1
Liturgie voor de eredienst op 18 april 2021
Nieuwe Kerk - Katwijk aan Zee Wij worden gedoopt
Febe van der Plas Ella van der Boon
Déan Schuiling Anne Heemskerk
Voorganger: Ds. J. B. Alblas
Ouderling: Corniels Vooijs
2
3 Welkomstwoord
Lied (staande) : Psalm 68 : 10 Geloofd zij God met diepst ontzag!
Hij overlaadt ons, dag aan dag, met Zijne gunstbewijzen.
Die God is onze zaligheid;
wie zou die hoogste Majesteit dan niet met eerbied prijzen?
Die God is ons een God van heil;
Hij schenkt, uit goedheid, zonder peil, ons 't eeuwig, zalig leven;
Hij kan, en wil, en zal in nood,
zelfs bij het naad'ren van den dood, volkomen uitkomst geven.
Moment van stilte (staande) Votum en groet (staande) Lied: Psalm 139 : 1 (NB)
Heer, die mij ziet zoals ik ben, dieper dan ik mijzelf ooit ken, kent Gij mij, Gij weet waar ik ga, Gij volgt mij waar ik zit of sta.
Wat mij ten diepste houdt bewogen, 't ligt alles open voor uw ogen.
Lezing van een samenvatting van het formulier voor de bediening van de Heilige Doop:
Gemeente van de Heere, met grote blijdschap en dankbaarheid mogen wij hier bij elkaar zijn om getuige te zijn van de doop.
4
Jezus Christus zelf heeft ingesteld dat Zijn Gemeente het teken en zegel van de Doop behoort te dragen. Hij zei: "Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb.”
De doop is een teken van het afwassen van de zonden en van het begin van een nieuw leven. Het bloed van Jezus Christus reinigt van alle zonden. De doop verbindt ons ook met Zijn sterven en opstanding.
Wij worden gedoopt in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. De Vader sluit een vast verbond van genade met ons. Hij belooft:
Ik ben je Vader en jij bent Mijn kind. Ik zal voor je zorgen. Alle verdriet en narigheid wil Ik van je afhouden, of, als het toch komt, zal Ik ervoor zorgen, dat je in dat verdriet zult merken dat Ik bij je ben om je te helpen. De Zoon belooft dat Hij je zonden zal afwassen, zodat het helemaal goed wordt tussen jou en God. De Heilige Geest belooft ons, dat Hij in ons hart wil wonen, zodat wij de Heere Jezus gaan liefhebben en ons leven elke dag nieuw wordt, tot de dag, waarop de Heere Jezus weer terug komt op de aarde en wij met alle mensen, die bij Hem behoren, voor altijd bij Hem zullen zijn in Zijn Koninkrijk.
Elk verbond heeft twee kanten. Door de doop vraagt de Heere aan ons, dat wij met Hem verbonden zullen zijn in ons leven. Helaas zal blijken dat we te zwak zijn om alles goed te doen. Dan mogen we de Heere weer om vergeving vragen, omdat de doop een teken is van een eeuwig verbond van genade. Maar we moeten die zonde niet blijven doen en zullen er dus tegen moeten strijden in ons leven!
Nu begrijpen de kleine kinderen dit allemaal nog niet. Maar bij het volk Israël wordt het bewijs van Gods liefde al gegeven aan een kind dat acht dagen oud is. Dat is de besnijdenis. De Bijbel vertelt ons ook dat er kinderen bij de Heere Jezus gebracht werden. Toen heeft Hij hen bij Zich genomen, Hij legde Zijn hand op hun hoofd en zegende hen.
Ook de kinderen horen bij het verbond dat God met Abraham heeft opgericht. De ouders hebben de plicht hun kinderen, dit alles te
5
vertellen en uit te leggen. We hopen dat deze kinderen dan zelf mogen komen tot het belijden van Hem, in wiens Naam zij gedoopt zijn.
Lied : Laat de kinderen tot Mij komen : 1 en 2 (ondertussen komen de kinderen binnen) Laat de kind ’ren tot mij komen,
alle, alle kind ‘ren.
Laat de kind ‘ren tot mij komen, niemand mag ze hind’ren.
Want de poorten van mijn rijk, staan voor kind ‘ren open, laat ze allen groot en klein, bij mij binnen lopen.
Laat de mensen tot mij komen, over alle wegen.
Laat de mensen tot mij komen, houdt ze toch niet tegen.
Want de poorten van mijn rijk, gaan ook voor hen open,
als ze aan een kind gelijk, bij mij binnen lopen.
Kindermoment
Lied: Opwekking 740: Jij lieve kleine schat Ik bid dat God jou zegent
Jij lieve, kleine schat En dat Hij jou zal geven De wensen van je hart
6 Ik bid dat God jou zegent
Jij lieve, kleine schat En dat het ver zal rijken Tot in jouw nageslacht Want Hij is de Almachtige De Schepper van 't heelal Hij maakte alles prachtig En jou bovenal
Want Hij is de Almachtige De Schepper van 't heelal Hij maakte alles prachtig En jou bovenal
Ik bid dat God jou zegent Dat door jouw leven heen Je steeds weer zult ervaren God laat me niet alleen
Beantwoording van de doopvragen
Geliefden in de Heere Christus, jullie hebben gehoord dat de doop door God is ingesteld om aan ons en onze kinderen zijn verbond te verzegelen. Daarom moeten wij de doop met dat doel gebruiken en niet uit gewoonte of bijgeloof. Om uit te laten komen dat jullie zo verlangen naar de doop als een geschenk van God aan jullie kind, zullen jullie eerlijk en oprecht je geloof belijden en de instemmen met de doopbelofte door op de volgende vragen te antwoorden:
1. Geloven jullie, dat jullie kinderen, hoewel zij van nature met ons als zondaar onder het oordeel van God liggen, toch in Christus Jezus in
7
genade zijn aangenomen en zo geheiligd zijn, en dat zij daarom als leden van zijn Gemeente behoren gedoopt te zijn?
2. Geloven jullie, dat het evangelie van Gods genade in Jezus Christus, zoals dit in het Oude en het Nieuwe Testament ons is geopenbaard, en door de Kerk in de artikelen van ons christelijk geloof wordt beleden, de ware en volkomen leer van de zaligheid is?
3. Beloven jullie ook aan jullie kinderen bij het opgroeien het evangelie van Jezus Christus te leren en hen getrouw tot het onderricht en de prediking van de Kerk te leiden, zodat zij hun doop gaan begrijpen en zich voor hun hele leven verbonden mogen weten aan de Naam en de dienst van de Heere?
Bediening van de Heilige Doop
Lied ( staande) : Weet je dat je van waarde bent + psalm 134 : 3 Weet je, dat de vader je kent?
Weet je, dat je van waarde bent?
Weet je, dat je een parel bent?
Een parel in Gods hand, Een parel in Gods hand.
Dat 's Heeren zegen op u daal';
Zijn gunst uit Sion u bestraal'.
Hij schiep 't heelal, Zijn Naam ter eer:
Looft, looft dan aller heren Heer Dankgebed
8 Lied : Psalm 81 : 12
Opent uwen mond, eist van Mij vrijmoedig op mijn trouwverbond;
al wat u ontbreekt,
schenk Ik, zo gij 't smeekt, mild en overvloedig.
Gebed om de opening van het Woord Schriftlezing : Johannes 21 : 1 t/m 14
1 Hierna openbaarde Jezus Zich opnieuw aan de discipelen, aan de zee van Tiberias. En Hij openbaarde Zich als volgt:
2 Er waren bijeen Simon Petrus en Thomas, ook Didymus genoemd, en Nathanaël, die uit Kana in Galilea afkomstig was, en de zonen van Zebedeüs, en twee anderen van Zijn discipelen.
3 Simon Petrus zei tegen hen: Ik ga vissen. Zij zeiden tegen hem: Wij gaan met u mee. Zij gingen naar buiten, en gingen meteen aan boord van het schip; en in die nacht vingen zij niets.
4 En toen het al ochtend geworden was, stond Jezus aan de oever, maar de discipelen wisten niet dat het Jezus was.
5 Jezus dan zei tegen hen: Kinderen, hebt u niet iets voor bij het eten?
Zij antwoordden Hem: Nee.
6 En Hij zei tegen hen: Werp het net uit aan de rechterkant van het schip en u zult vinden. Dus wierpen zij het uit en zij konden het niet meer trekken vanwege de grote hoeveelheid vissen.
7De discipel dan die Jezus liefhad, die Jezus liefhad zei tegen Petrus:
Het is de Heere! Toen Simon Petrus dan hoorde dat het de Heere was, sloeg hij het bovenkleed om, want hij was ongekleed, en wierp zich in de zee.
9
8 En de andere discipelen kwamen met het scheepje, want zij waren niet ver, slechts ongeveer tweehonderd el, van het land verwijderd, en sleepten het net met de vissen.
9 Toen zij nu aan land gegaan waren, zagen zij een kolenvuur met vis daarop liggen, en brood.
10 Jezus zei tegen hen: Breng wat van de vissen die u nu gevangen hebt.
11 Simon Petrus ging ernaartoe en trok het net op het land, vol grote vissen, honderddrieënvijftig, en hoewel het er zoveel waren, scheurde het net niet.
12 Jezus zei tegen hen: Kom, gebruik de maaltijd. En niemand van de discipelen durfde Hem te vragen: Wie bent U? want zij wisten dat het de Heere was.
13 Jezus dan kwam en nam het brood en gaf het hun, en de vis eveneens.
14 Dit nu was de derde keer dat Jezus Zich aan Zijn discipelen openbaarde, nadat Hij uit de doden opgewekt was.
Lied : Johan de Heer 256 : 1
Als op ‘s levens zee de stormwind om u loeit.
Als ge tevergeefs uw arme hart vermoeit.
Tel uw zegeningen tel ze een voor een.
En ge zegt verwonderd: Hij liet nooit alleen.
Tel uw zegeningen, een voor een.
Tel ze alle en vergeet er geen.
Tel ze alle, noem ze een voor een.
En ge ziet Gods liefde dan door alles heen.
preek : Weer een groot cadeau!
10 Lied : Ik zal er zijn
Hoe wonderlijk mooi is uw eeuwige Naam.
Verborgen aanwezig deelt U mijn bestaan.
Waar ik ben, bent U: wat een kostbaar geheim.
Uw naam is ‘Ik ben’ en ‘Ik zal er zijn’.
Een boog in de wolken als teken van trouw, staat boven mijn leven, zegt: Ik ben bij jou!
In tijden van vreugde, maar ook van verdriet, ben ik bij U veilig, U die mij ziet.
De toekomst is zeker, ja eindeloos goed.
Als ik eens moet sterven, als ik U ontmoet:
dan droogt U mijn tranen, U noemt zelfs mijn naam.
U blijft bij mij Jezus, laat mij niet gaan.
‘Ik ben die Ik ben’ is uw eeuwige naam.
Onnoembaar aanwezig deelt U mijn bestaan.
Hoe adembenemend, ontroerend dichtbij:
uw naam is ‘Ik ben’, en ‘Ik zal er zijn’.
O Naam aller namen, aan U alle eer.
Niets kan mij ooit scheiden van Jezus mijn Heer:
Geen dood en geen leven, geen moeite of pijn.
Ik zal eeuwig zingen, dicht bij U zijn.
We gedenken in het midden van de gemeente van Christus - Ewoud van der Mark, 7 januari 1956 – 9 april 2021 Dankgebed en voorbede
11 Inzameling van de gaven
1. Diakonie 2. Kerk
3. Plaatselijk jeugdwerk Lied (staande): Gezang 64 Ik zeg het allen, dat Hij leeft, dat Hij verrezen is,
dat Hij te midden van ons leeft en eeuwig bij ons is.
Verzonken in de diepe zee is 't vrezen voor de dood,
en elk kan schouwen boven 't wee der toekomst morgenrood.
Hij leeft en zal nabij ons zijn, waar alles ons verlaat,
en zo zal deze dag ons zijn een hemel-dageraad.
Zegen
