• No results found

BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet."

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BESLUIT

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Nummer 4949/31

Betreft zaak: Kroymans - Van Heck

I. MELDING

1. Op 8 maart 2005 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Kroymans Corporation B.V. en Van Heck

Investments B.V. voornemens zijn een gemeenschappelijke onderneming tot stand te brengen, waarover zij gezamenlijk zeggenschap zullen uitoefenen. Kroymans Corporation B.V. zal na verloop van tijd uitsluitende zeggenschap over deze onderneming verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 51 van 14 maart 2005. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht. Ambtshalve zijn vragen gesteld aan verschillende marktpartijen. II. PARTIJEN

2. Kroymans Corporation B.V. (hierna: Kroymans) is een besloten vennootschap naar

Nederlands recht.Kroymans staat aan het hoofd van de Kroymans Corporation Groep. Kroymans is via verschillende dochterondernemingen actief op het gebied van de import en verkoop van personenauto’s, alsmede op het gebied van de import en verkoop van vervangingsonderdelen en –accessoires, autoschadeherstel, autoleasing en financieringsdiensten, de import en verkoop van werkplaatsuitrusting en de productie van hefbruggen.

3. Van Heck International Holdings B.V. (hierna: Van Heck) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Van Heck staat aan het hoofd van de Van Heck Groep. Alle aandelen in Van Heck worden gehouden door Van Heck Investments B.V. (hierna: Van Heck Investments). Van Heck is actief op het gebied van de import van auto-onderdelen en –accessoires en de import van werkplaatsuitrusting. Daarnaast levert Van Heck automatiseringsdiensten aan dealers en

(2)

II. DE GEMELDE OPERATIE

4. De gemelde operatie betreft de verkoop van alle aandelen in Van Heck door Van Heck Investments aan Kroymans. De overname komt stapsgewijs tot stand. In eerste instantie zullen Kroymans en Van Heck Investments gezamenlijke zeggenschap verwerven over de op te richten besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Newco B.V. (hierna: Newco). Van Heck Investments zal de aandelen in Van Heck overgedragen aan Newco.1 A.R.M. Stokvis, een 100%

dochteronderneming van Kroymans, zal op haar beurt een zestal vennootschappen2

onderbrengen in Newco. Kroymans zal […]*% van de aandelen in Newco verkrijgen en Van Heck

Investments de overige […]%. Na een periode van gezamenlijke zeggenschap zal Kroymans per […] alle aandelen in Newco verkrijgen. De transactie is vastgelegd in een “Letter of Intent” d.d. 2 maart 2005.

IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT

5. Uit de door partijen overgelegde “Letter of Intent” blijkt dat Kroymans en Van Heck Investments gezamenlijk zeggenschap zullen uitoefenen over Newco. Binnen een periode van drie jaar, te weten op […], zal Kroymans de aandelen van Van Heck Investments in Newco verkrijgen en hiermee uitsluitende zeggenschap over Newco verwerven. In de Mededeling van de Europese Commissie betreffende het begrip concentratie wordt vermeld dat indien een operatie in de aanloopfase tot gezamenlijke zeggenschap leidt, maar deze gezamenlijke zeggenschap uit hoofde van bindende overeenkomsten met zekerheid in uitsluitende zeggenschap van een van de aandeelhouders wordt omgezet, de volledige operatie normaliter zal worden beschouwd als verwerving van uitsluitende zeggenschap.3 In deze Mededeling wordt verwezen naar een

beschikking van de Commissie inzake British Telecom / Banco Santander4, waar sprake was van

een overgangsperiode van drie jaar waarin gezamenlijke zeggenschap werd uitgeoefend. De Commissie heeft de desbetreffende concentratie beoordeeld als een verkrijging van uitsluitende zeggenschap. In de Mededeling betreffende het begrip concentratie vermeldt de Commissie in

1 Van Heck is tevens lid van een internationale inkooporganisatie voor auto-onderdelen en –accessoires, te weten Temot

uit Duitsland. Van Heck is één van de 20 aandeelhouders in Temot en bezit als zodanig 5,56% van de aandelen. Deze aandelen zullen eveneens worden ondergebracht in Newco.

2 Havam Automotive B.V., Ipar Industrial Partners B.V., Nipparts B.V., Nipparts Belgium S.A., Neita B.V. en Interpieces

N.V.

* In deze openbare versie van het besluit zijn delen van de tekst vervangen of weggelaten om redenen van vertrouwelijkheid. Vervangen of weggelaten delen zijn met vierkante haken aangegeven. In het geval van getallen of percentages kan de vervanging hebben plaatsgevonden in de vorm van vermelding van bandbreedtes.

3 Mededeling van de Europese Commissie betreffende het begrip “concentratie” in Verordening (EEG) nr. 4064/89 van de

Raad van 21 december 1989 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (98/C 66/02), nr. 38.

(3)

voetnoot 25 uitdrukkelijk dat de overgangsperiode maximaal drie jaar mag beslaan. In een eerder besluit is aangesloten bij deze maximale overgangsperiode van drie jaar.5

6. Uit de “Letter of Intent” volgt dat de gezamenlijke zeggenschap over Newco met zekerheid wordt omgezet in uitsluitende zeggenschap van Kroymans binnen een periode van drie jaar. Gelet hierop zal de hierboven, onder punt 4, omschreven transactie derhalve worden beoordeeld als een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet.

7. Betrokken ondernemingen zijn Kroymans en Van Heck.

8. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt.

V. BEOORDELING

A. RELEVANTE MARKTEN

Relevante productmarkt

9. De activiteiten van partijen overlappen op het gebied van (i) de verkoop van (personen)auto-onderdelen en –accessoires en (ii) de verkoop van werkplaatsuitrusting. Een aantal activiteiten van partijen staat in verticale relatie tot elkaar.

(i)Verkoop van auto-onderdelen en –accessoires via het IAM-kanaal (1) Horizontale overlap

10. Auto-onderdelen en – accessoires worden doorgaans geïmporteerd van buitenlandse producenten. Importeurs verkopen deze producten voornamelijk aan groothandelaren, die op hun beurt een assortiment van auto-onderdelen en –accessoires aanbieden aan dealers, onafhankelijke garages en fast fitters. Importeurs leveren in mindere mate ook wel direct aan (de grotere) dealers, onafhankelijke garages en fast fitters. In een recent besluit6 is evenwel

vastgesteld dat importeurs op dit gebied veelal andere spelers zijn dan groothandelaren en een dusdanig zelfstandige functie vervullen dat onderscheid gemaakt dient te worden naar

importactiviteiten en groothandelactiviteiten.

(4)

11. Evenals in een recent besluit7 zal in onderhavig besluit worden uitgegaan van een aparte

relevante markt voor de verkoop van auto-onderdelen en –accessoires.

12. Evenals in een recent besluit8 en verschillende beschikkingen van de Europese Commissie9

kan in onderhavig besluit worden uitgegaan van verschillende markten die de verschillende distributiekanalen voor de verkoop van auto-onderdelen en –accessoires behelzen, te weten het zogenaamde “gebonden kanaal”, ook bekend als het OEM/OES-kanaal10, en het “ongebonden

kanaal”, ook bekend als het IAM-kanaal11. Via het gebonden kanaal vindt de verkoop plaats van

onderdelen die in nieuwe auto’s worden gemonteerd, alsmede de vervanging van deze

onderdelen door nieuwe originele onderdelen. Het IAM-kanaal dient voor de distributie van niet-originele onderdelen en –accessoires. De activiteiten van partijen vertonen alleen overlap binnen het IAM-kanaal op importniveau. Op het gebonden of OEM/OES-kanaal zal in het onderhavige besluit daarom niet verder worden ingegaan.

(2)Verticale relaties binnen het IAM-kanaal voor auto-onderdelen en –accessoires

13. Evenals in een recent besluit12 worden binnen het IAM-kanaal voor auto-onderdelen en –

accessoires in onderhavig besluit aparte markten voor import, groothandel en dealeractiviteiten onderscheiden. Deze markten staan in verticale relatie tot elkaar. Kroymans is actief op elk van de drie bovengenoemde niveaus, Van Heck is alleen actief op importniveau. Er bestaan derhalve verticale relaties tussen de importactiviteiten van partijen en de groothandel- en dealeractiviteiten van Kroymans. Deze relaties zullen in onderhavig besluit worden meegenomen in de beoordeling (zie punten 28 tot en met 30).

(ii) Verkoop van werkplaatsuitrusting (1) Horizontale overlap

14. Werkplaatsuitrusting wordt gebruikt om schade aan auto’s te herstellen en onderhoud en keuringen te verrichten. In een recent besluit13 is aangenomen dat er mogelijk een aparte markt

bestaat voor de verkoop van werkplaatsuitrusting, welke nader onderverdeeld kan worden in een mogelijke markt voor werkplaatsapparatuur, ook wel bekend als equipment (waaronder

7 Zie het besluit in zaak 4190/Kroymans – Lasaulec, reeds aangehaald, punt 12. 8 Zie het besluit in zaak 4190/Kroymans – Lasaulec, reeds aangehaald, punt 13.

9 Zie bijvoorbeeld de beschikking van 9 april 1996 in zaak IV/M.726 – Bosch / Allied Signal en de beschikking van 15

oktober 1993 in zaak IV/M.337 – Knorr-Bremse / Allied Signal.

10 OEM: Original Equipment Manufacturers. OES: Original Equipment Services. 11 IAM: Independent After Market.

(5)

hefbruggen, diagnose-apparatuur, remmentestbanken, spuitinstallaties, etc.), en een mogelijke markt voor handgereedschap ten behoeve van motorvoertuigen (zoals elektrisch

handgereedschap, pneumatisch handgereedschap en handsleutelgereedschap), ook wel bekend als automotive handgereedschap.

15. Marktonderzoek door de NMa in onderhavige zaak heeft uitgewezen dat

werkplaatsuitrusting deels via de groothandel en deels direct aan de eindgebruiker (dealers, onafhankelijke garages en fast fitters) wordt verkocht. Daarnaast heeft het marktonderzoek uitgewezen dat dit onderscheid in distributiekanaal grotendeels overeenkomt met het mogelijke onderscheid binnen de mogelijke markt voor werkplaatsuitrusting naar werkplaatsapparatuur en

automotive handgereedschap, zoals dat is gemaakt in punt 14. Werkplaatsapparatuur wordt veelal

direct aan de eindgebruiker geleverd, terwijl automotive handgereedschap veelal via de groothandel wordt verkocht.14 Evenals in een recent besluit15 kan in onderhavig besluit in het

midden blijven of er aparte markten zijn voor de verkoop van werkplaatsapparatuur en voor de verkoop van automotive handgereedschap, aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie punten 31 tot en met 35).

16. In een recent besluit16 is voorts aangegeven dat de mogelijke markt voor de verkoop van

werkplaatsapparatuur nader kan worden onderverdeeld in werkplaatsapparatuur ten behoeve van personenauto’s en werkplaatsapparatuur ten behoeve van vrachtwagens.17 In onderhavige zaak

kan in het midden blijven of er aparte markten zijn voor de verkoop van werkplaatsapparatuur ten behoeve van personenauto’s en werkplaatsapparatuur ten behoeve van vrachtwagens, aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie punt 31). Op het gebied van de verkoop van werkplaatsapparatuur ten behoeve van vrachtwagens bestaat in onderhavige zaak geen horizontale overlap tussen de activiteiten van partijen, aangezien Van Heck geen omzet heeft behaald met de verkoop van werkplaatsapparatuur ten behoeve van vrachtwagens.

14 De omvang van de eindgebruiker speelt volgens (markt)partijen echter ook een rol bij de keuze voor distributiekanaal.

Zo zouden grote afnemers vaak direct bij importeurs kopen terwijl kleinere onafhankelijke garagebedrijven veelal via groothandelaren kopen. Diverse marktpartijen geven evenwel aan dat een traditioneel onderscheid wordt gemaakt tussen werkplaatsapparatuur enerzijds en automotive handgereedschap anderzijds. Ook branchevereniging RAI Vereniging gaat in haar analyses uit van dit onderscheid en niet van een mogelijk onderscheid naar distributiekanaal (zie ‘Marktinformatie – Autovak’ op www.raivereniging.nl). In onderhavig besluit wordt niet verder ingegaan op een mogelijk onderscheid naar distributiekanaal.

15 Zie het besluit in zaak 4190/Kroymans – Lasaulec, reeds aangehaald, punt 20. 16 Zie het besluit in zaak 4190/Kroymans – Lasaulec, reeds aangehaald, punt 17.

17 Uit marktonderzoek door de NMa in onderhavige zaak is naar voren gekomen dat werkplaatsapparatuur ten behoeve van

(6)

17. Evenals in een recent besluit18 zal in onderhavig besluit geen onderscheid worden gemaakt

naar type werkplaatsapparatuur en naar type automotive handgereedschap.

(2) Verticale relatie op het gebied van werkplaatsuitrusting

18. Op het gebied van verkoop van werkplaatsuitrusting (zowel werkplaatsapparatuur en

automotive handgereedschap) is Van Heck enkel actief op importniveau. Kroymans is actief op

import-, groothandel- en eindgebruikerniveau. De importactiviteiten van partijen en de activiteiten van Kroymans als afnemer staan in verticale relatie tot elkaar. Deze relatie zal in onderhavig besluit worden meegenomen in de beoordeling (zie punten 36 tot en met 37). Relevante geografische markt

(i)Verkoop van auto-onderdelen en –accessoires via het IAM-kanaal (1) Horizontale overlap

19. In een recent besluit19 is aangegeven dat de markt voor de verkoop van auto-onderdelen en

–accessoires via het IAM-kanaal ten minste een nationale dimensie heeft.20 Uit marktonderzoek

door de NMa in onderhavige zaak is eveneens gebleken dat de markt voor de verkoop van auto-onderdelen en –accessoires via het IAM-kanaal ten minste nationaal is. In het kader van

marktonderzoek door de NMa in onderhavige zaak hebben enkele marktpartijen aangegeven dat het in principe mogelijk is rechtstreeks auto-onderdelen en –accessoires te kunnen betrekken van leveranciers in omliggende landen, zoals België of Duitsland, hetgeen door marktpartijen

verklaard wordt door de fysieke nabijheid van deze marktpartijen.21 De meeste marktpartijen laten

evenwel weten dat zij vrijwel uitsluitend auto-onderdelen en –accessoires betrekken in Nederland. Partijen wijzen er in dit verband op dat er in hun ogen een verschuiving plaatsvindt van een nationale markt naar een ruimere markt, mede omdat transportkosten voor IAM-onderdelen relatief laag zijn en omdat afnemers steeds grotere spelers worden die actief zijn in meerdere landen. Ook in onderhavig besluit kan in het midden worden gelaten of er sprake is van een nationale dan wel een ruimere markt voor de import van auto-onderdelen en –accessoires via het IAM-kanaal die tevens België en Duitsland omvat, aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie punten 23 tot en met 27).

(2)Verticale relaties binnen het IAM-kanaal voor auto-onderdelen en –accessoires

18 Zie het besluit in zaak 4190/Kroymans – Lasaulec, reeds aangehaald, punten 18 en 19. 19 Zie het besluit in zaak 4190/Kroymans – Lasaulec, reeds aangehaald, punt 22. 20 Zie het besluit in zaak 4190/Kroymans – Lasaulec, reeds aangehaald, punt 22.

(7)

20. In punt 19 is aangegeven dat de markt voor de verkoop van auto-onderdelen en –

accessoires via het IAM-kanaal tenminste nationaal is. In een recent besluit22 is aangegeven dat

de markt voor de verkoop van auto-onderdelen en –accessoires aan dealers, onafhankelijke garages en fast fitters eveneens gekenmerkt kan worden als tenminste nationaal. In hetzelfde besluit is aangegeven dat dealeractiviteiten zich op nationaal niveau afspelen.23 In onderhavig

besluit zullen de verticale relaties, zoals beschreven in punt 13, derhalve op nationaal niveau worden beoordeeld (zie punten 28 tot en met 30).

(ii) Verkoop van werkplaatsuitrusting (1) Horizontale overlap

21. In een recent besluit24 is uitgegaan van een nationale markt voor de verkoop van

werkplaatsuitrusting. In het kader van marktonderzoek door de NMa in onderhavige zaak hebben enkele marktpartijen aangegeven dat het in principe mogelijk is rechtstreeks werkplaatsuitrusting te kunnen betrekken van leveranciers in omliggende landen, zoals België of Duitsland. De meeste marktpartijen laten evenwel weten dat zij vrijwel uitsluitend werkplaatsuitrusting betrekken in Nederland. In onderhavig besluit kan in het midden worden gelaten of er sprake is van een nationale dan wel een ruimere markt voor de verkoop van werkplaatsuitrusting, die tevens België en Duitsland omvat, aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie punten 31 tot en met 35).

(2) Verticale relatie op het gebied van werkplaatsuitrusting

22. In punt 21 is aangegeven dat de markt voor de verkoop van werkplaatsuitrusting tenminste nationaal is. Afnemers zijn vrijwel uitsluitend actief binnen Nederland. In onderhavig besluit zal de verticale relatie, zoals beschreven in punt 13, op nationaal niveau worden beoordeeld (zie punten 36 tot en met 37).

B. GEVOLGEN VAN DE CONCENTRATIE

(i)Verkoop van auto-onderdelen en –accessoires via het IAM-kanaal (1) Horizontale overlap

(8)

23. Branchevereniging RAI Vereniging schat de markt voor de verkoop van auto-onderdelen en – accessoires via het IAM-kanaal in Nederland in 2004 op circa EUR 500 mln.25 Op basis van deze

marktomvang behalen partijen een gezamenlijk marktaandeel van circa [20-30]%. Indien wordt uitgegaan van een ruimer dan nationale markt, die tevens België en Duitsland omvat, is het gezamenlijke marktaandeel van Kroymans en Van Heck als gevolg van de concentratie hooguit [20-30]%.

24. Uit marktonderzoek door de NMa in onderhavige zaak is gebleken dat Van Heck marktleider is op het gebied van de verkoop van auto-onderdelen en –accessoires binnen het IAM-kanaal en dat Kroymans, via dochterondernemingen Havam en Nipparts, tot de top-10 behoort. Naast partijen zijn in Nederland volgens de RAI Vereniging nog enkele relatief grote importeurs actief, waaronder Kühne Automotive en Hella B.V. Ook bestaat er een tweetal inkoopcombinaties die een importfunctie vervullen, te weten AutoDistribution Nederland en Brezan Automaterialen, bij wie elk zo’n 100 groothandelaren zijn aangesloten. Daarnaast is een groot aantal kleinere, veelal specialistische, importeurs actief.

25. Afnemers geven in het kader van marktonderzoek door de NMa in onderhavige zaak aan dat hoewel het aantal grote importeurs dat een compleet assortiment aanbiedt door de onderhavige concentratie afneemt, er nog voldoende keuzemogelijkheden overblijven. De meeste afnemers betrekken hun producten van verschillende importeurs en kunnen dit blijven doen na de onderhavige concentratie. Daarnaast hebben verscheidene afnemers aangegeven dat, hoewel zij momenteel geen auto-onderdelen en –accessoires rechtstreeks in België of Duitsland betrekken, zij dit in principe wel zouden kunnen gaan doen.

26. Uit het marktonderzoek door de NMa in onderhavige zaak zijn geen aanwijzingen naar voren gekomen die leiden tot een ander beeld dan geschetst in de punten 24 en 25 wanneer aparte groepen afnemers (groothandelaren enerzijds en dealers, onafhankelijke garages en fast

fitters anderzijds) zouden worden beschouwd.

27. Gelet op bovenstaande is er geen reden om aan te nemen dat als gevolg van de

voorgenomen concentratie op de markt voor de verkoop van auto-onderdelen en –accessoires een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.

(2)Verticale relaties binnen het IAM-kanaal voor auto-onderdelen en –accessoires a. Import – groothandel

25 Partijen schatten de marktomvang groter in. De exacte marktomvang kan evenwel in het midden blijven omdat de

(9)

28. Zoals aangegeven in punt 13 bestaat er een verticale relatie tussen de activiteiten van partijen op importniveau en die van Kroymans op groothandelniveau op het gebied van de verkoop van auto-onderdelen en –accessoires. De RAI Vereniging schat de markt voor de verkoop van auto-onderdelen en –accessoires aan dealers, onafhankelijke garages en fast fitters in

Nederland via het IAM-kanaal in 2004 op circa EUR 700 mln. Uitgaande van deze marktomvang zou Kroymans met haar groothandelactiviteiten een marktaandeel behalen van circa [0-10]%.

b. Import - dealer

29. Zoals aangegeven in punt 13 bestaat er een verticale relatie tussen de activiteiten van partijen op importniveau en die van Kroymans op dealerniveau op het gebied van de verkoop van onderdelen en –accessoires. Partijen schatten de markt voor de verkoop van

auto-onderdelen en –accessoires aan eindgebruikers via het IAM-kanaal in Nederland in 2004 op circa EUR 1,5 mld. Uitgaande van deze marktomvang zou Kroymans met haar dealeractiviteiten een marktaandeel behalen van circa [0-10]%.

30. Gelet op het bovenstaande is er geen reden om aan te nemen dat de voorgenomen

concentratie marktafsluitende effecten zal hebben op enig niveau binnen het IAM-kanaal voor de verkoop van auto-onderdelen en –accessoires in Nederland. Aangezien de marktaandelen van partijen op de verschillende verticale niveaus binnen het IAM-kanaal zodanig beperkt zijn dat er geen reden is om aan te nemen dat de voorgenomen concentratie marktafsluitende effecten zal hebben in Nederland, is het in onderhavige zaak niet nodig om mogelijke marktafsluitende effecten op een ruimer dan nationale markt te beschouwen.

(ii) Verkoop van werkplaatsuitrusting (1) Horizontale overlap

31. De omzet op de mogelijke markt voor de verkoop van werkplaatsapparatuur in Nederland in 2004 bedroeg volgens de RAI Vereniging circa EUR 125 mln. Op basis van deze marktomvang behalen partijen een gezamenlijk marktaandeel van circa [10-20]%. Partijen gaan uit van een verhouding van circa 85% verkoop van werkplaatsapparatuur ten behoeve van personenauto’s en circa 15% verkoop van werkplaatsapparatuur ten behoeve van vrachtwagens. Op basis van deze ratio zou de marktomvang van de mogelijke markt voor de verkoop van werkplaatsapparatuur ten behoeve van personenauto’s in Nederland in 2004 circa EUR 106 mln bedragen. Partijen zouden bij deze marktomvang een gezamenlijk marktaandeel behalen van circa [10-20] %.

(10)

33. De mogelijke markt voor de verkoop van automotive handgereedschap in Nederland in 2004 bedroeg volgens de RAI Vereniging circa EUR 28 mln. Op basis van deze marktomvang behalen partijen een gezamenlijk marktaandeel van circa [20-30]%.26 Op de mogelijke markt voor de

verkoop van automotive handgereedschap zijn verschillende concurrenten actief, zoals Snap-on Distribution, Brezan Automaterialen, Facom gereedschappen, Kühne Automotive en Technag. Verscheidene afnemers hebben in het kader van marktonderzoek door de NMa in onderhavige zaak laten weten na de concentratie voldoende keuzemogelijkheden over te houden. Daarnaast hebben verscheidene afnemers laten weten dat zij eventueel automotive handgereedschap rechtstreeks zouden kunnen betrekken van leveranciers uit België en Duitsland. Ten slotte kunnen afnemers voor een deel van het benodigde handgereedschap (het meer algemene handgereedschap dat naast automotive gebruik ook voor andere doeleinden kan worden gebruikt, zoals hamers) terecht bij leveranciers van niet-sectorspecifieke handgereedschap of leveranciers in andere sectoren, zoals de industrie of watersport.27

34. Indien wordt uitgegaan van een ruimer dan nationale markt, die tevens België en Duitsland omvat, is het gezamenlijke marktaandeel van Kroymans en Van Heck als gevolg van de

concentratie op de mogelijke markt(en) voor de verkoop van werkplaatsuitrusting hooguit van gelijke orde van grootte als het gezamenlijke marktaandeel op de Nederlandse markt(en).

35. Gelet op het bovenstaande en het gezamenlijk marktaandeel van partijen is er voor zover het de mogelijke markt(en) voor de verkoop van werkplaatsuitrusting betreft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van de voorgenomen concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.

(2) Verticale relatie op het gebied van werkplaatsuitrusting

36. Zoals aangegeven in punt 18 bestaat er een verticale relatie tussen de activiteiten van partijen op importniveau en die van Kroymans op groothandel- en eindgebruikerniveau op het gebied van de verkoop van werkplaatsuitrusting. Van de EUR 153 mln omzet die in totaal werd behaald met de verkoop van werkplaatsuitrusting in Nederland in 2004, werd hooguit [0-10]% behaald met de verkoop van werkplaatsuitrusting aan Kroymans.

26 De marktomvang van EUR 28 mln heeft alleen betrekking op handgereedschappen die worden verkocht ten behoeve van

de automotive sector. Kroymans importeert al haar handgereedschap ten behoeve van de automotive sector. Van Heck schat dat 65% van het door haar geïmporteerde handgereedschap wordt afgezet ten behoeve van de automotive sector en 35% ten behoeve van andere sectoren, zoals de industrie.

27 Marktpartijen geven evenwel aan dat zij hun benodigde handgereedschap momenteel vrijwel uitsluitend bij automotive

(11)

37. Gelet op het bovenstaande is er geen reden om aan te nemen dat de voorgenomen concentratie marktafsluitende effecten zal hebben op de markt(en) voor de verkoop van

werkplaatsuitrusting in Nederland. Aangezien het marktaandeel van partijen op het gebied van de verkoop van werkplaatsuitrusting en de afname van de bij Kroymans aangesloten dealers zodanig beperkt is dat er geen reden is om aan te nemen dat de voorgenomen concentratie

marktafsluitende effecten zal hebben in Nederland, is het in onderhavige zaak niet nodig om mogelijke marktafsluitende effecten op een ruimer dan nationale markt te beschouwen. VI. CONCLUSIE

38. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde

concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.

39. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse

Mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist.

Datum: 20 april 2005

De directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, voor deze:

W.g. Drs. E.J. Kloosterhuis

Plv. Directeur Concentratiecontrole

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor zover een andere operator aangewezen is als aanbieder met aanmerkelijke macht op de markt in de zin van artikel 6.4 Telecommunicatiewet en verplicht is interconnectie

Uit het voorgaande en hetgeen hierna wordt besproken met betrekking tot de markt voor de verkoop van dagelijkse consumptiegoederen via supermarkten vloeit voort dat de inkoopmarkt

Evenals in de eerdere zaken kan in het onderhavige geval in het midden worden gelaten of de markt voor detailhandel in auto’s, onderdelen, accessoires, onderhoud en reparaties

Samenvattend kan worden gesteld dat de gezamenlijke marktaandelen van partijen een vertekend beeld geven van de concurrentieverhoudingen op de markt voor jeugdtijdschriften,

Gezien het gezamenlijke marktaandeel van partijen en het aantal concurrenten op de markt voor (groot)handel van papier is er geen reden om aan te nemen dat als gevolg van de

Aangezien Fresh Del Monte niet actief is op dit gebied zal in onderhavig besluit niet nader op de mogelijke markt voor de productie en distributie van vruchtenconserven

Deze verplichtingen kunnen als rechtstreeks verbonden aan, en noodzakelijk voor de verwezenlijking van, de beoogde concentratie worden beschouwd, maar uitsluitend voor zover zij

Of ten aanzien van het produceren van noten, notenproducten en pindakaas sprake is van een aparte markt voor het ter beschikking stellen van productiecapaciteit aan de