• No results found

Vraag nr. 82 van 7 januari 1999 van de heer JOHAN DE ROO

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 82 van 7 januari 1999 van de heer JOHAN DE ROO"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 82 van 7 januari 1999

van de heer JOHAN DE ROO Afwatering – Meetjesland

Eind oktober 1998 kreeg ook het Meetjesland te kampen met een grote watertoevloed.

Het kon zijn overtollige water echter nergens kwijt, noch in het westen, noch in het noorden. Daar de Braakmankreek ook volledig vol zat en zelf dreigde te overstromen, wensten de Nederlan-ders geen Belgisch water meer op te nemen. Het westelijk deel van het Leopoldkanaal loost naar de zeesluizen in Heist, maar ook daar kon geen water meer bij wegens de hoge zeepeilen. Bij nog meer neerslag zou het West-Vlaamse water naar het lage Meetjesland terugvloeien. Gelukkig zijn wij nu nog van grote rampen gespaard gebleven.

Worden er maatregelen genomen om dergelijke si-tuaties in de toekomst voor het Meetjesland te ver-mijden, zo niet te verhelpen ? Zo ja, welke ?

Antwoord

Van 22 oktober tot 13 november 1998 was er inder-daad een zeer hoge neerslag in het afwateringsbek-ken van het Leopoldkanaal.

Het bekken van het Leopoldkanaal heeft twee af-voerrichtingen, vooreerst de afvoer naar zee (Heist) en anderzijds de afvoer naar de Braakman in Nederland via het Isabellagemaal in Boekhoute. Dit gemaal heeft een minimale capaciteit van 47.520 m3/uur, of 6,6 mm/dag. In bovenvermelde

periode is 164 mm neerslag gevallen (meetstation van het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI) in Ertvelde, wat hoog is. Het Isabellagemaal heeft in dezelfde periode 79 mm water verpompt en het gemaal heeft continu op maximale capaciteit ge-werkt van 2 tot 5 november 1998.

De noodpeilen op Nederlands gebied werden evenwel niet bereikt, zodat het gemaal steeds heeft kunnen pompen richting Nederland. In het bekken van het Isabellagemaal (17.280 ha), zijnde het vak van het Leopoldkanaal stroomopwaarts (kant oost) van de keerstuw op het Leopoldkanaal in Sint-Laureins, heeft zich in deze periode geen wa-teroverlast in woningen voorgedaan. Wel zijn als gevolg van een lokaal knelpunt in Oosteeklo (wijk Rode Kruisstraat, die is aangelegd in een zeer laag gebied) straten ondergelopen, maar geen wonin-gen.

Aan de Isabellapolder is gevraagd dit knelpunt op te lossen, aangezien het geen onbevaarbare water-loop van de eerste categorie betreft.

Op het benedenpand van het Leopoldkanaal (vak Heist tot de stuw in Sint-Laureins) heeft men te maken met een gravitaire lozing in zee, die bijge-volg tweemaal per dag wordt bemoeilijkt door hoogwater.

Zo heeft het waterpeil in Heist op het Leopoldka-naal op 1 november 1998 het maximale waterpeil bereikt van + 2.70 TAW (Technische Adviescom-missie van de Waterkeringen). Het hoogste water-peil op die dag aan de stuw in Sint-Laureins be-droeg zowat + 2.80 m TAW, terwijl het maximale keerpeil van de stuw + 2.50 m TAW bedraagt. Op 1 november 1998 is bijgevolg een hoeveelheid water van afwaarts de stuw gevloeid naar opwaarts, dit is in de richting van het Isabellagemaal. Deze hoe-veelheid wordt geschat op ongeveer 35.000 m3, of

0,2 mm neerslag omgerekend naar het stroomge-bied van het Isabellagemaal, wat bijgevolg te ver-waarlozen is.

Alhoewel ernaar moet worden gestreefd dat in de toekomst dergelijke situaties niet meer voorko-men, merk ik wel op dat men de neerslag niet in de hand heeft. Een neerslaghoeveelheid van 164 mm op 23 dagen is hoog ; volgens de studies van het KMO bedraagt de terugkeerperiode van een der-gelijke neerslag zowat twintig jaar.

De afdeling Water van de administratie Milieu, Na-tuur-, Land- en Waterbeheer (Aminal) heeft in 1998 een inventarisatiestudie laten opmaken van het stroomgebied van het Leopoldkanaal. Het in-ventarisatierapport was praktisch beëindigd op het ogenblik dat de voornoemde hoogwaterafvoerpe-riode zich heeft voorgedaan, zodat ze niet in dit rapport is beschreven. De provinciale dienst van de afdeling Water in Gent heeft evenwel zelf een rondvraag georganiseerd naar mogelijke water-overlastproblemen bij de betrokken polderbestu-ren. Zoals reeds gemeld, zijn geen woningen onder water gelopen, niettegenstaande het een vrij uit-zonderlijk regenhoeveelheid betrof met hoge wa-terstanden op het Leopoldkanaal.

Voornoemde waterhuishoudkundige inventarisa-tiestudie was vrij breed opgezet en is voldoende gedetailleerd om zowel naar knelpunten als naar een aanzet van mogelijke oplossingen een ant-woord te geven.

(2)

Een duurzame oplossing kan wellicht worden ge-vonden in een grensoverschrijdend project met Ne-derland voor de bouw van een pompstation met wachtkom aan het Zwin, dat onder meer zou wor-den benut voor het natuurlijk spuien van de Zwin-geul, zodat baggerwerken achterwege kunnen blij-ven. De haalbaarheid van dit project wordt thans bestudeerd.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Kan reeds een prognose worden gemaakt van het aantal mensen dat door de verbetering van de inning automatisch een vermindering zal krijgen op de onroerende

Kan de minister meedelen hoeveel erkende voorzieningen voor bijzondere jeugdbijstand er zijn in Oost-Vlaanderen in 1998, eventueel op- gesplitst per arrondissement2. Hoeveel

Gaf de minister vice-president reeds opdracht om een onderzoek te starten naar de behoefte voor de uitbouw van deze optie?. Zo ja, wat is

In opdracht van het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen werd door Policy Research Corpo- ration NV in januari 1996 de volgende studie opgeleverd : "Strategische en

Vanaf 23 augustus is een verdere uitbreiding van de bedieningsuren van kracht, waarbij de sluis in Evergem continu wordt bediend van maandagochtend 6 uur tot

Hoe concreet en specifiek tewerk wordt gegaan voor de problematiek van de bestemming van de vrijgekomen specie bij de aanleg van het D e u r g a n c k d o k , hangt af

De ombouw van de N49 is zowel voor de minis- ter als voor de administratie Wegen en Verkeer een beleidsprioriteit, zo niet zouden er met de vele noden die zich overal

Naar aanleiding van mijn schriftelijke parlementai- re vraag nr 276 van 26 mei 1999, verklaarde de mi- nister vice-president dat men in het kader van het onderzoek naar de