8 Overzicht categorieën Taal actief groep 8

(1)

Overzicht categorieën Taal actief groep 8

8

Introductie

Onderstaand treft u in de eerste kolom het nummer van de categorie aan zoals die voorkomt in Taal actief 3, in de tweede kolom de omschrijving, in de derde kolom het grondwoord, in kolom 4 de groep of groepen waarin de categorie wordt aangeboden, in de vijfde kolom het thema of de thema’s waarin de categorie wordt aangeboden, in de zesde kolom de woordgroep en in de laatste kolom de schrijfregel die van toepassing is.

Cat. Omschrijving Grondwoord Groep Thema(‘s) Woordgroep Schrijfregel 9

9a

Woorden met ng of nk

ng Woorden met ng tong 3

4 5 6 7 8

4 2 en 3 1 en 2 1 1

Luisterwoorden (oor)

Ik hoor n. Ik schrijf ng.

13 13b

Woorden met ch of cht

cht Woorden met cht lucht 3

4 5 6 7 8

5 3 en 4 1 1 1

Weetwoorden (lamp) Ik leer deze woorden uit mijn hoofd.

14 14a

14b

Woorden met ei of ij ei Woorden met ei

ij Woorden met ij

reis

ijs

3 4 5 6 7 8

5 4 1 2 1

6 5 1 2 1

16a i Woorden met i die klinkt als ie liter 5 6 7 8

6 2 1 2

Weetwoorden (lamp) Ik hoor ie. Ik schrijf i.

17a th Woorden met th die klinkt als t thee 7 8

3 2

Weetwoorden (lamp) Ik hoort t. Ik schrijf th.

18 18a

18b

Woorden met c die klinkt als s of k c Woorden met c die klinkt als s

c Woorden met c die klinkt als k cel

actief

6 7 8

3 2 2

3 2 en 3 2

Weetwoorden (lamp)

Ik hoor s. Ik schrijf c.

Ik hoor k. Ik schrijf c.

22a y Woorden met y baby 8 3 Weetwoorden (lamp) Ik hoor ie of i. Ik schrijf y.

Taal actief Groep 8 Overzicht spellingcategorieën © Malmberg ‘s-Hertogenbosch

(2)

Taal actief Groep 8 Overzicht spellingcategorieën © Malmberg ‘s-Hertogenbosch Cat. Omschrijving Grondwoord Groep Thema(‘s) Woordgroep Schrijfregel

23a x Woorden met x taxi 8 3 Weetwoorden (lamp) Ik hoor ks. Ik schrijf x.

24a é Woorden met é café 8 3 Weetwoorden (lamp) Ik hoor ee. Ik schrijf é.

25a ch Woorden met ch die klinkt als sj chauffeur 8 3 Weetwoorden (lamp) Ik hoor sj. Ik schrijf ch.

26a ou Woorden met ou die klinkt als oe journaal 8 4 Weetwoorden (lamp) Ik hoor oe. Ik schrijf ou.

27a eau Woorden met eau bureau 8 4 Weetwoorden (lamp) Ik hoor oo. Ik schrijf eau.

28a Vreemde woorden team 8 4 Weetwoorden (lamp) Ik leer deze woorden uit mijn

hoofd.

29a Woorden met stomme e de 8 4 Analogiewoorden

(appels)

Ik hoor u. Ik schrijf e.

33a ig Woorden die eindigen op ig jarig 5 6 7 8

5 en 6 4 4 5

Analogiewoorden (appels)

Ik hoor ug of eg. Ik schrijf ig.

34a lijk(s) Woorden die eindigen op lijk(s) vrolijk 5 6 7 8

6 4 5 5

Ik hoor luk, lik of lek. Ik schrijf lijk.

35 35a

35b

Woorden die eindigen op heid of teit heid Woorden die eindigen op heid

teit Woorden die eindigen op teit

snelheid

majesteit 6 7 8 7 8

5 5 5 5 5

Analogiewoorden

(appels) Ik schrijf woorden die eindigen op heid net zoals snelheid.

Ik schrijf woorden die eindigen op teit net zoals majesteit.

37a isch Woorden met isch elektrisch 7

8

6 6

Ik hoor ies. Ik schrijf isch.

38 38a

38b

Woorden met tie die klinkt als tsie of ksie

tie Woorden met tie die klinkt als tsie

ctie Woorden met tie die klinkt als ksie

politie

directie

6 7 8 7 8

5 5 6 5 6

Ik hoor tsie. Ik schrijf tie.

Ik hoor ksie. Ik schrijf ctie.

39a Woorden met ti station 8 6 Analogiewoorden

(appels)

Ik hoor sjie. Ik schrijf ti.

40 40c 40d

Woorden met ieel of iële ieel Woorden met ieel iële Woorden met iële

financieel financiële

8 8

7 7

Ik hoor iejeel. Ik schrijf ieel.

Ik hoor iejeelu. Ik schrijf iële.

41a air Woorden met air(e) militair 8 7 Analogiewoorden

(appels)

Ik hoor èir of èiru. Ik schrijf air of aire.

(3)

44a d Woorden met eind d of midden d die klinkt als t

hond 4

5 6 7 8

7, 8 en 9 6 en 7 5 6 7

Regelwoorden (boek) (Schema)

Ik hoor t aan het eind.

Ik maak het woord langer.

Ik hoor te(n). Ik hoor de(n).

Ik schrijf t. Ik schrijf d.

44b d Woorden met eind d of midden d die klinkt als t (verlengen niet moge- lijk)

niemand 5

6 7 8

6 en 7 5 6 7

46 46b

Woorden met open lettergreep

Open lettergreep in het midden jager 4 5 6 7 8

9 en 10 8 en 9 6 en 7 7 en 8 8 en 9

Regelwoorden (boek)

Ik hoor aan het eind van de klankgroep een lange klank aa, ee, oo of uu. Ik schrijf a, e, o of u.

47 47a

Verdubbelingsregel

Woorden met verdubbeling van me- deklinker

bakker 4

5 6 7 8

9 9 7 en 8 8 8 en 9

Regelwoorden (boek)

Ik hoor aan het eind van de klankgroep een korte klank a, e, i, o of u. Ik schrijf twee dezelfde medeklinkers.

57a

57b

Woorden met meervoud op a

Woorden met meervoud op i

musea

politici

8

7

Regelwoorden (boek) Het enkelvoud eindigt op um.

Ik schrijf het meervoud met a.

Het enkelvoud eindigt op us. Ik schrijf het meervoud met i. Ik hoor ie. Ik schrijf i.

59 59b

59c

59d

Samenstellingen Samenstellingen met en

Samenstellingen met e

Samenstellingen met s

ziekenhuis

zonnebril

dorpsstraat 7 8

7 8

8

10 8 en 9

10 9

10

Regelwoorden (boek)

Het eerste deel van de samenstelling is een zelfstandig naamwoord met alleen meervoud op en. Ik schrijf en in het midden.

Ik schrijf in de samenstelling e als;

1. het hele woord geen zelfstandig naamwoord is;

2. het eerste deel van de samenstelling:

– een werkwoord is;

– een meervoud heeft op n en s;

– alleen een meervoud heeft op s;

– geen meervoud heeft;

– verwijst naar iets of iemand waarvan er maar één is;

– een lichaamsdeel is en het geheel een versteende samenstelling;

– een bijvoeglijk naamwoord is.

Ik hoor s aan het eind van het eerste deel van de samenstelling. Ik schrijf s tussen de twee delen.

(4)

61 61c

61f

Woorden die beginnen met een hoofdletter

Namen van landen of werelddelen

Bijvoeglijke naamwoorden van landen

Nederland

Nederlandse 6 7 8

6 7 8

10 10 10

Regelwoorden (boek)

Ik schrijf namen van landen of werelddelen met een hoofdletter.

Ik schrijf woorden afgeleid van landen met een hoofdletter.