Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Waarde (kust)recreatie
Intensiteit, bestedingen en werkgelegenheid in relatie tot toerisme en recreatie aan de Nederlandse kust
Project: Calprea
Werkdocument: RIKZ/OS/2004.141x
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Waarde (kust)recreatie
Intensiteit, bestedingen en werkgelegenheid in relatie tot toerisme en recreatie aan de Nederlandse kust
Project: Calprea
Werkdocument: RIKZ.OS/2004.141x
Datum: december 2004
Uitbesteed aan: NRIT
Begeleid door: Drs. F. Otto
Breda, december 2004 2004.036/2004-037
Deze rapportage is door het Nederlands Research Instituut voor Recreatie en Toerisme (NRIT) exclusief samengesteld voor het Rijksinstituut voor Kust en Zee (RIKZ).
De inhoud van deze rapportering is dan ook strikt vertrouwelijk.
NRIT
Paardeweide 5d 4824 EH BREDA tel: 076 542 06 00 fax: 076 542 07 20 Email: info@nrit.nl Website: www.nrit.nl
Waarde (kust)recreatie
Intensiteit, bestedingen en werkgelegenheid in relatie tot toerisme en recreatie aan de Nederlandse kust
- eindrapportage -
2
Inhoud
1 Inleiding . . . 3
2 Werkwijze . . . 4
3 Resultaten . . . 9
3.1 Resultaten . . . 9
3.2 Aanbevelingen ter verbetering van verdere monitoring van strandrecreatie . . . 10
Bijlage 1 Gegevens vakanties en dagtochten op gemeenteniveau . . . 16
Bijlage 2 Gespreksverslagen gemeentelijke inventarisatie . . . 17
Bijlage 3 Bestedingen, productie, toegevoegde waarde en werkgelegenheid . . . 18
Bijlage 4 Verdeling strandrecreanten over kilometerpalen per gemeente . . . 19
Bijlage 5 Inventarisatie jachthavens . . . 20
3
1 Inleiding
Bij het Rijksinstituut voor Kust en Zee (RIKZ) bestaat behoefte aan gegevens omtrent de intensiteit van recreatie aan het strand. De gevraagde gegevens zijn nodig ten behoeve van het project CALPREA. Dit project richt zich onder meer op risico-evaluatie van vervoersstromen, optimalisatie van het bestrijdingspotentieel en het uitbreiden en verbeteren van de methode waarmee effecten van calamiteiten beoordeeld worden. Eén van de onderdelen van dit project betreft de inventarisatie van economisch belangrijke objecten, waarbij ook aandacht wordt besteed aan de kust. Het belang van de recreatie kan dan een overweging vormen op basis waarvan beslissingen kunnen worden genomen in het geval van calamiteiten en/of lozingen.
Het kan bijvoorbeeld gaan om het al dan niet opruimen of het op de kust laten landen van verontreinigingen.
Tevens is inzicht nodig in de economische effecten van illegale lozingen en calamiteiten.
Kustrecreatie en -toerisme is één van de activiteiten waarvan wordt getracht een beter inzicht te krijgen in dergelijke economische effecten.
De studie behelsde het opsporen van gegevens betreffende de recreatie aan de kust. Het ging hierbij om de intensiteit van strandrecreatie, werkgelegenheid en waardegegevens. Naast de omvang van de bestedingen diende inzicht te worden verschaft in de productie en toegevoegde waarde die door deze bestedingen worden gegenereerd.
Het doel van het onderzoek kan als volgt omschreven worden:
‘Het ramen van de intensiteit en de waarde (bestedingen en werkgelegenheid) van recreatie en toerisme aan de Nederlandse kust, teneinde op adequate wijze beslissingen te kunnen nemen met betrekking tot het al dan niet opruimen of het op de kust laten landen van verontreinigingen’.
In deze rapportage worden de waardegegevens geïntegreerd met de resultaten aangaande de intensiteit van strandrecreatie. Op het niveau van kilometerpaal is nagegaan waar zich welke concentraties van strandrecreanten bevinden. Tevens zijn per gemeente de jachthavens en de capaciteit daarvan aan de kust geïnventariseerd (zie bijlagen). De bestedingen van recreanten zijn vertaald naar werkgelegenheid en toegevoegde waarde.
In hoofdstuk 2 wordt de gehanteerde werkwijze uiteengezet. Vervolgens worden in hoofdstuk
3 de resultaten besproken en enkele aanbevelingen (voor eventueel vervolgonderzoek) op een
rijtje gezet.
4
2 Werkwijze
Onderstaand wordt fasegewijs uiteengezet hoe te werk is gegaan bij het verzamelen en verwerken van de gegevens met betrekking tot de intensiteit en waarde van recreatie aan de kust.
Fase A Gegevens verzamelen met betrekking tot strandrecreatie op gemeenteniveau
Als vertrekpunt dienden de gegevens aangaande de ligging en capaciteit van jachthavens en de verdeling van recreanten langs de Noordzeekust, inclusief de Waddeneilanden, de rest van het Waddengebied (Groningse en Friese kust), de Westerschelde en de Oosterschelde. Hiervoor zijn de volgende bronnen geraadpleegd:
- ContinuVakantieOnderzoek (CVO), meerdere jaren zijn samengenomen teneinde de betrouwbaarheid van de gegevens op gemeenteniveau te verhogen (2001, 2002, 2003);
- Toerisme in Nederland; het gebruik van logiesaccommodaties (2001, 2002, 2003) (CBS);
- Dagrecreatie in Nederland 2002/2003 (NRIT), gebaseerd op het onderzoek Dagrecreatie van het CBS (2001/’02). De categorie ‘zonnen, zwemmen, picknicken, dagkamperen aan strand bij zee’ in de zomer is hiervoor gebruikt. De dagtochten zijn per provincie geïnventariseerd.
Een nadelige bijkomstigheid bij de meeste bronnen is dat de gegevens enkel beschikbaar zijn op het niveau van provincie of toeristengebied. Meestal worden de gegevens niet op een gedetailleerder niveau weergegeven uit het oogpunt van betrouwbaarheid en/of vertrouwelijkheid. Alleen resultaten met betrekking tot binnenlandse vakanties (CVO) zijn beschikbaar op gemeenteniveau. Om de betrouwbaarheid van deze gegevens te optimaliseren, zijn drie onderzoeksjaren (2001, 2002 en 2003) samengenomen. Hiervoor is een selectie gemaakt van binnenlandse vakanties in het zomerseizoen, waarbij het strand werd bezocht.
Vervolgens is de hieruit voortkomende verhouding toegepast op de cijfers van buitenlandse gasten en dagrecreanten. Een globale check heeft plaatsgevonden aan de hand van oude Statistieken Vreemdelingenverkeer en inschattingen door gemeenten en VVV’s. De gegevens per gemeente zijn opgenomen in bijlage 1.
Ten opzichte van het onderzoek dat het NRIT in 2003 in opdracht van RIKZ uitvoerde (kenmerk
2003.032/2003-052) zijn de gegevens van vakanties en dagtochten soms afwijkend. Er is voor
gekozen gebruik te maken van de meest actuele gegevens (de jaren 2001, 2002 en 2003) in
plaats van de gegevens die werden gebruik voor het onderzoek in 2003 (de jaren 2000, 2001
en 2002). Ons inziens is er op deze wijze sprake van gegevens met een hogere
betrouwbaarheid. Sinds 2002 is immers de steekproef van het ContinuVakantieOnderzoek
5
nagenoeg verdubbeld, waardoor beter uitsplitsingen op gemeenteniveau kunnen worden verkregen.
Fase B Raming van verdeling van strandrecreanten over kilometerpalen
Om de intensiteit op het niveau van kilometerpaal vast te stellen, zijn de betreffende gemeenten benaderd met enkele vragen die betrekking hebben op het verblijf van strandrecreanten in hun gemeente. Ter controle en waar nodig nadere detaillering/aanvulling werden tevens de VVV's in deze gebieden met dezelfde vragen geconfronteerd. Indien uit de vraaggesprekken bleek dat er nog andere bronnen bestaan die een betere inschatting kunnen geven van de gevraagde gegevens, zijn deze eveneens benaderd. Uitgangspunt bij de te voeren vraaggesprekken vormde het door RIKZ geleverde kaartmateriaal per gemeente, waarop tevens details als strandovergangen en het aanbod van campings, bungalowterreinen, boulevards, e.d. is aangegeven. In de vraaggesprekken is daarnaast zoveel mogelijk aanvullende informatie verzameld omtrent de aanwezigheid van jachthavens, en is ook gevraagd eventueel beschikbare achtergrondinformatie toe te zenden.
Korte gespreksverslagen per gemeente zijn opgenomen in bijlage 2. Overigens is het hierbij mogelijk dat aantallen die uit CVO- en CBS-gegevens naar voren zijn gekomen, niet overeenkomen met de aantallen die in de gespreksverslagen worden genoemd. In de gesprekken met gemeenten werd dan ook uitgegaan van een gemiddelde mooie zomerdag, terwijl de CVO-/CBS-gegevens betrekking hebben op het gehele zomerseizoen. Wanneer de gemeente aangaf dat er in de gehele gemeente (vrijwel) geen strandrecreatie voorkwam, werden de CVO-/CBS-gegevens ook niet meegerekend bij deze gemeente. Over het algemeen werd steeds verondersteld dat een recreant die verblijft in gemeente X, en tijdens de vakantie het strand heeft bezocht, dit ook daadwerkelijk heeft gedaan in gemeente X. Wanneer de gemeente echter stelt dat er geen sprake is van strandrecreatie, vervalt deze veronderstelling.
Fase C: Raming van bestedingen
De hiervoor beschreven gegevens dienen te worden gecombineerd met werkgelegenheid en
waardegegevens. Deze zijn reeds eerder in het kader van het project Waterverkenningen
(actua) door het NRIT berekend en beschreven in 'De betekenis van water voor recreatie en
toerisme in Nederland' (2001.038/2002-003). Deze laatste gegevens dienen echter eerst een
update te ondergaan op dusdanige wijze dat waardegegevens worden afgeleid voor dezelfde
jaren waarover de intensiteiten zijn berekend (2001/2002/2003). Hierna kunnen
waardegegevens per recreant worden berekend die vervolgens op kilometerpaalniveau
vermenigvuldigd kunnen worden.
6
Dezelfde brongegevens als voor de berekening van de intensiteit van de recreatie zijn gebruikt voor het ramen van de bestedingen:
Vakanties van Nederlanders: ContinuVakantieOnderzoek 2001/2002/2003 (CVO)
- evenals bij de intensiteitsberekeningen zijn de gegevens gebaseerd op de jaren 2001, 2002 en 2003 (driejaarlijks gemiddelden) om de betrouwbaarheid van de gegevens te vergroten;
- aan de intensiteitsgegevens kunnen de vakantiebestedingen per recreant per dag worden gekoppeld;
- er zijn twee beperkingen:
- er kan niet uit het onderzoek worden afgeleid of de bestedingen van de recreanten daadwerkelijk zijn toe te schrijven aan het strand in de gemeente waarin zij verblijven; dit is in het onderzoek echter wel verondersteld;
- de bestedingen hebben betrekking op de totale uitgaven, inclusief vervoer en verblijf. De vervoerscomponent zal echter bij een binnenlandse vakantie relatief beperkt zijn en overal gelijk. Bij het verblijf mag verondersteld worden dat een eventuele calamiteit ook effect zal hebben op het gebruik van accommodaties, zodat ook deze bestedingscomponent relevant is.
Vakanties van buitenlanders: Statistiek Logiesaccommodaties (2001/2002/2003) & Statistiek Inkomend Toerisme 1999 (CBS)
- ook vakanties van buitenlanders (Statistiek Logiesaccommodaties) zijn gebaseerd op een driejaarlijks gemiddelde, met het oog op de betrouwbaarheid. Hierbij zijn de aantallen toeristen over de gemeenten verdeeld conform de verdeelsleutel die resulteerde uit de CVO- analyse. Tevens is verondersteld dat bij buitenlanders eenzelfde aandeel betrekking heeft op strandvakanties als bij Nederlanders;
- uit de Statistiek Inkomend Toerisme kunnen de bestedingen per recreant per dag worden afgeleid van buitenlandse gasten in de verblijfsomgeving ‘kust- en watersportgebieden”.
Deze bestedingen hebben betrekking op 1999 en zullen derhalve worden geïndexeerd naar het niveau van 2003;
- op dit onderdeel zijn dezelfde beperkingen van toepassing als hiervoor zijn beschreven bij de vakanties van Nederlanders.
Dagtochten: Onderzoek Dagrecreatie 2001/’02 (CBS)
- voor de dagtochten is als (vooralsnog) enig bestaande bron gebruik gemaakt van het onderzoek Dagrecreatie 2001/’02 (meerdere achtereenvolgende jaren zijn niet beschikbaar).
De categorie ‘zonnen, zwemmen, picknicken, dagkamperen aan strand bij zee’ in de zomer
is hiervoor gebruikt. De dagtochten zijn per provincie geïnventariseerd, en vervolgens
toebedeeld aan de betreffende gemeenten volgens de verdeelsleutel die resulteerde uit het
CVO;
7
- uit het onderzoek Dagrecreatie 2001/’02 kunnen de bestedingen per persoon worden afgeleid voor de categorie ‘zonnen, zwemmen, picknicken, dagkamperen aan strand bij zee’.
Ook hier zal een indexering naar 2003 plaatsvinden.
De brongegevens die als uitgangspunt dienen, zijn steeds gebaseerd op de zomerperiode. Dit levert dan ook met name een indicatie voor de risico's in het hoogseizoen, wanneer de stranden het drukst bevolkt zijn en er zich de meeste zwemmers in het water bevinden, en een eventuele calamiteit de grootste gevolgen zal hebben.
Fase D: Bestedingen, productie, toegevoegde waarde en werkgelegenheid
Zoals in fase C is uiteengezet, vormen de bestedingen van dagrecreanten en Nederlandse en buitenlandse toeristen de basis voor de raming van de economische betekenis. Dit betekent dat in vergelijking met eerder uitgevoerd onderzoek waarbij de macro-economische betekenis van watergerelateerde toeristische en recreatieve activiteiten is geraamd, in het onderhavige onderzoek buiten beschouwing blijven: de dagtochten van buitenlanders en de aanschaf van duurzame consumptiegoederen. De watergerelateerde dagtochten van buitenlanders zijn van beperkte betekenis. De bestedingen in dat kader bedroegen in 2000 iets meer dan 2% van alle relevante bestedingen. De bestedingscomponent aanschaf van duurzame consumptiegoederen heeft betrekking op lange termijn beslissingen van consumenten. Het komt ons verantwoord voor die in dit verband buiten beschouwing te laten.
Met behulp van gegevens uit de Nationale Rekeningen (bron: CBS) zijn de geraamde
bestedingen herleid tot de waarde van de door die bestedingen gegenereerde finale productie
en afzet. Vervolgens is uit de waarde van finale productie en afzet de toegevoegde waarde
bepaald. De toegevoegde waarde geeft een indicatie voor de bijdrage die deze toeristische en
recreatieve bestedingen leveren aan de vorming van het nationaal product. Tenslotte is met
behulp van de zgn. arbeidscoëfficiënten (bron: CBS) een schatting gemaakt van de
werkgelegenheid waarvoor deze bestedingen verantwoordelijk zijn. In bijlage 3 is een overzicht
opgenomen van het bestedingsniveau, de productie, toegevoegde waarde en werkgelegenheid
per gemeente. De gedetailleerde gegevens (op kilometerpaalniveau) inclusief de bijbehorende
leeswijzer en verantwoording van de gebruikte rekenmethodiek staan op de bijgeleverde CD-
Rom.
8
Fase E Verwerking van de resultaten
De toeristisch-recreatieve (waarde)gegevens op gemeenteniveau zijn gekoppeld aan de via de telefoongesprekken verkregen verhoudingen per kilometerpaal. In bijlage 4 is een overzicht opgenomen van de verdeling van strandrecreanten over de kilometerpalen aan de kust.
De op deze wijze verkregen resultaten zullen uiteraard met name een indicatie leveren voor de risico's in het hoogseizoen, wanneer de stranden het drukst bevolkt zijn en er de meeste zwemmers zijn. De invloed van een calamiteit in bijvoorbeeld de wintermaanden zal immers een geheel andere uitwerking hebben (dit zou zelfs eerder wandelaars of fietsers kunnen aantrekken (‘ramptoerisme’) in plaats van afstoten).
De geïnventariseerde jachthavens per gemeente zijn opgenomen in bijlage 5. Indien de
gegevens van de inventarisatie (bijvoorbeeld via internet) afwijken van de gegevens die zijn
voortgekomen uit de gesprekken met verantwoordelijken voor de jachthaven, is aangenomen
dat deze laatste de juiste waren. De geïnventariseerde gegevens zijn immers gecheckt via de
telefoongesprekken.
9
3 Resultaten
3.1 Resultaten
Strandrecreatie
Door relatering van aantallen strandrecreanten aan de verhoudingscijfers per kilometerpaal zoals die door de gemeenten en VVV’s zijn aangegeven, kan een indruk worden verkregen van de plaatsen waar zich concentraties van strandrecreanten bevinden. In algemene zin zijn de drukste gemeenten langs de kust:
- Texel (met circa 3,1 miljoen strandrecreanten in de zomer);
- Veere (circa 2,7 miljoen);
- Schouwen-Duiveland (circa 2,5 miljoen);
- Goedereede (circa 2,4 miljoen);
- Terschelling (circa 1,5 miljoen);
- Bergen (circa 1,2 miljoen;
- Ameland (circa 1,1 miljoen).
Uiteraard neemt de ene gemeente meer kilometers strand in beslag dan de andere. Zo kunnen uiteindelijk de drukste punten worden bepaald:
- gemeente Schouwen-Duiveland, tussen kilometerpaal 11 en 12: circa 1 miljoen gasten;
- gemeente Goedereede, tussen kilometerpaal 10 en 11 en tussen 11 en 12: ieder circa 588.000 gasten, en tussen kilometerpaal 22 en 23: 470.000 gasten;
- gemeente Noordwijk, met de grootste concentratie tussen kilometerpaal 81 en 82 (circa 538.000 gasten);
- gemeente Den Haag, in Scheveningen ter hoogte van het Kurhaus (kilometerpaal 99 tot 100): circa 432.000 gasten;
- gemeente De Marne, tussen het havengebied en kilometerpaal 89: circa 400.000 gasten (dit opmerkelijke resultaat is gecheckt met de gemeente, die benadrukt dat dit punt erg druk kan zijn in de zomer);
- gemeente Noord-Beveland, tussen kilometerpaal 2 en 3: circa 378.000 gasten;
- gemeente Veere, diverse concentraties met ieder circa 310.000 gasten;
- gemeente Texel, diverse concentraties met ieder circa 309.000 gasten.
In de volgende gemeenten komt vrijwel geen strandrecreatie voor in de zomer:
- Reiderland;
- Delfzijl;
- Eemsmond;
- Dongeradeel;
10
- Ferwerderadiel;
- Het Bildt;
- Franekeradeel;
- Wûnseradiel;
- Wieringen;
- Anna Paulowna;
- Tholen;
- Bergen op Zoom;
- Terneuzen.
Jachthavens
Naast de raming van de strandrecreatie zijn tevens de jachthavens aan de Nederlandse kust geïnventariseerd (zie bijlage 4). Het gaat daarbij om jachthavens die in verbinding staan met of een toegang hebben tot de zee.
In eerste instantie heeft een globale inventarisatie plaatsgevonden door diverse bronnen te raadplegen (o.a. VVV gidsen, gemeentelijke websites, www.allejachthavens.nl). Bij de gemeentelijke belronde zijn deze gegevens gecheckt en aangevuld. Vervolgens zijn de jachthavens zelf benaderd, waarbij het aantal ligplaatsen (passanten en vast) werd geïnventariseerd. Deze inspanningen leverden een totaal van 32 jachthavens op aan de Nederlandse kust. In Groningen werden geen jachthavens aangetroffen. In Zeeland bevinden zich de meeste jachthavens aan de kust (16). In Noord-Holland werden 8, en in Friesland 7 jachthavens geteld. De grootste concentraties zijn in de gemeenten Den Helder (6 jachthavens), Harlingen (3) en Noord-Beveland (3).
Waardegegevens
Wanneer we kijken naar de verdeling van bestedingen, productie, toegevoegde waarde en werkgelegenheid, vallen in grote lijnen dezelfde conclusies te trekken als voor de intensiteit van strandrecreatie. De waardegegevens borduren immers voort op de verdeling van strandrecreanten over de kilometerpalen en gemeenten aan de Nederlandse kust. De gedetailleerde gegevens en toelichting staan op de bijgeleverde CD-Rom.
3.2 Aanbevelingen ter verbetering van verdere monitoring van strandrecreatie
Middels de hiervoor beschreven methode is getracht binnen een korte tijd een zo betrouwbaar
mogelijke raming te verkrijgen van de intensiteit van strandrecreanten aan de kust tijdens de
zomermaanden. Hierbij kon echter slechts worden uitgegaan van reeds bestaande gegevens en
11
ramingen van gemeenten en VVV’s aangaande de verdeling van recreanten over de stranden in hun gemeente. Deze methode kent enkele beperkingen:
- alleen gegevens van binnenlandse vakanties zijn op gemeenteniveau beschikbaar;
bovendien is de betrouwbaarheid van de gegevens op dit gedetailleerde niveau in het geding (dit laatste is voor een belangrijk deel ondervangen door waar mogelijk gegevens over drie jaren samen te nemen);
- bij deze methode gaan we er van uit dat buitenlanders en dagrecreanten hetzelfde gedrag vertonen als Nederlandse vakantiegangers, hetgeen in de praktijk slechts tot op zekere hoogte het geval zal zijn;
- de raming is gebaseerd op een vrij ruwe schatting van gemeenten en VVV’s, waaraan slechts eigen ervaring en intuïtie, maar geen feitelijke (empirische) gegevens ten grondslag liggen.
Voor het vervolg op deze studie kunnen wij diverse suggesties doen die de kwaliteit van de te verzamelen informatie zeker ten goede zal komen:
1. Meting via het ContinuVakantieOnderzoek (CVO)
In de nieuwe opzet van het CVO (sinds 2002) wordt een panel van circa 6.500 personen (bijna een verdubbeling in vergelijking met het ‘oude' CVO) viermaal per jaar ondervraagd over het vakantiegedrag in de voorliggende drie maanden. Het CVO-panel is een steekproef uit de overkoepelende Capi@home database van TNS-NIPO, die bestaat uit circa 30.000 huishoudens, ofwel 60.000 à 70.000 personen (allen PC-bezitters). Vragenlijsten worden afgenomen via de PC, waarbij ten behoeve van de representativiteit voor de Nederlandse bevolking een herweging plaatsvindt voor dit PC-bezit.
Om de intensiteit van strandrecreanten per aangeduide geografische locatie te achterhalen, kan een screening plaatsvinden van het gehele Capi@home panel. Een voorbeeld van een screeningsvraag luidt hierbij als volgt:
‘Heeft u of iemand anders binnen uw huishouden de afgelopen maand een bezoek gebracht aan het Nederlandse Noordzeestrand?'
‘
Ja, en ik heb in zee gezwommen‘
Ja, maar ik heb niet in zee gezwommen‘
NeeAan diegenen die positief antwoorden op deze vraag, wordt daarna een vervolgvragenlijst
voorgelegd. Daarbij staat uiteraard een zo gedetailleerd mogelijke aanduiding van de
geografische locatie voorop, waartoe kaartmateriaal in de elektronische vragenlijst geïntegreerd
kan worden. Het zal eveneens van belang zijn van de strandrecreanten te bepalen op welk
12
moment zij naar het strand zijn geweest (dag, dagdeel), hoe lang zij er zijn geweest en welke activiteiten zij tijdens hun bezoek hebben ondernomen (om de intensiteit op juiste wijze te kunnen vaststellen; denk hierbij bijvoorbeeld aan wandelaars, ruiters, e.d.), wat zij hebben besteed, etc. Daarnaast zijn van het Capi@home- panel reeds de nodige achtergrondkenmerken bekend, zoals leeftijd, welstandsklasse, herkomst en dergelijke.
Voorgesteld wordt een dergelijke meting te laten plaatsvinden op een moment waarvan verwacht kan worden dat de kust veelvuldig gebruikt is, bijvoorbeeld tijdens of vlak na de zomer (juli/augustus).
De voor- en nadelen van deze methode op een rijtje:
Voordelen:
- een groot aantal respondenten kan worden opgespoord binnen een relatief korte tijd;
- de intensiteit kan worden bepaald aan de hand van gegevens over een langere periode (bijvoorbeeld een hele maand), in plaats van dat er slechts sprake is van een momentopname;
- aan de hand van duidelijk kaartmateriaal kan de respondent relatief nauwkeurig een locatie aanduiden;
- tegen beperkte meerkosten kan aanvullende informatie worden verzameld omtrent de strandrecreatie in totaliteit.
Nadelen:
- alleen Nederlandse strandrecreanten worden opgespoord; de toch relatief grote groep buitenlandse bezoekers (met name Duitsers!) blijft vooralsnog buiten beschouwing. Hiervan kunnen hooguit bepaalde inschattingen worden gemaakt (waarbij wordt aangenomen dat buitenlanders eenzelfde gedrag vertonen als Nederlanders; in de praktijk blijkt dit vaak niet zo te zijn);
- strandrecreanten op relatief rustige locaties worden wellicht niet in voldoende mate aangetroffen binnen het panel; anderzijds zegt dit natuurlijk ook iets over de drukte op die punten;
- de vraag is in hoeverre respondenten daadwerkelijk nauwkeurig op een kaartje kunnen
aangeven waar zij naar het strand zijn geweest; de verkregen informatie blijft een
benadering van de werkelijkheid. Veel belang moet dan ook worden gehecht aan het goed
aanduiden van referentiepunten op de kaartjes (denk hierbij aan de namen van
strandpaviljoens, strandovergangen en andere objecten).
13
2. ContinuVrijeTijdsOnderzoek (CVTO)
In april 2004 is het CVTO van start gegaan. Hierin worden elke week 350 Nederlanders ondervraagd over hun vrijetijdsgedrag van de afgelopen week. Er worden vragen gesteld over de activiteit, de locatie (op gemeenteniveau), vervoermiddel, bestedingen, tijdstip, duur van de activiteit, etc. Er bestaan diverse mogelijkheden om hier extra onderzoeksvragen aan te koppelen, bijvoorbeeld omtrent de exacte locatie van een strandbezoek. Daarnaast is het mogelijk de steekproef in een bepaalde periode uit te breiden (bijvoorbeeld in de zomer).
De voor- en nadelen van deze methode:
Voordelen:
- door jaarrond onderzoek is de betrouwbaarheid van de gegevens groot;
- het strandbezoek kan in een breed kader van vrijetijdsgedrag geplaatst worden;
- het onderzoek is zeer flexibel van opzet en biedt veel mogelijkheden.
Nadelen:
- in feite gelden hier dezelfde nadelen als hiervoor bij optie 1 werden aangegeven;
- het onderzoek richt zich in principe voornamelijk op dagrecreanten (activiteiten zonder overnachting). Door extra vragen op te nemen, zou dit kunnen worden ondervangen.
3. Luchtfotografie
Een derde mogelijkheid betreft het fotograferen van de bedoelde locaties vanuit de lucht.
Het doel hiervan is uiteraard het verkrijgen van een gedetailleerd overzicht van aantallen strandrecreanten, waarbij wordt voorgesteld te fotograferen op één of enkele mooie dagen/dagdelen in juli of augustus.
Ook deze methode kent een aantal plus- en minpunten:
Voordelen:
- exacte weergave van de intensiteit en spreiding van strandrecreanten op een bepaald moment, waarbij geen vergissing mogelijk is aangaande de locatie;
- ook buitenlands bezoek wordt op deze wijze in de tellingen meegenomen.
14
Nadelen:- de meting is een momentopname, waarbij de invloed van toevalligheden groter kan zijn, tenzij uiteraard meerdere meetmomenten (dagen/dagdelen) worden overwogen (waarbij de kosten zullen toenemen);
- er wordt geen aanvullende informatie verzameld over de strandrecreatie (men weet niet waar bezoekers vandaan komen, hoe lang ze blijven, wat ze uitgeven, etc.);
- de methode is relatief kostbaar.
4. Enquêtering/tellingen op locatie
Een laatste mogelijkheid is het tellen en (eventueel) met een vragenlijst benaderen van strandrecreanten op locatie. Gedacht kan worden aan een selectie van strandovergangen per geografisch aangeduide locatie.
Ook deze methode kent bepaalde voor- en nadelen:
Voordelen:
- tellingen ter plaatse bieden een nauwkeurig beeld van de drukte op een bepaald moment;
- aanvullende informatie kan op een eenvoudige en betrouwbare wijze worden verzameld, waarbij het NRIT voorstander is van het meegeven van een vragenlijst die achteraf (na het bezoek) wordt ingevuld, zodat een weloverwogen oordeel kan worden gegeven over het bezoek (tijdsduur, bestedingen, etc.). Bovendien staat op deze wijze het bezoek nog vers in het geheugen van de respondent;
- het buitenlandse bezoek wordt meegenomen in de tellingen en enquêtering, waardoor een beeld ontstaat van de aard en omvang hiervan.
Nadelen:
- door te tellen bij strandovergangen wordt geen beeld verkregen van de spreiding van recreanten op het strand; dit kan echter goed worden ondervangen door deze informatie op te nemen in de enquête;
- aangezien het gaat om een zeer groot aantal locaties zullen de kosten van deze methode
(een combinatie van tellen en enquêteren) relatief hoog zijn. Deze methodiek zal dan ook
voornamelijk geschikt zijn voor het verzamelen van aanvullende informatie, wanneer reeds
het een en ander bekend is over de intensiteit van strandrecreanten (dus bijvoorbeeld in
combinatie met luchtfotografie).
15
Concluderend kan gesteld worden dat een combinatie van methoden een ideaal beeld zou opleveren. Gedacht zou bijvoorbeeld kunnen worden aan luchtfotografie, in combinatie met een enquêtering betreffende de belangrijkste kenmerken van het bezoek, die zowel zou kunnen plaatsvinden op locatie als binnen het Capi@home panel.
Indien het RIKZ een vervolg overweegt, stellen wij voor over de te hanteren methode een brainstormsessie in te lassen, waarbij vertegenwoordigers van het NRIT en RIKZ aanwezig zijn.
Tijdens deze sessie kunnen de mogelijkheden nader besproken worden, mede aan de hand van
de resultaten van het voorliggende rapport. Tevens kunnen dan vanuit RIKZ de voorwaarden
en uitgangspunten voor de vervolgstudie aangegeven worden, zowel in bijvoorbeeld
inhoudelijke als financiële zin (welke mate van betrouwbaarheid/gedetailleerdheid/volledigheid
is gewenst tegen welke kosten). Pas dan kan definitief vastgesteld worden welke methode de
meest adequate is, van de voor deze studie toegepaste methode tot en met de meest ideale
methode, zijnde een combinatie van luchtfotografie, bestaande gegevensverzameling en
enquêtering ter plaatse (via CV(T)O of op locatie).
16
Bijlage 1 Gegevens vakanties en dagtochten op
gemeenteniveau
NederlandersbuitenlandersDagtochten (CVO)(CBS)(CBS) x 1.000x 1.000x 1.000x 1.000x 1.000% DelfzijlGr.Ov. Nl.000000Delfzijl EemsmondGr.Ov. Nl.30302888290,12Eemsmond De MarneGr.Ov. Nl.4134133731.1994001,57De Marne ReiderlandGr.Ov. Nl.000000,00Reiderland AmelandFr.Wadden2.2928481163.2561.0854,26Ameland SchiermonnikoogFr.Wadden770285401.0953651,43Schiermonnikoog TerschellingFr.Wadden3.2341.1961654.5951.5326,01Terschelling VlielandFr.Wadden1.376509681.9536512,55Vlieland DongeradeelFr.Ov. Nl.99994202670,26Dongeradeel FerwerderadielFr.Ov. Nl.8801650,02Ferwerderadiel Het BildtFr.Ov. Nl.141402890,04Het Bildt FranekeradeelFr.Ov. Nl.2323046150,06Franekeradeel HarlingenFr.Ov. Nl.4242488290,12Harlingen WunseradielFr.Ov. Nl.75754154510,20Wunseradiel TexelN.-H.Wadden3.9251.4523.8919.2683.08912,11Texel BergenN.-H.Noordzee1.3078711.3263.5041.1684,58Bergen BeverwijkN.-H.Noordzee1077184262870,34Beverwijk BloemendaalN.-H.Noordzee503384167560,22Bloemendaal CastricumN.-H.Noordzee5613745791.5145051,98Castricum HeemskerkN.-H.Noordzee143951654031340,53Heemskerk Den HelderN.-H.Noordzee5013344981.3334441,74Den Helder VelsenN.-H.Noordzee2131421655201730,68Velsen ZandvoortN.-H.Noordzee4613074141.1823941,54Zandvoort ZijpeN.-H.Noordzee1.0527011.0772.8309433,70Zijpe WieringenN.-H.IJsselmeerkust000000,00Wieringen Anna PaulownaN.-H.Ov. Nl.5501030,01Anna Paulowna GoedereedeZ.-H.Noordzee1.1267515.1757.0522.3519,22Goedereede Hoek van HollandZ.-H.Noordzee1496891300,12Hoek van Holland ScheveningenZ.-H.Noordzee2741831.2261.6835612,20Scheveningen KijkduinZ.-H.Noordzee1991339531.2854281,68Kijkduin s-GravenzandeZ.-H.Noordzee74494085311770,69s-Gravenzande KatwijkZ.-H.Noordzee2991991.3621.8606202,43Katwijk MonsterZ.-H.Noordzee1286888290,12Monster NoordwijkZ.-H.Noordzee3862571.7702.4138043,15Noordwijk WestvoorneZ.-H.Noordzee3922611.7702.4238083,17Westvoorne WassenaarZ.-H.Noordzee143956819193061,20Wassenaar HellevoetsluisZ.-H.Delta3526136197660,26Hellevoetsluis VeereZeel.Noordzee4.0442.6961.3628.1022.70110,59Veere VlissingenZeel.Noordzee7645092401.5135041,98Vlissingen Schouwen-DuivelandZeel.Noordzee3.7842.5231.2817.5882.5299,92Schouwen-Duiveland SluisZeel.Noordzee9256173211.8636212,44Sluis BorseleZeel.Delta163123393251080,42Borsele GoesZeel.Delta154116393091030,40Goes HulstZeel.Delta198149814281430,56Hulst KapelleZeel.Delta6494902011.3404471,75Kapelle ReimerswaalZeel.Delta4635081270,11Reimerswaal TerneuzenZeel.Delta3872921207992661,04Terneuzen TholenZeel.Delta3224056190,07Tholen Bergen op ZoomZeel.Delta654939153510,20Bergen op Zoom Noord-BevelandZeel.Delta8066082791.6935642,21Noord-Beveland Totaal31.67218.12926.70476.50525.502100Totaal2001/2002/2003Aandeel2001/2002/2003TotaalPer jaarProvincieToeristengebied