• No results found

séNfëtìEÜNINGEN Geachte

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "séNfëtìEÜNINGEN Geachte"

Copied!
19
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

IN15.03425

Ewijk 18 juni 2015

nu ui HUI mi in ui n

Zienswijze op het Ontwerpbestemmingsplan "Anima Mundi" zoal

12 mei 2015 séNfëtìEÜNINGEN

Geachte leden van de raad, 0 l n. „n.

L L JUN ćUl Ondergetekende, mede lid van de Initiatiefgroep " Bescherm Wirissens

Dijklandschap" dient in vervolg op een eerder ingediende zienswijze tegen het op 8 april ter visie gelegde ontwerpbestemmingsplan de volgende zienswijze tegen het ontwerpbestemmingsplan van 12 mei 2015. Een zienswijze die op een aantal punten is gewijzigd en uitgebreid met een aantal additionele bezwaren.

Algemene bezwaren:

Voorafgaand aan een aantal inhoudelijke bezwaren tegen het

ontwerpbestemmingsplan "Anima Mundi" wil ik eerst nogmaals enige procedurele en algemene bezwaren naar voren brengen.

A) Door uw college is erkend dat er door de gemeente t.a.v. de ter inzage legging een fout is gemaakt. Het college heeft daarop het plan opnieuw ter inzage gelegd, terwijl de eerdere ter inzage legging nog niet was afgerond met een raadsbesluit. Er lopen nu dus twee bestemmingsplanprocedures over Anima Mundi.

Het college is m i. niet bevoegd om in te grijpen in een procedure die inmiddels bij de raad berust. De taak van het college houdt bij bestemmingsplannen immers op na afronding van de inspraak, als het college het desbetreffende plan voor verdere afhandeling naar de raad heeft doorgestuurd. Daarna gaat de

beslissingsbevoegdheid over naar de raad. De handelwijze van het college heeft effect op de rechtszekerheid en op de rechtsgeldigheid van beide procedures.

Dat geldt eveneens voor het door het college ingenomen standpunt (per brief dd. 8 mei 2015) om alle zienswijzen met betrekking tot de huidige tervisielegging ook te beschouwen als zienswijzen t.a.v. de tweede tervisielegging. Er ontstaat

rechtsongelijkheid omdat de ene zienswijze betrekking heeft op het

voorontwerpbestemmingsplan en gebaseerd is op de daarin opgenomen informatie (en strikt formeel als niet meer dan inspraak te beschouwen is), terwijl de andere zienswijze een reactie is op het ontwerpbestemmingsplan en gebaseerd is op de daarin gegeven informatie. Deze informatie wijkt op een aanzienlijk aantal

onderdelen af van die in het voorontwerp en is bovendien uitgebreid met een rapport over de ecologie en een rapport over het verkeer. Op deze rapporten kan ik derhalve pas nu reageren.

Ik verzoek uw raad dan ook om bij uw besluit de daarvoor staande wettelijke vereisten in acht te nemen en behoud mij t.a.v. de algehele door het college gevolgde procedure alle rechten voor.

Daarnaast is mij gebleken dat niet alle relevante documenten door het college voor inspraak zijn vrijgegeven. Met name de verbeelding ontbrak, een essentieel

onderdeel in een bestemmingsprocedure. Deze verbeelding ontbreekt nog steeds op de gemeentelijke website. Daarnaast ontbreekt op de websites (zowel van gemeente als op ruimtelijke plannen.nl) de reactienota van het college op de ingebrachte

inspraak.

(2)

B) Opvallend en incorrect is verder dat in de bijlagen van de toelichting op het

bestemmingsplan slechts een beperkte selectie is opgenomen van de reacties uit de inspraakronde??. De overgrote meerderheid van reacties van tegenstanders is niet opgenomen in de bijlage. De bijlage en daarmee het ontwerpbestemmingsplan geeft daardoor een volstrekt verkeerde voorstelling van zaken

C) Verder verbaast het mij dat het ontwerpbestemmingsplan, met name de tekst betreffende de inpassing van Anima Mundi in het beleid van rijk, provincie, regio en gemeente (Hoofdstuk 2, Gebiedsvisie,) aanzienlijk gewijzigd is ten opzichte van het voorontwerpbestemmingsplan. Deze wijzigingsvoorstellen staan niet vermeld in de reactienota van het college. Het is dus volstrekt onduidelijk hoe en in opdracht van wie deze wijzigingen tot stand zijn gekomen. Naar mijn mening hoort het zo te zijn dat op een ter inspraak vrijgegeven bestemmingsplan ALLE inspraakreacties in een reactienota worden opgenomen en vervolgens voorzien worden van een

commentaar van het college. Dat blijkt hier dus kennelijk niet gebeurd te zijn en dat schaadt de transparantie en openheid. Ik verzoek uw raad dan ook om ook op dit punt uw oordeel uit te spreken. Let wel: het gaat hier niet om technische ambtelijke wijzigingen, maar om de cruciale vraag: waarom dit bouwwerk op deze plaats..

D) Ik moet vervolgens constateren dat het college in zijn Reactienota op geen enkele wijze concreet is ingegaan op de ingediende argumenten tegen de plaatsing van de tempel "Anima Mundi". Het college is daarmee tevens geheel voorbij gegaan aan de 700 handtekeningen van de Winssenaren die zich hebben uitgesproken tegen plaatsing van de tempel en gepleit hebben voor behoud van het prachtige dijklandschap aldaar. Het vermelden waard is het feit dat door een bezoek aan enkele eerder nog niet bezochte straten het aantal handtekeningen ondertussen met 200 is gestegen naar 900. Dat is meer dan de helft van de volwassen bevolking van Winssen. Deze 200 extra handtekeningen zullen op 6 juli a.s. alsnog aan het college worden overhandigd. Iedere deskundige zal U kunnen bevestigen dat dit een

ongekend groot resultaat is voor een huis aan huis actie in een dorp met 850 woningen en ca. 1550 inwoners ouder dan 21 jaar.

De antwoordnota doet geen recht aan de zorgen over dit voorgenomen besluit bij veel inwoners van Winssen.

De antwoordnota moet de start zijn van een eigen inhoudelijke en integrale afweging van alle belangen door het college. De antwoordnota schiet tekort. Dit geldt ook voor de nu ter inzage gelegde stukken die een raadsbesluit moeten onderbouwen.

De ter inzage gelegde stukken zijn vooral beschrijvingen van bestaande beleidskaders.

De ter inzage gelegde stukken lijken afkomstig van externe bureaus. De logo's van deze externen worden tezamen met dat van de gemeente op de betreffende ter inzage gelegde stukken afgedrukt. Het is mij niet duidelijk of deze als gemeentelijke stukken ter inzage zijn gelegd. Aan wie moet ik mijn bezwaren adresseren ? Ook aan de Stichting Anima Mundi? Ik vind dit onzorgvuldig bestuurlijk handelen.

De ter inzage gelegde stukken zijn opgesteld in opdracht van de Stichting Anima Mundi. Het lijkt op de slager die zijn eigen vlees keurt.

Het college verwijstjje facto naar de rapporten/ adviezen van externen. Ik wil u er op wijzen, dat u op basis van staande jurisprudentie de plicht heeft om een

eigenstandige, openbare en integrale afweging van alle belangen te maken.

Verwijzing van belanghebbenden naar stukken van derden is daarbij niet toegestaan.

Er wordt voorbij gegaan aan de eisen die aan zorgvuldige en goed gemotiveerde besluitvorming gesteld moeten worden.

(3)

E) Een gemeenteraad kan in principe de wens van de meerderheid van de bevolking naast zich neerleggen. Dan moet er echter wel sprake zijn van een groot

maatschappelijk belang dat de belangen van in dit geval de locale belangen van de meerderheid van de bevolking van Winssen overstijgt.. Is hier echter sprake van een zodanig groot maatschappelijk belang?

Er is een kunstenaar die een immens bouwwerk wil opzetten vlak bij de plaats waar hij zijn echtgenote heeft leren kennen en vlak bij zijn woning. Waar in eerder

geschriften het college van B&W nog aangaf dat het medewerking wilde verlenen aan de plaatsing van de tempel omdat dat goed zou zijn voor het toerisme in de gemeente en daarmee ook voor de middenstand, met name de

horecagelegenheden, komt het college daar nu in de Reactienota op terug. Daarin wordt namelijk tot tweemaal toe gesteld dat het plaatsen van "Anima Mundi" slechts zal resulteren in een geringe vermeerdering van het aantal toevallige passanten. Er is dus geen sprake van een zodanig algemeen belang dat het noodzakelijk maakt om het massale verzet van een ruime meerderheid van de Winssense bevolking te

negeren. Verzet van de bevolking dat zich voor alle duidelijkheid niet richt tegen de tempel an sich maar tegen de plek waarop die tempel gerealiseerd zou moeten worden.

F) Waardering voor de (locale) kunstenaar is in de gemeente reeds uitgebreid zichtbaar, immers in het verleden zijn door de gemeente reeds 6 ü! grote werken van hem aangeschaft en geplaatst. De inwoners van Wnssen willen nu zelf bepalen of zij het "geschenk" van de kunstenaar willen aanvaarden en willen, zo ja,

vervolgens zelf bepalen waar het dan geplaatst zou kunnen worden. Als alternatieve plaatsingsmogelijkheden zijn door de dorpsbewoners genoemd; aan de voet van de berg met het aan te leggen park van de ARN, langs de nieuwe ontzandingsplas ten westen van Winssen, op de kop van het nieuwe eiland gevormd door de nevengeul van de Waal bij Nijmegen. Allen plaatsen waar de kolossale tempel beter tot zijn recht zou kunnen komen dan op het kleinschalige dijklandschap bij Winssen.

Overigens lijkt het er op dat de locatie niet is bepaald door vooraf gestelde

zoekcriteria maar dat de zoekcriteria (rivier, coulissen bos en verbrede dijk) achteraf zijn bepaald

G) Ik wil de raadsleden er verder op wijzen dat onderhoud en het beheer van de tempel aanzienlijke kosten met zich mee zullen brengen. In het plan is aangegeven dat de kosten voor de initiatiefnemers zijn. Er zijn echter geen stukken waaruit blijkt dat de liquiditeitspositie van de initiatiefnemers ook op de lange termijn afdoende is.

Er is geen financiële zekerheid voor beheer, onderhoud en eventuele restauraties en calamiteiten voor vele jaren. Er is geen exploitatieplan, er zijn geen (bank)garanties afgegeven. Hetzelfde geldt voor de kosten die gemaakt moeten worden als de tempel weer verwijderd moet worden. Denk daarbij ook aan het herstel van de

natuurwaarden ter plaatse. Het vlakbij de tempel op de dijk gelegen andere werk van de kunstenaar, de Dijkkapel werd tot voor kort door omwonenden (vrijwilligers !) schoon gehouden en daar waar mogelijk van graffiti ontdaan. De geweldige kosten die de gemeente Nijmegen voor haar rekening moest nemen bij het herstel van de zogenaamde blokken van Struycken mogen als waarschuwing gelden.

(4)

Naast de hiervoor genoemde argumenten, die op zich al reden zouden moeten zijn om het bestemmingsplan niet goed te keuren, heb ik grote problemen met en bezwaren tegen een aantal onderdelen van het bestemmingsplan:

1) Het gebied waar Anima Mundi op geprojecteerd is, maakt onderdeel uit van het in 2011 door uw raad vastgestelde bestemmingsplan Buitengebied. In dat

bestemmingsplan heeft genoemd projectgebied de hoofdbestemming Natuur met als nadere aanduiding: behoud, beheer en herstel van de landschappelijke waarden en natuurwaarden. Deze bestemming is nog steeds van kracht op het projectgebied.

Het enige verschil met het bestemmingsplan 2011 is dat in het onderhavige bestemmingsplan beeldende kunstwerken zijn toegevoegd.

Het gaat daarbij in het onderhavige geval echter niet om een kleinschalig

beeldhouwwerk als aankleding voor de omgeving, maar om een massale combinatie van over vrijwel de gehele bestemming geprojecteerde grootschalige elementen van ongekend grote afmetingen: circa 100 meter lang, 12 meter breed, 7 meter hoog, en daaromheen nog eens minimaal 4 meter onderhoudsruimte. Daarmee wordt de bestemming Natuur geweld aangedaan. Door het bouwwerk kan er ter plaatse geen sprake meer zijn van behoud van de landschappelijke waarden en de

natuurwaarden. Al het groen verdwijnt om plaats te maken voor staal en (half)verharding.

In zowel het bestemmingsplan 2011 als het thans voorliggende plan zijn alleen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan en alleen indien zij ten dienste staan van de bestemming. In de eerste plaats is het nog maar de vraag of er in de zin van het bestemmingsplan en in ruimtelijke ordenings zin nog sprake is van een bouwwerk, gezien de enorme afmetingen van het geheel. Wat betreft de toevoeging

"ten dienste van de bestemming": daar is geen sprake van omdat de natuur immers geheel verdwijnt.

Daarnaast mag het gehele plangebied tot aan de bestemmingsgrens vol gezet

worden met "beeldende kunstwerken" en mag er zelfs zoveel gebouwd worden dat er een nagenoeg gesloten ommuring kan ontstaan, zolang er maar om de 3 meter een kleine vrije ruimte open blijft. De enige restrictie is immers dat beeldende

kunstwerken bij een hoogte van meer dan 1,3 meter, niet breder mogen zijn dan 3 meter. Het plan maakt dus al een rondom aaneengesloten muur van maximaal 1,3 m hoog mogelijk. Mochten de initiatiefnemers hun bouwwerk in die zin willen

wijzigen, dan kan hun bestemmingsplantechnisch geen strobreed in de weg gelegd worden en kan hun bouwaanvraag alleen wegens strijdigheid met het Bouwbesluit en het Welstandsadvies geweigerd worden.

Daarnaast mogen er op grond van de Regels (Artikel 3 Natuur-1, onderdeel 3.2.

Bouwregels, sub 3.2.2.b, Maatvoering) bouwwerken ten behoeve van

informatievoorzieningen, entreevoorzieningen, dan wel schuilvoorzieningen van maximaal 3 meter opgericht worden. Aan de hoeveelheid en de omvang van al deze bouwwerken is geen enkele beperking opgelegd. Het hele plangebied mag dus, behalve met een beeldend kunstwerk, ook nog eens met een ongelimiteerd aantal bouwwerken zoals hierboven vermeld, vol gezet worden. Het hoeft geen betoog dat ook dit totaal niet strookt met de aan het gebied gegeven bestemming: Natuur.

Bovendien staan de Regels van het bestemmingsplan toe (zie Artikel 3, Natuur, 3.1.2. b) dat er ter ondersteuning van het recreatief medegebruik in het hele

plangebied paden, banken, picknicktafels, bewegwijzering e.d. aangelegd/opgericht mogen worden. Er mag dus ook nog eens een onbegrensd aantal van dit soort

(5)

voorzieningen geplaatst worden. Ten aanzien van de paden is nergens vastgelegd hoe de ontsluiting van het kunstwerk geregeld is en of het om een openbaar terrein, dan wel een privéterrein gaat. Dit laatste is van belang met betrekking tot de

toegankelijkheid. Graag uw uitspraak hierover.

Om niet nader verklaarde redenen zijn verder de horizontale dwarsbalken die over de volle breedte van het bouwwerk komen te liggen, met daarop de tekst "Anima Mundi", uitgesloten van de maximaal toegestane afmeting van 3 meter. In artikel 3.2.2. maatvoering, onderdeel c.3, van de Regels is immers bepaald "dat de

horizontale dwarsliggers niet meegerekend worden bij de breedte van een beeldend kunstwerk". Dat betekent in wezen dat het hele plangebied ook nog eens vol gezet mag worden met zgn. "horizontale dwarsliggers", zolang er maar geen sprake is van een gebouw. Gebouwen zijn immers niet toegestaan.

En alsof dat nog niet alles is, is in de Regels het verbod om binnen de bestemming Natuur-1 (Artikel 3) zonder omgevingsvergunning de bodem te egaliseren, te

vergraven of op te hogen niet meer in het ontwerpbestemmingsplan opgenomen. Dit verbod is verhuisd naar de bestemming Waterstaat-Waterkering (Artikel 6). Dit betekent dat de in het voorontwerp onder de bestemming Natuur-1 (Artikel 3) genoemde criteria om al dan niet een omgevingsvergunning te verlenen, nl. dat "de werkzaamheden niet mogen leiden tot een onevenredige aantasting van de

aanwezige landschappelijke- en natuurwaarden", niet meer gelden. Zij hebben plaats gemaakt voor uitsluitend waterstaatkundige criteria. Dit blijkt klip en klaar uit Artikel 6 (Waterstaat-Waterkering, onderdeel 6.4.3. Toetsing aan Aanwezige Waarden): "De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de functie van de waterkering".

Kortom: De juridisch bindende Regels staan toe dat de beoordeling of het

projectgebied door afgraven, ophogen of egaliseren onevenredig wordt aangetast, louter en alleen geschiedt op basis van waterstaatkundige criteria. Criteria t a v.

landschap en natuur doen niet ter zake. Ik maak hier ernstig bezwaar tegen.

Het kan niet zo zijn dat uw raad, die in 2011 heeft bepaald dat dit gebied bestemd is om de aanwezige natuur- en landschapswaarden te behouden en zelfs te versterker, en die dat ook nog heeft bevestigd in het nu voorliggende plan door handhaving van de bestemming "Natuur", hier, ruim binnen de planperiode van 10 jaar van het

bestemmingsplan, een radicale koerswijziging zou willen inzetten, juist ten koste van die door u toch gekoesterde natuur- en landschapswaarden. U tast daarmee de geloofwaardigheid en rechtszekerheid van uw eigen beleid aan. Dit klemt temeer nu u in het bestemmingsplan 2011 heeft bepaald dat het dijkmagazijn dat op nog geen 35 m van de projectlocatie afligt, niet (!) uitgebreid mag worden, noch met gebouwen noch met bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Dan doet u toch het vertrouwen van uw bewoners in u geweld aan door op een steenworp afstand van het dijkmagazijn wel een bouwwerk toe te staan dat de maatvoering van het dijkmagazijn vele malen overstijgt! Daar komt nog bij dat u eveneens in het bestemmingsplan 2011 heeft bepaald en in het thans voorliggende bestemmingsplan volledig hebt overgenomen, dat er binnen het kader van de toegestane functie "extensief recreatief medegebruik'' alleen beperkte recreatieve voorzieningen zijn toegestaan, zoals de al genoemde paden, banken, picknicktafels, bewegwijzering e.d. Hoe kunt u deze kleinschalige ingrepen dan rijmen met een bouwwerk dat de grootte van bijv. een picknicktafel verre te boven gaat??

(6)

2) De aangegeven functie "kunstwerk" is misleidend. Beoogd wordt een zeer omvangrijke tempel "Anima Mundi" te realiseren binnen het nieuwe

bestemmingsplan. Deze functie is niet passend op de dijk. De functie is volledig in strijd met het rijksbeleid en het provinciaal beleid met betrekking tot dijken en uiterwaarden. Er is tevens strijdigheid met de ter plaatse geldende bestemming

"Natuur" Als men wil weten of een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling past in de

omgeving zal men allereerst een heldere analyse moeten maken van de bestaande ruimtelijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden en kwaliteiten van die omgeving. Deze analyse ontbreekt volledig. Men heeft voor het kunstwerk deze plek bepaald in plaats van dat men heeft bepaald of deze plek wel om dit kunstwerk vraagt. Men is uitgegaan van het kunstwerk en heeft daaromheen een "passende omgeving" gecreëerd. Dit wordt ook volmondig in de toelichting op het

bestemmingsplan toegegeven. Daarin staat dat het kunstwerk vraagt om een locatie op de dijk met aan de ene kant de uiterwaarden en aan de andere kant een bos als coulisse. Er wordt op geen enkele manier gemotiveerd WAAROM het kunstwerk om zo'n soort locatie vraagt. Er wordt evenmin gemotiveerd waarom de plek om een kunstwerk vraagt. Kortom: men is niet uitgegaan van een plek die om een kunstwerk vraagt, maar van een kunstwerk dat om een plek vraagt. Het is zelfs zo dat indertijd het rivierloze en coulisseloze eiland Pampus als locatie in beeld was en zelfs het drukke Malieveld middenin in de stad Den Haag (zie toelichting bestemmingsplan blz. 3.)

De locatie strookt evenmin met de uitgangspunten die de heer Kortekaas nota bene zelf heeft vastgelegd in zijn zgn. Manifest d.d. 1995. In dit Manifest, een dik

boekwerk met veel foto's, besteedde hij al uitvoerig aandacht aan Anima Mundi. Hij schrijft daarin dat "Anima Mundi per definitie uit een keten van open tempels bestaat die bij voorkeur te realiseren zijn op locaties die internationale samenwerking en samenleving symboliseren".

Het hoeft geen betoog dat de achteraf locatie op een dijk bij een klein dorpje in Maas en Waal, waar alleen een toevallige passant langskomt, een totaal andere is dan de kunstenaar zelf in zijn Manifest voor ogen heeft. Nog daargelaten dat er op deze manier van de zgn. door hem gewenste "keten" niets terecht komt.

3) Uit het verslag van de kunstcommissie van 16 september 2013 en van 2 december 2013 blijkt dat de heer en mevr. Kortekaas aanwezig zijn om "de huidige situatie rondom AM toe te lichten". Zij "wensen als huidige locatie de Bosbiesewaard omdat dit voor hen de perfecte locatie is, vooral omdat de ligging dichtbij Tempelhof is". Andere locaties in Beuningen (Doddendaal, Roodslag, Beuningse Plas) werden door de heer en mevrouw Kortekaas afgewezen."

Uit de verslagen van de kunstcommissie blijkt verder dat de kunstcommissie nooit door het college om advies is gevraagd over de beoogde locatie en dat de

kunstcommissie ook niet uit eigen beweging een advies heeft uitgebracht over de locatie.

4) Kijkend naar de kunstwerken langs de Waalbandijk, dan hebben deze bijna zonder uitzondering een directe verbinding met de cultuurhistorie van

de betreffende locatie (aan de rivier) en/of de inwoners van de gemeente Beuningen die werkten in steenfabrieken, in de akker- en landbouw.

Zie bijvoorbeeld het werk "Rivierwachter" van Nur Tarim. Of de "Tempel van de Riviergodin" van Amy van Son. De Sprieten van Anneke van Bergen (verplaatst vanuit het centrum van Beuningen naar de waalbandijk) en tenslotte "de Dijk" van Cor Litjes.

(7)

De maat van deze beeldende kunst aan de Waalbandijk is relatief bescheiden te noemen. Of je het nou mooi vind of niet, er is geen kunstwerk bij dat de beleving van het rivierenlandschap en het cultuurlandschap aan weerszijden van de dijk verstoort of domineert. Ik kan mij dan ook niet herinneren, dat er massaal bezwaren zijn ingediend tegen de plaatsing van deze kunstwerken. Het moge daarbij duidelijk zijn, dat ik Anima Mundi niet passend vind voor de beoogde locatie:

- Het is te groot(s) en van een niet- menselijk maat. Dit is met name een probleem, omdat het geen relatie heeft met de cultuurhistorie van het dorp Winssen en van de gemeente Beuningen en daardoor ook niet met de inwoners van dit dorp/ de

gemeente

- Het heeft geen ruimtelijke relatie heeft met het dorp Wnssen, noch met het landschap

- Het heeft geen relatie heeft met de al geplaatste kunstwerken langs de dijk 5) Een milieuaspecten rapportage is ten onrechte niet uitgevoerd. Voor een

grootschalige tempel gesitueerd in een zeer kwetsbaar gebied is dit noodzakelijk. Nu ontbreekt relevant onderzoek en een samenhangende afweging van

onderzoeksresultaten.

6) De tempel vraagt volgens een (onlangs bijgestelde) mening van de kunstenaar ( zie paragraaf 1 van het bestemmingsplan) om een achtergrond van bomen. Kijkend naar de concrete situatie ter plekke is het volstrekt duidelijk dat gezien de kwaliteit van het bomenbestand aldaar de aanwezige coulissen maar een beperkt aantal jaren aanwezig zullen blijven, waarmee de ratio voor de gekozen locatie komt te vervallen 7) Onder de paragraaf Bestaande situatie (2.1) wordt alleen ingegaan op de huidige recreatieve functie van het gebied. De enorme stoelen vormen echter een grote ingreep op de landschappelijke, ecologische en cultuurhistorische waarden in het projectgebied en de omgeving. Om te kunnen toetsen of deze ingreep

maatschappelijk aanvaardbaar is dient een goede omschrijving opgenomen te worden van deze nu aanwezige waarden. Wat maakt het huidige landschap zo

waardevol en ook voor recreanten interessant? Wat zijn de huidige cultuurhistorische waarden? De laatste waarden zitten o.a. in de combinatie van de dijk, uiterwaard, dijkmagazijn, de oude ontgravingsputten binnendijks ten behoeve van het

dijkonderhoud in het verre verleden en het rabattenbos binnendijks. De huidige natuurwaarden kunnen alleen door een deskundige inventarisatie bepaald worden.

Al deze waarden dienen eerst beschreven te worden voordat het bestemmingsplan getoetst kan worden aan het bestuurlijke beleid. Het is een daad van onbehoorlijk bestuur dat een bestemmingsplan ter inzage wordt gelegd zonder dat deze

informatie beschikbaar is.

8) In de paragraaf Toekomstige situatie (2.2.1 ) wordt gesteld dat

gebiedsontwikkelingen de positie van de uiterwaarden en het rivierenlandschap fundamenteel veranderen. Dat geldt wellicht voor de uiterwaarden buiten de gemeente en voor de uiterwaarden ten westen van Wnssen door de mogelijke

ontzanding daar maar juist niet voor dit gebied. Dit gebied kenmerkt zich juist doordat het al heel lang onveranderd is gebleven. Er heeft geen enkele grote ingreep plaats gevonden. Dit maakt de huidige belevingswaarde juist zo groot. Komend vanaf het oosten vormt dit een ongerepte entree tot het dorp Winssen. De enorme tempel met zijn hoogte van meer dan 7 meter vanaf de weg ( vergelijk de dakrand van een huis met twee verdiepingen), zijn lengte van 99 meter ( vergelijk een rij van minimaal 7

(8)

woningen) en een breedte van 14 meter zal dit beeld volledig vernietigen. Daarnaast wordt er rondom het hele complex nog een ruimte van 4 meter vrijgehouden zodat de feitelijke breedte en lengte nog eens met 8 meter vergroot worden.

9) De gebruikte afbeeldingen in het bestemmingsplan zijn misleidend. De afbeelding op pagina 7 is niet in oost-west richting genomen immers bij een oost-west opname zou duidelijk zijn hoe sterk het karakteristieke beeld van Winssen met dijkhuis, kerktoren etc. wordt aangetast. Misleidend zijn ook de beide foto compilaties van de tempel op pagina 12 zij geven juist niet het beeld dat de wandelaar of fietser komend uit het oosten zal ervaren, de wandelaar gaat niet in vogelvlucht over het bouwwerk en loop ook niet onder langs de dijk door het afgezette weiland. Hij zal de immense grootte eerder ervaren als op de hieronder afgedrukte afbeelding.

I

i

B *

r

: -

-

i

* 1 rti.

f9 : Ì

i

i.

İ :

s - ĩmek

•i s

10) Het in het bestemmingsplan aangehaalde project Waalweelde heeft tot doel de huidige landschapwaarden te versterken. De suggestie dat het project de

doelstellingen van Waalweelde ondersteunt is dus een falsificatie.

(9)

- De enorme tempel vormt een grote aantasting van het cultuurlandschap en de cultuurhistorie ter plaatse en is dus in strijd met de EHS-doelstellingen van de provincie

- In de paragraaf Waalweelde 4.2.3 is op geen enkele wijze beargumenteerd waarom het project bijdraagt aan de doelstellingen. Wat is de bijdrage aan bijvoorbeeld

natuur en cultuurhistorie? Het is duidelijk dat het project de in Waalweelde geroemde eigen identiteit van dit riviertraject vanuit haar landschappelijke en cultuurhistorische historie sterk aantast

11) In de paragraaf gewijd aan het Regionaal plan 2005-2020 (4.2.5.) wordt onterecht de conclusie getrokken dat het initiatief past binnen de regionale

beleidskaders Het Regionaal Plan stelt op pagina 85 :" Cultuurhistorie is van grote betekenis voor ons gevoel van identiteit, de ontwikkeling van toerisme en onze kennis over het verleden". Daarna volgt in het regionaal plan de aangehaalde tekst:

"De stadsregio wil daarom de identiteit van de regio waarborgen en benutten door te voorzien in een structuur waarin zowel het 'monumentale' (landschap als kijkdoos) als de 'verhalende' (biografie van het landschap) aspecten van de cultuurhistorie inhoudelijk en kwalitatief met elkaar verbonden worden. Door de concreet aanwezige cultuurhistorische patronen, relicten en objecten in het landschap zichtbaar te

houden, te maken ofte versterken, de verhalen te vertellen die daarbij horen en toegankelijk te maken, wordt niet alleen de identiteit van de regio versterkt, maar ook aangesloten bij recreatieve en toeristische behoeften."

Het opnemen van ter plaatse volledig gebiedsvreemde elementen als de tempel met zijn immense toegangspoorten en de grote stoelen is dus in strijd met deze visie in het regionaal plan.

Op blz. 87 van het Regionaal Plan staan ook nog teksten, die duidelijk maken dat het project niet past in het rivierengebied volgens de regionale visie. Dat betreft o.a. de volgende tekst: "Bovendien is het landschap van onschatbare waarde voor het kennen en beleven van de eigen identiteit van de inwoners van de regio. Het is daarom uitermate belangrijk dit landschap te behouden en te versterken".

De New-Age achtige tempel met het achterliggende idee heeft totaal niets te maken met de Wnssense identiteit, en doet enorm afbreuk aan het aanwezige historische landschap.

12) In de paragrafen 4.3.4 en 4.4 wordt geconcludeerd dat het initiatief uitvoering geeft aan het gemeentelijk beleid en past binnen de vastgestelde beleidskaders. Dit is onjuist:

In de Strategische Visie gemeente Beuningen 2030 staat dat het gebruik van het buitengebied zal gaan veranderen maar dat dit niet ten koste mag gaan van het karakter en dat het in het buitengebied in het algemeen gaat om behoedzame organische groei met oog voor de historie. Het plaatsen van de volledig

gebiedsvreemde tempel zal echter grote afbreuk doen aan dit karakter en de

aanwezige historie evenals dit bij een plaatsing van een Boeddhistische tempel het geval zou zijn

13) In de Structuurvisie gemeente Beuningen staat, zoals aangehaald in de paragraaf 4.3.2, dat bij het ruimtelijke beleid de groene kwaliteiten gerespecteerd moeten worden en dat deze waar dat kan versterkt moeten worden. In het

bestemmingsplan is op geen enkele wijze aannemelijk gemaakt dat de tempel de

"groene" kwaliteit van de omgeving zal versterken. Het tegendeel is het geval de

(10)

tempel zal er grote afbreuk aan doen. De toelichting suggereert verder dat het project voldoet aan de ambitie versterken en verbinden van landschappen. Daar wordt geen argumentatie voor gegeven. Die is er ook niet omdat de grote gebiedsvreemde elementen van het project een onnatuurlijke scheiding in het landschap betekenen tussen de uiterwaard met dijk en het binnendijkse bos

14) Onder het mom van dijkverzwaring wil men de eertijds al buitendijks verbrede dijk nu aan de kant van de beschermde Biezenwaard nog verder verbreden, omdat het bouwwerk er anders niet op de dijk past. De dijkverzwaring is in de jaren '80 al uitgevoerd, juist aan de rivierkant om het binnendijkse beschermde gebied niet aan te tasten. Dat er nu opnieuw en merkwaardig genoeg alleen (ü!) op de plek waar het bouwwerk moet komen te staan een dijkverzwaring nodig is, is een compleet

verzonnen argument. Zijn er stukken waaruit blijkt dat het Waterschap aangegeven heeft dat een dijkverzwaring hier nodig is? Absoluut niet!! Bij de dijkverzwaring in 1987 is bewust gekozen voor een buitendijkse verzwaring van de dijk om het aldaar bestaande binnendijkse natuurgebied te sparen, Nu zou alsnog de dijk, onder het mom van een zogenaamd noodzakelijke, maar nergens hard gemaakte

dijkverzwaring binnendijks met ca 15 meter verbreed moeten worden ten koste van het natuurgebied, het gebied naast het talud wordt na 30 jaar alsnog verkleind.

Ongeveer 0.35 ha EHS gaat op de schop

15) Het door het Bureau Loenersloot uitgevoerde verkeersonderzoek is onbruikbaar omdat het uitgaat van onjuiste aannames:

- er mogen "geen rondleidingen, bijeenkomsten e.d. in het kunstwerk georganiseerd worden". Iedere garantie dat dit niet mag en niet zal gebeuren ontbreekt.

- het kunstwerk wordt "geen commercieel object". Hier kan gerede twijfel over rijzen, gelet op de plannen van het echtpaar Kortekaas om de Tempelhof te verkopen en gelet op de wens van het echtpaar om Anima Mundi dichtbij de Tempelhof te hebben.

- het kunstwerk heeft "geen religieuze waarde". Ook hierover bestaat de nodige twijfel gezien de uitleg die (zie toelichting bestemmingsplan) aan het kunstwerk wordt, gegeven, namelijk: "genius loei", "universele tempel", "pelgrimsoord", "de vijf

symbolen in de vloer als verwijzing naar de grote wereldreligies", etc.

- er "mogen geen openbare eet- en/of drinkgelegenheden bijv. in de vorm van picknicktafels in de nabijheid worden geplaatst". Hier slaat het onderzoek de plank volledig mis. Het bestemmingsplan staat de oprichting van o.a. picknicktafels nl.

uitdrukkelijk toe. Zie hierboven onder B.

- het kunstwerk "heeft een soortgelijke waarde als de overige kunstwerken". Ook dit klopt niet, gelet op de bedoeling van het bouwwerk (zie toelichting

bestemmingsplan): o.a. "verbindend platform voor de veranderingsprocessen in onze samenleving, mythische dimensie, oerstroom, keerpunt materialistisch denken", etc.

Nog daargelaten dat de afmetingen van Anima Mundi die van de overige kunstwerken verre overstijgt.

16) In de tekst van het ontwerpbestemmingsplan wordt erkend dat er beschermde stroomdalflora voorkomt. Een zeer beperkte Quickscan naar het effect op fauna en flora is echter uitgevoerd op 24 februari 2014 en is mede gezien dat moment

volstrekt onbruikbaar om echte conclusies te kunnen trekken. Aangegeven wordt dat dit geen probleem is omdat de schade voor de flora kan worden beperkt of

voorkomen door de planten met zode te verwijderen en terug te zetten nadat de dijk verbreed en verzwaard is. Door het ontbreken van de gegevens welke planten er

(11)

echt groeien is dat echter geenszins zeker. Het vermelden waard is dat in maart 1989 door het Polderdistrict Groot Maas en Waal is besloten om de dijk daar ter plaatse, buitendijks te verbreden. Dat geschiedde omdat de binnendijkse zuidkant van de dijk als zeer waardevol werd gekarakteriseerd, in het landschapsbeheersplan werd het maaibeheer gericht op de daar aanwezige bijzondere marjolein vegetatie.

Mede gegeven de onzekerheid of die vegetatie met plaggen weer terug gezet zou kunnen worden na dijkverbreding aan de zuidzijde werd tegen aanzienlijke

meerkosten de dijk buitendijks verbreed. Het Vrijwillig Landschapsbeheer Beuningen heeft reeds gewezen op de aldaar aanwezige 3 beschermde plantensoorten namelijk: het Rapunzelklokje, Veldsalie en Wide Marjolein.

Inmiddels heeft, op verzoek van de initiatiefgroep "Bescherm Winssens

Dijklandschap", de werkgroep Floron district midden Gelderland op 28 mei j.l. een uitgebreid onderzoek uitgevoerd naar de flora op de betreffende dijk. De rapportage van dit onderzoek vind U als bijlage bij mijn zienswijze De belangrijkste bevindingen zijn:

- De dijk kent ter plaatse een bijzonder rijke stroomdalflora, er werden130 soorten hogere planten aangetroffen.

- Van deze 130 soorten komen er 9 voor op de zogenaamde Rode lijst en zijn er 3 wettelijk beschermd, daarnaast werden er nog enkele landelijk zeldzame soorten aangetroffen.

Tevens worden in de Floron rapportage grote vraagtekens geplaatst bij de gedachte dat de zeer specifieke vegetatie in stand gehouden kan worden door de dijk van te voren af te plaggen waarna later de zoden weer worden herplaatst. Een nieuwe onderlaag van slechts15 centimeter die daarvoor dan beschikbaar is zal totaal andere groeiomstandigheden met zich meebrengen.

17) Het effect op de flora boven op de dijk zal zo mogelijk nog groter zijn, er worden immers naast de grote stoelen, vloersymbolen en toegangspoorten grote grondplaten voor de stabiliteit aangebracht. Op pagina 12 van het ontwerpbestemmingsplan valt te lezen dat er in de tempel een half verharding en grint zal worden aangebracht zonder een verdere aanduiding van de omvang daarvan. Het terug plaatsen van de zoden kan daar derhalve helemaal niet plaats vinden. Gecombineerd met het gegeven dat de passanten niet langs de tempel over de verharde weg zullen lopen maar juist uitgenodigd worden om onder de toegangspoort de tempel binnen te lopen zal de complete bijzondere vegetatie op de bovenkant van de dijk in deze immens grote tempel geheel verdwijnen.

18) De uitgevoerde Quickscan is ook met betrekking tot de fauna onvolledig en inadequaat. Verschillende onderzoeken hebben aangetoond dat de binnendijkse kolken langs de Gelderse rivieren en de daarnaast gelegen zuidhellingen van de dijken het leefgebied bij uitstek vormen van de uiterst beschermde kamsalamander.

Verwezen kan worden naar 2 master thesissen op dit terrein namelijk: "The metapopulation structure and habitat characteristics of the northern crested newt (Triturus cristatus)" van B. Van der Schee (2014) en " Kamsalamander in het rivierengebied Gelderland. Onderzoek naar migratie van amfibiën op dijktrajecten"

van F.Spikmans (2011) Op geen enkele wijze is onderzocht hoe de situatie ter plekke is bij de twee tegen de dijk gelegen kolken in de Biezenwaard en het daarbij behorende bedreigde talud. De naast de betreffende kolken wonende inwoonster van Wnssen heeft mij verzekerd dat zij vele malen kamsalamanders heeft

(12)

aangetroffen. Ook hier geldt dat een onderzoek slechts uitgevoerd in de maand februari volstrekt ontoereikend is.

Afsluitend wil ik nogmaals een eerder in mijn zienswijze gestelde vraag herhalen:

Welk groot maatschappelijk belang wordt er met de plaatsing van "Anima Mundi" gediend dat U ertoe zou kunnen brengen om de uitdrukkelijke mening van een overweldigende meerderheid van de Wlnssense bevolking te negeren?

Gelet op mijn zienswijze en de daaraan ten grondslag liggende argumenten verzoek ik de Raad van Beuningen om goedkeuring te onthouden aan het

ontwerpbestemmingsplan "Anima Mundi"

Prof. Dr. R.C.W. Burgersdijk Binnenweg 5

6644KD Ewijk

Bijlage: Florainventarisatie van de mogelijke locatie voor de bouw van het kunstwerk Anima Mundi op de Waalbanddijk ten noordoosten van Winssen

(13)

Florainventarisatie van de mogelijk locatie voor de bouw van het kunstwerk Anima Mundi op de Waalbandijk ten noordoosten van Winssen

Floron district Midden Gelderland, juni 2015 Tekst: Erik Slootweg

Op 28 mei 2015 hebben we met enkele vrijwilligers van Floron (Erik Slootweg, Lieuwe Haanstra, Marcel Bolten, Casper Quist) het deel van de Waalbandijk bij Winssen bezocht waar men van plan is het kunstwerk Anima Mundi te plaatsen. Deze inventarisatie heeft plaatsgevonden op verzoek van de initiatiefgroep "Bescherm Winssens Dijklandschap". Het cortenstalen bouwwerk zal een omvang krijgen van bij benadering 15 bij 100 meter en op de zuidelijke helft van de dijk komen. Ter plekke zal de dijk daarvoor 70 cm opgehoogd en naar het zuiden toe 10 meter verbreed moeten worden. We hebben de zuidelijke helft van de dijk (kruin en talud) en een ongeveer 10 meter brede strook van de net ten zuiden van de dijk liggende Biezenwaard geïnventariseerd op de er voorkomende plantensoorten met bijzondere aandacht voor beschermde en zeldzame soorten en vegetaties.

De uiterwaarden van de Waal ten noorden van de dijk zijn onderdeel van het Natura 2000 gebied Rijntakken. Direct ten zuiden van de dijk bevindt zich het beschermd natuurgebied de Biezenwaard (Staatsbosbeheer) dat bestaat uit een zeer vochtig loofbos met voornamelijk populieren en wilgen (rabattenbos). De Waalbandijk zelf is bekend vanwege zijn bijzonder rijke riviergebonden flora, vooral op het steile zuid talud. Deze flora wordt gekenmerkt door plantensoorten afkomstig uit de bovenloop van de Rijn die zich via de rivier verspreidden er zich vestigden op de hogere oeverwallen en de dijken. Bij de dijkverzwaring in de jaren '90 is rekening gehouden met het speciale karakter van de plantengemeenschappen; de dijk is voornamelijk aan de noordzijde verzwaard en het steile zuid talud is ongemoeid gelaten om flora en fauna te sparen. Ter plaatse is het dijkprofiel daardoor ook opvallend breed. Het beheer (hooien) van de zuidhellingen van de Waalbandijk wordt uitgevoerd door het Vrijwillig Landschapsbeheer Beuningen in opdracht van het waterschap Rivierenland.

In totaal hebben wij bij ons bezoek in het plangebied 128 soorten hogere planten aangetroffen. Klavervreter (Orobanche minor) is in 2012 op deze locatie gevonden, maar werd door ons niet gezien. Twee weken later is deze soort hier echter wel weer gevonden en doorgegeven via waarneming.nl. Verder is door ons rapunzelklokje (Campanula rapunculus) niet gezien, maar deze is er half juni wel in bloei gevonden en is al langer bekend van deze locatie. Alle aangetroffen soorten zijn ook opgenomen in de Nationale Database Flora en Fauna (NDFF). Het aantal van 130 soorten in een gebied van ongeveer 100 bij 25 meter is erg hoog en laat zien dat de aanwezige vegetaties een hoge biodiversiteit hebben.

Van de totaal 130 soorten die voor deze locatie dit jaar gezien zijn, staan 9 soorten op de rode lijst vaatplanten 2012 (gewone agrimonie, moeraswolfsmelk, beemdkroon, ruige

(14)

Ons bezoek aan het deze dijk heeft duidelijk gemaakt dat op deze 100 meter lange strook van de Waalbandijk een grote rijkdom aan plantensoorten aanwezig is, waaronder een drietal wettelijk beschermde soorten en in totaal 9 rode lijst soorten. De vegetatie zoals je die op deze marjoleindijken aantreft vind je vrijwel nergens anders. Opvallend is dat volgens het bestemmingsplan Anima Mundi Winssen (W-14026) een andere mogelijke locatie voor het bouwwerk is afgevallen wegens de daar aanwezige beschermde flora (paragraaf 2.2.2 locatie-onderzoek, locatie nr. 2). De Waalbandijk ongeveer ten noorden van slot Doddendael waar de afgevallen locatie nr. 2 zich bevindt, heeft een soortensamenstelling en vegetatie die heel vergelijkbaar is met de locatie die nu gekozen is bij Winssen.

Een vraag is in hoeverre de plaatsing van het bouwwerk en de daarmee gepaard gaande wijzigingen aan het dijkprofiel aanwezige vegetaties zullen beïnvloeden. De dijk wordt verbreed aan de zuidzijde, juist het deel dat bij de dijkverzwaringen ongemoeid is gelaten en waarop nog de oorspronkelijke vegetaties aanwezig zijn. Men is van plan een steil talud te handhaven en de stroomdalflora te herstellen door terugplaatsen van de afgegraven zode of het inzaaien van een kruidenmengsel. Verder zal, doordat de fundering niet lager dan de huidige kruin van de dijk mag komen, het uiteindelijk maaiveld circa 70 cm boven het huidige maaiveld uitkomen; de funderingsplaten worden afgedekt met 15 cm grond of halfverharding. Zowel het verbreden van de zuidzijde van de dijk als het ophogen van het maaiveld op de dijk zullen aanzienlijke gevolgen hebben voor de huidige vegetatie op de dijk en deels ook voor de strook van de Biezenwaard die er direct aan grenst. Het terugplaatsen van zoden zou op termijn de vegetatie kunnen herstellen. In dat geval worden zowel de oorspronkelijke bodem als de daarin aanwezige zaadbank teruggeplaatst. Als niet de oorspronkelijke bodem wordt teruggeplaatst zal herstel veel moeilijker zijn. De in de jaren '90 verzwaarde noordzijde van de dijk lijkt bijvoorbeeld door een iets zwaardere en voedselrijkere bodem nog niet de soortenrijke glanshaverhooilandvegetatie ontwikkeld te hebben die er ooit lag. Het uitzaaien van bijvoorbeeld commercieel verkrijgbare zaadmengsels leidt tot een weinig authentieke flora; vaak bevatten deze mengsels niet streekeigen varianten van soorten (een bekend voorbeeld is het gebruik van moespimpernel in plaats van kleine pimpernel in dit type zaaimengsels). Uitkruising (outbreeding) van de ingezaaide planten kan er toe leiden dat de genetische samenstelling van de naburige oorspronkelijke plantenpopulaties buiten het ingezaaide gebied ook zal veranderen. Als er voor inzaaien gekozen worden dan is het gebruik van maaisel van naburige marjoleindijken te preferen. Maar ook dan hangt het succes af van de ondergrond. De dijkkruin zelf, waar de fundering van het bouwwerk op komt te liggen, is nu de groeiplaats van de drie beschermde soorten die we gezien hebben en deze bevinding zich hier in het beschermde habitattype glanshaverhooiland (H6510-A en in het bijzonder de subassociatie H6510-A7o). Het leggen van een fundering afgedekt met slechts 15 cm grond zal heel andere groeiomstandigheden creëren (o.a. een groot verschil in waterhuishouding) en in dat geval zal zelfs het inzaaien van de juiste soorten een vegetatie niet blijvend herstellen. Een bijkomend punt van zorg is het beheer; de hier voorkomende dijkvegetaties kunnen alleen in stand gehouden worden

(15)

leeuwentand, klavervreter, veldsalie, oosterse morgenster, rapunzelklokje en gegroefde veldsla). Verder zijn een aantal soorten die hier voorkomen landelijk zeldzaam, maar zijn ze niet opgenomen in de rode lijst, zoals kruisbladwalstro, zachte haver en geoorde zuring.

Veldsalie, rapunzelklokje en wilde marjolein zijn wettelijk beschermde soorten (Flora- en Faunawet; tabel 2).

In het kleine plasje aan de rand van de Biezenwaard vonden we onder andere moerasspirea, echte valeriaan, fijne waterranonkel, grote egelskop, poelruit, grote wederik, waterviolier en moeraswolfsmelk. De vegetatie die gekenmerkd wordt door de moerasspirea, poelruit en moeraswolfsmelk (associatie van Moerasspirea en Valeriaan) valt onder het beschermde habitattype H6430-A (Ruigte en Zomen met Moerasspirea). Vergelijkbare groeiplaatsen van moeraswolfsmelk zijn helaas erg zeldzaam en in het aangrenzende Natura 2000 gebied Rijntakken zijn er slechts enkele voorbeelden van te vinden en doet men moeite om deze te behouden. De verbreding van de dijk zou de groeiplaats van circa 20 exemplaren van moeraswolfsmelk bedekken. Dit is ongeveer een kwart van de lokale populatie.

De Glanshaver-associatie is wijdverbreid in Europa maar heeft in Nederland het zwaartepunt in het stroomgebied van de grote rivieren. We hebben verschillende typische soorten voor het habitat(sub)type Glanshaverhooilanden (H6510-A) op de dijk gevonden: goudhaver, groot streepzaad, rapunzelklokje en oosterse morgenster. Binnen het subtype glanshaverhooiland wordt nog de subassociatie festucetosum arundinaceae (H6510-AZo) onderscheiden. Deze vegetatie is ooit gedefinieerd aan de hand van de binnentaluds van de zogenaamde marjoleindijken bij Winssen en Weurt en komt buiten dit gebied (vrijwel) niet voor. De meeste soorten die karakteristiek zijn voor deze subassociatie hebben we gevonden op het onderzochte deel van de dijk; wilde marjolein, gewone agrimonie, kruisbladwalstro, echt bitterkruid, viltig kruiskruid, wilde cichorei, kruldistel en rietzwenkgras. Dit habitattype kan alleen met een hooilandbeheer onderhouden worden. De kruin van de dijk ( waar vroeger de weg liep voor de dijkverbreding ) en de bovenzijde van het zuid talud bevatten de meeste van de typische soorten. Onderaan het talud en dichter tegen de weg aan was er duidelijk sprake van verruiging; soorten als grote brandnetel en rietzwenkgras hadden hier de overhand. Een aangepast hooibeheer zou hier verbetering in kunnen brengen. De grond die gebruikt is voor de dijkverzwaring aan het noord talud was zwaarder en voedselrijker dan de grond die nu op het binnendijks talud aanwezig is. Groot streepzaad stond er in grote aantallen in bloei, maar juist de kenmerkende soorten als wilde marjolein, gewone agrimonie en kruisbladwalstro waren op het noord talud niet te zien.

Voor het habitattype Stroomdalgraslanden (H6120) hebben we alleen veldsalie als typische soort gevonden. Op de nabijgelegen oeverwallen van de Waal is dit habitattype vollediger aanwezig.

(16)

met een zorgvuldig hooibeheer. Nu al waren er aanwijzingen dat er verruiging optreedt. In hoeverre staat de aanwezigheid van het kunstwerk het beheer in de weg?

We concluderen daarom dat de bouw van het kunstwerk op de gekozen locatie grote schade zal toebrengen aan de zeer bijzondere en beschermde plantengroei (3 beschermde plantensoorten, 9 soorten die op de rode lijst staan en de beschermde habitattypen H651QJK[fa) en H6430 A). De voorsgestelde mitigerende maatregelen zijn onvoldoende. Er kan daarom beter voor een andere locatie gekozen worden voor de plaatsing van Anima Mundi.

Tabel 1. Plantensoorten op de dijk bij Winssen

Nederlandse naam Wetenschappelijke naam Rode Flora- en lijst Faunawet 1 Duizendblad Achillea millefolium

2 Zevenblad Aegopodium podagraria

3 Gewone agrimonie Agrimonia eupatoria GE-12 4 Kruipend zenegroen Ajuga reptans

5 Look-zonder-look Alliaria petiolata

6 Kraailook Allium vineale

7 Zwarte els Alnus glutinosa

8 Grote vossenstaart Alopecurus pratensis 9 Gewoon reukgras Anthoxanthum odoratum 10 Fluitenkruid Anthriscus sylvestris

11 Grote klit Arctium lappa

12 Glanshaver Arrhenatherum elatius

13 Madeliefje Bellis perennis

14 Zachte dravik Bromus hordeaceus

15 Rapunzelklokje Campanula rapunculus KW-7 beschermd

16 Kleine veldkers Cardamine hirsuta 17 Pinksterbloem Cardamine pratensis

18 Kruldistel Carduus crispus

19 Ruige zegge Carex hirta

20 Knoopkruid Centaurea jacea

21 Akkerhoornbloem Cerastium arvense

22 Gewone hoornbloem Cerastium fontanum subsp.

vulgare

23 Wilde cichorei Cichorium intybus 24 Groot heksenkruid Circaea lutetiana

25 Akkerdistel Cirsium arvense

26 Speerdistel Cirsium vulgare 27 Akkerwinde Convolvulus arvensis 28 Rode kornoelje Cornus sanguinea 29 Eenstijlige meidoorn Crataegus monogyna 30 Groot streepzaad Crepis biennis 31 Kruisbladwalstro Cruciata laevipes

32 Kropaar Dactylis glomerata

(17)

33 Harig wilgenroosje Epilobium hirsutum

34 Heermoes Equisetum arvense

35 Heksenmelk Euphorbia esula

36 Moeraswolfsmelk Euphorbia palustris KW-6

37 Rietzwenkgras Festuca arundinacea 38 Beemdlangbloem Festuca pratensis

39 Gewoon speenkruid Ficaria verna subsp. verna 40 Moerasspirea Filipendula ulmaria

41 Es Fraxinus excelsior

42 Kleefkruid Galium aparine

43 Glad walstro Galium mollugo

44 Moeraswalstro Galium palustre 45 Slipbladige ooievaarsbek Geranium dissectum 46 Robertskruid Geranium robertianum 47 Geel nagelkruid Geum urbanum

48 Hondsdraf Glechoma hederacea

49 Mannagras Glyceria fluitans

50 Liesgras Glyceria maxima

51 Zachte haver Helictotrichon pubescens 52 Gewone berenklauw Heracleum sphondylium 53 Gestreepte witbol Holcus lanatus

54 Waterviolier Hottonia palustris

55 Hop Humuius lupulus

56 Hypericum x desetangsii Hypericum x desetangsii

57 Gele lis Iris pseudacorus

58 Viltig kruiskruid Jacobaea erucifolia 59 Jakobskruiskruid Jacobaea vulgaris

60 Beemdkroon Knautia arvensis KW-7

61 Gevlekte dovenetel Lamium maculatum s.s.

62 Akkerkool Lapsana communis

63 Veldlathyrus Lathyrus pratensis

64 Ruige leeuwentand Leontodon hispidus KW-7 65 Gewone margriet Leucanthemum vulgare

66 Engels raaigras Lolium perenne 67 Gewone rolklaver s.l. Lotus corniculatus

68 Wolfspoot Lycopus europaeus

69 Penningkruid Lysimachia nummularia 70 Grote wederik Lysimachia vulgaris

71 Hopklaver Medicago lupulina

72 Watermunt Mentha aquatica

73 Muursla Mycelis muralis

74 Akkervergeet-mij-nietje Myosotis arvensis

75 Moerasvergeet-mij-nietje Myosotis scorpioides subsp.

scorpioides

76 Watertorkruid Oenanthe aquatica

77 Wilde marjolein Origanum vulgare Beschermd

(18)

78 Klavervreter Orobanche minor KW-6 79 Veenwortel Persicaria amphibia

80 Rietgras Phalaris arundinacea

81 Echt bitterkruid Picris hieracioides 82 Grote bevernel Pimpinella major 83 Smalle weegbree Plantago lanceolata

84 Grote weegbree Plantago major subsp. major

85 Straatgras Poa annua

86 Veldbeemdgras Poa pratensis 87 Ruw beemdgras Poa trivialis

88 Gewone eikvaren Polypodium vulgare 89 Vijfvingerkruid Potentilla reptans 90 Gewone brunel Prunella vulgaris 91 Gewone vogelkers Prunus padus

92 Sleedoorn Prunus spinosa

93 Scherpe boterbloem Ranunculus acris 94 Fijne waterranonkel Ranunculus aquatilis 95 Knolboterbloem Ranunculus bulbosus 96 Kruipende boterbloem Ranunculus repens 97 Kleine ratelaar Rhinanthus minor 98 Gewone braam Rubus fruticosus

99 Oauwbraam Rubus caesius

100 Veldzuring Rumex acetosa

101 Krulzuring Rumex crispus

102 Ridderzuring Rumex obtusifolius 103 Geoorde zuring Rumex thyrsiflorus 104 Bermzuring Rumex x pratensis

105 Schietwilg Salix alba

106 Veldsalie Salvia pratensis KW-6 Beschermd

107 Gewone vlier Sambucus nigra

108 Bitterzoet Solanum dulcamara

109 Grote egelskop Sparganium erectum 110 Gewone smeerwortel Symphytum officinalis 111 Boerenwormkruid Tanacetum vulgare 112 Gewone paardenbloem Taraxacum officinale s.s.

113 Poelruit Thalictrum flavum

114 Oosterse morgenster Tragopogon pratensis subsp.

orientalis

KW-6

115 Kleine klaver Trifolium dubium 116 Rode klaver Trifolium pratense 117 Witte klaver Trifolium repens 118 Goudhaver Trisetum flavescens 119 Grote brandnetel Urtica dioica 120 Echte valeriaan Valeriana officinalis

121 Gegroefde veldsla Valerianella carinata KW-6

122 Veldsla Valerianella locusta

(19)

123 Veldereprijs Veronica arvensis 124 Gewone ereprijs Veronica chamaedrys 125 Tijmereprijs Veronica serpyllifolia 126 Gelderse roos Viburnum opulus

127 Vogelwikke Vicia cracca

128 Ringelwikke Vicia hirsuta

129 Smalle wikke Vicia sativa subsp. nigra

130 Heggenwikke Vicia sepium

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Gelet hierop is het KPN niet toegestaan de toeslag eerder in te voeren dan het moment waarop platformaanbieders feitelijk de keuze hebben om 0800-verkeer voor hun klanten al dan niet

Het college deelt deze conclusie en is daarom van oordeel dat losse brieven aangeboden in januari t/m december via de postkantoren in het vervolg buiten de meetsystematiek

De VVD leest het voorliggende voorstel als een poging van het college zoveel mogelijk aan tafel te blijven en zodoende de belangen van de inwoners van Midden-Groningen zo goed

Het college doet net of het het verschil tussen een damwand en een vlonder niet weet, past de omschrijving van de aanvraag aan, verklaart dat er geen strijd is met het BP en

Tegen deze (gesubsidieerde) prijzen kan de agrisector niet concurreren. Het gevolg is dat hectares aan landbouwgrond langdurig aan de teelt van gewassen, zoals suikerbieten

bijdragen aan de door de Landschapstafel vastgestelde projecten. 4) De gemeente Hendrik-Ido-Ambacht draagt zorg voor het aanleveren van de financiële gegevens voor

Gezien het tijdstip van de vergadering kan ik op mijn klompen aanvoelen dat er geen kinderen zijn die vanavond met de gemeenteraad in gesprek gaan, maar toch vind ik dat ik dat

ƒ De bevordering van vernieuwing van de democratische processen in de samenleving en deze na analyse en diagnose in overeenstemming te brengen met de bestuurlijke beginselen van