Nederlandse mededingingsautoriteit
BESLUIT
Zaaknummer 1618/NUON - Kropman
Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.
I. MELDING
1. Op 5 november 1999 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat NV NUON Industrie voornemens is gezamenlijke zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de
Mededingingswet, over Kropman BV. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 216 van 9 november 1999.
II. PARTIJEN
2. NV NUON Industrie (hierna: NUON) is een naamloze vennootschap naar Nederlands recht. Zij maakt deel uit van NV NUON ENW (hierna: NUON ENW), welke is ontstaan na de fusie van NV NUON Energie Onderneming, Energie Noord West NV, NV Energie en Watervoorziening Rijnland alsmede Gamog Gelre Flevo Holding BV.[1]
3. NUON is actief op het gebied van de verkoop van energie (gas, elektriciteit en warmte) en water aan klanten in de grootzakelijke en industrile markt in Nederland en daarbuiten. Daarnaast richt NUON zich op aan energie- en waterlevering verwante diensten, zoals de exploitatie van systemen voor energie- en watervoorzieningen en advisering inzake energietoepassingen en energievoorziening. NUON ENW zelf houdt zich primair bezig met het transport en de levering van elektriciteit, gas en warmte, de decentrale productie van elektriciteit en warmte, de productie en levering van water en de ontwikkeling en levering van met energie en water verwante producten en diensten.
4. Kropman BV (hierna: Kropman) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Zij heeft als belangrijkste aandeelhouders: Cathmar BV (hierna: Cathmar), een persoonlijke holdingvennootschap met 97% van de aandelen van Kropman in haar bezit, en De Stichting Administratiekantoor Kropman met 3% van de aandelen van Kropman in haar bezit.
5. Kropman is actief op het gebied van het ontwerpen, installeren en
III. DE GEMELDE OPERATIE
6. De gemelde operatie betreft, blijkens de door partijen gesloten
“Koopovereenkomst aandelen Kropman BV” van 26 oktober 1999, de verkoop van 35% van de aandelen van Cathmar aan NUON. Verder blijkt uit de Concept-“Aandeelhoudersovereenkomst Kropman BV” (hierna:
Aandeelhoudersovereenkomst) van 26 oktober 1999, dat NUON bepaalde zeggenschapsrechten zal verkrijgen.
IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT
7. NUON heeft blijkens de Aandeelhoudersovereenkomst vetorechten ten aanzien van het jaarlijkse ondernemingsplan van Kropman en, voor zover het ondernemingsplan hier niet in voorziet, het doen van belangrijke investeringen. Voorts zal NUON het recht hebben om n commissaris voor de raad van commissarissen te benoemen. In de Aandeelhoudersovereenkomst is bepaald dat het benoemen, schorsen en ontslaan van leden van het bestuur gebeurt door de algemene vergadering van aandeelhouders op basis van een bindende voordracht van de raad van commissarissen, die bij unanimiteit iemand voordraagt. Indien unanimiteit niet kan worden bereikt binnen drie kalendermaanden nadat een vacature in het bestuur is ontstaan, beslist de algemene vergadering van aandeelhouders echter bij gewone meerderheid. 8. Het is gebleken dat het jaarlijkse ondernemingsplan bestaat uit een gedetailleerde begroting inclusief investeringsplan. Feitelijk heeft NUON dan ook vetorechten ten aanzien van het goedkeuren van de begroting en de investeringen in het begrotingsplan alsmede andere grote investeringen van Kropman. Voorts zal NUON een belangrijke invloed kunnen uitoefenen op het benoemen, schorsen en ontslaan van leden van het bestuur. Deze rechten samen zijn voldoende om te concluderen dat NUON invloed heeft op strategische beslissingen inzake het bedrijfsbeleid van Kropman.
9. Gelet op het bovenstaande zullen NUON en Cathmar over zeggenschap over Kropman beschikken in de zin van artikel 26 van de Mededingingswet. 10. Het voorgaande betekent dat als gevolg van de gemelde operatie NUON zeggenschap zal verkrijgen over Kropman, waarmee een concentratie tot stand komt in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. Uit de bewoordingen van deze bepaling en de Memorie van Toelichting[2] blijkt duidelijk dat onder een concentratie in de zin van deze bepaling niet alleen wordt verstaan de situatie waarin uitsluitende zeggenschap wordt verworven, maar ook de situatie waarin zeggenschap wordt verkregen welke gedeeld wordt met een andere natuurlijke of rechtspersoon. Dientengevolge is de gemelde operatie een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet.
11. Betrokken ondernemingen, in de zin van het Besluit vaststelling
formulieren Mededingingswet (Staatscourant 1 van 2 januari 1998), zijn NUON ENW en Kropman.
V. BEOORDELING
13. Partijen geven aan dat zij beide actief zijn op het gebied van verkoop en/of verhuur alsmede de onderhoud van warmwaterinstallaties en op het gebied van advisering inzake energietoepassingen en energievoorziening.
14. Partijen zijn echter van mening dat hun activiteiten op het gebied van warmwaterinstallaties tot afzonderlijke markten behoren. De desbetreffende activiteiten van NUON ENW zijn beperkt tot de verkoop en/of verhuur alsmede het onderhoud van relatief eenvoudige warmwaterinstallaties als CV-ketels voor huishoudens. Kropman richt zich op het aanbrengen en onderhouden van tailor-made hoogwaardige warmwaterinstallaties voor grootzakelijke en industrile klanten.
15. Met partijen kan worden aangenomen dat het leveren en onderhouden van enerzijds CV-ketels voor huishoudens en anderzijds warmwaterinstallaties voor grootgebruikers, gelet op de verschillen ten aanzien van de producten en de afnemers, niet tot dezelfde markt behoren.
16. Wat betreft de advisering inzake energietoepassingen en
energievoorziening hebben partijen aangegeven dat Kropman slechts incidenteel adviseert en haar activiteiten op dit gebied te verwaarlozen zijn. NUON ENW heeft op dit gebied een zeer bescheiden positie en ondervindt concurrentie van (energie)adviesbureaus, installateurs, ingenieursbureaus en andere energiedistributiebedrijven.[3] Met partijen kan worden aangenomen dat de positie van NUON ENW op deze markt door de concentratie niet wezenlijk wordt veranderd.
17. Gelet op het bovenstaande is het niet aannemelijk dat door de voorgenomen concentratie een machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat de daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.
VI. CONCLUSIE
18. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.
19. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de
Datum: 08-12-1999 w.g. A.W. Kist
Directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit
Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam.
---[1] Besluit van 15 maart 1999 in zaak 1186/NUON-ENW-EWR-Gamog. [2] Tweede Kamer, vergaderjaar 1995-1996, 24 707, nr. 3, blz. 73-74. [3] Vergelijk besluit van 15 maart 1999 in zaak 1186/NUON-ENW-EWR-Gamog, punten 34, 36 en 66.