• No results found

.ri. :a) 1)-1 NIJGH VAN & DITMAR, alphabetische BIB IJOTRE. Ce) (1) V) 0

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share ".ri. :a) 1)-1 NIJGH VAN & DITMAR, alphabetische BIB IJOTRE. Ce) (1) V) 0"

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Ce) (1) N

C V) 0

C

1901+

Nieuwe Druk

1901. ai -o c_ bp O alp ha be t ische

BIBIJOTRE

NIJGH & VAN DITMAR,

0 •ri :a) a) .ri r1 1)-1 tu

a)

a)

a)

0

Algemeen Adresboek van Nederland.

hoofdzakelijk naar officieele gegevens bewerkt, ,

Bestellingen op den gen Druk van dit belangrijke H an dels-A d resb o e k (Editie einde 1901) worden aangenomen o f

10.

- bij

den Boekhandel en de Uitgevers

NIJGH & VAN DITMAR

to Rotterdam.

(2)

Jhr. Mr. T. A. J. van Asch van Wijck . J. W. Bergansius

Mr. J. J. I. Harte van Tecklenburg G. Kruys

Dr. Mr. A. Kuyper . Mr. J. A. Loeff.

Mr. H. Melvil Baron van Lynden Mr. J. C. de Marez Oyens...

Pag.

4, 5, 6 7, 8, 9 10, 11, 12 .. 13, 14, 15, 16 .. 17, 18, 19, 20 21, 22, 23 ... 24, 25, 26 ... 27, 28, 29

Dienst Informatievoorziening Tweede Kamer

3 3 5

INHOUD.

U

(3)

Jhr. Mr. T. A. J. VAN Ascu VAN WIJCK.

Minister van Kolonien.

Jhr. Mr. T. A. J. VAN ASCII VAN WIJCK.

Minister van Kolonien.

Jhr. Mr. T. A. J. VAN ASCII VAN WIJCK werd den 29en Augustus 1849 geboren te Utrecht en studeerde aldaar in de rechten.

In 1875 werd hij benoemd tot secretaris van den Lekdijk Bovendams ; in 1880 tot adjunct-commies aan het departement van oorlog. In 1881 werd hij gekozen tot lid van de Tweede Kamer der Staten- Generaal voor Zwolle, later voor Kampen, en werd in 1888 ook gekozen te Amersfoort, van vvelke ge- meente hij in 1883 tot burgemeester was benoemd, terwijl het district Amersfoort hem in 1885 afvaar- digde naar de Provinciale Staten van Utrecht en hij in hetzelfde jaar ook gekozen werd tot lid van den gemeenteraad van Amersfoort.

In 1891 aanvaardde de heer VAN ASCII VAN

(4)

6

WUCK de hooge betrekking van Gouverneur van Suriname, welke hij tot 1896 bekleedde, met een tusschentijdsch verlof van vier maanden.

In laatstgenoemd jaar voor goed in zijn vader- land teruggekeerd, werd hij door de Staten van Zeeland afgevaardigd naar de Eerste Kamer der Staten-Generaal en in 1898 benoemd tot lid van den Gemeenteraad van 's Gravenhage.

In 1899 werd hij andermaal benoemd tot burgemeester van Amersfoort , voor welk district hij bij de laatste verkiezingen (1901) gekozen werd tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

in Augustus 1891, vervulde hij als generaal-majoor, waattoe hij in 1890 was bevorderd , de betrekkingen van commandant der Stelling van Amsterdam en commandant van de Vesting-Artillerie en was hij ten slotte, van Februari 1894 tot 1 November 1898, als generaal-majoor en luitenant-generaal , inspecteur van het wapen der Artillerie.

Den 14en Juni 1901 werd hij in het hoofd- kiesdistrict Elst gekozen tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Als opvolger van generaal KOOL , die met het vorige kabinet, ten gevolge van den uitslag der verkiezingen, aftrad , aanvaardde generaal BERGAN- sills zijn ministersambt met 1 Augustus 1901.

2

(5)

Mr. J. J. I. HARTE VAN TECRLENBURG.

Mr. J. J. I. HA.RTE TAN TECKLENBURCI.

Minister van Financier].

JOANNES JOSEPHUS IGNATIUS HARTE VAN TECK- L ENBURG werd den 15en October 1853 te Utrecht geboren, aan welks hoogeschool hij studeerde en den graad van doctor in de rechten verwierf. Na zijne vestiging te Amsterdam oefende hij de rechtspraktijk uit , in vereeniging met den toenmaligen afgevaar- digde voor Breda, nu wijlen mr. J. J. W. VAN DEN BIESEN. Inmiddels narn hij , o a. als voorzitter der R. K. kiesvereeniging Recht en Orde , werkzaam deel aan de politiek.

Den 6en Maart 1888 werd de heer HARTE door het kiesdistrict Grave naar de Tweede Kamer afgevaardigd, dat in 1891, '94, '97 en laatstelijk in Juni 1901, zijn mandaat telkens zonder strijd ver-

(6)

Vice-Admiraal G. KRITYS.

Minister van Marine.

nieuwde. De Regeering benoemde hem achtereen- volgens tot lid van de Staatscommissien voor de handelspolitiek , voor de statistiek en voor de pen- sioneering van werklieden.

Van de door den beer HARTE uitgegeven ge- schriften verdienen bizondere vermelding: De Bente- stand (door de rechtsgeleerde faculteit der TTtrechtsche boogeschool bekroond met de gouden eerepenning) en Vrijhandel en Bescherming.

(7)

G. IIRUYS.

Minister van Marine.

De gepens. vice-admiraal G. KRuYs werd 21. Augustus 1838 fe Vriezenveen geboren.

In Sept. 1853 werd hij benoemd tot adelborst 2e klasse bij de Kon. Militaire Akademie te Breda, en in Sept. 1856 bevorderd tot le klasse , als hoe- danig hij een refs maakte naar de Middellandsche Zee met het fregat De Ruiper. In Nov. ging hij naar 0.-India met de schoenerbrik Makassar.

Den len Januari 1859 werd hij bevorderd tot luitenant ter zee 2e klasse ; in April 1862 keerde hij uit Indio terug , waarna hij geplaatst werd op het wachtschip te

In Febr. 1864 naar Suriname gegaan als oudste officier op het stoomschip Soestdijic , keerde hij in Juli 1866 van daar terug om wederom naar het wachtschip te Hellevoetsluis te gaan.

Den In Jan. 1868 werd de heer KRUYS bevor- derd tot luit. ter zee le klasse. In Nov. 1869 naar

Indio gedirigeerd , diende hij daar als eerste officier aan boord van bet schroefstoomschip le kl. Willem en van het wachtschip te Batavia.

Van Juli 1871—Juli 1873 was hij sous-chef der afdeeling „Personeel" bij het Dept. v. Marine te Batavia ; in Aug. '73 keerde hij naar Nederland terug.

Van 1 Mei 1_875—Nov. 1879 was hij comman- dant van bet artillerie-instructieschip te Willems- oord ; in 1878 werd hij benoemd tot ridder in de orde van de Eikenkroon en tot ridder 3e kl. in de St Anna-orde van Rusland. Den len Aug. werd hij bevorderd tot kapt.-luitenant ter zee.

Van Mei 1880 -Aug.- 1881 was hij comman- dant van de stoomschepen. Bromo en Banka ; van Aug. 1881--Juli 1883 chef der afd. „Personeel" bij bet Dept. v. Marine te Batavia.

Den In Mei 1883 werd hij bev, rderd tot kapitein ter zee en in Augustus keerde hij naar Nederland terug.

Van Mei 1884—April 1886 was de beer KRUYS onder-directeur der 1Viarinewerf te Amsterdam; daarna was hij tot 31 Maart 1891 gedetacheerd bij het

(8)

Dr. Mr. A. KITYPER.

.Minister-President.

Minister van Binnenlandsche Zaken.

IVIinisterie van Marine voor speciale diensten (chef van den Marine staf). In 1887 werd hem heb ridder- kruis van de orde van den Nederl. Leeuw geschonken.

Van 31 .Maart-21 Aug. 1891 was hij Minister van Marine, als opvolger van den beer D YSERINCK, in het Kabinet-MACKAY. Den 25en Mei werd hij bevorderd tot schout-bij-nacht. Ook werd hem in dit ja,ar het ridderkruis le kl. der orde van den Rooden Adelaar van Pruisen verleend.

Van Sept 1891—April 1894 was de heer KRUYS chef -van den Marine-staf van 16 Juli 1894 — 1 Juni 1898 commandant van de zeemacht en chef van het Dept. van Marine in Ned.-Indic.

Den len Aug. 1894 was hij bevorderd tot vice- admiraal in 1896 werd hij benoernd tot groot-officier der orde van den Witten Olifant van Siam en gLoot- kruis der Kon. Militaire orde Sao Bento d'Aviz van Portugal, en in 1897 bevorderd tot commandeur in de orde van den Nederlandschen Leeuw.

Den 6den Nov. 1898 werd vice-admiraal KRUYS op zij-n verzoek gepensioneerd.

(9)

br. Mr. A. KUYPER.

Minister-President.

Minister van Binnenlandsche Zaken.

Hier bleef dr. KUYPER twee jaren en in dezen tijd sehreef hij veel over kerkelijke zaken , O. a. over De Vr7limaking der Berk.

In 1869 naar Amsterdam beroepen , zette hij zijn strijd over de positie der gemeente tegenover de kerkbesturen voort en aanvaardde hij in 1872 de redactie van De Standaard , tot voor zijn optreden als minister zij-n. lijforgaan.

In 1874-75 was dr. KUYPER lid der Tweede Kamer voor het kiesdistrict Gouda, in 1875-77 was hij voor herstel van gezondheid in het buitenland.

In de oprichting van de Vrije Universiteit te Amsterdam , heeft dr. KUY PER een zeer werkzaam aandeel gehad, hij werd er hoogleeraar en was haar eerste rector. Over de bevoegdheid van particnlieren orn een hoogeschool op te richten heeft hij met ds. BRONSYELD een heftigen pennestrijd gevoerd.

Sedert 1877, bet jaar van vorming, was ABRAHAM KUYPER, geboren 29 October 1837

te Maassluis, waar zijn vader predikant, was, stu- deerde te Leiden in de theologie en in de letteren.

In den loop van zijn studietijd beantwoordde hij een prijsvraag van de theologische faculteit der G-roning- sche hoogeschool, over bet kerkelijk vraagstuk ten tijde van Calvijn en a Lasco (den Poolschen her- vormer), welk antwoord met de gouden eerepenning werd bekroond. Den 20en September 1862 promo- veerde hij tot doctor in de godgeleerdheid op een proefschrift: Joannis Calvini et Joanais Lasco de

Ecclesia Sententiarum inter se compositio.

In Aug. 1863 werd dr. KUYPER predikant bij de Herv. gemeente te Beesd, van waar hij vier jaar later te Utrecht beroepen werd.

(10)

airk0,4

• .0 #N4 ;14,

dr. KUYPER ook voorzitter der deputaten-vergadering en leider der anti-revolutionaire partij.

In 1894 kwam hij opnieuw als afgevaardigde naar de Tweede Kamer der Staten-Generaal , thans voor het kiesdistrict Sliedrecht , nadat hij zich bij de ontbinding der Kamer voor het begin sel der kieswet—TAK VAN POORTVL I ET had verklaard. In 1897 en 1901 werd hij herkozen; bij zijn optreden als minister-president en minister van binnenlandsche zaken legde hij echter zijn Kamerlidmaatschap neer.

Dr. KUYPER is de schrijver van Ons Program , het boek waarin de beginselen der anti-revolutionaire partij zijn uiteengezet en toegelicht, waarvan de eerste druk in 1879 verscheen en dat in 1880 werd herdrukt.

Mr. J. A. LOEFF.

Minister van Justitie,

(11)

Bij het aftreden van het ministerie-PIERSON in Juli 1901, wegens den uitslag der verkiezingen , werd door mr. LOEFF de portefeuille voor Justitie van mr. CORT VAN DER LINDEN overgenornen.

Mr. J. A. LOEFF.

minister van Justitie.

Mr. J A. LOEFF werd den 15en Nov. 1858 te Baardwijk geboren , waar zijn vader het ambt bekleedde van burgemeester.

Hij studeerde te Leiden en promoveerde aldaar tot doctor in de rechtswetenschap en in de staatswetenschappen. Na zijne promotie vestigde hij zich als advokaat en procureur to 's Hertogenbosch, alwaar hij tot zijne benoeming tot minister de rechts- praktijk uitoefende.

In 1896 — na het overlijden van den luitenant- generaal VAN DER SCHRIECK — vaardigde het district 's Hertogenbosch den beer LOEFF of naar de Tweede Kamer, en vernieuwde het zijn mandaat bij de Juni-verkiezingen in 1897 en 1901.

(12)

Minister van Bipitenlandsehe Zaken, Generaal J. W. BERGANSIUS.

Minister van Oorlog.

(13)

Minister van Buitenlandsche Zaken.

Minister van Oorlog.

JOHANNES WILLEM BERGANSIUS, den 14en Augus- tus 1836 te Delft geboren , volgde de lessen op de K. M. Akademie te Breda. Den 30en Juni 1856 benoemd tot 2e luitenant der Artillerie, werd hij in 1858 bevorderd tot le luitenant en in 1867 tot kapitein. In die rangen diende hij bij de Vesting- Artillerie, de Pyrotechnische School, de Commissie van Proefneming, het Departement van Oorlog en de Artillerie-Schietschool , en was daarna van Januari 1880 tot April 1887, als majoor en luitenant-kolonel, directeur van laatstgenoem_de school.

In April 1887 benoemd tot kolonel en direc- teur der Artillerie-Inrichtingen te Delft , werd de heer BERGANSIUS in April 1888 belast met de por- tefeuille van bet Departement van Oorlog in het kabinet-MACKAY. Na het aftreden van dit kabinet

ROBERT MELVIL Baron VAN LYNDEN werd den 63n Maart 1843 geboren te Amsterdatn , promoveerde in 1868 te Utrecht iu de beide rechten en vestigde zich aldaar als practiseerend advocaat. In Febr. 1872 werd hij benoemd tot hoogheemraad van den Lekdijk Bovendams , en in Juni 1877 tot rechter in de arrondissements-rechtbank te Utrecht , bij welke hij reeds eenige jaren als rechter-plaatsvervanger was werkzaam geweest. Bij de oprichting van het Inter- nationaal Hof van Arbitrage werd mr. VAN LYNDEN

benoemd tot permanent secretaris-generaal , welke betrekking hij neerlegde bij zijne benoeming tot minister.

In 1883 werd hij gekozen tot lid van den Raad der gemeente Utrecht en van de Provinciale

(14)

Mr. J. C. DE MAREZ OPENS.

minister Van Waterstaat , Handel en Niiverheid, Staten van Utrecht, waarin hij voor het district

Amerongen zitting had. Deze laatste betrekking bekleedde hij slechts tot December 1887, Coen hij door diezelfde Staten naar de Eerste Kamer wend afgevaardigd.

Sedert 1874 was baron VAN LYNPEN secre- taris van het Provinciaal Utrechtsch G-enootschap van kunsten en wetenschappen, tot 1 Januari 1901.

Ook was hij officier der dd. schutterij to Utrecht, van 1869 (luitenant) tot 1890 (kapitein).

Met 1 Augustus 1901 trad hij op als minister van Buitenlandsche Zaken.

(15)

Mr. J. C. DE MAREZ ®YENS.

Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid.

Mr. J. C. DE MAREZ OYENS geboren te Am- sterdam 21 Januari 1845 , studeerde te Leiden en daarna te Heidelberg in de rechten. Hij promoveerde te Leiden , Januari 1872 , en vestigde zich daarna als advokaat te Amsterdam , alwaar hij tot 1 Mei 1882 de functie van plaatsvervangend kantonrechter vervulde.

Met ingang van dezen datum was hij benoemd tot referendaris aan het Ministerie van Kolonien , welke betrekking hij waarnam tot 1 Juni 1885 , toen hij benoemd werd tot administrateur der afdeeling

„Handel en Nijverheid" aan het I)epartement van Waterstaat, Handel en Nijverheid , ter vervanging van wijlen mr. W. A. baron VAN VERSCITUER.

Tot 1 1VIaart 1901 was mr. DE MAREZ OPENS chef van die afdeeling, op welken datum de spoorweg- zaken werden afgescheiden en overgebracht naar de nieuw opgerichte afdeeling „Spoorwegen", aan welker hoofd hij kwam te staan.

Als hoofdambtenaar van Waterstaat, Handel en Nijverheid was Mr. DE MAREZ OPENS lid van de commissie van de handelspolitiek, adviseerend lid van het Landbouwcomite, en cominissaris der Noord—

Oosterlocaalspoorwegmaatschappij, waarin do Staat voor vier van de zes millioen gulden aandeelhouder is.

Ter herinnering aan de afsluitiiig van zijn loopbaan als advokaat schreef mr. DE MAREZ OYENS het werk: De beginselen van het hedendaagsche fail- lietenrecht naar aanleiding der ,Konkursordnung tar das Deutsche Reich" van 1 October 1899.

(16)

.N

ci)

fimminsr - N , N

Verschenen:

NIJGH & VAN DITMAR'S

AANTEEKENBOR von RIJKSBELASTINGEN.

:(Ve'rmogens - , Bedrijfs- en Personeele Belasting.) Tweede verbeterde druk.

. f .

In Boek kan men gedurende

10 jaren

aanteekenen hoe men zijn Belastingbiljetten heeft ingevuld.

Verkrijgbaar bij den Boekhandel en de Uitgevers NIJGH &

VAN DITMAR , Rotterdam.

(17)

Ce) (1) N

C V) 0

C

Nieuwe Druk

1901+

Nieuwe Druk

1901.

-ai o c_

bp O

alphabetische

BIB IJ OTR E

NIJGH & VAN DITMAR,

ri 0 .ri a) r1 1)-1

tu

a)

a) a) 0

Algemeen Adresboek

van Nederland.

Algemeene Naamlijst van beroepen en bedrijven ult alle Gemeenten, hoofdzakelijk naar officieele gegevens bewerkt,

,

Bestellingen op den gen Druk van dit belangrijke H an dels-

A d resb o e k (Editie einde 1901) worden aangenomen o f 10. - bij

den Boekhandel en de Uitgevers

NIJGH & VAN DITMAR

to Rotterdam.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De Commissie stelt daarom voor dat de toegang tot en het gebruik door, wordt beperkt tot de leden van de parketten en de auditoraten die deze toegang nodig hebben voor de

De Commissie stelt daarom voor dat de toegang tot en het gebruik door, wordt beperkt tot de leden van de parketten en de auditoraten die deze toegang nodig hebben voor de

Bedenkt men nu, hoe in den boezem der Christelijke Kerk geheele reeksen van godgeleerden zijn opgestaan, die, evenals Mohammed, voor dit absoluut karakter van het Christendom geen

Ook voor knelpunten in regelingen voor vervroegde uittreding staat deze regeling open en kunne werkgevers er een beroep op doen.. Zo houden we de kosten beheersbaar en draagt

Recognizing human security and its different components – economic, food, health, environmental, personal, community and political security – as an analytical tool,

I n dit onderdeel worden vermeld de geraamde totaalbedragen voor nieuwe investeringen dan wel de wijzigingen in de totaalbedragen voor de in het dienstjaar nog in uitvoering

Ook hierbij zich voor Gods aangezicht stellende, heeft het niet alleen in den mensch het afschijnsel van Gods beeld, maar ook in de wereld om ons heen zijn schepping geëerd,

Ze trok zich meteen weer terug, maar ik liet haar nu niet meer gaan, nam haar opnieuw in mijn armen en streelde haar haar.. Zo stonden we een tijd tegen elkaar