• No results found

Vraag nr. 90 van 19 januari 2005 van de heer JOS DE MEYER

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 90 van 19 januari 2005 van de heer JOS DE MEYER"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 90 van 19 januari 2005

van de heer JOS DE MEYER

Laattijdige betaling onderwijswedden – Nalatig-heidsintresten

In het Jaarverslag 2003 van de Vlaamse Ombudsdienst (Stuk 41 (2004-2005) – Nr. 1) kwam de problematiek ter sprake van de nalatigheidsin-tresten bij laattijdige uitbetaling van de wedden van het onderwijspersoneel.

Terzake is er blijkbaar een principieel menings-verschil tussen enerzijds de Ombudsdienst en anderzijds de afdeling Beleidsuitvoering Personeel Secundair Onderwijs. De Vlaamse Ombudsdienst wacht nog steeds op een officieel antwoord vanuit het departement Onderwijs.

Het is in het belang van de personeelsleden dat hieromtrent eindelijk klare wijn wordt geschon-ken.

Heeft de minister terzake reeds zijn standpunt bepaald ? Kan hij dat toelichten en motiveren ? Antwoord

Bij het rapport van de Vlaamse Ombudsdienst werd voor het departement Onderwijs een aanbe-veling 2003/25 geformuleerd over nalatigheidsinte-resten:

"De Vlaamse overheid moet nalatigheidsinteres-ten betalen in geval van een laattijdige uitbetaling van een (deel van een) wedde waarvoor de admi-nistratie voordien al de nodige gegevens had ont-vangen."

Ook vakorganisaties roepen de loonbeschermings-wet van 12 april 1965 in om interest te betalen bij een laattijdige betaling van het salaris.

Het departement Onderwijs heeft dit altijd afge-wezen op basis van de vaststelling enerzijds dat het departement Onderwijs niet de formele werk-gever is maar slechts de uitbetalende instantie in een derdebetalerssysteem, en anderzijds recht-spraak in verband met het Sluitingsfonds voor Ondernemingen.

Het departement Onderwijs is als financierende, dan wel subsidiërende overheid immers geen

werk-gever en heeft daarenboven niet onmiddellijk alle en correcte informatie die de werkgever wel heeft.

Binnen het derdebetalerssysteem betaalt het depar-tement Onderwijs in weze een subsidie aan het schoolbestuur/de inrichtende macht (die juri-disch als aanstellende en benoemende instantie de werkgever is) die overeenstemt met het bedrag van de wettelijk vastgestelde bezoldigingselemen-ten.

Bovendien kan het gebeuren dat het departement Onderwijs ingevolge arresten van de Raad van State, waarbij niet het departement Onderwijs maar het schoolbestuur/de inrichtende macht betrokken partij is, belangrijke achterstallen moet betalen, terwijl het departement Onderwijs niet eens op de hoogte was van de procedure.

Een foutieve aanstelling door een schoolbestuur die vernietigd wordt, kan na jaren gevolgen heb-ben voor betalingen van bezoldigingselementen door het departement Onderwijs.

Ook door de cumulatieprocedure kan het zijn dat het departement Onderwijs achterstallen moet betalen na ontvangst van het aanslagbiljet voor de personenbelasting.

Personeelsleden kunnen een loopbaan hebben gespreid over onderwijs, cultuur en bedrijfsle-ven. Al die gegevens worden niet in alle geval-len onmiddellijk en correct medegedeeld door het schoolbestuur/de inrichtende macht aan het depar-tement Onderwijs.

Het uitbetalen van interesten heeft ook zijn orga-nisatorische en financiële gevolgen.

Vooreerst zijn er verschillende soorten interesten (conventionele, moratoire, wettelijke, vergoedende en gerechtelijke interesten) met verschillen inzake procedure, rentevoet, ingangsdata,...

Het uitbetalen op systematische wijze van interes-ten houdt voor het departement Onderwijs als uit-betalende instantie financiële meerkosten in zowel naar de betaling zelf als naar de organisatie en de informatica toe.

(2)

betaalt omdat gegevens van de werkgever laattijdig het departement bereiken.

Er zijn geschillen hangende over de wettelijke inte-rest te betalen door het departement bij een laat-tijdige betaling van het salaris.

Op 4 maart 2004 is het departement Onderwijs samen met een schoolbestuur veroordeeld voor een bedrag van ongeveer 20 euro, wegens een paar weken vertraging in uitbetaling. De arbeidsrecht-bank stelt in eerste aanleg dat de betaling van interesten bij laattijdige betaling van een salaris zowel kunnen liggen bij het schoolbestuur als bij het departement Onderwijs. Er is in dit concrete geval overigens een beroep tegen deze uitspraak ingediend door het departement Onderwijs.

Met andere woorden dient er juridisch, eventueel na een uitspraak in beroep, duidelijk geval per geval vast te staan dat het departement Onderwijs verplicht is om interesten te betalen bij een laattij-dige betaling van salaris. Pas daarna zal geval per geval overlegd worden hoe dit concrete geval orga-nisatorisch en financieel moet opgevolgd worden. De gestelde vraag vestigt de aandacht op de beta-lingswijze die door het departement Onderwijs wordt gehanteerd.

De betalingen van de bezoldigingselementen gebeuren in een elektronische omgeving, namelijk het elektronisch personeelsdossier (EPD).

Wanneer de schoolsecretariaten de gegevens tij-dig voor een bepaalde datum in de maand door-sturen, leidt dit automatisch tot een betaling van het salaris. Er is geen verplichte tussen-komst meer van het departement Onderwijs. Het departement Onderwijs voert achteraf een con-trole uit.

Het is enkel voor laattijdige of onvolledige zen-dingen, uitzonderingsgevallen, afwijkingen, juri-dische betwistingen dat de gewone procedure vertraging kan oplopen.

Bij de onderhandelingen voor CAO VII (collectieve arbeidsovereenkomst – red.)werd door de vakbon-den gevraagd een bijzondere regeling uit te wer-ken voor personeelsleden die op het einde van de maand geen salaris ontvangen zouden hebben.

Het departement Onderwijs heeft aangetoond dat de nodige inspanningen geleverd worden voor een tijdige betaling. Het overgrote deel van het onder-wijspersoneel wordt op het einde van de maand betaald via het EPD. Hoogstens enkele tientallen probleemgevallen doen zich, voornamelijk bij het begin van het schooljaar, voor.

In CAO VII werd dan ook in wederzijds akkoord tussen overheid en vakorganisaties onder punt 2.4 "Bezoldiging door het departement Onderwijs" volgende passus opgenomen: "Het departement Onderwijs zal binnen haar mogelijkheden alles in het werk stellen om alle personeelsleden die tijdens een bepaalde maand prestaties hebben geleverd, een salaris voor

die maand uit te betalen op het einde van de maand, op voorwaarde dat de school alle vereiste documenten en zendingen tijdig aan het departe-ment heeft bezorgd.

Daarnaast zal het departement:

– aan de laatstejaarsstudenten van de leraren-opleiding actief informatie verstrekken op heteinde van het academiejaar, m.b.t. de docu-menten die zij pro-actief kunnen inzamelen, voorafgaand aan de concrete indiensttreding in het onderwijs;

– blijven investeren in de opleiding schoolsecre-tariaten".

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In het investeringsprogramma voor waterbe- heersing (BA 364F7323), met als doelstelling dijkwerken en oeververstevigingen aan de binnen- wateren, is het uitvoeren van MER- en

In het investeringsprogramma voor waterbeheer- sing (BA 364F7323), met als doelstelling dijkwer- ken en oeververstevigingen aan de binnenwateren, is het uitvoeren van

De afdeling Waterbouwkundig Laboratorium en Hydrologisch Onderzoek voert dit onder- zoek uit in nauw overleg met de afdeling Beleid Havens, Waterwegen en Zeewezen van de

Gelet op het geplande moment van uitvoe- ring werd op de begroting 2005 hiervoor niet in krediet voorzien.. De oever Oude Statiënbrug - Oude Heir- baanbrug is dermate afgekalfd dat

Nadat in de economische studie Seine - Schelde werd aangetoond dat een aanpassing van de Leieas voor duwkonvooien tot 4.400 ton een verantwoorde investering zou zijn, is het

Het is de bedoeling een smallere en lichtere beweegbare brug te voorzien, zodat enerzijds de snelheid van het gemotoriseerd verkeer afge- remd kan worden (eventueel zal ook

In het investeringsprogramma voor bruggen (BA 364F7311) is, in het kader van het patrimonium- beheer, het herstel van de brug over de Dender Wieze-Gijzegem opgenomen.. Graag een

In het investeringsprogramma voor bruggen werd voor de Zeeschelde één project opgeno- men, namelijk de renovatie van de stuwbrug over de monding van de Nete-afleiding in Lier?.