Vraag nr. 100 van 18 maart 1997
van de heer HERMAN SUYKERBUYK Gemeentepersoneel – Federale plannen
De bevoegdheidsverdeling tussen de federale staat en het Vlaams Gewest brengt mee dat de gemeen-ten (weliswaar onder het toezicht van de minister) bevoegd zijn om de rechten van het gemeenteper-s o n e e l , onder andere inzake onderbreking van hun b e r o e p s l o o p b a a n , vast te leggen of de grenzen ervan te bepalen.
Als dit inderdaad zo is – de bijzondere wet tot hervorming der instellingen is mijns inziens niet vatbaar voor een andere uitleg – is de federale minister in deze niet bevoegd. Ik verneem echter dat hij terzake plannen zou hebben.
Is dit de minister bekend ? Zo ja, wat heeft hij ondernomen om de bij bijzondere wet vastgelegde bevoegdheidsverdeling te doen respecteren ?
Antwoord
In antwoord op zijn vraag kan ik de Vlaamse volks-vertegenwoordiger meedelen dat artikel 162 van de Grondwet de normerende bevoegdheid in ver-band met de provinciale en gemeentelijke instellin-gen nog steeds aan de federale wetgever toekent. Op basis van deze bepaling heeft de federale wet-gever een aantal initiatieven genomen ter bevorde-ring van de arbeidsherverdeling bij gemeenten en p r o v i n c i e s, waaronder ook een initiatief inzake de loopbaanonderbreking.
De bijzondere wet tot hervorming der instellingen heeft enkel het administratief toezicht op de gemeenten en provincies geregionaliseerd.
Het Sint-Michielsakkoord stelde de regionalisering van de gemeente- en de provinciewet in het voor-u i t z i c h t . Om deze reden werd artikel 162 van de Grondwet voor herziening vatbaar gesteld. Tot op heden werd echter nog geen uitvoering gegeven aan deze afspraak uit het Sint-Michielsakkoord.