal de inhoud van het boek van de schrijver over de Reconstructie aan bod komen. Daarna zullen de negatieve en positieve punten van het boek worden

aangedragen. Tot slot zal de inhoud van het boek worden vergeleken met de gedachtegang van de andere auteurs.

Foner

Foner is een autoriteit op het gebied van de Reconstructie. Hij gaf in Reconstruction:

America’s Unfinished Revolution, 1863-18775 duidelijke argumenten over wat misging in de

Reconstructie. Bovendien maakte hij duidelijk dat de Reconstructie ook anders had kunnen aflopen. In 1990 publiceerde Foner A Short History of Reconstruction6, dat in minder pagina’s

dezelfde punten opsomde. In dit werkstuk zal het tweede boek worden behandeld, omdat in dit boek Foner zijn argumentatie helder heeft neergezet en hij zich moest beperken tot de kernargumenten van zijn betoog.

Foner begon in zijn inleiding met de historische discussie over de Reconstructie naar voren te halen. Zo wees hij op de Dunning school uit het begin van de twintigste eeuw. Deze groep historici schreef in navolging van William Dunning over de Reconstructie. Onder anderen Ella Lonn ging uitgebreid in op de periode tussen 1865 en 1877.7 Volgens de Dunning

school zou president Andrew Johnson een gematigd en doorgaans neutraal beleid hebben gevoerd, maar werd hij gedwarsboomd door de Radicale Republikeinen, die onrust teweeg brachten in het zuiden. De Scalawages, de Carpetbaggers en de Afro-Amerikanen kwamen naar de hoofdsteden van de zuidelijke staten om de politieke macht te veroveren. Zij brachten de sterke geur van corruptie, verraad en stomheid met zich mee. Maar gelukkig kwam het goed voor het zuiden: de Reconstructie werd beëindigd, de Republikeinen werden verdreven en de rust keerde terug in het zuiden door het evenwichtige Democratische bestuur.8 Dit

historische beeld werd bijgesteld door William Edward Burghardt Du Bois. Deze Afro-Amerikaanse historicus benadrukte de belangrijke en positieve rol die de

Afro-Amerikanen in de Reconstructie speelden. Bovendien schetste hij een beeld van de Reconstructie als een moedige poging om gelijkheid onder alle mensen te brengen.9 In eerste

instantie werd Du Bois genegeerd. Alleen met de komst van de burgerrechtenbeweging, rond de jaren 1950/1960, keerde het tij. De Amerikaanse samenleving werd geconfronteerd met zijn racistische verleden en de revisionisten veranderden het bestaande historische beeld. Volgens hen viel de corruptie van de Republikeinen, vergeleken met de corruptie van de Democraten, mee. Daarnaast werd president Johnson als koppig, racistisch en als een dwarsligger bestempeld. Postrevisionist en zuiderling Comer Vann Woodward zag de Reconstructie als een conservatie revolutie. De Democraten verdedigden hun economische, politieke en sociale belangen en waren daarvoor bereid geweld te gebruiken. Het systeem van 5 Eric Foner, Reconstruction: America’s Unfinished Revolution, 1863-1877 (New York 1988).

6 Foner, A Short History of Reconstruction.

7 Ella Lonn, Reconstruction in Louisiana after 1868 (New York 1918).

http://www.archive.org/stream/reconstructioni00lonngoog#page/n546/mode/2up

8 Foner, Short History of Reconstruction, xi-xii. 9 Ibidem, xii-xiii.

(8)

Jim Crow ontwikkelde zich, volgens Vann Woodward, na de Reconstructie, zodat de blanken de Afro-Amerikaanse werkkrachten onder controle konden houden. Vann Woodward schreef: “It was clearly an aristocratic philosophy of paternalism and noblesse oblige that the

conservatives preached, and it was inevitable that the attitude should have acquired class associations in the mind of both its advocates and its opponents.”10

Foner legde in zijn boek de nadruk op de successen van de Reconstructie. Hij zag de periode na de burgeroorlog niet als conservatief, wel als vooruitstrevend. Het doel van het boek van Foner was om de ervaring van de Afro-Amerikanen te beschrijven. Hoe beleefden zij de Reconstructie? Daarnaast zag Foner het zuiden van de Verenigde Staten als een geheel waar ongeveer dezelfde patronen voorkwamen en alleen lokaal enige verschillen waren. Ten derde onderzocht de historicus de rassenkwestie. Wat bewoog de zuidelijke Republikeinen, de Scalawages, om zich aan te sluiten bij de Republikeinse partij? Ook stelde Foner de nieuwe rol van de federale staat centraal. Volgens de Amerikaan breidde de regering in Washington geleidelijk zijn macht uit ten opzichte van de staten. De blanke zuiderlingen streefden naar zo min mogelijk invloed van de federale staat, terwijl de Afro-Amerikanen de federale staat als hun sterkste bondgenoot zagen. Ten vijfde was de rol van de economische factoren cruciaal voor Foner. De economische depressie zou het beleid van de Amerikaanse regering hebben veranderd, terwijl positieve aanknopingspunten konden worden gevonden in het zuiden voor de paniek van 1873.11

In de eerste hoofdstukken van het boek schetste Foner de situatie tijdens en na afloop van de burgeroorlog. Lincoln zag het deels veroverde Louisiana als de test voor zijn

Reconstructieprogramma. De Amerikaanse president wilde een aan de unie trouwe regering in New Orleans, zodat Louisiana door middel van een nieuwe grondwet terug in de unie zou kunnen komen. Nadat de opstandige staten waren verslagen, wilde de opvolger van Lincoln, Johnson, het zuiden op zijn manier opbouwen. Hij plaatste conservatieve generaals op belangrijke posities, liet ex-rebellen hun stemrecht terugkrijgen en probeerde het congres buiten het Reconstructieproces te houden. Maar de tactiek van Johnson werkte tegen hem. De Radicale Republikeinen namen de Reconstructie van de president over en de man uit

Tennessee ontsnapte aan zijn ontslag met één stem in de senaat. Ondertussen bouwden de Afro-Amerikanen een nieuw bestaan op. Na hun vrijlating waren ze in theorie niet meer gebonden aan een bepaalde plantage en konden ze gaan waar ze wilden. Met behulp van het Freedmen’s Bureau werden arbeidscontracten afgesloten tussen de planters en de ex-slaven. Het gezamenlijk delen van de opbrengst tussen de blanken en de donkere mensen was een doorn in het oog van de blanke Democraten. Zij wilden hun sociale, economische en politieke dominantie behouden.12

De historicus legde de schuld van het mislukken van de Reconstructie niet bij de

Afro-Amerikanen: “And the end of Reconstruction came not because property less blacks succumbed to economic coercion, but because a tenacious black community, abandoned by the nation, fell victim to violence and fraud.”13 Ook de hoge staatsschuld was belangrijk

volgens Foner. Volgens hem zorgde het investeringsprogramma van de Republikeinen in onderwijs, spoorwegen en patronage voor een grotere staatsschuld. Dat leidde tot hogere belastingen en onvrede onder de blanke inwoners, die gemotiveerd waren om van de corrupte Republikeinen af te raken, zeker nadat de paniek van 1873 het zuiden zwaar trof. 14

Louisiana viel in 1877 als laatste staat ten prooi aan de Democraten. Foner zag

positieve gevolgen van de Reconstructie voor de Afro-Amerikanen: “The freedmen’s political and civil equality proved transitory, but the autonomous black family and a network of

10 Comer Vann Woodward, The Strange Career of Jim Crow (New York 1974), 49. 11 Foner, A Short History of Reconstruction, xiv-xvi, 108.

12 Ibidem, 21, 83, 144 13 Ibidem, 123. 14 Ibidem, 161-165.

(9)

religious and social institutions survived the end of Reconstruction. Nor could the seeds of educational progress planted then be entirely uprooted.”15 Vervolgens somde de historicus de

redenen op waarom de Reconstructie mislukt was: “Reconstruction must be judged a failure. Among the host of explanations for this outcome, a few seem especially significant.

Conditions far beyond the control of Southern Republicans – such as the national credit and banking systems, the depression of the 1870s, and the stagnation of world demand for cotton -severely limited the prospects for far-reaching economic change. (…) Factionalism and corruption, although hardly confined to Southern Republicans, undermined their legitimacy and complicated their efforts to respond to attacks by resolute opponents. (…) None of these factors, however, would have proved decisive without the campaign of violence that turned the electoral tide in many parts of the South and the weakening of Northern resolve, itself a consequence of social and political changes that undermined the free labour and egalitarian precepts at the heart of Reconstruction policy.”16 Volgens Foner was geweld een belangrijke

oorzaak van het mislukken van de Reconstructie, maar hij benadrukte dat een complexe samenhang van talloze oorzaken leidde tot de ondergang van de Republikeinse partij en zijn bondgenoten in het zuiden.17

De Reconstructie was volgens de historicus niet gedoemd om te mislukken. Wellicht hadden andere keuzes tot andere resultaten geleid: “For historians, hindsight can be a

treacherous ally. (…) One can, I think, imagine alternative scenarios and modest success. (…) Here, however, we enter the realm of the purely speculative.”18 Foner richtte zich in zijn relaas

op allerlei factoren die de Reconstructie beïnvloedden. Zo gaf hij de spanningen aan tussen de Carpetbaggers, de Afro-Amerikanen en de Scalawages. Ook legde hij de nadruk op wat de Afro-Amerikanen bereikten op het gebied van onderwijs en de veranderde

arbeidsverhoudingen. Stelde Foner de situatie niet te rooskleurig voor? Waren die positieve veranderingen wel zo belangrijk als hij in zijn boek aangaf? Het belangrijkste onderdeel van de Reconstructie, wat het dagelijkse leven van de inwoners van de zuidelijke staten het meeste beïnvloedde, was het geweld van de Democraten tegen de Republikeinen. Natuurlijk somde Foner ook de oorzaak van het geweld op als oorzaak van het mislukken van de Reconstructie, maar hij plaatste geweld in een lang rijtje. Zo was de depressie van 1873 eveneens belangrijk en deden de interne problemen de Republikeinse partij geen goed. Ook zou de vermeende corruptie van de Republikeinen de achterban van de partij hebben vervreemd. Alleen was geweld niet de belangrijkste oorzaak van het mislukken van de Reconstructie? Waren de Afro-Amerikanen eigenlijk niet overgeleverd aan de genade van de Democraten, die met organisaties als de Knights of the White Camelia en de Ku Klux Klan dood en verderf zaaiden in het zuiden? De belangrijkste kritieken op het werk van Foner kunnen worden samengevat in twee punten. Ten eerste is het twijfelachtig of de positieve veranderingen echt een verschil hebben gemaakt in het leven van de Afro-Amerikanen. Ze waren immers nog altijd

economisch, politiek en sociaal ondergeschikt aan de blanken. Daarnaast konden ze op elk moment gelyncht worden door een blanke massa. Als tweede is Foner zeer volledig in het omschrijven van allerlei oorzaken van het mislukken van de Reconstructie, terwijl het geweld en de intimidatie de belangrijkste middelen waren van de Democraten om de Republikeinen te verslaan.19

Hoe verhield het werk van Foner zich met het werk van andere historici? Deze vraag is niet eenvoudig te beantwoorden. Onder de historici is veel verdeeldheid over het werk van Foner. Bijna alle historici vonden dat de Amerikaanse analist een passende omschrijving heeft gegeven van de Reconstructie. Alleen op de belangrijke vragen of de Reconstructie gedoemd 15 Foner, A Short History of Reconstruction, 254.

16 Ibidem, 255. 17 Ibidem.

18 Ibidem, 255-256. 19 Ibidem, 254-256.

(10)

was om te mislukken en wat de positieve punten van de Reconstructie waren, zijn de

meningen verdeeld. Daarnaast legden de verschillende historici op verschillende factoren de nadruk voor het mislukken van de Reconstructie. In het vervolg van dit werkstuk zullen meerdere auteurs ingaan op deze vragen, maar eerst zullen James M. McPherson en Adam Fairclough worden aangehaald. Rable, Tunnell en Vandal zullen verderop in dit hoofdstuk volgen.20

McPherson volgde in zijn blik op de Reconstructie hetzelfde patroon als Foner. De historicus, die in een indrukwekkend boek de Amerikaanse burgeroorlog beschreef21, ging in

het boek Ordeal by Fire in op de Reconstructie en de periode daarna. Net als zijn medehistoricus beschreef McPherson de complexe gebeurtenissen in de Reconstructie. Volgens hem konden het beleid van Johnson, de Gilded Age, de economische depressie van 1873 en de misoogsten in het zuiden niet los worden gezien van het mislukken van de Reconstructie. Het onderwijs en de kortstondige politieke invloed voor de Afro-Amerikanen beschouwde hij als een klein wonder, want het zuiden was nog niet klaar voor gelijke burgerrechten. Bij McPherson viel de eenheid onder de Democraten op. De blanke zuiderlingen hadden één doel: het beëindigen van de Reconstructie en de meeste

veranderingen ongedaan maken om de politieke, economische en sociale macht bij de blanke inwoners te krijgen en te houden. Ook haalde McPherson de ruime uitgaven van de

Republikeinen aan. De financiële vergoedingen aan spoorwegmaatschappijen en

wegenbouwers liep sterk op, tijdens de Republikeinse regeerperiode in het zuiden. Ondanks dat McPherson sommige punten meer aanstipte dan anderen, worden Foner en McPherson beschouwd historici, die zich richten op het complete beeld van de Reconstructie en die niet één oorzaak prominent naar voren halen voor het mislukken van de Reconstructie.22

Fairclough ondersteunde Foner op het punt van de positieve punten van de Reconstructie. Volgens de Engelsman was de rol van Afro-Amerikaanse leraren in de Reconstructie belangrijk voor de honderd jaar tussen het einde van de burgeroorlog en de opkomst van de burgerrechtenbeweging. De leraren waren het kloppende hart van de

Afro-Amerikaanse gemeenschap: “Teachers shared a belief that education would liberate the black masses from ignorance, degradation, and poverty. They insisted that the colored race would sink or swim according to the education they received. (…) Despite their compromises and evasions, black teachers kept the goal of equality in sight. Although education was not inherently progressive or automatically liberating, teachers insisted that it was a necessary condition for challenging and overturning white supremacy.”23 Republikeinen zetten in de

Reconstructie de onderwijsprogramma’s voor de Afro-Amerikaanse kinderen op. De meeste blanke inwoners in het zuiden wezen het onderwijs voor de Afro-Amerikanen af, omdat ze bang waren dat hun sociale dominantie in gevaar zou komen. Ondanks de bedreigingen aan het adres van de Afro-Amerikaanse onderwijzers zetten de leraren door in hun strijd voor meer gelijkheid tussen de blanken en de donkeren. Het onderwijs voor de Afro-Amerikanen vond zijn oorsprong in de Reconstructie en was een belangrijke mijlpaal voor de

Afro-Amerikaanse gemeenschap. Volgens Fairclough zijn het geweld en de intimidatie een immer aanwezige factor in het zuiden na de burgeroorlog. Wanneer Afro-Amerikaanse onderwijzers te ver gingen in de ogen van de blanke gemeenschap, kon een docent worden vermoord door lynching. Fairclough richtte zich minder op de economische factoren dan Foner. Volgens de Engelsman had geweld, bijvoorbeeld de moord op een leraar, grote gevolgen voor de gemeenschap als geheel.24

20 Foner, A Short History of Reconstruction.

21James M. McPherson, Battle Cry of Freedom. The American Civil War (New York 1988).

22James M. McPherson, Ordeal by Fire (New York 1992), 553, 555, 560.

23 Adam Fairclough, A Class of Their Own. Black Teachers in the Segregated South (Londen 2007), 6-7, 24.

(11)

Concluderend kan over A Short History of Reconstruction worden geschreven dat Foner een volledig beeld van de Reconstructie heeft geschetst. Hij haalde een paar terechte positieve punten van de Reconstructie aan, maar liet na om het geweld als de enige

belangrijke oorzaak van het mislukken van de Reconstructie te bestempelen. Foner zag politieke, economische en sociale oorzaken voor het mislukken van de Reconstructie, maar vergat dat het geweld alle andere oorzaken sterk beïnvloedde. Daarop zal in de volgende hoofdstukken worden teruggekomen.25

Tunnell

Tunnell richtte zich in zijn boek Crucible of Reconstruction26 op de smeltkroes van oorlog,

radicalisme en ras in de Amerikaanse staat Louisiana van 1862-1877. De historicus is gespecialiseerd in de geschiedenis van het zuiden van de Verenigde Staten tijdens en vlak na de burgeroorlog. Met name de staten Virginia en Louisiana werden door Tunnell onderzocht. Ook ging hij bij de biografie over het leven van Marshall Harvey Twitchell in op de

levensloop van een noorderling, die na de burgeroorlog naar het zuiden afreisde om te helpen bij het Freedmen’s Bureau. Vervolgens wist hij een Republikeins parish te creëren aan de Red River. In het Red River parish had hij een sterke machtsbasis, totdat zes belangrijke

Republikeinen in 1874 bij de Coushatta affaire uit de hoofdstad van het parish werden verjaagd. Op weg naar de grens met Arkansas werden de zes Republikeinen zelfs vermoord door de blanke rebel ‘Captain Jack’. Twitchell was niet aanwezig tijdens deze aanval, werd later bijna vermoord en pakte na het einde van de Reconstructie zijn biezen.27

In de beide boeken liet Tunnell duidelijk blijken dat talloze factoren een rol speelden bij het mislukken van de Reconstructie. De historicus richtte zich vooral op de politieke factoren, die de Republikeinse partij niet kon overwinnen. De Amerikaan begon zijn boek in 1862, omdat een deel van Louisiana vanaf die tijd door president Lincoln opnieuw werd klaargestoomd voor een terugkeer in de unie. In zijn inleiding noemde Twitchell de hoofdgedachte van zijn analyse van de Reconstructie: “The Radicals finally failed in Louisiana and other states, less because they lost State Houses and governorships than because the White League, the Red Shirts, and their kin overran places like Colfax and Coushatta. Had their bases in the hinterlands remained secure, defeats at the state level proved only routine, temporary setbacks. For this reason, I have narrated the rise and fall of a local Republican boss: the tragic story of Marshall Harvey Twitchell and of Red River Parish.”28

Tunnell maakte een correct punt. De Afro-Amerikanen, die de Republikeinse partij van de stemmen voorzagen, werden door de Democraten bedreigd en geïntimideerd, waardoor zij niet meer stemden en de Republikeinen hun kiezers verloren.

In het eerste hoofdstuk van Crucible of Reconstruction legde Tunnell de oorsprong van de Reconstructie in Louisiana uit. Vanaf 1862 ontwikkelde zich een strijd tussen drie groepen in de afvaardiging, die over de grondwet moest beslissen. De reactionairen accepteerden de afschaffing van slavernij, maar wilden de slavernij met een ongeveer gelijk systeem

vervangen. In dat systeem was geen ruimte voor burgerrechten voor de Afro-Amerikanen. De conservatieven wilden geen ingrijpende veranderingen, maar accepteerden enige

burgerrechten voor de Afro-Amerikanen. Geen stemrecht. De radicalen streefden naar kiesrecht voor de Afro-Amerikanen, zodat zij de Republikeinse partij in Louisiana aan veel stemmen kon helpen.29

25 Foner, A Short History of Reconstruction. 26 Tunnell, Crucible of Reconstruction.

27 Ted Tunnell, Edge of the Sword. The Ordeal of Carpetbagger Marshall H. Twitchell in the Civil War and Reconstruction (Baton Rouge 2001).

28 Tunnell, Crucible of Reconstruction, 7. 29 Tunnell, Crucible of Reconstruction, 59-65.

(12)

Vervolgens beschreef Tunnell de opkomst van gouverneur James Madison Wells. Deze sluwe politicus maakte gebruik van zijn onbekendheid om tot luitenant-gouverneur te worden gekozen en toen Michael Hahn een vergeefse poging deed om in de Amerikaanse senaat te komen, werd Wells gouverneur. In eerste instantie was Wells neutraal en liet hij zijn politieke voorkeur niet blijken. Later frustreerde hij de Radicale Republikeinen door reactionaire politici neer te zetten op belangrijke functies, zoals het burgemeesterschap van New Orleans. Ondanks dat Wells in 1866 opnieuw een draai maakte en zich aansloot bij de Radicale Republikeinen, waren zijn dagen als gouverneur snel geteld na de raciale rellen in New Orleans. Tunnell ging in hoofdstuk vier uitvoerig in op de Afro-Amerikanen die hun vrijheid al voor het begin van de oorlog hadden verworven. Zij waren uit het noorden naar New Orleans afgereisd of hadden zichzelf vrijgekocht van slavernij. Zij leverden onder anderen een luitenant-gouverneur, Pinckney Benton Stewart Pinchback. Vooral de Creoolse bevolking was goed opgeleid en kon de ex-slaven de weg wijzen in moeilijke tijden.30

Tunnell verdeelde zijn boek in drie delen. Het eerste deel ging over de opbouw van de Pelikaanstaat tijdens de burgeroorlog. Het tweede deel vervolgde het verhaal van Louisiana, maar met andere hoofdrolspelers. Waar eerst generaal Nathaniel Banks en gouverneur Hahn de touwtjes in handen hadden en een gematigd progressief beleid voerden in de Pelikaanstaat, was het beleid van gouverneur Wells, met de steun van president Johnson, een kolfje naar de hand van de Reactionairen, de ex-rebellen. Vervolgens zag Tunnell in de opkomst van de Radicale Republikeinen het derde tijdperk. Warmoth en William Pitt Kellogg waren de bekendste Radicale Republikeinen.31 Deze verdeling is echter niet zo zwart-wit als Tunnell

schetste. Wells wisselde bijvoorbeeld in 1866 van zijde en bleef tot 1877 verbonden aan de Republikeinse partij. Warmoth werkte bij de verkiezingen van 1872 zelfs samen met de Democraten.

De historicus legde duidelijk de spagaat van de Republikeinse partij uit. Enerzijds wilden de Republikeinen alle Afro-Amerikaanse stemmen binnenhalen, anderzijds wilden ze voldoende steun krijgen van de blanke bevolking: “If too many whites stayed outside the party, those who joined might be too few in number to form a real community and would find themselves alienated from their own color, unable to support one another. In isolation there was vulnerability to physical attack, social ostracism, and sheer loneliness of spirit.”32 De

Afro-Amerikanen begrepen de moeilijke positie van de blanke Republikeinen en deden een handreiking: “Too many black leaders like Pinchback feared that a black governor would fuel the fires of racism North and South. One secret of carpetbag power in Louisiana, in other words, was that blacks expediently deferred to white leadership.”33 Alleen de

Afro-Amerikaanse steun voor de blanke Republikeinen was niet genoeg. De Democraten trokken de kaart van de blanke suprematie en wisten bij de verkiezingen van 1868, 1874 en 1876 bijna alle blanke stemmers voor zich te winnen. Tunnell beschreef deze moeilijke situatie duidelijk en gaf de moeilijke positie voor de Republikeinen aan. Wat konden zij doen om de Democraten te stoppen bij hun geweldscampagnes?34

Volgens Tunnell, die in zijn boek de meeste aandacht besteedde aan de periode tussen 1862 en 1868, was het doek al gevallen voor de Republikeinen toen in 1872 Kellogg tot gouverneur van de Pelikaanstaat werd gekozen. Het mislukken van de Reconstructie vond volgens hem plaats in de cruciale jaren rond 1866-1871: “By the time Kellogg became governor, the Republican cause probably lay beyond repair. In the early years, when their options remained open, the Radicals simultaneously tried defending themselves against whites while, through conciliation, wooing whites into the Republican fold. Unfortunately, the search 30 Ibidem, 76-77, 100-104.

31 Ibidem, 2. 32 Ibidem, 129. 33 Ibidem, 145. 34 Ibidem, 214-217.

(13)

for white support proved as elusive as the end of the rainbow; it also undercut the strategy of defense, as in the case of the disastrous decision, for example, to divide the state militia between blacks and ex-Rebels.”35

Maar waarom vochten de Republikeinen niet terug tegen de Democraten? Tunnell gaf een helder antwoord: “Given a choice between arming blacks and defeat, Republican officials in the town chose defeat. This mentality doomed the regime. The explanation for it, I believe, lies partly in the Radicals’ ties to the North and their awareness of Reconstruction as a

partisan issue in national politics. Armed resistance meant black resistance and would have resulted in pitched battles between blacks and whites, perhaps even in the war of races that whites forever warned against. Republicans instinctively realized (…) that most Northerners would sympathize with Negroes as victims but not – whatever the provocation – as aggressors against whites. (…) Imagine the probable Northern reaction, for example, if black militia had killed 105 whites at Colfax instead of vice versa.”36 Dit betekende dat zolang de blanken

genoeg geweld gebruikten om de Afro-Amerikanen van de stembussen te houden en niet te veel om een federale reactie op te wekken, de Reconstructie gedoemd was om te mislukken. Daarnaast wisten de Republikeinen dat wanneer de Afro-Amerikanen zouden worden

bewapend de Democraten beter bewapend zouden zijn en een slachting zouden aanrichten. De Democraten waren de Republikeinen altijd een stapje voor: “A harsh verdict can scarcely be avoided: Reconstruction failed on the lower Mississippi mainly because Louisiana whites believed more devoutly in white supremacy than the Radicals believed in the rights of man.”37

Tunnell maakte in Crucible of Reconstruction een scherpe analyse, die in dit werkstuk grotendeels gevolgd zal worden. De historicus wees terecht naar de rol van geweld en de Republikeinse problemen om het geweld te bestrijden. Zo besloot Warmoth in 1869 om maatregelen te nemen tegen het geweld van de Democraten, bijvoorbeeld door de oprichting van het Returning Board, dat de uitslag van een omstreden verkiezing in Republikeins voordeel kon omzetten. Alleen al die maatregelen hadden geen effect, zolang de bereidheid van de blanken zo groot was en bleef om de Republikeinen en de Afro-Amerikanen hun macht te ontnemen. De vraag is echter wel of het mislukken van de Reconstructie

onvermijdelijk was. Tunnell gaf met zijn focus op de eerste jaren van de Reconstructie aan dat voor 1872 nog enige hoop mocht worden gekoesterd op een positieve afloop van de

Reconstructie voor de Republikeinen. Echter, in dit werkstuk zal worden gesteld dat vooral in 1868 het pleit was beslecht en de strijd in het rampjaar al was gestreden.38

Wat dachten andere historici van het werk van Tunnell? Historicus Joseph G. Dawson III behandelde dezelfde staat en dezelfde periode als Tunnell. Waar de laatstgenoemde historicus zich vooral richtte op de politiek in de Pelikaanstaat, hield Dawson staande dat het leger een belangrijke rol heeft gespeeld in de heropbouw van de staat. De voorkeur van het leger bepaalde voor een groot deel het verloop van de Reconstructie in Louisiana. Zo probeerden generaals Philip Sheridan en Banks de Republikeinse partij te steunen in hun Reconstructiebeleid. Aan de andere kant adviseerde de Democratische generaal Lovell Rousseau aan gouverneur Warmoth om bij de verkiezingen van 1868 de Afro-Amerikanen te ontraden om te gaan stemmen, wat meehielp aan een Democratische zege. Dawson zette in zijn boek een overtuigend verhaal neer over de invloed van de militaire gezaghebbers in Louisiana. In tegenstelling tot Tunnell, zag hij een samenhang tussen de politiek en het leger. Wanneer politici en het leger overeen konden komen om de Afro-Amerikanen te beschermen, dan zou de Reconstructie een kans hebben. Maar de samenwerking tussen de politieke en militaire leiding van de Pelikaanstaat verliep niet soepel. Zo verliep de samenwerking met de 35 Tunnell, Crucible of Reconstruction, 214.

36 Ibidem, 215. 37 Ibidem, 217. 38 Ibidem.

(14)

‘onwillige’ gouverneur Wells slecht en gaf generaal Rousseau te kennen aan gouverneur Warmoth dat de Republikeinen niet moesten stemmen. 39

Dawson maakte ook een belangrijk onderscheid tussen de politieke groeperingen tijdens en na de burgeroorlog. Waar Tunnell schreef over reactionairen, conservatieven en radicalen, noteerde Dawson twee andere groepen. Volgens Dawson kon worden gesproken over de conservatieven, gematigden en de radicalen. 40 Het verschil is in zoverre belangrijk

dat de reactionairen terug wilden keren naar een nieuw slavernijsysteem. Terwijl de

conservatieven wel zouden beseffen dat de Afro-Amerikanen enige rechten zouden moeten hebben. Waar Tunnell Edmund Abell, een rechter, noemde als het boegbeeld van de

reactionairen, wees Dawson J. Q. A. Flowers aan als voorman van de conservatieven. Het verschil van opvatting is terug te voeren op de vraag hoeveel draagvlak bestond voor de Reconstructie in Louisiana tijdens de burgeroorlog? Historicus Andrea Mehrländer gaf het volgende antwoord: “Without the pressure of Lincoln the 1864 election would never have taken place; the low election participation, duo to the Ten Percent Plan, put’s Hahn’s election in a clearly different light. He was not a candidate supported by a voter majority leaning towards the Union; indeed, the citizens allowed to vote were hand-picked by General

Banks.”41 Mehrländer maakte een terecht punt. Wanneer de meerderheid van de inwoners van

Louisiana niet mochten stemmen, wat vertelde dat over de sterkte van de Republikeinen in de Pelikaanstaat? Niets, want de Democratische kiezers mochten niet stemmen en zouden pas mogen stemmen bij het afleggen van de eed aan de unie of vanaf het moment dat de president of het congres een pardon uitdeelde aan een ex-rebel. De hele periode voor 1868 is vanuit dit oogpunt niet belangrijk, omdat de ultieme krachtmeting tussen de Republikeinen en de Democraten pas kon plaatsvinden bij de gouverneursverkiezingen in 1868 en de presidentsverkiezingen in 1868. Tunnell besteedde veel aandacht in zijn boek aan de beginperiode van de Reconstructie, maar werd eigenlijk niet pas in 1868 duidelijk wat de krachtsverhoudingen waren tussen de twee verschillende groepen, toen zowel de

Afro-Amerikanen als de meeste Democraten het stemrecht hadden?42

Concluderend kan over het werk van Tunnell naar voren worden gehaald dat de historicus zich in Crucible of Reconstruction vooral richtte op de beginperiode van de Reconstructie, omdat voor 1868 de Reconstructie nog een kans van slagen had. 1868 is inderdaad het cruciale jaar geweest voor het opbouwbeleid van het Amerikaanse congres, vanwege de eerste krachtmetingen op politiek gebied tussen de Democraten en de

Republikeinen. Bij de gouverneursverkiezingen in april 1868 wonnen de Republikeinen overtuigend en zou de Reconstructie een kans van slagen hebben. Alleen toen de Democraten naar geweld grepen als laatste redmiddel om de Reconstructie te stoppen, konden de

Republikeinen slechts met een nieuw beleid komen, wat vroeg of laat zou mislukken, vanwege het ontbreken van steun van de blanke bevolking.43

Rable

Rable schreef in But there was no peace over de rol van het geweld tijdens de Reconstructie in het zuiden van de Verenigde Staten. De professor aan de universiteit van Alabama richtte zich in zijn onderzoeken op de burgeroorlog en de periode daarna. Volgens hem werd de burgeroorlog eigenlijk voortgezet na Appomattox. Rable zag een constante lijn van geweld door het zuiden lopen die uiteindelijk de Reconstructie de kop kostte.44

39 Joseph G. Dawson III, Army Generals and Reconstruction. Louisiana, 1862-1877 (Baton Rouge 1982), 1, 89.

40 Ibidem, 15.

41 Andrea Mehrländer, The Germans of Charleston, Richmond and New Orleans during the Civil War period, 1850-1870 (Berlijn 2011), 269.

42 Ibidem. 43 Ibidem.

(15)

De historicus ging op vijf punten tegen het betoog van Foner in. Als eerste koos Rable voor een psychologische aanpak. Hij probeerde zich te verplaatsen in de denkwijze van de blanke zuiderlingen. Ten tweede richtte Rable zich op één belangrijke oorzaak voor het mislukken van de Reconstructie, geweld, en niet talloze oorzaken zoals Foner. Ook richtte Rable zijn vizier vooral op de acties van de blanke zuiderlingen en niet op de

Afro-Amerikanen, omdat volgens hem de vastberadenheid van de Democraten om de Republikeinen te verslaan van groter belang was, dan het verzet en onvermogen van de Republikeinen om zich te verdedigen. Volgens Rable was weinig te beginnen tegen de massale geweldscampagne van de zuiderlingen, zonder de inzet van vele soldaten, wat voor de noorderlingen niet acceptabel was. Ten vierde zag Foner de Reconstructie als een

progressieve stroming die meerdere successen behaalde in de jaren 1865-1877. Rable lette vooral op de conservatieve tegenrevolutie van de Democraten. Tot slot zag Foner het

mislukken van de Reconstructie als een verwachte, maar niet zekere, uitkomst. Rable schreef over een onvermijdelijk einde van een tragisch tijdperk.45

Rable beschreef de Reconstructie als een constante zoektocht van de Democraten om hun economische, sociale en politieke macht te hervinden. “Conservative leaders adopted first a variety of peaceful strategies to stem the Republican tide, ranging from courting black voters to legalistic obstructionism, but to no avail. Frustrated at their inability to bring their states back to Democratic control, some southerners turned to the Ku Klux Klan and other white supremacist organizations, using terrorism to eliminate opposition leaders and to strike fear into the hearts of rank-and-file Republicans, both black and white. (…) Factional disputes within the Republican party, weaknesses in the southern state governments, and the halting and inefficient federal campaign against terrorism encouraged impatient whites to use force against their political foes. A counterrevolutionary tide began sweeping through the South in the early 1870s sending state after state back into Democratic hands. Conservative leaders acquired great skill at selectively employing armed force to win state and congressional elections. Violent canvasses in Alabama, Louisiana, Mississippi, and South Carolina exposed the impotence of the Republican party in the South and the determination of Democrats to defeat their opponents by any means necessary.”46

In het begin van zijn boek schetste Rable de situatie na de burgeroorlog. De verslagen rebellen waren psychologisch ingestort. Zij waren angstig, onzeker en machteloos. Wat zou met hen gaan gebeuren? Vervolgens gaf president Johnson de zuiderlingen hoop met zijn opbouw van het zuiden. De meeste zuiderlingen konden een pardon aanvragen bij de president en weldra zagen de Democraten mogelijkheden om de verloren politieke,

economische en sociale macht te herstellen. Alleen dit was buiten het Amerikaanse congres gerekend wat, onder leiding van de Radicale Republikeinen, de leiding over de opbouw van het zuiden overnam van de president. Tot groot ongenoegen van de Democraten kregen de Afro-Amerikanen het stemrecht en konden zij in Louisiana de Republikeinen bij alle

verkiezingen aan een meerderheid helpen. Rable legde de nadruk op de grote psychologische nood waarin de blanke zuiderlingen zaten, een factor die door andere historici minder naar voren gehaald was. De grootste kritiek op deze aanpak kon worden gezocht in het

inlevingsvermogen in de blanke zuiderlingen van ongeveer 150 jaar geleden. Kon Rable wel hun emoties begrijpen en aanvoelen hoe de Democraten in 1865-1868 dachten over de Reconstructie?47

De historicus gaf in zijn analyse aan dat de Ku Klux Klan, de groepering die het meest werd geassocieerd met het zuidelijke geweld, niet succesvol was. Doorgaans werden de lokale doelen van de blanke Democraten niet bereikt. Ook bleef een organisatie, die verder ging dan 45 Rable, But there was no Peace, 32, 187-191.

46 Ibidem, xv-xvi.

(16)

alleen lokale clubs, uit. Daarnaast gaf de federale regering de klanleden in South Carolina een duidelijk signaal door de Ku Klux Klan Acts door het congres te voeren en vervolging van de klanleden onder de Enforcement Acts mogelijk te maken. Ondanks de onsuccesvolle

campagne van de klanleden, hadden de Democraten geleerd van hun tijdelijke nederlaag en verzonnen zij een nieuwe manier om op te komen tegen de Republikeinse overheden in het zuiden. Het geweld moest zorgvuldig worden gepland, zodat het geweld effectief was en geen tussenkomst van de federale overheid zou oproepen.48

Rable verzette zich tegen de progressieve gedachten tijdens de Reconstructie. Hij sprak zich uit voor een conservatieve tegenrevolutie: “Many disorders of the Reconstruction period were attributable to white efforts to maintain the racial status quo. Southern violence before and after Reconstruction was conservative; its goal was to protect the dominant political, economic, social, and psychological position of the white race.”49 In deze discussie

is het de vraag bij wie het initiatief voor de Reconstructie lag. Foner beweerde dat het

initiatief bij de Radicale Republikeinen in het noorden lag en dat zij de Reconstructie konden maken en breken. Een belangrijk argument daarvoor was de steun die Grant kreeg bij de verkiezingen van 1868 en 1872. De bevolking van de Verenigde Staten koos overtuigend voor de ex-generaal, die het Republikeinse zuidelijke beleid steunde. Rable richtte zich op het zuidelijke verzet. Hij zette een sterker betoog neer, omdat hij aantoonde dat zolang de zuiderlingen zich gewelddadig bleven verzetten de Reconstructie vroeg of laat gedoemd was om te mislukken. De steun voor de noordelijke Radicale Republikeinen om de Reconstructie voort te zetten en daarbij veel soldaten te gebruiken kalfde geleidelijk af. Bij de verkiezingen van 1866 bereikten de Radicale Republikeinen hun sterkste vertegenwoordiging. Vanaf 1868 werd het verval ingezet. Niet alleen veroverden de Democraten snel de meeste zuidelijke staten terug, ook werd het aantal troepen in het zuiden door het congres teruggebracht. De noordelijke Democraten steunden de zuidelijke Democraten volop met hun strijd tegen de zuidelijke Republikeinen. Zo konden de Democraten, die in 1874 een ruime zege behaalden bij de verkiezingen voor het congres, het budget van het leger verminderen, wat zorgde voor minder soldaten in het zuiden. Daarbij stierf de Radicale Republikein Stevens in 1868 en nam hij in zijn graf het grootste deel van de originele radicale visie mee. Het is niet verwonderlijk dat in 1872 Lyman Trumbull, die de burgerrechtenwet van 1866 ontwierp, de liberale

democratische kandidaat Horace Greeley steunde in zijn race om het presidentschap van de Verenigde Staten. Veel Republikeinen kregen na 1868 het gevoel dat ze hadden gedaan wat ze konden voor de Afro-Amerikanen en de ex-slaven alle mogelijkheden hadden gekregen om hun lot zelf te bepalen.50

Rable concludeerde: “Northern radicals soon lost interest in the blacks and abandoned them to the tender mercies of the redeemers. The waning of northern commitment to

Reconstruction was to be expected. The ability of any people to participate fully in a political or social crusade is sharply limited by time. (…) Historians have overemphasized the

weaknesses of northern policy and ideology in explaining the failure of Reconstruction and have overlooked the persistence and strength of southern resistance. (…) Social scientists have long recognized the importance of violence as a catalyst for social change, but have neglected its role as a conservative or even reactionary instrument. The Reconstruction legacy legitimized the use of force in southern society. By 1877 the magnitude of the terrorism and the success of the counterrevolution made the conclusion of the ‘tragic era’ inevitably tragic.”51

48 Rable, But there was no Peace, 69-75. 49 Ibidem, 32.

50 Foner, A Short History of Reconstruction, 147, 212-213. 51 Rable, But there was no Peace, 191.

(17)

Hoe verhield het werk van andere historici zich met Rable’s opvattingen? In de afgelopen pagina’s is vooral de vergelijking tussen Rable en Foner gemaakt. De twee historici staan lijnrecht tegenover elkaar in hun analyse van de Reconstructie. Zoals is aangegeven legde Foner de nadruk op meerdere factoren die de Reconstructie lieten mislukken, terwijl Rable zich op de geweldspatronen richtte. McPherson en andere historici zetten vraagtekens bij de zogenoemde tegenrevolutie. Vond die wel plaats? Ja, maar niet vanaf 1870, zoals Rable beweerde. Deze tegenrevolutie begon in het rampjaar 1868.52 De belangrijkste argumenten

van andere historici tegen de analyse van Rable richtten zich op zijn visie dat geweld de voornaamste oorzaak is van het mislukken van de Reconstructie was. Tunnell, die eveneens de rol van geweld belangrijk vond, kwam ook met het belang van de economische factoren. Zo beschreef Tunnell in Edge of the Sword dat de positie van de Republikeinse senator Twitchell in het Red River parish ondermijnd werd door de zware economische

omstandigheden van 1872 tot 1874. De gele koorts maakte slachtoffers onder de Republikeinse aanhangers en zorgde voor ontevredenheid bij de Democraten. Ook de misoogst zorgde voor spanningen in de hoofdplaats van Red River, Coushatta. Tunnell was duidelijk: “The Panic of 1873 was the coup de grace for many a Red River merchant and farmer.”53 Sommige Democraten verloren hun werk en inkomen. Zij gaven de Republikeinen

de schuld van hun ongeluk. Volgens Tunnell zorgde de economische onvrede voor het toenemende verzet wat uiteindelijk de Republikeinen de kop zou kosten in de Pelikaanstaat. Alleen Tunnell ging voorbij aan het feit dat de Republikeinen in Red River pas werden verdreven en vermoord bij de Coushatta affaire, een gewelddadige Democratische actie. Het geweld was de beslissende oorzaak om de Republikeinen weg te krijgen uit Louisiana, want de Republikeinen konden bij een geweldloos stemproces altijd rekenen op de meerderheid van de Afro-Amerikaanse stemmen. Alleen door het gebruiken van geweld konden de Democraten de politieke controle herwinnen. En de politieke macht was nodig om de economische, sociale en wettelijke controle te verkrijgen over de Afro-Amerikanen.54

Concluderend kan in de analyse van Rable het falen van de Reconstructie als

onvermijdelijk worden beschouwd. De Democraten zouden altijd de vastberadenheid hebben om te vechten voor hun bestaan. Zij waren psychologisch gezien klaar om alle noodzakelijke middelen in te zetten om hun politieke, economische en sociale dominantie over de

Afro-Amerikanen terug te krijgen. Het mislukken van de Reconstructie was vanaf de conservatieve tegenrevolutie van de Democraten onvermijdelijk. Zelfs voordat het noorden aan de Reconstructie begon, was volgens Rable al duidelijk dat het overwonnen zuiden niet zonder slag of stoot zou meewerken aan het noordelijke plan. Bij Rable stonden, terecht, de agressors centraal en niet de slachtoffers, die hun uiterste best hebben gedaan om het noodlot af te wenden. Daarnaast kregen de zuidelijke Democraten volop de medewerking van de noordelijke Democraten die alles probeerden om de zuidelijke Republikeinen als corrupt af te schilderen en het zuidelijke geweld te nuanceren. Echter, deze tegenrevolutie startte niet in 1870. Wel in 1868, toen de Democraten voor het eerst op grote schaal geweld gingen gebruiken. Juist de ontplooiing van zoveel geweld voor de verkiezingen toonde de

vastberadenheid van de zuiderlingen aan om de Reconstructie te beëindigen. Dit zagen de Radicale Republikeinen pas na negen jaar in. Ook de verkiezingen van de Republikein Grant kon de geleidelijk afnemende noordelijke steun niet verbloemen. Natuurlijk bleven de Republikeinen de stem krijgen van de Afro-Amerikanen en enkele blanken, die niet

geïntimideerd werden om te stemmen. Vooral in de Mississippi Delta en Zuid-Louisiana kon de Republikeinse partij rekenen op het winnen van lokale verkiezingen. Echter, op het staatsniveau werden na de Reconstructie geleidelijk wetten doorgevoerd, die de 52 Ibidem.

53 Tunnell, Edge of the Sword, 179.

(18)

Afro-Amerikanen en de Republikeinen in de problemen brachten. Na de opkomst van de populistische partij, aan het einde van de negentiende eeuw, besloten de Democraten om de arme blanken en de Afro-Amerikanen het stemrecht te ontnemen, waardoor de Republikeinse partij na 1900 definitief ophield om te bestaan in het zuiden. Echter, de zwaarste klap was al uitgedeeld tijdens de Reconstructie. Op het moment dat de Democraten de controle kregen over de staatsregeringen en het stemproces, zouden de Republikeinen geen meerderheid meer kunnen halen om te regeren. Daardoor konden de Republikeinen de noodzakelijke wetgeving niet invoeren om hun kiezers te beschermen tegen het Democratische geweld en de fraude. Zelfs de wetgeving van de Reconstructie behouden, werd door een ruime Democratische meerderheid, tot stand genomen na geweld en intimidatie, niet meer mogelijk.55

Vandal

Vandal richtte zijn onderzoek op de achtergronden van het geweld in Louisiana tussen 1866 en 1884. De historicus, die aan de universiteit van Sherbrooke in Canada verbonden is, onderzocht de achtergronden van het geweld in de Pelikaanstaat in de Reconstructie en de Redemptie. Hij ging gestructureerd in op de achtergrond van 4,986 moorden in de

Pelikaanstaat. Wie pleegde de moorden? Waarom? Wanneer? Waar? Hoe? Wat was het geslacht van de moordenaar en het slachtoffer? Van welk rassen waren de moordenaar en het slachtoffer? Waren duidelijke patronen zichtbaar in de moorden? Wat betekenden de moorden voor de maatschappelijke orde?56

Als eerste ging Vandal in op de traditie van het geweld in het zuiden. Hij haalde journalist Horace V. Redfield en historicus Wilbur Cash, aan die het geweld in de

Reconstructie verklaarden aan de hand van de grensmentaliteit. Ook het gebrek aan normen en waarden, veel drankgebruik, het dragen van een wapen en het falen van justitie speelden volgens hen een rol in de vele moorden in Texas, Louisiana en Arkansas. Alleen Vandal deed uitgebreid onderzoek naar de moorden in de Pelikaanstaat en hij concludeerde dat tijdens de Reconstructie het aantal moorden explodeerde ten opzichte van de periode daarvoor.

Natuurlijk waren de genoemde factoren belangrijk om de kans op geweld te verhogen, maar meer na de burgeroorlog speelden extra factoren een rol voor de extreme toename van het geweld in het zuiden. De oorzaken voor de geweldstoename waren volgens Vandal: “The social demoralization that affected the white community after the war, the conflicts over the rights and status of freedmen, the racial animosity raised by black political assertiveness, the new labor relations developing within a context of economic change, and the retreat of the Federal government from its earlier commitment to a policy of civil rights were factors that contributed to a rise in violence in the South.”57

Vandal gebruikte drie bronnen om het aantal moorden in de Pelikaanstaat te

onderzoeken. Als eerste is het doornemen van de speciale overheidsonderzoeken van groot belang geweest. Ten tweede heeft Vandal de politiearchieven in de verschillende parishes van Louisiana bezocht. Daarbij is hij de archieven van de lokale kranten nagelopen om te kijken wat de kranten schreven over de motieven. Vandal heeft enkel zekere moorden opgenomen in zijn onderzoek. Vermoedelijk zijn tijdens deze periode veel meer mensen vermoord, maar voor 4,986 moorden was voldoende bewijs om ze in zijn analyse te betrekken. Het doel van zijn onderzoek was om een geweldspatroon zichtbaar te maken, maar hier dienen enkele vraagtekens bij worden gezet. Als eerste zeggen moorden niets over intimidatie, terwijl intimidatie ook veel effect had op de Republikeinse kiezers. Ten tweede kunnen sommige bronnen onvolledig zijn en kunnen bepaalde gebieden een hoger aantal slachtoffers hebben 55 Rable, But there was no Peace, 191; Vandal, Rethinking Southern Violence, 193-208.

56 Vandal, Rethinking Southern Violence. 57 Ibidem, 3.

(19)

dan in het onderzoek terugkomt, waardoor de verhoudingen tussen de verschillende parishes anders zouden liggen. Alleen het onderzoek van Vandal is handig voor dit werkstuk en de algemene conclusies sluiten aan bij wat is betoogd door Rable en Tunnell.58

Vandal zag opvallende patronen in het aantal moorden. Als eerste vielen de meeste doden in de steden in het noorden van de staat. In Colfax, Coushatta, Alexandrië en Shreveport werd veel gemoord vanwege twee terugkerende factoren. Als eerste was het aandeel Afro-Amerikanen in de bevolking relatief groot. De Afro-Amerikanen konden bij een volledige opkomst de parishes Red River, Caddo en Bossier een Republikeinse winnaar van de verkiezingen bezorgen. Daarnaast was in de kleine steden veel politieke activiteit.

Bovendien waren de meeste soldaten gelegerd in New Orleans en konden zij per boot niet snel in het noordwesten van de Pelikaanstaat komen. De daders van het geweld konden eenvoudig vluchten voor de soldaten, zoals gebeurde met de Coushatta affaire en de Colfax moorden.59

Daarnaast was duidelijk vast te stellen dat de daders doorgaans blanke mannelijke Democraten waren, die als beroep doorgaans planter of boer hadden. De slachtoffers waren doorgaans Republikeinse mannelijke Afro-Amerikanen, die op de plantages werkten of actief waren in de politiek, het onderwijs, de religie of het leger. De reden voor de moord moest doorgaans worden gezocht in een politieke achtergrond, dat wilde zeggen dat vlak voor, tijdens of na de verkiezingen Afro-Amerikanen werden vermoord in verband met het wel of niet uitbrengen van hun stem. Bovendien kwamen lynchpartijen opvallend vaak voor na het eindigen van de burgeroorlog. Deze publieke terechtstellingen werden niet bestraft, door rechterlijke dwalingen of het partijdige jurysysteem. Tot slot was het verschil tussen de Reconstructie en de Redemptie enorm. De oorzaak was, omdat de Democraten, die doorgaans de moorden pleegden, de politieke, economische en sociale controle in de Pelikaanstaat terug hadden en geen geweld meer hoefden te gebruiken tegen de Afro-Amerikanen.60

Hoe verhield de analyse van Vandal zich ten opzichte van het werk van andere historici? Rable en Tunnell sloten zich grotendeels aan bij de visie van Vandal. Alhoewel Tunnell ook de economische factoren niet wilde onderschatten. Foner ging niet gedetailleerd op het geweld in, omdat hij ook lette op economische, politieke en sociale oorzaken voor het mislukken van de Reconstructie. Wel haalde hij ex-slaaf Henry Adams aan, een inwoner van Noord-Louisiana, over het geweld in 1865: “Henry Adams claimed that ‘over two thousand colored people’ were murdered in 1865 in the area around Shreveport, Louisiana.”61 Wellicht

is het aantal moorden overdreven, maar feit is wel dat in het onderzoek van Vandal het jaar 1865 is weggelaten. Het totale aantal slachtoffers zou zeker boven de zesduizend zijn

gekomen en lag wellicht nog veel hoger. De bedoeling van deze moorden in 1865 was om het gezag en de macht over de Afro-Amerikanen te behouden, door ze bang te maken en te intimideren. Later, toen de Afro-Amerikanen mochten stemmen, steeg het politieke motief naar plaats één op de lijst van oorzaken voor moord op de Afro-Afrikanen.62

Historicus Dawson legde net als Vandal de verbinding tussen de aanwezigheid van de soldaten in een gebied en het geweld dat gepleegd werd. In New Orleans waren in 1866 rellen, maar de soldaten waren dichtbij om verdere escalatie te voorkomen. Ook later in de Reconstructie zorgde de aanwezigheid van federale soldaten voor, in vergelijking met het platteland, weinig moorden in New Orleans. Natuurlijk was ook de rol van de bevelhebber van het leger belangrijk. De Democraat Lovell Harrison Rousseau liet de zaken in Louisiana op zijn beloop, waardoor gewapende bendes Democraten aan de vooravond van de

58 Vandal, Rethinking Southern Violence, 9-13. 59 Ibidem, 20-22, 37.

60 Ibidem, 24-25, 33, 46.

61 Foner, A Short History of Reconstruction, 53.

(20)

verkiezingen van 1868 door de straten van New Orleans konden trekken om Republikeinen te bedreigen en neer te schieten.63

Historicus Charles Lane wijdde zijn onderzoek aan één van de gewelddadigste

gebeurtenissen in de geschiedenis van de Pelikaanstaat. Hij onderzocht de Colfax moorden en de rechterlijke nasleep daarvan. In The Day Freedom Died64 beschreef Lane de bloederige

moord op de Afro-Amerikaanse mannen in de hoofdplaats van Grant parish. Tussen de zestig en 120 ex-slaven werden vermoord door blanke Democraten, die de politieke macht van de Republikeinen in Grant parish met geweld wilden doorbreken. Ook de slachting in Colfax legde de belangrijke rol van geweld bloot. Zonder geweld had de Republikeinse meerderheid niet kunnen worden verslagen.65 De vraag komt weer op: was 1868 het rampjaar en niet 1872

of 1873? Het antwoord is dat in 1868 de Democratische bereidheid om tot geweld over te gaan volledig zichtbaar werd. Het was vanaf dat jaar duidelijk dat de Democraten niet zouden stoppen met het gebruiken van geweld, totdat de Reconstructie beëindigd was. Natuurlijk is in een periode van 1869 tot 1871 relatief weinig geweld gebruikt. Alleen dit kwam, doordat in die periode geen belangrijke verkiezingen op het spel stonden. De verkiezingen voor het gouverneurschap en de president vonden weer plaats in 1872, toen het geweld in alle

hevigheid losbarstte en door zou gaan tot het einde van de Reconstructie. Deze tussenperiode van 1869 tot 1871 zal in hoofdstuk vier aan bod komen.66

Concluderend kunnen uit de analyse van Vandal de geweldspatronen in Louisiana van 1866 tot 1884 worden opgemaakt. In zijn onderzoek viel de geweldspiek in de jaren 1868, 1872-1876 op. Tijdens deze jaren zetten de Democraten alle zeilen bij om de Republikeinen te verdrijven uit de Pelikaanstaat. De Democraten hadden hiervoor twee mogelijkheden. De eerste mogelijkheid was om in de aanloop naar de verkiezingen massaal geweld te plegen en de Republikeinse stemmers bij de stembus weg te houden. De tweede mogelijkheid was om tussen de verkiezingen in de Republikeinse leiders te doden of weg te jagen, zodat bij de volgende verkiezingen de organisatie van de Republikeinen weg was en de Democraten de verkiezingen wel moesten winnen. Werden de verkiezingen gewonnen, dan konden de Democraten de politieke, economische en sociale macht terugnemen van hun opponenten.67

Tussenconclusie

In hoofdstuk één is belicht wat historici Foner, Tunnell, Rable en Vandal over de

Reconstructie hebben geschreven. In dit hoofdstuk stond centraal wat de historici dachten over het mislukken van de Reconstructie. Was het falen van de Republikeinen, of het slagen van de blanke Democraten zoals Rable aanstipte, onvermijdelijk? Was geweld de

belangrijkste oorzaak van het mislukken van de Reconstructie? Hoewel Vandal zich niet uitliet over het onvermijdelijke einde van de Reconstructie, kunnen Vandal en Rable 63 Dawson, Army Generals and Reconstruction, 85-89.

64 Charles Lane, The day Freedom died. The Colfax massacre, the Supreme Court, and the Betrayal of Reconstruction (New York 2008).

65 Lane, The day Freedom died, 266.

66 Vandal, Rethinking Southern Violence, 24-25, 33, 46. 67 Ibidem.

(21)

geschaard worden in de groep historici die geweld als de belangrijkste oorzaak voor het verwachte mislukken van de Reconstructie zagen. Tunnell en Foner beschreven de Reconstructie als een verhaal, waarvan het einde in de eerste jaren niet voorspelbaar was, maar geleidelijk in beeld kwam. Foner en Tunnell zagen in de eerste jaren van de

Reconstructie mogelijkheden voor het slagen van de Reconstructie. Alleen na 1873 waren de overgebleven zuidelijke Republikeinse staten door de afnemende noordelijke interesse voor de rechten van de Afro-Amerikanen, de afnemende troepenmacht in het zuiden en de paniek van 1873 gedoemd. Tunnell richtte zich meer op de rol van het geweld bij het mislukken van de Reconstructie dan Foner. Wel besefte Foner: “The end of Reconstruction came (...) because a tenacious black community, abandoned by the nation, fell victim to violence and fraud.”68

2. Voorspel voor het slagveld

In hoofdstuk twee zal in worden gegaan op de situatie voorafgaand aan het rampjaar. Het is namelijk van belang om aan te tonen dat voor 1868 nog niet ‘alle elementen’ aanwezig waren, die de nagel aan de doodkist van de Reconstructie zouden zijn. De vraag voor

hoofdstuk twee zal zijn of in Louisiana vanaf het begin van de Reconstructie tot het rampjaar veel geweld is gebruikt. Ook zal Louisiana in de algemene context van de Verenigde Staten worden geplaatst om te kijken hoe de algemene ontwikkelingen in de Reconstructie hun effect hadden op de Pelikaanstaat. Presidenten Lincoln en Johnson, gouverneurs Hahn en Wells, zullen net als senator Sumner en congreslid Stevens een rol spelen in dit verhaal. In 68 Foner, A Short History of Reconstruction, 123.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Gecontroleerde Particuliere Dag- en Nacht Bewakingsdienst. Bewaking van Schepen, Kaden, Loodsen, Wagons en opgeslagen goederen. Vakkundig en Technisch personeel voor

Op basis van de resultaten van de focusgroep bijeenkomst schatten we in dat op een revalidatieafdeling 30% van de cliënten met Mobiliteitsklasse C nu met een

Erik heeft weer een keer een slecht cijfer terug gekregen en is bang om het aan zijn ouders te laten zien.. Uit pure woede en angst slaat hij zijn buurman met een dikke ordner op

de bij de aanpak van eergerelateerd geweld betrokken functionarissen die- nen zich wel bewust te zijn van de complexiteit van het fenomeen en moeten zich niet blindstaren op

[r]

Echter door de verschillen is de aanpak die uit het beleid inzake huiselijk geweld naar voren komt in zijn totaliteit niet adequaat genoeg voor de aanpak van eergerelateerd geweld. De

Online congres “Een jaar na Commissie De Winter – Voorkomen van geweld in de jeugdzorg”.. 9,10,12 en 13 november, van 9.30 –

Ook loont het om een theoretische vergelijking te maken naar het gebruik van theorieën bij huiselijk geweld en theorieën bij gewelddadig crimineel gedrag in de openbare sfeer en