Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit inzake een mededeling van niet-toepasselijkheid van artikel 34 van de Mededingingswet.
Zaaknummer 1665/Residentie en NeSBIC - Menken
I. MELDING
1. Op 7 december 1999 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat NeSBIC Groep B.V. en Residentie Investments B.V. voornemens zijn zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27 van de Mededingingswet, over Menken Beverages B.V.. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 243 van 16 december 1999. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht.
II. PARTIJEN
2. NeSBIC Groep B.V. (hierna: NeSBIC) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Zij verschaft als participatiemaatschappij risicodragend kapitaal aan (niet-beursgenoteerde) ondernemingen in diverse sectoren. Zij is een onderdeel van de Fortisgroep, een groep van ondernemingen welke actief zijn op het gebied van verzekeren, bankieren en beleggen.
3. Residentie Investments B.V. (hierna: Residentie) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Zij verschaft als
participatiemaatschappij risicodragend kapitaal aan ondernemingen in diverse sectoren. Zij is een onderdeel van de Achmeagroep, een groep van
ondernemingen welke actief zijn op het gebied van de financile
dienstverlening, en het leveren van diverse bancaire en verzekeringsproducten en diensten.
4. Menken Beverages B.V. (hierna: Menken) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Zij exploiteert als holdingmaatschappij door middel van Menken Drinks B.V. een fabriek in Nederland, die zich bezighoudt met de productie van vruchtensappen en het bottelen van softdrinks in opdracht van frisdrankproducenten. Ook bezit zij door middel van een Spaanse
dochtermaatschappij fabrieken in Spanje, te weten een fabriek voor PET-flessen en een fabriek voor de productie van softdrinks. Voorts bezit zij een dochtermaatschappij in Frankrijk die fungeert als verkoopmaatschappij.
III. DE GEMELDE OPERATIE
6. Momenteel is het aandelenkapitaal van Menken voor [een minderheid] in handen van Menken Holding B.V. (hierna: Menken Holding), en voor [een meerderheid] in handen van Okil. In de huidige situatie heeft Okil uitsluitende zeggenschap over Menken. Voorts vormen de aandeelhouders en bestuurders van Okil de directie van Menken. Doel van de transactie is een "management buyout" van Menken.
7. Het doel van de operatie wordt volgens partijen in meerdere stappen gerealiseerd. Deze stappen resulteren erin dat Okil, Residentie en NeSBIC allen indirect een belang van [een minderheid] in Menken verwerven. Er zijn geen speciale zeggenschapsrechten aan deze deelnemingen verbonden. 8. Naast deze overdracht zullen volgens partijen Residentie en NeSBIC beiden [een deel] van het preferente aandelenkapitaal gaan houden. Aan deze aandelen is in totaal echter slechts 0,06% van de zeggenschapsrechten verbonden. De verdeling van deze aandelen zal de zeggenschapsverhoudingen daardoor niet benvloeden.
IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT
9. De gemelde operatie heeft tot gevolg dat de uitsluitende zeggenschap van Okil in Menken wordt omgezet in een situatie waarin geen der uiteindelijke aandeelhouders van Menken (NeSBIC, Residentie en Okil) zeggenschap hebben in de zin van artikel 26 van de Mededingingswet. Immers, door de afwezigheid van speciale zeggenschapsrechten is er sprake van een situatie waarin geen van de zojuist genoemde aandeelhouders in staat is om zonder de instemming van een of meer andere aandeelhouders strategische
beslissingen over de activiteiten van Menken te bepalen of te blokkeren. Er is, anders gezegd, sprake van een situatie waarin te dien aangaande wisselende coalities mogelijk zijn.
Conclusie
10. De gemelde operatie is derhalve geen concentratie in de zin van artikel 27 van de Mededingingswet, en valt derhalve niet binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht.
V. CONCLUSIE
11. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie niet binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht.
Datum: 30-12-1999
voor deze:
w.g. Drs. R.J.P. Jansen Hoofd Concentratiecontrole
Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Nederlandse
Mededingingsautoriteit, Sectie Beschikkingen, Bezwaar en Beroep, Postbus 16326, 2500 BH, 's-Gravenhage.