• No results found

4 Overzicht categorieën Taal actief groep 4

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "4 Overzicht categorieën Taal actief groep 4"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Overzicht categorieën Taal actief groep 4

4

Introductie

Onderstaand treft u in de eerste kolom het nummer van de categorie aan zoals die voorkomt in Taal actief 3, in de tweede kolom de omschrijving, in de derde kolom het grondwoord, in kolom 4 de groep of groepen waarin de categorie wordt aangeboden, in de vijfde kolom het thema of de thema’s waarin de categorie wordt aangeboden, in de zesde kolom de woordgroep en in de laatste kolom de schrijfregel die van toepassing is.

Cat. Omschrijving Grondwoord Groep Thema(‘s) Woordgroep Schrijfregel 1

1a 1b 1c 1d 1e 1f 1g 1h

a Woorden met a aa Woorden met aa e Woorden met e ee Woorden met ee o Woorden met o oo Woorden met oo u Woorden met u i Woorden met i

kam raam weg teen rok rook kus lip

3 3 3 3 3 3 3 3

Luisterwoorden (oor) Ik schrijf op wat ik hoor.

2

2a 2b 2c 2d 2e

b Woorden met b d Woorden met d p Woorden met p m Woorden met m n Woorden met n

bal doos paal mat noot

3 3 3 3 3

Luisterwoorden (oor) Ik schrijf op wat ik hoor.

3

3a 3b 3c 3d

Woorden met ie, oe, eu of ui

ie Woorden met ie oe Woorden met oe eu Woorden met eu ui Woorden met ui

wiel koe reus huis

3 3 3 3

Luisterwoorden (oor) Ik schrijf op wat ik hoor.

4 4a 4b 4c 4d 4e 4f 4g

Twee medeklinkers aan het begin Twee medeklinkers aan het eind Woorden met st aan het eind Woorden met ts aan het eind

Twee medeklinkers aan het begin en aan het eind

Drie medeklinkers aan het begin Drie medeklinkers aan het eind

klas tent kist muts krant straat worst

3 4 3 4 3 4 3 4 4 4 4

1 1 1

1 1 2 3

Luisterwoorden (oor) Ik schrijf op wat ik hoor.

Taal actief Groep 4 Overzicht spellingcategorieën © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 

(2)

Taal actief Groep 4 Overzicht spellingcategorieën © Malmberg ‘s-Hertogenbosch  Cat. Omschrijving Grondwoord Groep Thema(‘s) Woordgroep Schrijfregel

5

5a 5b 5c 5d 5e 5f 5g 5h 5i 5j

Eenlettergrepige woorden met twee medeklinkers aan het eind met tussenklank

lf Woorden met lf lk Woorden met lk lm Woorden met lm lp Woorden met lp rf Woorden met rf rg Woorden met rg rk Woorden met rk rm Woorden met rm rn Woorden met rn rp Woorden met rp

golf melk helm tulp korf berg jurk arm doorn dorp

3 4 3 4 3 4 3 4 3 4 3 4 3 4 3 4 4

3 4

2 2 2 2 2 2 2

2 2

2

Luisterwoorden (oor) Ik hoor u tussen 2 medeklinkers.

Ik schrijf de tussenklank u niet.

6 6a

6b

Woorden die beginnen met f of v f Woorden die beginnen met f

v Woorden die beginnen met v fluit

vis

3 4 4

2 2

Luisterwoorden (oor)

Ik hoor f aan het begin. Ik schijf f.

Ik hoor v aan het begin. Ik schrijf v.

7 7a 7b

Woorden die beginnen met s of z s Woorden die beginnen met s z Woorden die beginnen met z

som zon

3 4 3 4

3 3

Luisterwoorden (oor)

Ik hoor s aan het begin. Ik schijf s.

Ik hoor z aan het begin. Ik schijf z.

8 8a 8b

Woorden met sch of schr sch Woorden met sch schr Woorden met schr

school schrift

3 4 4

3 3

Luisterwoorden (oor)

Ik hoor sg. Ik schrijf sch.

Ik hoor sgr. Ik schrijf schr.

9 9a 9b

Woorden met ng of nk ng Woorden met ng nk Woorden met nk

tong bank

3 4 3 4

4 4

Luisterwoorden (oor)

Ik hoor n. Ik schrijf ng.

Ik hoor ngk. Ik schrijf nk.

10 10a 10b 10c 10d 10e

Woorden met aar, eer, oor, uur of eur

aar Woorden met aar eer Woorden met eer oor Woorden met oor uur Woorden met uur eur Woorden met eur

jaar heer oor uur deur

3 4 3 4 3 4 3 4 3 4

4 4 4 4 4

Luisterwoorden (oor)

Ik hoor aar. Ik schrijf aar.

Ik hoor eer. Ik schrijf eer.

Ik hoor oor. Ik schrijf oor.

Ik hoor uur. Ik schrijf uur.

Ik hoor eur. Ik schrijf eur.

(3)

Taal actief Groep 4 Overzicht spellingcategorieën © Malmberg ‘s-Hertogenbosch  Cat. Omschrijving Grondwoord Groep Thema(‘s) Woordgroep Schrijfregel

11 11a 11b 11c

Woorden met aai, ooi of oei aai Woorden met aai ooi Woorden met ooi oei Woorden met oei

kraai kooi boei

3 4 3 4 3 4

3 3 3

Luisterwoorden (oor)

Ik hoor aaj. Ik schrijf aai.

Ik hoor ooj. Ik schrijf ooi.

Ik hoor oej. Ik schrijf oei.

12 12a 12b 12c

Woorden met eeuw, ieuw of uw eeuw Woorden met eeuw ieuw Woorden met ieuw uw Woorden met uw

sneeuw nieuw ruw

4 4 4

4 4 4

Luisterwoorden (oor)

Ik hoor eew. Ik schrijf eeuw.

Ik hoor iew. Ik schrijf ieuw.

Ik hoor uuw. Ik schrijf uw.

13 13a

13b

Woorden met ch of cht ch Woorden met ch

cht Woorden met cht

pech

lucht

3 4

3 4

5

5

Weetwoorden (lamp) Ik leer deze woorden uit mijn hoofd.

14 14a

14b

Woorden met ei of ij ei Woorden met ei

ij Woorden met ij

reis

ijs

3 4

3 4

5

6

Weetwoorden (lamp) Ik leer deze woorden uit mijn hoofd.

15 15a 15b

15c

15d

Woorden met au(w) of ou(w) au Woorden met au auw Woorden met auw

ou Woorden met ou

ouw Woorden met ouw

saus pauw

hout

touw

4 4

3 4

3 4

5 5

6

6

Weetwoorden (lamp) Ik leer deze woorden uit mijn hoofd.

29a e Woorden met stomme e de 4 5 Analogiewoorden

(appels)

Ik hoor u. Ik schrijf e.

30 30a

30b

Woorden die beginnen met be of ge be Woorden die beginnen met be

ge Woorden die beginnen met ge

bezoek

getal

4

4

6

6

Analogiewoorden (appels)

Ik hoor bu. Ik schrijf be.

Ik hoor gu. Ik schrijf ge.

42 ee Woorden met ee aan het eind

slee 4 7

Regelwoorden (boek) Ik hoor aan het eind van het woord ee. Ik schrijf ee.

43 43a 43b 43c

Verkleinwoorden je Verkleinwoord op je pje Verkleinwoord op pje tje Verkleinwoord op tje

huisje boompje broertje

4 4 4

7 7 7

Regelwoorden (boek)

Ik hoor ju. Ik schrijf je.

Ik hoor pju. Ik schrijf pje.

Ik hoor tju. Ik schrijf tje.

(4)

Taal actief Groep 4 Overzicht spellingcategorieën © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 4 Cat. Omschrijving Grondwoord Groep Thema(‘s) Woordgroep Schrijfregel

44a d Woorden met eind d of mid- den d die klinkt als t

hond 4 7, 8 en 9 Regelwoorden (boek) (Schema)

Ik hoor t aan het eind.

Ik maak het woord langer.

Ik hoor te(n). Ik hoor de(n).

Ik schrijf t. Ik schrijf d.

45 45a

45b

Meerlettergrepige woorden met gesloten lettergreep

Woorden met gesloten letter- greep

Meervouden met gesloten let- tergreep

dokter

fietsen

4

4

8

8

Regelwoorden (boek)

Ik hoor aan het eind van de klank- groep een medeklinker. Ik schrijf op wat ik hoor.

Achter het enkelvoud komt en.

Let op: Ik hoor aan het eind van de klankgroep een medeklinker. Ik schrijf op wat ik hoor.

46 46a

46b

46c

Woorden met open lettergreep open lettergreep aan het eind

Open lettergreep in het midden

Meervouden met open letter- greep

sla

jager

apen

4

4

4

8

9 en 10

9

Regelwoorden (boek) Ik hoor aan het eind van de klank- groep een lange klank aa, oo of uu.

Ik schrijf a, o of u.

Ik hoor aan het eind van de klank- groep een lange klank aa, ee, oo of uu. Ik schrijf a, e, o of u.

Achter het enkelvoud komt en.

Ik hoor aan het eind van de klank- groep een lange klank aa, ee, oo of uu. Ik schrijf a, e, o of u.

47 47a

47b

Verdubbelingsregel

Woorden met verdubbeling van medeklinker

Meervouden met verdubbeling van medeklinker

bakker

ballen

4

4

9

10

Regelwoorden (boek)

Ik hoor aan het eind van de klank- groep een korte klank a, e, i, o, u. Ik schrijf twee dezelfde medeklinkers.

Achter het enkelvoud komt en.

Ik hoor aan het eind van de klank- groep een korte klank a, e, i, o, u. Ik schrijf twee dezelfde medeklinkers.

48 48a

48b

Woorden met tweetekenklank in open lettergreep

Woorden met tweetekenklank

Meervouden met tweetekenklank

keuken

boeken

4

4

10

10

Regelwoorden (boek)

Ik hoor aan het eind van de klank- groep een tweetekenklank. Ik schrijf op wat ik hoor.

Achter het enkelvoud komt en.

Ik hoor aan het eind van de klank- groep een tweetekenklank. Ik schrijf op wat ik hoor.

49a Woorden met meervoud op s sleutels 4 10 Regelwoorden (boek) Achter het enkelvoud komt s.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

[r]

1.4.7 taalgebruik onderscheiden in een aantal situaties 1.4.8 relaties leggen tussen dingen, woorden en begrippen 1.4.9 woordbetekenissen leren. 1.4.10 spreekwoorden, uitdrukkingen

2.2 Spreken (leerdoelspecifiek) 2.2.1a spreekvaardigheid: eenvoudige boodschappen overbrengen 2.2.1b spreekvaardigheid: op begrijpelijke wijze informatie geven 2.2.2a

2.1.2.1b begrijpend luisteren bij teksten en in eigen woorden weergeven 2.1.3 begrijpend luisteren bij leerstof en instructie. 2.2 Spreken (leerdoelspecifiek) 2.2.1a

Taal actief 4 en de referentieniveaus • 13.. verkennen van tekens Ɓletters Ɓleestekens Ɓalfabet verkennen van woorden Ɓwoordbouw Ɓwoordsoorten verkennen van

Als u ze zelf geeft, kunnen de andere kinderen zelfstandig de startopdrachten maken uit de Kopieermap taal of een differentiatieles uit het Taalboek extra.. · Door verlengde

Vertel dat de kinderen vandaag zelf mogen weten waarover ze willen schrijven.. Laat de kinderen nadenken over de onderstaande vier aandachtspunten

Voor de groepen 3-4 vraagt het werken in de combinatiegroepen extra aandacht, vooral omdat de kinderen in groep 3 nog veel tijd kwijt zijn aan het leren lezen en