• No results found

Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1895 · dbnl

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1895 · dbnl"

Copied!
403
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1895

bron

Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1895. Erve J. Morpurgo, Paramaribo 1894

Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_sur001189501_01/colofon.php

© 2011 dbnl

(2)

L.S.

Onze innige dank aan allen die ons wederom met hunne krachten hebben gesteund, en het ons mogelijk gemaakt U den achtsten jaargang van den

Surinaamschen Almanak te kunnen aanbieden.

Moge deze wederom bijdragen om, zoowel in als buiten de kolonie, haar tot meerdere bekendheid te doen geraken, en haren bloei en welvaart te helpen bevorderen!

Erve J. Morpurgo.

Paramaribo, October 1894.

(3)

8

[Jacques Henriques de Granada]

1835-1892.

Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1895

(4)

Op den 29n Maart 1892 ontviel der Kolonie een harer zonen, een van dieself-made mannen in den waren zin des woords, die met de aan hen eigen energie en wilskracht zich een weg banen in de maatschappij en in de door hen verworven positie, de vermogens en talenten waarmede zij begaafd zijn aan den dienst van Land en Volk wijden; een van die mannen op wie de bevolking met edelen trots wijst, telkens als er sprake is van de ontwikkeling waartoe men ook in Suriname door eigen kracht en studie geraken kan.

Op den namiddag van bedoelden dag werd het stoffelijk overschot van JACQUES

HENRIQUES DEGRANADAgedragen naar de begraafplaats van de Nederl. Portug.

Israël. Gemeente alhier, gevolgd door een langen stoet van deelnemenden uit allen rang en stand.

***

Geen gemakkelijke taak voorwaar voor hem die op zich neemt het leven te schetsen van den man, wiens beeltenis hiernevens teruggegeven is; een man die door zijn kunde, zijn verdiensten en zijn leven algemeen achting en waardeering in de kolonie genoot; een man die gedurende ruim 40 jaren met buitengewonen ijver en werkkracht hoofd en hart wijdde aan het land zijner geboorte; een man van wien met den meesten grond kan worden getuigd dat hij gedurende zijn geheel leven op humane en voorbeeldige wijze zijn levenstaak heeft opgevat; een man die door zijn open hart en ongekunstelde manieren, door zijn hulpvaardigheid zoowel op stoffelijk als op geestelijk gebied den kring zijner vereerders en vrienden dagelijks ruimer zag worden: een man eindelijk, die in het familieleven de zijnen waardig voorging in liefde, verdraagzaamheid en tevredenheid.

Dit verdienstelijk leven te schetsen is, niettegenstaande den goeden wil, niet gemakkelijk; bij het aanvaarden dier taak beseften wij het volkomen, doch gingen toch met vrijmoedigheid er toe over, vertrouwende op het welwillend en zachtmoedig oordeel onzer lezers.

***

Den 21n Januari 1835 geboren uit een oud geslacht van Spaansche afkomst, sedert de eerste helft der zeventiende eeuw in de kolonie gevestigd, hadDEGRANADAals knaap het voorrecht de eerste school voor uitgebreid lager onderwijs, welke alhier tot stand was gekomen, de in veler herinnering dankbaar nog levende inrichting van Monsieur’ BATENBURG, te bezoeken.

De ontwikkeling van de goede grondslagen, dààr in den

(5)

10

knaap gelegd, liet, na het verlaten der school, toegerust als hij was met lust en ijver om zich zelven te vormen, niet lang op zich wachten.

Op 17 jarigen leeftijd als volontair geplaatst ter Gouvernements-Secretarie, werd hij een jaar later benoemd tot klerk op dat departement met een bezoldiging van f 400 's jaars.

Zijn gedrag, geschiktbeid, ijver en toewijding trokken al spoedig de aandacht van zijn departements-chef en werden dan ook erkend bij eene resolutie dd. 17 Maart 1857 No. 351 van den Generaal-Majoor titulair C.P. SCHIMPF, Gouverneur der kolonie, van den volgenden inhoud:

‘Herlezen hebbende den door den Gouvernements-Secretaris ingedienden conduite-staat over het jaar 1856 betreffende de ambtenaren en geëmployeerden ter Gouvernements-Secretarie werkzaam, waarbij, enz.

Gelet enz.

Overwegende enz.

dat evenwel de rapporten ten aanzien van den klerk J.H.DEGRANADA, wat diens geschiktheid en dienstijver betreft, van zoodanigen aard zijn, dat hij thans in de eerste plaats tot bevordering in aanmerking behoort te komen.

Heeft goedgevonden en verstaan:

Onder de nadere goedkeuring des Konings, overeenkomstig de voordracht van den Gouvernements-Secretaris,

den klerk J.H.DEGRANADAtot dusverre aangesteld op een traktement van f 400 's jaars toe te kennen een traktement van f 600 met bepaling dat hij in rang volgen zal op den klerk H.VANMEERTEN.’

Deze den jongen man ten deel gevallen onderscheiding mocht waarschijnlijk hebben bijgedragen hem aan te sporen tot voortdurende plichtsbetrachting, zij was evenwel niet in staat, zooals zijne vrienden van toen ons dit verzekerden, hem een dunk van zich te doen krijgen; hij bleef altijd nederig en neigde gaarne het oor naar ouderen en naar zijne meerderen in rang, van wie hij begreep dat hij voor zijne vorming voorlichting en hulp noodig had.

In April 1861 opende zich voorDEGRANADAeen nieuwe werkkring: met don titel van waarnemende commies ter Griffie van het Collegie van Kleine Zaken werd hij aangewezen om, - onder genot van eene toelage @ f 400 's jaars boven zijn traktement, - de betrekking van commies bij het zooeven genoemd Gerecht te vervullen, met bepaling dat hij, voor zooverre zijne werkzaamheden aldaar het toelieten, ter Gonvernements-Secretarie werkzaam zoude blijven.

Ongaarne werd hij ter Gouvernements-Secretarie gemist. Maar hij moest dan ook woekeren met den beschikbaren tijd om het werk te kunnen verrichten, dat van hem in die dubbele

Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1895

(6)

ambtsbediening werd gevorderd. Bijna elken dag kon menDEGRANADA, na het sluitingsuur van de Griffie, tot laat in den namiddag ter Secretarie werkzaam zien, om des avonds hetzij te huis, hetzij bij den Secretaris, tot voldoening van dezen en van den Gouverneur, het werk te bervatten.

Geen wonder dus dat bij het openvallen in 1863 van de betrekking van assistent op het Parket van den Procureur-Generaal, de kundige en rechtschapen Mr. J.W.

GEFKEN, toen Procureur-Generaal, ter vervulling daarvan de keus vestigde opDE

GRANADAen diens benoeming tot die betrekking van den Gouverneur verzocht en verkreeg.

In den moeilijken tijd, dien de kolonie tegemoet ging door de groote hervorming welke op 1 Juli 1863 zon plaats vinden, de ophefting van de slavernij, en in verhand daarmede de invoering van het tienjarig Staatstoezicht over de vrijgemaakten, had men op het Parket, van waar de richting en de leiding behoorden uit te gaan, een man noodig berekend voor het moeilijke en veelomvattende werk dat daar te verrichten viel.

Aan de werkkracht, zooals toen is ontwikkeld door Mr. GEFKEN, gesteund doorDE

GRANADA, was het te danken dat in al de distrieten door eenheid van handelen en het optreden met beleid die groote maatschappelijke overgang zouder schok heeft plaats gehad.

In April 1865 werd hem, bij zijn betrekking van assistent op het Parket, opgedragen het Secretariaat van den Pupillairen Raad en van het Collegie van Commissarissen voor het Departement der Onbeheerde Boedels. Hoe inspannend en tijdroovend de arbeid op het Parket ook was,DEGRANADAwist door de hem eigen bijzondere vlugheid van werken den noodigen tijd te vinden, om ook in dien gewichtigen werkkring uit te munten.

Kort daarop brak voorDEGRANADA, zender dat hij zelf aanvankelijk het zich bewust kon zijn, een nieuw tijdperk aan. Weinig had wellicht de nog jonge man vermoed dat het Regeeringsreglement met de daarin aan de Kolonie verleende autonomie, op 1 Januari 1866 in werking getreden, hem zulk ven ruim veld zou openen om zijne groote geestesgaven en zijne werkkracht op het nieuwe gebied te ontwikkelen.

Nadat in Mei 1866. - het tijdstip daartoe bij het Regeeringsreglement vastgesteld, - doer de verkiezing van 9 leden door kiesgerechtigden en de benoeming van 4 leden door den Gouverneur, - de Koloniale Staten waren samengesteld, werden zij geroepen een griffier buiten hun midden te benoemen.

Het was hij lange na geen gemakkelijke keuze; wel dongen naar die betrekking een 17 tal candidaten, van wie velen in verschillende, gewichtige werkkringen blijk van geschiktheid

(7)

12

hadden gegeven, doch de Koloniale Staten begrepen terecht dat voor een goeden gang van zaken veel afhing van hunnen griffier en dat door dezen in niet geringe mate kon worden bijgedragen om hunne taak te verlichten.

Tot hen die naar die betrekking hadden gedongen behoorde ookDEGRANADA, doch hij was daartoe niet overgegaan dan na herhaalde aansporing door Mr. GEFKEN, die er van overtuigd was datDEGRANADAook daar zou zijn ‘the right man on the right place’, en die niet aarzelde zijne individueele waardeering vanDEGRANADA's verdiensten aan verscheiden leden der Staten bekend te maken.

De uitslag was dan ook dat de groote meerderheid der leden van de Staten hare stem opDEGRANADAuitbracht.

Op 28 Mei 1866 aanvaardde hij de betrekking.

HoeDEGRANADAgedurende den tijd van meer dan 25 jaren dat hij die betrekking heeft vervuld, zich als Griffier der Koloniale Staten heeft onderscheiden, is in de kolonie van algemeene bekendheid. De mannen die in dien tijd door het vertrouwen der kiezers en dat van het Koloniaal Bestuur geroepen waren in het

Vertegenwoordigend Lichaam der Kolonie zitting te nemen, zij maakten er geen geheim van; integendeel, juist zij die zoo menig belangrijk en doorwrocht verslag van de Staten, als leden van de Commissiën van Rapporteurs onderteekenden, en wier namen in de kolonie zulk een goeden klank hadden, schenen er op gesteld dat geweten werd hoeDEGRANADAhunne taak verlichtte, door hen het werk uit handen te nemen. De opvolgende Voorzitters van dat Lichaam aanvaardden die hooge betrekking, - en erkenden dit gaarne, - bewust dat zij bij de moeilijkheid en het gewicht verbonden aan de leiding van een Wetgevende Vergadering rekenen konden opDEGRANADA.

Trouwens bij het belangstellend publiek der tribune zal de herinnering nog leven hoe bij zoo menige gelegenheid, wanneer tengevolge van eene serie van

amendementen op wetsvoorstellen verwarring dreigde te ontstaan,DEGRANADA

even het hoofd boog naar den Voorzitter, en eenige woorden door hem, met bescheidenheid en haast ongemerkt dezen toegefluisterd, onmiddellijk daarop het rechte spoor weder deden vinden.

Vóór het optreden vanDEGRANADAals Griffier was de vorm van de notulen van het verhandelde in de vergaderingen der Koloniale Staten van den meest eenvoudigen aard. Zij hielden slechts in een vermelding van het onderwerp aan de orde, de namen der leden die daarover het woord voerden en de gevallen beslissing. Schoon de Staten van den aanvang af doordrongen waren van de noodzakelijkheid om een zooveel mogelijk woordelijk verslag van hunne zittingen in druk uit te geven, moesten zij, terugdeinzende voor de hooge kosten verbonden aan een stenografisch verslag, dien

Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1895

(8)

wensch onderdrukken. Zij werden intusschen doorDEGRANADAaangenaam verrast.

Van het debat over de eerste begrooting door de Staten behandeld, leverde hij zulk een uitgewerkt verslag, dat het middel gevonden was om hunnen wensch

verwerkelijkt te zien. AanDEGRANADAwerd toen de uitgifte van het bijna woordelijk verslag der zittingen dan ook opgedragen. Hoe hij zich van die taak kweet, kunnen de Handelingen der Staten over het eerste 25 jarig tijdvak van het bestaan van dat Lichaam getuigen.

***

Waren zijne werkzaamheden van zoo grooten omvang als we hiervoren hebben gezien, en dus waarlijk beduidend genoeg, zijn buitengewone werkkracht maakte dat hij dit niet gevoelde, en liet hem toe zich dikwijls bereid te doen vinden om ook in andere betrekkingen zijn Land te dienen.

In Juli 1873 werd hij aangewezen om den Kantonrechter te Paramaribo bij

verhindering, afwezigheid of ontstentenis te vervangen, terwijl hij een jaar later de benoeming tot rechter-plaatsvervanger bij het Hof van Justitie aannam. Die functie bleef hij tot het laatst - bijna 18 jaren - bekleeden.

In Februari 1875 werd hij, bij Gouvernements Resolutie, met de heeren A.J. BARON

SCHIMMELPENNINCK VAN DEROYE, J.F.A. CATEAU VANROSEVELT, C. BUSKENHUET

en Mr. W.A.VANEMDENin commissie gesteld, ten einde den Gouverneur in te lichten en casu quo voorstellen te doen, omtrent de volgende punten:

1o. Is onder de bestaande omstandigheden de oprichting van een immigratiefonds wenschelijk en uitvoerbaar?

2o. Wordt bij de in de kolonie vigeerende wetten en bepalingen eene regeling van immigratie uitBarbados, op den thans in Britsch-Guyana aangenomen voet, nuttig en bestaanbaar geacht?

Een jaar daarna werd de Commissie ontbonden onder betuiging van des Gouverneurs bijzonderen dank voor de door haar ingezonden, hoogst belangrijke ontwerpen, waarvan door den Gouverneur gebruik is gemaakt bij het doen van voordrachten aan de Koloniale Staten en aan het Opperbestuur.

In Juli 1878 viel eveneens 's Gouverneurs keuze opDEGRANADAom met de heeren A.J. BARONSCHIMMELPENNINCK VAN DEROYE, G. DUYCKINCK, Mr. J.O.H. RAMAERen J.W. ENGELBRECHTde bepalingen betreffende het Weldadigheidsgesticht's

Landsgrond Boniface te onderzoeken, de zich voorgedaan hebbende bezwaren te overwegen, vooral ook met het oog op mogelijke bezuiniging, en, in verband met een en onder, de noodige voorstellen aan den Gouverneur in te dienen.

(9)

14

In Januari 1879 werd hij andermaal met eenige hoofdambtenaren bij. Gouvernements Resolutie in commissie gesteld, met opdracht om in den geest van de 2e en 3e alinea van art. 162 van het Regeeringsreglement eene koloniale verordeningtot regering van het toezicht over het armwezen en van de noodige voorzieningen daaromtrent te ontwerpen en met memorie van toelichting en casa quo ook met de vereischte ontwerp-reglementen of andere voorstellen aan den Gouverneur in te zenden.

In October 1879 werd hij de oprichting der Koloniale Spaarbank o.m. ook aanDE

GRANADAhet beheer opgedragen.

Doch niet alleen in de verschillende belangrijke landsbetrekkingen en commissiën, maar in vele genootschappen en in zijn Kerk werdDEGRANADAmeermalen geroepen het bestuur of het beheer daarvan op zich te nemen.

Ook op het gebied der journalistiek heeft hij in het belang der kolonie een werkzaam aandeel gehad.

Toen o.a. omstreeks het einde van 1870 de behoefte aan een goed geredigeerde courant zich alhier dringend deed gevoelen, en eenigen onzer voorname ingezetenen verklaarden haar, als zij mocht tot stand komen, met hunne financieele en

intellectueele krachten te zullen steunen, wasDEGRANADAeen der eersten en ook een der weinigen die woord hielden.

Achtereenvolgens verschenen dan ook in de in Januari 1871 epgerichte courant

‘Suriname, Koloniaal Nieuws en Adoertentieblaa’, gedurende de zes maanden dat zij gestaan heeft onder redactie van de heeren A.H.DEGRANADAen Mr. A.C.

WESENHAGEN, aan wieDEGRANADAhulp had toegezegd, niet minder danzeven artikelen over onderwerpen van het hoogste belang voor de kolonie, t.w. over:het Surinaamsch Regeeringsregement, - de Reservekus, - het Subsidie, - de Pensioenen, -Inferieure ambtenaren, - Immigratie-Kolonisntie van de Afrikaansche Kusten, en Nederlands kolonie politiek.

Hoewel ondes die stukken de raam van den schrijver niet vermeld stond, was het niet onbekend dat hetDEGRANADAwas die ook op dien weg met hoofd en hart voor zijn Land trachtte nuttig te zijn.

***

De onafgebroken vervulling van al deze hoogst gewichtige betrekkingen en de werkkracht, dieDEGRANADAdaarbij ontwikkelde, schokten intusschen zijn gestel en maakten in Mei 1881 een buitenlandsch verlof naar Nederland tot herstel van gezondheid voor hem noodzakelijk.

In September 1882 keerde hij van verlof terug en hervatte met opgewektheid zijne functiën van Griffier der Koloniale Staten en Rechter-plaatsvervanger bij het Hof van Justitie.

Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1895

(10)

Met den zelfden ijver als te voren toog hij weder aan den arbeid, doch zij die vroeger onder en metDEGRANADAhadden gewerkt, bespeurden tot hun leedwezen dat het geschokt gestel niet meer zoo goed bestand was tegen te groote inspanning. Hij zelf zag dit helaas ook in, en niets is meer waarschijnlijk dan dat het bewustzijn daarvan in groote mate oorzaak is geweest van zijn lateren ziektetoestand. Gewoon als hij was aan een buitengewoon werkzaam leven, werd het gesteld ondermijnd door de gedachte die hem voortdurend vervulde dat zijn werkkracht verminderde.

En deden al het ongelukkig conflict onder het Bestuur van Jhr. Mr. M.A.DESAVORNIN

LOHMANen de spanning, welke tengevolge daarvan zich algemeen hier openbaarde,

DEGRANADAzijn' toestand beheerschen om pal op zijn post te staan en mede den strijd te voeren tegen de schendende hand welke aan de autonomie der kolonie was geslagen, toen de atmosfeer weder gezuiverd was, bleek het datDEGRANADA

te veel van zijne krachten had gevorderd.

Merkbaar ging zijn physieke toestand achteruit, en toen de dag van 28 Mei 1891 aanbrak, waarop de Koloniale Staten een buitengewone openbare zitting hielden, tor bijwoning waarvan de oud-leden ook waren uitgenoodigd, uitsluitend o n te herdenken den dag waaropDEGRANADA25 jaren geleden door de Koloniale Staten tot hunnen Griffier werd gekozen, was de vreugde van hen die daaraancon amore deel namen, niet onvermengd. StondDEGRANADAdáár nog helder en sterk van geest, het lichaam was geknakt, en de traan die toen in het oog van den jubilaris blonk, wekte een gevoel van weemoed in de harten der belangstellenden.

Het is ons een waar genoegen de herdenking aan dien dag hier aan te stippen.

DEGRANADA, op verzoek van den Voorzitter, door den Commies-griffier in de vergaderzaal geleid, nam op een met groen en bloemen versierden zerel plaats en werd door den Voorzitter, Mr. D. JUDA, aldus toegesproken:

‘Mijnheer de Griffier, geachte vriend de Granada!

De aanleiding en de reden van deze onze bijeenkomst is om den dag te herdenken van Uw 25 jarig jubilé als Griffier van de Koloniale Staten.

Onder de leden der Staten, die U op dezen dag hunne gelukwenschen aanbieden, ziet Gij geen enkele meer van hen, die als lid der Staten U bij de aanvaarding Uwer betrekking welkom heetten in hun midden. Van hen verlieten ons velen, ook velen ontvielen ons door den dood; maar toch vindt Ge onder de leden en oud-leden der Staten, die U op heden de hand komen drukken, velen, die jaren lang U in

(11)

16

deze Uwe betrekking hebben gekend, en U te kennen was U te waardeeren, U hoog te schatten.

Maakten Uwe vele uitmuntende hoedanigheden van hoofd en hart de

tegenwoordige zoowel als de vroegere leden van dit College tot Uwe vrienden, Uwe stipte plichtsvervulling en de voortreffelijke wijze, waarop Ge Uwe taak als Griffier steeds betrachttet, de bereidwilligheid met welke Ge ieder onzer ter zijde stondt, brachten er niet weinig toe bij om hen, die Ge tot Uwe vrienden wist te maken, ook Uwe vereerders te doen zijn: want met mij gevoelen zeker allen, uit wier naam ik op dit oogenblik het woord tot U richt, hoeveel Ge voor de Staten hebt gedaan, hoe Ge met onverflauwden ijver Uwe beste krachten hebt gewijd aan de instelling, die zich gelukkig mag rekenen bijna van hare geboorte af U in deze moeilijke en gewichtige betrekking geplaatst te zien.

Het sprak dan ook van zelf dat de leden en oud-leden der Staten en de ambtenaren ter Griffie behoefte moesten gevoelen U als aandenken van den dag van heden een blijk aan te bieden van hunne oprechte waardeering.

Wij bieden U dit aan met den wensch dat het U gegeven moge zijn nog lang gespaard te blijven in ons midden!

Moge dezelfde geestkracht, dezelfde ijver en toewijding, die U steeds in Uwe betrekking kenmerkten, U daarin blijvend geschonken worden!’

Diep bewogen namDEGRANADAhierop het woord, en zeide:

‘Mijne Heeren,

Ik ben geen vreemdeling in Uw midden, geen vreemdeling in deze zaal, en toch overvalt me een gevoel van schroom, nu ik, vol van gemoed ter gelegenheid van het zilveren feest mijner ambtsbediening bij Uw College, in deze achtbare vergadering het woord heb te voeren.

Vóór alles, eerbiedig en ootmoedig de knieën gebogen voor den Almachtige, die mij gedurende dat lange tijdsverloop schraagde en stennde, en Wiens onmisbare zegen mij in staat stelde te verrichten wat van mij gevorderd werd.

Voorts een even ongekunsteld woord van dank aan U, Mijnheer de President, voor de welwillendheid en heuschheid, waardoor Uw omgang met mij zich steeds kenmerkte en voor de vriendschap waarmee ge me steeds tegemoet traadt.

Oprecht gedankt ook voor de vele nuttige wenken, die ge mij gaaft, en die bij 't vervullen mijner betrekking mij zoo ten goede kwamen. Voor een en ander blijf ik mij steeds aanbevelen, terwijl ik hierbij gaarne de verzekering voeg, dat ze door mij hoogelijk gewaardeerd en op prijs worden gesteld.

Een even oprecht woord van dank zij U allen toegebracht,

Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1895

(12)

Mijne Heeren, leden van deze achtbare vergadering, èn voor Uwen heuschen omgang, èn voor 't veraangenamen en verlichten mijner taak.

Ook voor vele blijken van vriendschap van menigen Uwer blijf ik erkentelijk en bij voortduur mij ook aanbevelen.

Zóó hartelijk en welwillend was steeds Uw omgang, dat ik vaak moeite had niet uit 't oog te verliezen de bescheiden plaats, die ik in Uw midden inneem.

Ge wilt mij zeker ook veroorloven, Mijne Heeren, een woord van dankbare herinnering te wijden aan hen, die, als ik ze zoo noemen mag, tot de oude garde der Staten behooren, met wie ik de campagne van stonde aan mocht maken.

Onder hen bevonden zich ook velen van over den grooten Oceaan tot ons gekomen, die als om strijd met de zonen van het land hunne beste krachten aanwendden, en voor geen moeite terugdeinsden om de welvaart der kolonie te bevorderen.

Voor zoover zij, oud-leden der Staten, reeds naar betere gewesten zijn verhuisd, moge ik mij bepalen tot dezen vromen wensch: Zacht ruste hunne assche, en wat aangaat hen, die zich nog onder de levenden bevinden, dat hun verder levenspad voor hen gelukkig moge zijn.

Ook een woord van dank aan hen, die als gedelegeerden van den Gouverneur zich vroeger en later zoo dikwijls in deze zaal bevonden, en van wie ik zoo menig blijk van vertrouwen en appreciatie mocht ondervinden.

Zou ik U vergeten, geliefd bureau der Staten, dat even als uwe voorgangers, die nog in levendige herinnering bij mij voortleven, zich beijverd heeft om door Uwe zoo zeer gewaardeerde hulp mij de vervulling mijner betrekking gemakkelijk en gezellig te maken?

Trouw, nauwgezet en liefderijk stondt ge mij allen ter zijde, ook in moeilijke oogenblikken, zooals, uit den aard der zaak, zich gedurende een zoo lang tijdsverloop wel eens voordeden.

Hartelijk dank daarvoor. Gij hebt mij allen ten zeerste aan U verplicht.

Alvorens te besluiten, zij 't mij geoorloofd, een woord van innigen dank toe te brengen aan allen, die door hunne opkomst aan dezen voor mij zoo gedenkwaardigen dag luister hebben willen bijzetten. Ik waardeer dit zeer.

Moge het geprangd gemoed eenige verlichting erlangen door dezen eri de coeur:

L e v e n d e S t a t e n !’

Een daverend applaus begroette daarop de woorden van den verdienstelijken en beproefden landsdienaar, die met de meeste voldoening mocht terugblikken op zijn 40 jarige loopbaan.

(13)

18

Algemeen stelde men er dan ook hoogen prijs op hem de hand te drukken en hem een welgemeenden gelukwensch te brengen.

Menig stoffelijk blijk van hulde werdDEGRANADAzoowel door de leden, oud-leden en ambtenaren der Staten als door tal van ardere vrienden aangeboden.

Ware dit in het oog van den hoogst eenvoudigen man een huldebetoon waarop hij meende geen aanspraak te mogen roaken, omdat hij zijn werk beschouwde als loutere plichtsbetrachting, hij waardeerde het niettemin hoog en was er bijzonder gevoelig voor.

Een andere, een hooge erkenning van zijne verdiensten viel hem kort daarna ten deel.

Op den avond van den 20n Januari 1892 werd hij door Zijne Excellentie den Gouverneur Jhr. Mr. T.A.J.VANASCH VANWIJCKverrast met het van de Regeering ontvangen telegrafisch bericht dat het H.M. de Koningin-Weduwe, Regentes, heeft behaagdDEGRANADAte benoemen tot Ridder in de Orde van den Nederlandschen Leeuw.

Deze hooge onderscheiding vond algemeen toejuiching in de harten van de burgerij. Talrijk waren de blijken van belangstelling welke hem van alle zijden wederom te beurt vielen, en algemeen hoopte men datDEGRANADAspoedig zou herstellen, - hij was sedert eenige maanden aan het ziekbed gekluisterd, - en dat het hem gegeven zou zijn zijn borst met het Koninklijk geschenk te versieren.

Het mocht echter niet zoo zijn.

Langzaam, doch merkbaar namen met den dag zijne krachten af, en in den ochtend van Dinsdag 29 Maart liep de droeve mare door de stad dat aan het zoo verdienstelijk leven vanDEGRANADAeen einde was gekomen.

Hoewel men reeds eenigen tijd hierop voorbereid was, kon men een gevoel van teleurstelling niet onderdrukken; zoo gaarne had men gehoopt dat de ziekte een ganstigen keer zou nemen, enDEGRANADAvoor het Land en de zijnen behouden zou kunnen blijven!

In den moesten eenvoud zooals hij immer geleefd heeft, doch met zooveel te meer algemeene deelneming, werd aan het stoffelijk overschot de laatste eer betoond.

DEGRANADAleeft sedert in de herinnering en het aandenken van allen die hem hebben gekend.

PARAMARIBO, October 1894.

Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1895

(14)

Verklaring omtrent den Almanak.

DeMaancirkel of het Guldengetal bestaat in een tijdkring van 19 jaren, na verloop van welken de nieuwe en volle manen weder bijna op dezelfde dagen van het jaar invallen.

DeEpacta is het getal, dat, volgens den Almanak, den ouderdom der maan bij den aanvang van het jaar aanwijst, waaruit volgt, dat, wanneer de nieuwe maan op den 1n Januari invalt, deEpacta van het jaar nul is doch in het volgende jaar zij elf zal wezen, omdat het maanjaar slechts 354 dagen heeft en het Zonnejaar elf dagen meer telt. In het derde jaar daarna zou zij alzoodrie en dertig moeten zijn; doch men trekt zoodra deEpacta dertig dagen of eene volle maar zou te boven gaan, van dit getal 30 af, en krijgt dus in het gesteld geval nietdrie en dertig, doch drie dagen.

Men kan door middel van deEpacta voor elke maand den dag der nieuwe maan en den ouderdom der maan op een bepaalden dag vinden.

DeZonne-cirkel is een tijdkring van 28 jaren, na verloop van welken de dagen der week weder op denzelfden dag der maand invallen.

Deze tijdkring heeft echter zijn naam niet ontleend aan den schijnbaren omloop der zon, maar aan den Zondag, of den dag aan de zon gewijd.

DeZondagsletter is een der zeven eerste letters van het alphabet, om in elk de dagen. van af den 1n Januari, te noemen. De letter, welke de Zondagen van het jaar aanwijst, wordtZondagsletter geheeten. Een schrikkeljaar heeft twee Zondagsletters, als: eene van 1 Januari tot 24 Februari, en eene andere van 25 Februari tot het einde des jaars. Daar nu de dagen der week, na een tijdsverloop van 28 jaren, met dezelfde dagnamen overeenkomen, zoo moeten na datzelfde tijdsverloop ook de Zondagsletters terugkeeren.

Verklaring der Teekens van den Zodiak.

Aries of Ram.

Taurus of Stier.

Gemini of Tweelingen.

Cancer of Kreeft.

Leo of Leeuw.

Virgo of maagd.

Libra of Weegschaal.

Scorpius of Schorpioen.

Sagittarius of Schutter.

Capricornus of Steenbok.

Aquarius of Waterman.

Pisces of Visschen.

(15)

Chronologische Cirkels.

15 Het Gulden-Getal

28 De Zonne-cirkel

4 De Epacta

8 De Rom. Indictie

De Zondagsletter is F.

Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1895

(16)

Tijdiafel aantoonende den stand der uurwerken, op hetzelfde oogenblik op verschillende plaatsen van den aardbol.

(17)

21

Tijdperken voor het jaar 1895.

Jaren Sedert

6608 de Juliaansche periode

5656 de schepping der wereld 5655, en van

19 Sept. 1895

1895 de geboorte van Christus

1831 de verwoesting van Jeruzalem

1820 de jaartelling der Javanen

1312 de tijdrekening der Mahomedanen

403 de ontdekking van Amerika door

Columbus

398 de Christelijke Kerkhervorming

313 den Gregoriaanschen of nieuwen stijl

300 de inbezitneming van de Kust van

Guiana

261 de bemachtiging van het ciland Curacao

233 Karel II, Koning van Engeland, de kolonie heeft weggeschonken, 2 Juni 1662

228 den vrede te Breda, waarbij Suriname als bezit der Nederlanden vastgesteld wordt, 31 Juli 1667

228 de herneming der kolonie door A.

Krijnssen in 1667

223 hetdominium utile van Suriname,

hetwelk Zeeland voor zich had

behouden, aan de Algemeene Staten der Nederlanden is overgegaan

221 door den vrede te West-Minster het bezit van Suriname aan Nederland is

gewaarborgd, 9 Februari 1674

212 het bezit der kolonie te 's Hage bij

accoord aan de W.-I. Compagnie voor f 260,000 is overgedragen, 6 Januari 1683

207 Van Aerssen v. Sommelsdiijk vermoord werd, 19 Juli 1688

183 den inval en brandschatting van J.

Cassard. 8 Oct. 1712

91 den aanvang van den zoogenaamden Engelschen tijd

85 de inlijving van Nederland bij Frankrijk

Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1895

(18)

82 Suriname bij tractaat van 13 Augustus 1814 door de Engelschen aan Nederland is teruggegeven

77 de slavenhandel opgeheven en daarvan te Suriname afkondiging is gedaan, 28 December 1818

74 den zwaren brand te Paramaribo, 21 Januari 1821

32 de vrijverklaring der slaven in de kolonie Suriname, 1863

Verschillende mijlmaten in Nederlandsche ellen.

7407 ellen Geographische of Duitsche mijl, 15 op

één graad

1000 ellen Nederlandsche mijl of Kilometer

5556 ellen Uur gaans of Hollandsche mijl, 20 op één

graad

5651 ellen Oud uur gaans van 1500 Rijnlandsche

roeden

1852 ellen Engelsche of Fransche Zeemijl, 60 op

één graad

4444 ellen Oude Fransche mijl, lieue commune, 25

op één gr.

1609 ellen Engelsche landmijl van 5280 Engelsche

voeten

6173 ellen Portugeesche mijl, 18 op één graad

7066 ellen Spaansche mijl, Legua real, van 25000

Sp. vtn.

1[5]07 ellen Paal op Java van 400 Rijnlandsche

voeten

1352 ellen Paal op Sumatra

(19)

22

Zons- en Maansverduisteringen.

1. Eene totale maansverduistering in den nacht van 10 op 11 Maart, zichtbaar te Paramaribo en in geheel Amerika, Europa Afrika, alsmede Westelijk Azië.

Aan v. te Paramar. 10 u. 13 m. Tot. verd. 11 u. 11 m. tot 12 u. 46 m. Einde 1 u. 44 m.

2. Eene gedeeltelijke zonsverduistering op den 26n Maart, onzichtbaar te Paramaribo, zichtbaar in Groenland, Labrador, Ierland, Schotland en IJsland.

3. Eene gedeeltelijke zonsverduistering op den 20n Augustus, onzichtbaar te Paramaribo, zichtbaar in Oostelijk Rusland en Westelijk Siberië.

4. Eene geheele maansverduistering in den nacht van 3 op 4 September, zichtbaar te Paramaribo en in geheel Amerika, Westelijk Europa, Westelijk en Zuidelijk Afrika, Zuidoostelijk Australië en de Stille Zuidzec.

Aanv. te Paramaribo 12 u. 20 m. Tot. verd. 1 u. 26 m. tot 3 u. 7 m. Einde 4 u.

13 m.

5. Eene gedeeltelijke zousverduistering op den 18n September, zichtbaar in Oostelijk Australië met Nieuw Zeeland, onzichtbaar te Paramaribo.

Israëlietische Feestdagen.

10 Maart.

Hamansfeest

9-16 April.

Paschen

29-30 Mei.

Pinksteren

30 Juli.

Verw v. Jerusalem

19-20 Sept.

Nieuwjaar 5656,

28 Sept.

Groot Verzoendag

3-4 Oct.

Loofhuttenfeest

9 Oct.

Groot Palmdag

10 Oct.

Onthoudingsfeest

11 Oct.

Vreugde der Wet

12 Dec.

Inwijdingsfeest

Christelijke Feestdagen.

1 Jan.

Nieuwjaar

6 Jan.

Drie Koningen

10 Febr.

Septuagesima

26 Febr.

Vasten avond

27 Febr.

Aschdag

7 April.

Palmzondag

12 April.

Goede Vrijdag

Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1895

(20)

2-3 Juni.

Pinksteren

1 Dec.

Eerste Advent

25-26 Dec.

Kerstmis

Quatertempers.

1) Den 6, 8 en 9 Maart.

2) Den 5, 7 en 8 Juni.

3) Den 18, 20 en 21 September.

4) Den 18, 20 en 21 December.

Verschil van lengte en breedte van Braamspunt met Amsterdam (Westertoren).

Braamspunt.... 55 gr 14 min. 30 sec. 5 gr. 52 min. 30 sec.

Amsterdam (W.-toren) 4 gr. 33 min. 52 gr. 22 min.

(21)

23

Breedte en Lengte van eenige plaatsen in Suriname.

W. Lengte van Greenwich.

Noorder Breedte.

NAMEN.

53 gr. 59 m. 53 s.

5 gr. 44 m. 57 s.

Westh. v.d. mond der Marowijne of punt Calibi.

54 gr. 4 m. 54 s.

5 gr. 50 m. 51 s.

Kaaimanshoofd of Gros Bois.

54 gr. 16 m. 26 s.

5 gr. 53 m. 7 s.

Mond. v.d. Wia-Wiakreek.

54 gr. 12 m. 17 s.

5 gr. 58 m. 47 s.

Mond. v.d. Motkreek.

De mond. v.d. Mattappica en Warappe-kr. zijn door aanslibbingom de West verlegd.

55 gr. 10 m. 14 s.

5 gr. 57 m. 29 s.

Baaamspunt

55 gr. 9 m.

5 gr. 49 m. 24.5 Hervormde kerk te

Paramaribo

55 gr. 44 m. 59 s.

5 gr. 57 m. 22 s.

Beersromp.

55 gr. 53 m. 18 s.

5 gr. 53 m. 57 s.

Noordhoek der Saramacca.

55 gr. 53 m. 56 s.

5 gr. 50 m. 52 s.

Oosthoek der Coppename.

56 gr. 19 m. 42 s.

5 gr. 53 m. 22 s.

Post Coronie

57 gr. 0 m. 7 s.

5 gr. 57 m. 29 s.

Nieuw-Rotterdam, voormalige woning v.d.

districts-commissaris aldaar.

Tafel betreffende ons Zonnestelsel.

Millioen Duitsche Mijlen.

Ontdekt door Uitgebreidheid

De Aarde: 0.

Omwenteling om de As.

Omwenteling om de Zon.

Afstand v.d.

Zon.

Hemellichamen.

1,328460 25 d. 5 u. 38

m Zon

Bij d. oud.

bekend 0,0565

24 u. 5 m 0 j. 87 d. 23

u.

8 Mercurius

Bij d. oud.

bekend 0,828

23 u. 20 m 0 j. 224 d.

17 u.

15 Venus

Bij d. oud.

bekend 1

24 u. 56 m 1 j. 0 d. 6 u.

21 Aarde

Bij d. oud.

bekend 0,17

24 u. 31 m 1 j. 321 d.

17 u.

32 Mars

Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1895

(22)

Olbers in 1802 0,015

onbekend 4 j. 220 d.

57 Pallas

Harding in 1804 0,005

onbekend 4 j. 133 d.

55 Juno

Olbers in 1807 0,00003

onbekend 3 j. 229 d.

49 Vesta

Bij d. oud.

bekend 1546,60

9 u. 56 m 11 j. 314 d.

20 u.

108 Jupiter

Bij d. oud.

bekend 887,34

10 u. 16 m 29 j. 166 d.

23 u.

199 Saturnus

Herschell in 1781 77,47

onbekend 84 j. 5 d. 20

u.

398 Uranus

Leverrier in 1846 onbekend

164 j. 285 d.

636 Neptunus

DeMaan is 51000 mijlen van de Aarde verwijderd. Zij loopt om de Aarde rond in 29 dagen, 12 uren en 44 minuten, zij is 20 maal kleiner dan de Aarde.

Jupiter heeft 4, Saturnus 7 en Uranus 6 Manen of Satellieten.

Een Duitsche mijl, waarop hierboven gewezen is, bedraagt 7407 Meters = 1966 Rijnlandsche roeden. Zij is gelijk aan 1/15 middelbare graad.

(23)

24

Maten en Gewichten, nog in gebruik in de Nederl. West-Indische Bezittingen.

Logarithmus.

Waarde in Meters.

Lengtematen.

Suriname: Amsterdamsche el (0.688 M)

Rijnlandsche voet (0.314 M.) = ⅙ vadem

1,3163898 20,72

Landmaat: Ketting = 66 Rijnl. voet

Logarithmus.

Waarde in cA of M2 Vlaktematen.

3,6324229 4289,66

Suriname: akker = 10 □ kettingen = 43560 Rijnl. □ voet

1 bunder = ± 2⅓ Surin.

akker

of L. Logarithmus.

Waarde in d M3. Inhoudsmaten.

0,5563025 3,60

(Natte waar). Engelsch Gallon = 6 pint.

Pint = 0,6 L.

Gewichten.

Amsterdamsch ℔ en Engelsch avoir du poids.

(100 Amst. ℔ = 109 Eng. ℔).

Gewichten en inhouden bij belading van Zeeschepen.

De scheepston komt overeen met 1000 K.G. gewicht.

Het scheepslast = 2 scheepston = 2000 K.G. gewicht wordt gerekend een ruimte in te nemen van 2.83 kub. Meter.

Het gewicht van die ruimte verschilt echter naar de koopwaar en zoo doet:

K.G.

een last:

950 Cassia

1500 Cochenille

2000 Ebbenhout

1200 Foelie

1500 Gom-Copal

1400 Gom-elastiek en Guttap.

900 Hennep

1200 Huiden (los)

1300 Indigo

Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1895

(24)

1800 Koffie (in balen)

1200 (in hoornschil)

1650 Koffie (in vaten)

2000 Koffie (in veegsel)

1000 Nagelen

1500 Peper (in balen)

2000 Rijst

1500 Sago

2000 Suiker

800 Tabak

930 Thee

2000 Tin

900 Vlas

650 Wol

Kina 950 à 1000 K.G. al naar mate flink gestampt wordt of niet.

(25)

25

Het Metrieke Stelsel.

De Meterconventie van 20 Mei 1875 is onderteekend door België, Denemarken, Duitschland, Frankrijk, Italië, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Rusland, Spanje, Turkije, Zweden en Noorwegen, Vereenigde Staten van Noord-Amerika, Venezuela en Brazilië.

Het Metrieke Stelsel isingevoerd in België, Duitschland, Frankrijk, Griekenland, Italië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Rumenië, Spanje, Zwitserland, Egypte en de meeste Zuid-Amerikaansche Republieken. De Engelsche maat is nog in gebruik, en de Engelsche voet is in Rusland en Noord-Amerika ingevoerd.

Denemarken en Noorwegen gebruiken de oude Pruisische voetmaat. Zweden heeft zijne eigene maat.

Het M.S. is voor Nederl. Oost-Indië aangenomen in 1838, doch tot heden aldaar nog niet algemeen ingevoerd. In de West-Indische bezittingen is het M.S. in 1874 ingevoerd.

Tafel van de veelvouden en onderdeelen der Metrieke Maten en Gewichten,

zooals die zijn voorgeschreven in de wet van 7 April 1869 (Staatsblad No. 57).

Lengtematen.

10 Kilometer of Mijlen.

= 1 Myriameter

10 Hectometers.

= 1 Kilometer of Mijl

100 Meters of Ellen.

= 1 Hectometer

10 Meters of Ellen.

= 1 Dekameter of Roede

De grondslag en de eenheid is de Meter of El.

10 Decimeters of Palmen.

= 1 Meter

10 Centimeters of Duimen.

= 1 Decimeter

10 Millimeters of Strepen.

= 1 Centimeter

Vlaktematen.

1 Hectare of Bunder = 100 Aren of □ Roeden.

De eenheid is de Are of □ Roede.

1 Centiare, □ Meter of □ El.

Ruimte of Lichaamsmaten.

Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1895

(26)
(27)

26

1 Decistère = 0,1 Stère, Teerling Meter of Teerling El.

1½ Teerling Meter is de inhoud van een scheepston, waarvan de bevrachting gerekend wordt op 1000 Kilogrammen.

Inhoudsmaten.

10 Hektoliters of Vaten.

= 1 Kiloliter

10 Dekaliters of Schepels.

= 1 Hektoliter, Vat of Mud

10 Liters, Kannen of Koppen.

= 1 Dekaliter

De eenheid is de Liter, Kan of Kop.

10 Deciliters of Maatjes.

= 1 Liter

10 Centiliters of Vingerhoeden.

= 1 Deciliter

Gewichten.

10 Kilogrammen of Ponden.

= 1 Myriagram

De eenheid is de Kilogram of Pond.

10 Hektogrammen of Onsen.

= 1 Kilogram

10 Dekagrammen of Looden.

= 1 Hektogram

10 Grammen of Wichtjes.

= 1 Dekagram

10 Decigrammen of Korrels.

= 1 Gram

Voor lichte of kostbare waren is de Gram de eenheid, verdeeld in 10 Decigrammen, de Decigram in 10 Centigrammen en de Centigram in 10 Milligrammen.

Herleidingstafelen.

Herleiding van lengtematen.

Meters in rijnlandsche maat en omgekeerd.

Meters.

Rijnl.

Voeten.

Rijnlandsch Meters.

Meters.

Rijnl.

Voeten.

Rijnlandsch Meters.

Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1895

(28)

2,2 7

4 22, 7

0.63 2

4 6,

2

2,61 8

6 25, 8

0.94 3

7 9,

3

2,83 9

8 28, 9

1.26 4

9 12, 4

1.57 5

11 15,

5

Ellen in meters en omgekeerd.

Meter.

Amst. el

0,04

= 1/16

0,09

=

0,17

=

¼

0,34

=

½

Meter.

Amst. el

0,69

= 1

1,38

= 2

2,06

= 3

2,75

= 4

Amst. el.

Meter.

¾

= 0,5

1 9/16

= 1

3 1/16

= 2

4 7/18

= 3

(29)

27

Thermometerschalen.

R. REAUMUR. C. CELCIUS.

F.

R.

C.

F.

R.

C.

181,4 66,4

83 266,0

104,0 130

179,6 65,6

82 264,2

103,2 129

177,8 64,8

81 262,4

102,4 128

176,0 64,0

80 260,6

101,6 127

174,2 63,2

79 258,8

100,8 126

172,4 62,4

78 257,0

100,0 125

170,6 61,6

77 255,2

99,2 124

168,8 60,8

76 253,4

98,4 123

167,0 60,0

75 251,6

97,6 122

165,2 59,2

74 249,8

96,8 121

163,4 58,4

73 248,0

96,0 120

161,6 57,6

72 246,2

95,2 119

159,8 56,8

71 244,4

94,4 118

158,0 56,0

70 242,6

93,6 117

156,2 55,2

69 240,8

92,8 116

154,4 54,4

68 239,0

92,0 115

152,6 53,6

67 237,2

91,2 114

150,8 52,8

66 235,4

90,4 113

149,0 52,0

65 233,6

89,6 112

147,2 51,2

64 231,8

88,8 111

145,4 50,4

63 230,0

88,0 110

143,6 49,6

62 228,2

87,2 109

141,8 48,8

61 226,4

86,4 108

140,0 48,0

60 224,6

85,6 107

138,2 47,2

59 222,8

84,8 106

136,4 46,4

58 221,0

84,0 105

134,6 45,6

57 219,2

83,2 104

132,8 44,8

56 217,4

82,4 103

131,0 44,0

55 215,6

81,6 102

129,2 43,2

54 213,8

80,8 101

127,4 42,4

53 212,0

80,0 100

125,6 41,6

52 210,2

79,2 99

Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1895

(30)

120,2 39,2

49 204,8

76,8 96

118,4 38,4

48 203,0

76,0 95

116,6 37,6

47 201,2

75,2 94

114,8 36,8

46 199,4

74,4 93

113,0 36,0

45 197,6

73,6 92

111,2 35,2

44 195,8

72,8 91

109,4 34,4

43 194,0

72,0 90

107,6 33,6

42 192,2

71,2 89

105,8 32,8

41 190,4

70,4 88

104,0 32,0

40 188,6

69,6 87

102,2 31,2

39 186,8

68,8 86

100,4 30,4

38 185,0

68,0 85

98,6 29,6

37 183,2

67,2 84

F. FAHRENHEIT.

F.

R.

C.

96,8 28,8

36

95,0 28,0

35

93,2 27,2

34

91,4 26,4

33

89,6 25,6

32

87,8 24,8

31

86,0 24,0

30

84,2 23,2

29

82,4 22,4

28

80,6 21,6

27

78,8 20,8

26

77,0 20,0

25

75,2 19,2

24

73,4 18,4

23

71,6 17,6

22

69,8 16,8

21

68,0 16,0

20

66,2 15,2

19

64,4 14,4

18

(31)

60,8 12,8

16

59,0 12,0

15

57,2 11,2

14

55,4 10,4

13

53,6 9,6

12

51,8 8,8

11

50,0 8,0

10

48,2 7,2

9

46,4 6,4

8

44,6 5,6

7

42,8 4,8

6

41,0 4,0

5

39,2 3,2

4

37,4 2,4

3

35,6 1,6

2

33,8 0,8

1

32,0 0,0

0

30,2 0,8

- 1

28,4 1,6

- 2

26,6 2,4

- 3

24,8 3,2

- 4

23,0 4,0

- 5

21,2 4,8

- 6

19,4 5,6

- 7

17,6 6,4

- 8

15,8 7,2

- 9

14,0 8,0

-10

Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1895

(32)

Soortelijke Gewichten.

A. Vaste Lichamen.

1,656 Beenderen

1,051, nat 1,191 Bolletrie droog

0,94 Boter

0,93 Caoutchouc

2,72-3,05 Cement

3,5 Diamant

1,81 Gips Gebrande

0,97 Gips Gegoten, droog

2,64 Glas, Venster-

2,46 Glas, Spiegel-

2,89 Glas, Kristal-

3,20-3,78 Glas, Flint-

18,6-19,1 Goud, Gedegen

19,25 Goud, Gegoten

19,31-19,34 Goud, Geslagen

2,51-3,05 Graniet

1,197, nat 1,245 Groenhart droog

0,98 Guttapercha

1,07 Hars

IJs (bij 0oC.) 0,92

7,79 IJzer, Zuiver

7,06-7,50 IJzer, Giet-

7,6-7,8 IJzer, Staaf-

7,6-7,75 IJzer, Draad-

1,97 Ivoor

2,3-3,18 Kalk, Gebrande

1,80-2,63 Klei

8,59-8,90 Koper, Gegoten

8,78-9 Koper, Gesl. of Draad

Koper, Geel(Zie Messing.)

1,8-2,66 Krijt, Wit

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

En op dit oogenblik zijn wij zoo ver, dat de cacao nu weder het veld moet ruimen voor een andere cultuur daar ze door de bekende schimmelziekte (krulloten) geteisterd wordt.. Zal

Deze autoriteit is hiertoe bij Koninklijk Besluit benoemd, met machtiging zich daarbij, voor zoover hem dit noodig voorkomt, te doen bijstaan door den luit.. kwartiermeester van

Den 6 Mei, dus zeer korten tijd na de aankomst van dezen Gouverneur, werd de Kolonie aangetast door eene vloot van negen Fransche oorlogschepen en een bombardier-galjoot, onder

Het Bestuur van het Departement Paramaribo, der Maatschappij: Tot Nut van 't Algemeen, erkent dankbaar den ijver en de welwillendheid, welke de Commissie, benoemd tot de redactie

Willem IV, (Hendrik) Koning van Schoiland, Ierland en Hanover, geboren den 21 sten Augustus, 1765, aanvaardt de Regering den 26 sten Junij,

Lodewijk Karel August, geboren den 25 sten Augustus, 1786, aanvaardt de Regering den 13 den October,

Lodewijk Karel August, geboren den 25 sten Augustus, 1786, aanvaardt de Regering den 13 den October,

Karel Leopold Frederik, geboren den 29sten Augustus, 1790, aanvaardt de Regering den 30sten Maart, 1830; gehuwd den 25sten Julij, 1819, met Sophia Wilhelmina van Zweden, geboren