Statistisch analyse van LCN (“Low Copy Number”) DNA profielen.
R.D. Gill, Bachelor seminarium ASB,voorjaar 2009.
Het is tegenwoordig mogelijk om DNA te analyseren afkomstig uit één individuele cel, afkomstig bijvoorbeeld van een fingerafdruk. Dit kan nuttig zijn bij forensische toepassingen (opsporen van criminelen). Men gaat dan de twee allelen bepalen op elk van een aantal interessante loci – plekken in onze DNA, die interessant zijn omdat daar veel variatie tussen individuen bestaat. Om de DNA te bepalen wordt het “opgekweekt”, wat op neer komt dat 2 DNA moleculen worden 4, dan 8, dan 16 ... . Na zo’n 34 verdubbelingen zijn er enkele miljarden kopien, en hun type kan dan bepaald worden. Dit proces is natuurlijk niet perfect: men heeft last van “drop-in” (contaminatie), “drop- out” (een wel bestaande allel wordt niet vermenigvuldigd), “stutter” (door mutatie tijdens het opkweken ontstaat een nieuwe type).
In recente artikelen heeft P. Gill (geen familie van de docent) methoden ontwikkeld om de kans te schatten dat een gemeten profiel afkomstig is van de exact bekende profiel van een verdachte. Op het Nederlands Forenisch Instituut (NFI) in den Haag is men geinteresseerd om deze methoden te gebruiken en te verfijnen: een aantal van de modelveronderstellingen van Gill zijn niet realistisch en moeten worden aangepast. We zullen samenwerken met Marjan Sjerps van het NFI.
P. Gill (2008), Interpretation of complex DNA profiles using empirical models and a method to measure their robustness. Forensic Science International: Genetics, vol. 2, pp. 91–103.
P. Gill, A. Kirkham, J. Curran (2007), LoComatioN: A software tool for the analysis of low copy number DNA profiles. Forensic Science International, vol. 166, pp. 128–138.