• No results found

LEVEN MET STRIJD IS BETER DAN LEVEN IN DE WOESTIJN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "LEVEN MET STRIJD IS BETER DAN LEVEN IN DE WOESTIJN "

Copied!
28
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

POLITIEKE PAR TU DEMOCRATEN '66 JAARGANG 13- NR. 2- FEBRUARI 1980

TWEEDE KAMER BIJ ARAFAT

LEVEN MET STRIJD IS BETER DAN LEVEN IN DE WOESTIJN

·" us.

in t\'le

\s.'' .

,0 sta~ 10

neen to

.~ tO

~ 01'1

"'~ria and

.:.<•

and

Sinds Nederland een Unifil-detache- ment levert aan de VNVredesmacht in Libanon is onze betrokkenheid bij het gehele Midden Oosten-conflict veel groter geworden. De reis van de Tweede Kamerdelegatie van twee weken terug was allereerst bedoeld om het Nederlandse bataljon te be- zoeken. Maar het was een goede zaak dat wij ons ook konden oriënteren op de politieke achtergronden. Vorigjaar juni bezocht een soortgelijke delegatie Libanon en Israël. Thans stonden ook Syrië en Jordanië op het programma.

Ondanks verschillen in toonzetting stond één boodschap in de Arabische landen centraal: zonder oplossing van de Pales- tijnse kwestie, niet alleen als humanitair- ofvluchtelingenvraagstuk, maar allereerst als politiek vraagstuk, is geen vreedzame oplossing in het Midden-Oosten denkbaar.

Alle drie de landen verwerpen daarom de Camp David formule die weliswaar een ontspanning tussen Egypte en Israël tot stand heeft gebracht, maar naar hun me- ning tekort schiet in de erkenning van de eigen Palestijnse identiteit.

Als men vervolgens de vraag aan de orde stelde, wie de Palestijnen dan wel zou kun- nen vertegenwoordigen, dan was het ant- woord even onmiskenbaar: alléén de PLO.

Zonder alle stellingen van de Arabische landen of van de PLO te omhelzen, was dit voor de parlementaire delegatie aanleiding genoeg om een gesprek met Yasser Arafat, de leider van de PLO, niet langer uit de weg te gaan. De grondslag voor dit gesprek was gelegd door een D'66-motie die in novem- berj.l. metoverweldigende meerderheid in de Tweede Kamer was aangenomen.

Ongetwijfeld was voor de leden van de de- legatie, zowel persoonlijk als politiek, het bezoek aan Arafat een hoogtepunt van de reis. Gedurende drie uur vond een soms

Laurens Jan Brinkhorst

scherpe confrontatie plaats tussen de PLO-vertegenwoordigers en onze delega- tie. Van Nederlandse kant werd beklem- toond dat de pro-Israëlische houding van Nederland in ons land nooit was gezien als tegen de Arabieren gericht. Arafat zei dat deze stelling voor hem onaanvaardbaar was aangezien steun aan Israël per defini- tie de ontkenning van de rechten van de Palestijnen inhield. Wij stelden dat het voor ons onaanvaardbaar was indien de Joodse Staat Israël zou verdwijnen.

Arafat stelde daartegenover dat hij twee oplossingen had aangedragen, die beide door Israël werden verworpen, t.w. een democratische seculiere staat (analoog aan de formule die Jan Smith in Zimbabwe- Rhodesië zelfs had aanvaard!) dan wel de vestiging van een onafhankelijke staat "op ieder deel van Palestina dat kon worden bevrijd''. Van onze kant de vraag: waarom geen erkenning van Israël? Zijn antwoord:

Israël is niet eens in staat de uiteindelijke grenzen aan te geven waarbinnen het wenst te leven. Onze vraag: aanvaardt u de grens van vóór 1967? Zijn antwoord: dat kan ik nu niet zeggen. Weliswaar is Israël militair en economisch veel machtiger dan wij, maar ik heb de belangrijkste kaart.

Alleen de vertegenwoordigers van de Palestijnen kunnen immers Israël de legi- timiteit geven waarom het vraagt. Ik kan deze kaart pas spelen wanneer ik in staat ben om vanaf een eigen territoor te spre- ken. Hij voegde daaraan toe dat van Pale- stijnse kant regelmatig signalen waren ge- geven die aangaven dat de PLO bereid was een territoriaal compromis te aanvaarden.

Hoe men ook over de doelstellingen van de PLO denkt, de gehele delegatie was onder de indruk van de vastbeslotenheid waar- mee de Palestijnse stellingen werden ver- dedigd. Ten bewijze dat hij niet bereid was om in de toekomst als de Indianen van Noord-Amerika te leven, had hij steeds

een kleine kopergravure die een Indiaan voorstelde op zijn bureau. Zijn slotuit- spraak was: het is beter om te sterven dan te leven als slaven. En "leven met strijd is beter dan leven in de woestijn".

Het is hier niet de plaats om uitvoerig het Midden-Oosten vraagstuk te bespreken.

Wel lijkt het mij op de weg van D'66 om ook in de komende tijd in Nederland op een evenwichtiger benadering van het Midden- Oostenvraagstuk aan te dringen om ertoe bij te dragen dat de ook in Nederland vaak vastgeroeste en bevooroordeelde posities kunnen worden doorbroken.•

IN DIT

NUMMER

Maatschappij op tweesprong 3

Hofland te gast 5

Partijganger Enschedé 10/11 Stukken deelcongres Leiden 16 Verkiezing adviesraad 22

Emancipatiedag 24

en verder de frakties, het hoofdbe- stuur, de Democraatjes, de mensen- rechten, de ingezonden brieven, de pers over 0'66, de SWB, het PSVI, het PEAC en de tekening van Fiel.

DEMOCRAAT JAARGANG 13 - NR. 2 - FEBRUARJ 1980 PAG. I

(2)

ZEEUWSE INDEX

door: Jopie Boogerd-Quaak, Zaamslag.

Bij de kandidaatstelling voor de Eerste Kamer heb ik verzuimd een nadere motivatie voor deze kandidaatstelling te geven. Gelet op het feit, dat diverse mensen gevraagd hebben mijn kandida- tuur nader te indiceren, wil ik graag alsnog de volgende korte verklaring afleggen:

Als lid van Provinciale Staten van Zeeland word ik voortdurend ge- confronteerd met landelijke be- leidstukken zoals structuursche- ma's, nota's en kaderwetgeving, die een sterke regionale uitwerking heb- ben.

Deze problematiek speelt op het ge- bied van milieuwetgeving, ruimtelij- ke ordening, onderwijs, sociaal- cultureel

we~k.

vorming, emancipa- tie enz.

Daarnaast zijn er regionale proble- men, zoals de kerncentrales te Bors- sele en het Belgisch Doel, grens- overschrijdende milieuvervuiling en werkgelegenheid. Vraagstukken die nauwelijks regionaal aan te pakken zijn en een sterk nationale of zelfs europese bemoeienis vragen.

Vanuit mijn ervaring met de speci-

DEMOCRATEN WERF

DEMOCRATEN

op veljaardagen tijdens uw werk in de schaduw onder de borrel na de maaltijd achter de dom voor het zingen tussen de bedrijven langs de lijn

of waar ook ter wereld

Maar werf ze want de meesten ko- men niet vanzelf.

fieke problemen van de sterk lande- lijke gebieden en de kleine kernen, wil ik het Eerste Kamerlidmaatschap gebruiken om een meer samenhan- gend beleid in de zin van afstemming op de praktijk te stimuleren.

Gedurende de eerste periode ben ik bereid me in te zetten op een breed terrein. Zodra D'66 meer Eerste Kamerleden heeft wil ik me speciali- seren op landbouw en midden- en kleinbedrijf. Dit in verband met de relatie tot landinrichting en kleine kernen problematiek.

Bij een eventuele verkiezing ben ik voornemens mijn werk op te geven.

LIBERAAL MANIFEST 1980

door:

J. F. Jansen van Tuikwerd.

In zijn verhaal "Such is lifè in Chi- na" vertelt Slauerhoff dat de Engelse club in de havenstad Sjin Nan Foe slechts Engelsen als lid toelaat.

De andere nationaliteiten richten daarom hun eigen club op, Als deze club goed draait, te goed naar de zin van de Engelsen, dan nodigt de En- gelse dub wat vooraanstaande leden van de internationale club uit om bij hen lid te worden.

Deze internationalen aanvaarden graag het lidmaatschap van de exclu- sieve Engelse club.

Het gevolg is dat de internationale club verloopt en verdwijnt.

Dan laat de Engelse club wederom slechts Engelsen als lid toe. Na ver- loop van tijd wordt weer een inter- nationale club opgericht en de ge- schiedenis herhaalt zich.

Aan dit verhaal moest ik denken naar aanleiding van het "Liberaal mani- fest 1980".

Vermoedelijk zal de VVD, zij het met enige pijn, dit manifest aanvaar' den. Ongetwijfeld bevat dit manifest punten die voor aanhangers van D'66 en van de PvdA zeer aantrekkelijk zijn. Het is niet uitgesloten dat velen op grond hiervan de overstap naar de VVD zullen wagen.

Maar je kunt er donder op zeggen dat zodra de VVD de buit binnen heeft, de ware aard van het beestje de overhand krijgt.

De lijn Wiegel wordt weer opgepakt en Geertsema tot erelid van de VVD benoemd. •

g ,

DEMOCRAAT JAARGANG 13 - NR. 2 - FEBRUARI 1980 PAG. 2

I

d ·~~ AI<TIVITEITEN COLOFON

Het gironummer van uw partij is:

1477777

t.n.v. Penningmeester Democraten '66

Op dit nummer kunt u al uw beta- lingen doen,

behalve:

I. uw bijdragen voor het verkie- zingsfonds, die stort u op

1000000

t.n.v. Penningmeester Verkie- zingsfonds Democraten '66 2. uw contributie, die wordt ge- stort op

4131966

t.n.v. contributierekening D'66 maar dat doet u met de u toegezonden acceptgirokaart, dan komt het vanzelf op dit nummer.

De uitgave van de Democraat ge- schiedt onder verantwoordelijk- heid van een door het Hoofdbe- stuur benoemde redaktieraad die als volgt is samengesteld:

Piet van Baarse!, Frank Baas, Co Patist, Marie-Louise Tiesinga, Jan Veldhuizen, Stijn Verbeeck.

Als sekretaresse is aan de redak- tieraad toegevoegd: Kitty War- burg.

Korrespondentie, kopij e.d.

. richten aan het redaktiesekreta- riaat van:

De Democraat, Bezuidenhoutseweg 195, 2594 AJ Den haag.

Verantwoordelijkheid

De redaktieraad draagt de eindver- antwoordelijkheid voor inhoud en op- name van publikaties in de Demo- craat. Het moet duidelijk zijn dat deze verantwoordelijkheid zich niet uit- strekt tot bijdragen van het Hoofdbe- stuur, frakties in vertegenwoordigen- de lichamen, het SWB-bestuur, het PSVI-bestuur, de Adviesraad en an- dere officiële partijorganen. Al deze bijdragen zijn als zodanig herkenbaar aan het rubriekshoofd.

Ook de inhoud van ir.gezonden brie- ven, die steeds de naam van de schrij- ver vermelden, valt buiten de verant- woordelijkheid van de redaktieraad.

Voorzover er enig misverstand om- trent de redaktionele verantwoorde- lijkheid mocht dreigen, worden de ti- tels van bijdragen die buiten die ver- antwoordelijkheid vallen, voorzien van een•

De Democraat

De Democraat wordt gratis toe- gezonden aan alle leden van D'66. Niet-leden kunnen zich abonneren voor f 25,- per jaar.

Losse nummers zijn verkrijgbaar bij het sekretariaat voor f 3,- per stuk.

Wanneer verschijnt de Democraat?

De Democraat verschijnt 9 à 10 maal per jaar.

Democraat nr. 3 verschijnt 5-3-1980

Sluitingsdatum copy: 11-2-1980 Advertentietarieven

1/1 pagina: f 600,- 1/2 pagina: f 350,- 1/3 pagina: f 300,- 1/4 pagina: f 240,- 1/6 pagina: f 180,-

Steunkleuren zijn mogelijk;

meerprijs op aanvraag verkrijg- baar.

Kontraktprijzen op aanvraag verkrijgbaar.

Plaatsing van advertenties is me- de onderworpen aan de goedkeu- ring van de redaktie.

Oplage: V:..500 Druk en Lay-out:

Brouwer Offset BV

SECRETARIAAT

Partijsecretariaat

Bureau SWB D'66

Bureau PSVI D'66

Bezuidenhoutseweg 195

2594 AJ Den Haag

Telefoon: 070-858303

(3)

BREDE MAATSCHAPPELIJKE DISCUSSIE VEREIST, OF:

DE MAATSCHAPPIJ OP DE TWEESPRONG

Ook al is de (brede) maatschappelijke discussie nog steeds niet van start ge- gaan, toch is het vrijwel zeker dat hij zal worden gehouden. Een van de re- denen daarvoor is de al vaak gesigna- leerde patstelling bij het energiebeleid.

Er bestaan volgens deze analyse twee groepen met tegengestelde ideeën, die beide niet machtig genoeg zijn om hun voorkeuroplossing er door te drukken, maar wel machtig genoeg om de oplos- sing van de tegenpartij voldoende te frustreren.

In feite wordt de BMD ook mogelijk ge- maakt door de achteruitgang in de groei van het elektriciteitsgebruik. In 1974 dachten de elektriciteitsproducenten, dat de eerstvolgende kerncentrale rond 1980 nodig zou zijn. Nu denken zij dat hij pas in 1989 of 1990 nodig zal zijn, terwijl de Be- zinningsgroep Energiebeleid onlangs heeft geconstateerd dat dit zelfs well995 of later zal worden.

Toch zijn dit allemaal bijkomstige redenen voor een brede maatschappelijke discus- sie; de noodzaak daarvan gaat dieper. Het is dezelfde noodzaak die discussies nood- zakelijk maakt over genetische manipula- tie, over de chemische industrie en haar produkten, over nieuwe kernwapens en over chips. Of de overheid nu op deze ter- reinen een discussie organiseert of niet, een feit is dat discussies op deze terreinen woeden, èn breed zijn.

Het gaat in al deze gevallen om nieuwe technologieën, die ons leven in de toe- komst tot op grote hoogte kunnen gaan bepalen. Vroeger werden alle nieuw ont- dekte technieken zonder meer ook toege- past, in de overtuiging dat de techniek tot heil van de mensheid strekt. Sinds Hiro- shima en Vietnam, sinds het ontstaan van een milieucrisis, hebben wij dat geloof echter verloren. Nieuwe technieken wor- den niet meer juichend aanvaard, zelfs eerder met wantrouwen bekeken, en in elk geval aan een diepgaande discussie bloot- gesteld voordat zij op grote schaal worden toegepast.

Maar de meest fundamentele noodzaak voor brede maatschappelijke discussie is, dat onze maatschappij op een tweesprong staat. De vraag is daarbij of we steeds ver- der willen groeien in inkomen, of vanaf nu juist willen groeien in leefbaarheid. Willen we niet stabiliseren in ons inkomen? dan hebben we kernenergie nodig, chemie op grote schaal, DNA recombinant technolo- gie (genetische manipulatie) etc. We heb-

ben dan niet de luxe van een keuze uit nieuwe technieken. Het inkomen wordt al van zoveel kanten bedreigd (opkomende macht van Japan en Opec, stijgende grond- stofprijzen, stagnerende wereldeconomie) dat we alle mogelijkheden die de techniek biedt voor nieuwe produktiegroei wel moeten aangrijpen.

Als we echter het milieu belangrijker vin-

den, de internationale veiligheid, uitzicht op een leefbare toekomst voor onze kinde- ren, wanneer we niet willen leven met de mogelijkheid van grote rampen en van chemicaliën die kanker en beschadiging van het nageslacht veroorzaken, dan zul- len we elke nieuwe technologie juist extra kritisch moeten beoordelen. De ruimte daarvoor kan worden gevonden, wanneer wij pas op de plaats willen maken in het inkomen (afgezien van een rechtvaardiger verdeling daarvan). Dat wil zeggen, dat wij bij de loononderhandelingen kiezen voor een portie leefbaarheid i.p.v. een nieuwe loonronde. Tot die keus is ieder van ons in staat, ja zelfs verplicht. De ruimte voor die keus bestáát immers: dan mag de maat- schappij niet meer blind langs de oude we- gen van produktiegroei voorthollen. Maar nog niet iedereen beseft, dat op dit terrein keuzen mogelijk zijn. Daarom zijn brede maatschappelijke discussies juist nu zin- vol.

Daarmee wordt niet gezegd, dat de keuze voor een portie leefbaarheid makkelijk zal zijn. Hans van den Doel wijst er al jaren op, dat de keuze voor een portie leefbaarheid bij loononderhandelingen nu juist niet mo- gelijk is. Dat betekent dat langs politieke weg die mogelijkheid geschapen moet worden. Maar het opmerkelijke feit doet zich voor, dat in een tijd waarin veel wordt gesproken over het "starre systeem", de

"technokratie", in een tijd waarin veel

mensen zich onmachtig voelen om iets aan de koers van de maatschappij te verande- ren, de technische mogelijkheden juist volop aanwezig zijn om deze koers te ver- leggen. Wij kunnen invloed uitoefenea op de maatschappelijke ontwikkeling, door kritisch de technieken te kiezen waarvan onze maatschappij gebruik zal maken.

Wanneer wij maar niet gevangen zitten in de dwang, zoveel mogelijk geld in handen te krijgen, blijkt er een enorme ruimte om vorm te geven aan de toekomst. De leef- baarheid van de minlijn naar de nullijn, dat is de minimumeis die we daarbij m.i. kun- nen en moeten stellen.

Op het gebied van energie blijken de mo- gelijkheden Overduidelijk. Een steeds groeiend energieverbruik (m.n. in de rijke landen) maakt kernenergie (mèt snelle kweekreactoren) onvermijdelijk. Sommi- gen menen, dat een groeiend energiever- bruik precies is wat de Nederlandse bevol- king wenst. Ik ben daar in het geheel niet van overtuigd, en verwacht zelfs het te- gendeel. Een maatschappelijke discussie is in die situatie het uitgelezen instrument om deze opinie van het Nederlandse volk te peilen, mits de discussie aan de funda- mentele vragen de volle ruimte geeft.

In de energiesituatie van het moment moeten keuzen worden gedaan, en die keuzen zien er voor velen onaangenaam uit. De meeste mensen (bijna 60% volgens de laatste opiniepeilingen) willen geen kernenergie; maar beseffen ze, welke kon- sckwenties dat heeft, én zijn ze bereid, die op zich te nemen? Kernenergie is gevaar- lijk, zeker (bet geeft althans risico's die voor een deel nog onbekend zijn en die zeer fors kunnen uitpakken); maar afzien van kernenergie betekent vroeger of later een stabilisatie van de produktie en daar- mee van het inkomen. Wenst het Neder- landse volk die konsekwenties ook te dra- gen? Accepteert men ook de problemen die andere energiebronnen en energiebe- sparing met zich meebrengen? Houdt men er rekening mee dat kolen smeriger zijn dan kerncentrales? Denkt men eraan, dat zonne-energie beperkingen met zich mee- brengt in ruimtelijke ordening (huizen- bouw) en misschien wel in de persoonlijke levenssfeer (bomen planten voor de col- lector van de buurman)? Pas wanneer het politiek aktieve deel van het volk zulke konsekwenties heeft doorzien, is sprake van een doordachte keuze; en zo'n keuze, hoe die ook uitvalt, is in de huidige situatie de voorwaarde voor een uitvoerbaar ener- giebeleid. Pas zo kunnen we de patstelling te boven komen, waarin de ene weg (kern- energie) is geblokkeerd vanwege de geva- ren, en de andere weg (stabilisatie, zonne- energie etc.) vanwege al dan niet vermeen- de inkomenswensen.

Een brede maatschappelijke discussie is in deze omstandigheden meer dan gewenst:

hij is vereist. Maar de discussie die wij hier bedoelen hoeft zeker niet samen te vallen met wat Van Aardenne voor ogen staat.

Totnutoe lijkt het er ook niet op, datdat het geval is. De discussie die wij bedoelen moet aan een aantal strikte voorwaarden voldoen:

1. De sociaal-economische problematiek (m.n. de vraag naar de groei) moet ter dis- ,..

DEMOCRAAT JAARGANG 13 - NR. 2 - FEBRUARI 1980 PAG. 3 ~

~

(4)

~

cussie staan, voor zover nodig om keuzen te doen op energiegebied.

2. Alternatieve scenario's moeten ruim worden uitgewerkt.

3. Er moet een vrije informatievoorzie- ning bestaan: regering of stuurgroep mo- gen zich niet het informatiemonopolie bin- nen de discussie toeëigenen; wel zou een toets verlangd kunnen worden voor de juistheid van de informatie uit de discus- siestukken.

4. Het onderwerp van de discussie mag niet door regering of stuurgroep worden ingeperkt (de snelle kweekreactor mag bijv. niet buiten de discussie worden ge- houden).

5. De inspraak moet niet uitmonden in een advies van de stuurgroep aan de Tweede Kamer (zoals in het regeringsvoorstel); de stuurgroep moet geen eigen soep gaan brouwen uit de ingrediënten van de in- spraak, maar deze moeten rechtstreeks op het bord van de Kamer worden gedepo- neerd.

6. Er moet enige zekerheid over bestaan, dat de resultaten van de inspraak invloed zullen hebben: het zou wel een zeer slechte dienst betekenen aan de democratie, wan- neer tienduizenden mensen werden opge- trommeld voor niets.

Elk van deze punten is elementair; wan- neer er geen uitzicht op bestaat dat de fun- damentele vragen op een goede manier aan de orde kunnen komen, moeten we ons erop beraden of we wel mee moeten doen met het officiële circus. Gelukkig heeft de Kamerfractie zich bij monde van Ineke Lamhers totnutoe zeer alert betoond, en mede daardoor is de kans op een eerlijke opzet van de discussie nog steeds open.

Dit artikel is geschreven in de windstilte die aan verdere aktie vooraf gaat. Op 4 februari wordt een openbare commissie- vergadering gehouden, waarin meer dui- delijk zal worden over de politieke moge- lijkheden van de bmd. Door de loop der gebeurtenissen is de zaak steeds verder vertraagd. Zoals de zaken er nu voorstaan, kan een publieksronde in het debat niet eerder worden verwacht dan in het voor- jaar van '81.

De brede maatschappelijke discussie is geen klucht of truc, en ook niet alleen door een toevallige patstelling in het leven ge- roepen. Wanneer hij wordt gebruikt, om de fundamentele problemen van ons energie- beleid aan de orde te stellen, kan hij een ommekeer bewerkstelligen op een veel breder gebied dan alleen dat van energie.•

DEMO-

CRMTJES

door Marie-Louise Tiesinga

In de ontvangen Democraten, Demoerau- ten en Nieuwsbrieven waren het deze keer uiteraard overal de algemene beschouwin- gen naar aanleiding van de begrotingsbe- handeling die de aandacht vroegen. Het lezen daarvan heeft me uren gekost, maar het is uitermate stimulerend om te zien hoe met grote vasthoudendheid en overtui- gingskracht datgene waar d'66 voor staat overal naar voren wordt gebracht, met steeds grotere successen! Helaas ont- breekt hier de ruimte om daar nader op·in te gaan, maar de verleiding is groot. Het is fijn om te constateren dat het weer twee afdelingen gelukt is een afdelingsblad op poten te zetten. Gefeliciteerd Waalre en Zandvoort! Terwijl Zandvoort het duide- Iijk ziet als een aanvulling op de bestaande communicatiekanalen, intern dus, bena- dert Waalre het van een andere kant en zegt dat ze de 'Dorpsdemocraat' met tus- senpozen wil laten verschijnen om infor- matie te geven over het reilen en zeilen van d'66, opdat het contact tussen de partij en de bevolking in het algemeen, verbeterd wordt. En natuurlijk ook opdat meer

men~

sen d'66 als hun partij gaan beschouwen.

Waalre verspreidt de krant huis-aan-huis (4.400 ex.). Bij het eerste nummer ontving ik een leuke brief van Eddy Honig over de opzet van de 'Dorps-democraat' en hij vroeg- wat al meer afdelingen me hebben gevraagd - of het mogelijk was contacten te leggen met andere afdelingen om erva- ringen van redactionele en technische aard uit te wisselen. Mocht hiervoor belang- stelling bestaan, ook bij afdelingen die het plan hebben met een blad van start te gaan, dan hoor ik dat graag. Niet dat ik nou om werk verlegen zit, maar ik wil best mijn know-how op dit terrein met die van ande- ren bundelen in wat voor vorm dan ook, zodat redacties en a.s. redacties daaruit kunnen putten.

In hetMededelingenblad afd. Amstelveen las ik een artikel getiteld 'Spreiding van macht en democratische controle' van de hand van Jan de Lange, waarin hij ingaat op het subsidiebeleid in m.n. de sectoren cultuur, gezondheidszorg en welzijn, een problematiek die thans in Noord-Holland actueel is. Omdat ik om mij heen zie hoe moeilijk het vaak voor bestuurders is om over een subsidie te beslissen - immers, door intrekking kan een betrokken instel- ling om zeep worden gebracht- wil ik hier even nader op ingaan. De Lange stelt m.i.

terecht dat d'66 hierover met een stand- punt zou moeten komen. Bekend is hoe het nu werkt. De Lange schetst twee alterna- tieven. De keuze is nogal belangwekkend.

Het ene (extreem) is al die instellingen aan de overheid zelf trekken en zodoende vol- ledig onder controle brengen. Het andere is voort te gaan met geld verschaffen en de

instellingen ook vrij te laten in hun faits en gestes; een flink deel van het beleid wordt dan gemaakt door niet of niet volledig be- heerste instellingen die vervolgens de kosten ervan declareren bij de gemeen- schapskas. Het uitgesproken bezwaar van het eerste model is de geweldige concen- tratie van macht, van het tweede het ont- staan van maatschappelijke egelstellingen van macht waarvan het beleid niet is geïn- tegreerd met dat van de algemene demo- cratie. De keuze is uiteraard niet beperkt tot deze extremen. De Lange kiest voor het instellen van besturende raden die indirect worden gekozen door de bevolking, name- lijk door - maar niet uit - één of meer volksvertegenwoordigingen. D.w.z. dat allerlei groepen of personen kandidaten kunnen stellen waaruit door gemeenteraad of staten en/of combinaties daarvan, elk met betrekking tot een aantal zetels, wordt gekozen. Daardoor wordt concentratie van macht vermeden, worden zoveel mo- gelijk burgers bij bestuur en beheer van wat zij zelf van belang achten, betrokken.

Kortom, kan de zelfwerkzaamheid van mondige burgers ingepast worden in het geheel van het parlementair-democrati- sche bestel. Aldus De Lange.

In het Dernocraatje van de afd. Breda vond ik een uitspraak van Camus die ik u graag wil meegeven in dit nieuwe jaar.

In gesprekken in de afdeling daar (en waar elders niet binnen d'66) klinkt wel eens wanhoop door. Men bedenke dan: 'hij die overdreven optimistisch is over de mens, is misschien gek, maar hij die wanhoopt, is een lafaard!

In het regioblad van Friesland staat een zeer lezenswaardig artikel van Leen Schotel over gemeentelijke herindeling en de criteria waaraan wordt getoetst of een gemeente in aanmerking komt om opnieuw te worden ingedeeld. De Goudse Demo- craat van december publiceert de tekst van een door haar fractie opgestelde inspraak- verordening, die - zoals ze zelf zegt - ei- genlijk een soort motie van afkeuring is, maar dan wel in een heel constructieve vorm! Het kan voor andere fracties de moeite waard zijn van de inhoud kennis te nemen. Het fractiesecretariaat is bereik- baar onder nr. 01820 - 30512.

VitDe Groene Lands meerder: (om over na te denken) Van Agt naar achtentwintig.

Voor het eerst ontving ik de afgelopen

maand de Soester Democraat, de Nieuws-

brief d'66 Vlaardingen en het blad van d'66

Zuid-Kennemerland, bestemd voor de

kernen Bennebroek, BLoemendaal,

Haarlem en Heemstede. En zo leest uw

redactrice nu al regelmatig ruim veertig

Democraatjes! •

(5)

NEDERLANDSE BOKKESPRONG

Van enige afstand bezien maakt het kamerdebat over de modemisering van kernwapens de indruk van een ex- periment in buitenlandse politiek. Dat is wel een van de eigenaardigste ter- reinen waarop een land kan experi- menteren, maar Nederland is in ieder geval nog klein genoeg om zich zo'n bokkesprong-ander woord voor ex- periment- te kunnen veroorloven. En het is een leerzame onderneming ge- weest, want het heeft iets duidelijk gemaakt.

Een gidsland zijn we niet, tenminste niet in dit geval. Het kan zijn dat in de zachte sector van de buitenlandse betrekkingen - waar het gaat over verhoudingen tot de derde wereld, mensenrechten, uitoefening van pressie op totalitaire regiems- van een hoog moreel voorbeeld een positieve in- vloed uitgaat (al moet het ook dan nog ver- bonden zijn met zeer direkte, tastbare be- langen om effect te hebben) maar een gid- send, moreel leiderschap zoals sommigen dat terzake van de direkte westelijke de- fensie zien, is boter aan de galg gesmeerd.

In Brussel noch in Washington, Bonn of Londen is meer dan een uurtje verbazing aan het alternatief voor de bewapenings- wedloop besteed, d.w.z. aan het alterna- tief zoals dat door een oppositionele ka- mermeerderheid was gesteld. En aan de rommelige oplossing die tenslotte door het kabinet werd verzonnen, is het bondge- nootschap ten slotte ook beleefd voorbij gegaan. Met andere woorden: het experi- ment is mislukt. Er is daar in Brussel geen sprake van enige Nederlandse invloed ge- weest niet moreel en niet concreet. Een politicus hoort daaruit zijn consequenties te trekken, zeker als hij begin december tot de kamermeerderheid hoorde die wèl loyaal was aan de Nato, maar die zich te- gen modernisering der bewapening ver- zette.

Wat zouden de mogelijkheden voor Ne- derland kunnen zijn, wat moet de oppositie bij wijze van buitenlandse politiek aanbe- velen, nu duidelijk is geworden dat onze bondgenoten geen enkele boodschap aan het anti-moderniseringsstandpunt hebben, d.w.z. het Nederlandse ontwerp voor een eigen spek-en-bonen-rol afwijzen?

De eerste optie is de Deense: die van een marginale geallieerde, wel instemmend met een westelijke verdediging maar geen kernwapens op zijn grondgebied duldend.

Voor een dichtbevolkt land als het onze zijn er best rechtvaardigingen ten behoeve van de Deense optie te bedenken. Maar zo'n rol moet dan wel openlijk worden ge- wild, met al zijn consequenties ter discus- sie worden gesteld en - omdat het zo be- langrijk is en een radicale verandering in de

TEG~

Nederlandse buitenlandse politiek zou betekenen - tot inzet van de verkiezingen worden gemaakt.

De tweede optie gaat nog verder, maar kan ook nog met redelijke argumenten worden verdedigd. De redenèring is dan, dat Ne- derland zó vitaal is, door zijn ligging en zijn strategische havens, dat het in geval van een conflict tussen de Verenigde Staten en de Sowjet Unie zich daar nooit aan zou kunnen onttrekken. Het zou er dan voor ons uitsluitend op aan komen, de schade zoveel mogelijk te beperken - een redelijk en nobel doel - en de aangewezen manier om dat te bereiken zou zijn,. zo neutraal mogelijk te blijven. Hoogstens dus een formeel lidmaatschap van de 'Nato, met minimale militaire betrokkenheid. Het lijkt er weleens op, dat steeds meer mensen deze oplossing willen. Maar alweer: 't is zo belangrijk, dat er in het openbaar over moet worden gediscussieerd, waarbij de partijen hun kiezers niet in het vage mogen laten, en geen IKV-knol voor een citroen moeten verkopen.

De derde mogelijkheid is natuurlijk: terug tot het lidmaatschap zoals de Amerikanen dat graag zien. En ook die politiek heeft zijn redelijke verdediging. In NRC-Han- delsblad van 18 januari heeft bijvoorbeeld ir. Henk Vredeling daar nog eens een staaltje van laten zien. Modernisering is in zijn redenering noodzakelijk om twee re- denen. Ten eerste is er, door de langzame, geluidloze afbraak van de Amerikaanse garantie ten opzichte van West Europa een noodzaak om hier de modernste wapen- systemen voor de middellange afstand te hebben. Ten tweede zijn die onmisbaar als er ooit onderhandeld zou gaan worden over het atoomvrij maken van Oost en West Europa.

De intellectuele eerlijkheid gebied dat er in

het openbaar over al deze mogelijkheden uitvoerig zal worden gesproken, waarbij de partijen zich niet zo vroom en nobel mogelijk, maar zo realistisch, d.w.z. poli- tiek gesproken, zo zuiver mogelijk aan hun kiezers zullen voordoen.

Dit laatste gebeurt niet. Al tijdens het de- bat in december en ook in de chaotische nasleep begon het er steeds meer op te lijken dat de oppositie, althans de PvdA en D'66 de buitenlandse politiek willen uitle- veren aan een hooggestemd Volksempfin- den. Nadat ons experiment in Brussel was gestrand is niet serieus onderzocht, door welke oorzaken het zo gegaan was, noch hoe het nu verder zou moeten gaan: welke politiek dan wèl aanbevelenswaardig zou zijn.

In de discussie om onze bewapeaingspoli- tiek, die regelrecht is verbonden met de aard van ons Nato-lidmaatschap hebben lafheid, gemakzucht en oppervlakkigheid hun intrede gedaan. Daarmee wordt het vraagstuk natuurlijk niet opgelost; er wordt een gordijntje voorgehangen, dat t.z.t. onvermijdelijk weer zal worden weg- getrokken, waarna, als het zo door gaat, de hele kinderachtige en belachelijke ge- schiedenis zich zal herhalen. •

advertentie

PROSPEAAN KAJ PACAN NOVJARON

wenst u de Bond van Arbei,- ders-Esperantisten F.L.E.

Inlichtingen over Esperanto bij:

afd. Onderwijs F.L.E., Leidse-

vaart 52, 2114 AD Vogelen-

zang.

(6)

VAN SOCIAAL BELEID NAAR SOCIALE

MARKETING

Net gelezen dat de electriciteits- maatschappijen met hun voorlich- ting over energiebesparing op de ludieke toer gaan. Die ,vijf-voor- twaalf aanpak met het spook van een energiecrisis op de achtergrond heeft niet gewerkt. Wist ik allang, natuurlijk. Mensen houden niet van gezeur. En gezeur is het kenmerk van de meeste (semi)overheids- campagnes. Het heeft altijd te ma- ken met hoofdzaak. Of nóódzaak.

Of verstandig. Nooit 's iets leuks of gezelligs. Altijd preken dat 't voor ons bestwil is. Een argument waar ik zéér wantrouwig tegenover sta sinds mijn prille kinderjaren toen mijn moeder walgelijke levertraan bij mij naar binnen forceerde.

, Voor je bestwil'. als ik de overheid op de voorlichtingstoer zie dan denk ik altijd wat er toch een ont- zettend brede kloof zit tussen het overheidsdenken dat je het beste kan aanduiden met ' sociaal beleid' en het consumentgerichte denken dat 'sociale marketing' wordt ge- noemd. Over dat verschil wil ik 't even met u hebben.

Biefstuk en speklappen

Het zal onderhand wel tot iedereen zijn doorgedrongen dat 1980 met veel ach en wee is begonnen. We moeten zuini- ger zijn. Op elk gebied. Dat is natuurlijk

niet leuk. De hoorn des overvloeds, dát vinden we lekker. Maar soberhe:j ... ? Geef de pijp maar aan Maarten. Met dat oeverloze spelletje zijn dus alle partijen bezig, want niemand wil 'n stapje ach- teruit. In zo'n situatie denk ik dan:

waarom wordt die noodzaak tot bezui- niging toch als iets armoedigs gepre- senteerd dat niemand er áán wil? Het kan ook ánders. Kijk, figuurlijk ge- sproken is de boodschap bestemd voor mensen die elke dag biefstuk eten. Nu vergt het landsbelang dat de mensen bv. 2 dagen in de week die biefstuk vervangen door speklappen. De sociale beleidsman probeert dat te bewerkstel- ligen door te zeggen: , vervang nu eens 2 dagen de biefstuk door speklappen, want ander mensen hebben ook recht op biefstuk'. Weet u wat de biefstuk- eters dan zeggen? ,U kunt de pot op, dat doen we niet. We willen er niet op achteruit gaan en zeker niet om ándere mensen op onze kosten biefstuk te laten

HANS FERREE

eten'. Gedonder in de glazen. Stakin- gen. Kommer en kwel. Haat en nijd.

Terwijl het allemaal zoveelleuker kan.

De consument-gerichte sociale com- municator zegt in dit geval: ,Elke dag biefstuk gaat ook vervelen, neem 's 2 dagen in de week speklappen, da's leuk en lekker, met deze recepten van Hugh en Wina. En u spaart nog geld ook voor ándere leuke dingen'.

Waarom ontmoet een bezuinigingsbe- leid altijd zoveel weerstand? Omdat het bij mensen die dat beleid verzinnen en communiceren blijkbaar nog nooit is opgekomen dat het mogelijk is om een objectieve achteruitgang te presente- ren als een subjectieve vooruitgang.

Het gaat in het leven niet zozeer om centen of percenten, maar om belevin- gen. Iedere reclameman weet dat het voor de consument niet gaat om pro- dukten, maar om de gevoelens die de produkten oproepen. Daarom praat McLean' s ook niet over prima kwaliteit gemalen krijt, maar over een stralende lach, frisheid, gezondheid, kans op sjans. Voor alle mensen is symbolische bevrediging véél en véél belangrijker dan funktionele bevrediging. Nieuwe welgestelden, die nooit 'n stap buiten het asfalt doen, kopen een Range Rover of Jeep Wagoneer om van vergadering naar vergadering te rijden. De consu- ment is niet goed snik, maar in de hoofdlijnen van zijn gedrag is hij be- trekkelijk consistent. Hij wil nooit min- der, altijd méér, of in ieder geval án- ders. En in dat ánders zit de subjectieve méérwaarde van een objectieve verar- ming als

- ontberingsreizen voor managers;

- dieetvoedsel dat voor de dubbele prijs de helft van de calorieën bevat;

- de trimclub NMDF (Na Mercedes De

Fiets);- miezerig fruit oogsten uit de moestuin van het eigen boerderijtje;

- zelfbrood bakken door A venue-leze- ressen;

- enzovoort.

Allemaal dingen die objectief een ach- teruitgang betekenen, vergeleken met de situatie waaraan men gewend was.

Maar die toch omarmd worden omdat er een leukheids-dimensie aan zit. Of omdat het conversatiewaarde heeft.

Dat is alles waarmee je je interessant maakt voor je omgeving. En nu ieder- een CV heeft, en bijna iedereen een open haard, heeft klooien met wind- molens en zonnepanelen conversatie- waarde. Objectief gezien terug naar de armoeiigheid van de oorlog, maar sub- jectief gezien leuk, LEUK!

Manipulatie

Sociaal beleid probeert de bevoor- rechte terug te drukken naar het niveau van de misdeelde, sociale marketing probeert de misdeelden op te stuwen naar het niveau van de bevoorrechten.

En daarbij gaat het er dus helemaal niet om wat de objectieve maatstaven zijn voor misdeeld ofbevoorrecht, maar om de subjectieve beleving. Een beleving die in sterke mate wordt bepaald door de toegevoegde waarde van de com- municatie. Zeg maar reclame. Reclame is in staat om aan een hele reeks tech- nisch en funtioneel vrijwel indentieke produkten psychologische verschillen toe te voegen om elke consument in staat te stellen iets te kopen dat aansluit bij zijn eigen zelfbeeld, zijn eigen le- vensstijl.

Het aardige van onze maatschappij is, dat de normen van ons waardestelsel veranderen. De ene dag omhelzen we de chemie, dan weer de natuur. De ene keer willen we groot, dan weer klein.

De ene keer geven we de_ voorkeur aan zoet, dan weer aan bitter. Vijftien jaar geleden werden ,verwijfde' jongens met lang haar in elkaar getremd door bouwvakkers en'marechaussees, nu zie je vrijwel alleen nog bouwvakkers en marechaussees met lang haar. Ik be- doel maar: NIETS IS. En waar NIETS IS, kan gemanipuleerd worden bij het leven. Manipulatie heeft 'n nare klank, maar staat doorgaans wel borg voor een lekker gevoel. Gewone aardappels à 50 cent per kilo dienen alleen als maagvul- ling. Aardappels die gemanipuleerd zijn tot frites of chips verschaffen een feestelijk gevoel en voor dat gevoel betaalt men gráág het veelvoud van de prijs van niet-gemanipuleerde aardap- pelen, wàt de Consumentenbond ook zeggen mag. Hetzelfde geldt voor ge- manipuleerde melkprodukten.

Ik hoop het nog mee te maken dat ook sociaal beleid zodanig wordt 'gemani- puleerd' dat alle burgers van ons land het vrijwillig en met plezier zullen ac- cepteren. Oók als het in centen of per- centen, in feiten of in funkties een stap(je) terug betekent. •

Hans Ferrée

(7)

UIT DE FRAI<TIES

December-zitting

In voorgaande verslagen heb ik meermalen de klacht geuit dat het Europees Parlement bezig was de boot te missen door teveel met kleine zaken bezig te zijn en de grote problemen niet aan te (willen) pakken. Se- dert eind vorigjaar is de situatie- gelukkig -grondig gewijzigd. Tijdens de december- zitting zijn er werkelijk spectaculaire din- gen gebeurd en heeft het Parlement zijn eigen positie duidelijk gemarkeerd.

De verwerping van de begroting voor 1980 was wel heel bijzonder en nooit eerder voorgekomen. Er werden 352 stemmen uitgebracht (het parlement telt 410 leden), vereiste meerderheid voor verwerping 235. Het aantal stemmen tegen de begro- ting bedroeg 288, het aantal stemmen vóór 64, èèn onthouding. Tot de 64 behoorden vrijwel uitsluitend Fransen: de commu- nisten, Gaullisten en de Franse "libera- len". (De liberale leider Bangemann had even tevoren nog gezegd dat zijn fractie unaniem tegen zou stemmen; de werke- lijkheid was dat zijn fractie precies door- midden lag!) Het behoeft geen betoog dat Suzanne Dekker en ik voor verwerping hebben gestemd.

"Europa van Morgen" gaf van mijn bij- drage de volgende samenvatting:

De Nederlandse D'66-er De Goede herin- nerde eraan dat in de campagne voor de Europese verkiezingen van juni de kiezers was toegezegd dat de gekozen parlementa•

riërs zich zouden inzetten voor uitbreiding van het sociaal beleid, het regionale beleid (ontwikkelingshulp binnen de Gemeen- schap) ontwikkelingshulp aan de derde we- reld en nu belet de ministerraad het Parle- ment in de ombuiging van het beleid in ge- noemde richtingen een rol te spelen. Het is onbegrijpelijk omdat de ministerraad niet kan negeren dat er verkiezingen zijn geweest waarbij niet alleen een rechtstreeks mandaat voor onze parlementariërs werd geschapen maar ook, en voor het eerst, een zij het nog aarzelende golf van belangstelling voor de Europese zaak door onze bevolkingen is ge- gaan', aldus de Goede. 'Is de Raad daar blind voor? Onbegrijpelijk omdat de Raad zich zou kunnen verantwoorden. Wat wil de Raad eigenlijk: stilstand, albraak; want dat is mijns inziens de feitelijke betekenis van de houding van de Raad t.o.v. het Parlement.

Vindt de Raad misschien dat het Parlement wel mag praten maar vooral geen invloed mag hebben? Maar waarom dan verkiezin- gen gehouden?

Als dat de opvatting van de Raad is dan is dat een regelrechte slag in het gezicht van de 260 miljoen Europese burgers. Dan is er een nieuwe verbreding van de kloof tussen re- geerders en burgers, een kloof die we nu juist via die verkiezingen wilden verkleinen.

Meneerde voorzitter, dit kan het Parlement niet accepteren', aldus Aar de Goede.

In mijn stemverklaring aan het einde van het debat heb ik gesteld dat het in het ge- vecht om de begroting in feite ging om de positie van het Parlement. Heel curieus was dat de computeruitslag van de stem- machine- waarmee voor het eerst gewerkt

door Aar de Goede

werd - Madame Veil als afwezig regi- streerde terwijl zij nota bene in de voor- zittersstoel zat! Een niet erg moedige daad, maar wat wil je als je blijkbaar een zo dui- delijke meerderheid niet wil afvallen, doch anderzijds de adem van Giscard je in de slanke hals blaast?

Een tweede belangrijk debat ging over de Engelse problematiek oftewel de Dublin- conferentie. U weet wel: IJzeren Maggie liet de Europese samenwerking aan een dunne draad bengelen.

Ook hier zal ik "Europa van Morgen" aan het woord laten waar het mijn bijdrage be- treft:

De Nederlandse D'66-er Aar de Goede zat met een groot aantal vragen als gevolg van de vaagheid van het communiqué dat na de top in Dublin werd uitgegeven. Verder was het hem volkomen onduidelijk waarom de loftrompet werd gestoken over de gemaakte voortgang in de Gemeenschap gezien- aldus het communiqué - het feit dat de toetre- dingsonderhandelingen met Griekenland zijn afgesloten, de monetaire samenwerking van start is gegaan en de Europese verkie- zingen zijn gehouden. Is dat niet spotten als men ziet in welk een crisis de Gemeenschap dreigt te geraken als gevolg van de misluk- king van Dublin. De Franse weigering een zoutverdrag goed te keuren en straks ook nog de verwerping van de Europese begro- ting. De Goede noemde de situatie waarin de Gemeenschap is komen te verkeren 'uiterst zorgelijk'.

Het derde belangrijke onderwerp was ui- teraard de "Rijn-zout" kwestie. De Ne- derlandse socialist Muntingh deelde in het debat mee dat de gehele socialistische fractie (dus inclusief de Fransen!) steungaf aan de door hem ingediende resolutie die de Franse regering veroordeelde en dat de twee leden van D'66 in het Parlement me- de-ondertekenaars waren van deze socia- listische resolutie.

D'66 in het Bureau (Presidium) van het Parlement

Zoals in de januari-Democraat reeds werd vermeld ben ik als gevolg van de resultaten van de strijd om de reglementswijzigingen in het Bureau gekozen. Terloops vermeld ik nog even dat Bouke Beumer (Leider CDA-delegatie in het E.P.) n.a.v. de "af- faire-Penders" mij in een brief heeft mee- gedeeld dat hij zich wenste te distanciëren van de uitlatingen van zijn fractiegenoot.

Beumer had dit overigens ook reeds publiekelijk via het dagblad "Trouw" ge- daan. Als uitvloeisel van mijn optreden in de Bureau-vergaderingen ben ik ook uitge- nodigd zitting te nemen in de belangrijke

"Struktuur-commissie" van het Parle- ment (plm. 12leden) die de werkwijze van het Parlement moet onderzoeken. Zowel de Bureau-vergaderingen en het werk daarvoor als ook deze bijzondere Commis- sie vragen veel tijd, maar nuttig is onze deelneming zeker; omdat veel feitelijke beslissingen in het Bureau worden geno- men en veel informatie tot daar beperkt blijft. Na de dood van Anne Vondeling is Nederland nu door Dankert en mij verte- genwoordigd.

In de eerste vergaderingen heb ik m.b.t. de werkwijze tijdens plenaire vergaderingen mijn "oude" klacht opnieuw uitgemeten (teveel klein goed op de agenda, te weinig grote onderwerpen.) Na een discussie die de gehele dag heeft geduurd en waarbij vele gelobbyed moet worden om steun voor je standpunt te verwerven - Bange- mannen ik bleken bij dit punt geheel op één lijn te zitten- is inderdaad een heel belang- rijk besluit gevallen: Een dag per zittings- week wordt voortaan besteed aan een groot debat over een belangrijk onder- werp. (In januari Werkgelegenheid, in fe- bruari Energie, enz). Daarnaast wordt voortaan tijdens iedere zittingsweek een tweede hele dag uitgetrokken voor ge- dachtenwisselingen met de Raad en/ of de Commissie over actuele ontwikkelingen binnen de Gemeenschap of waarmee de Gemeenschap te maken heeft (of zou moeten hebben).

Voorwaar: we gaan de goede kant op!

Deelneming in het Commissie- en Dele- gatie-werk van het Eur. Parlement Eerder hebben we meegedeeld dat Suzan- ne Dekker lid is van de Commissie voor Sociale Zaken en werkgelegenheid en ik van de Economisch-Monetaire Commis- sie. Als plaatsvervangende leden fungeren we nu ook in de Energie-commissie (Suzan D.) en in de Begrotingscommissie (Aar de G.). Suzanne Dekker is nu ook lid van de vorige maand ingestelde ad hoc Commissie voor de Rechten van de Vrouw.

Met betrekking tot de Ontwikkelingssa- menwerking van de E.G. met derde landen

DEMOCRAAT JAARGANG 13 - NR. 2- FEBRUARI 1980 PAG. 7 ~

I

''

(8)

bestaat een aantal z.g. Delegaties. Suzan maakt nu sinds kort deel uit van de Asean- delegatie en ik van de Lomè-delegatie. Al met al mag gesteld worden dat we bepaald niet de slechtste posten hebben veroverd.

VVerkgroepEuropa

De werkgroep heeft mede ten behoeve van ons werk in het Parlement een commentaar samengesteld op de Rapporten van de

"Drie Wijzen" (waartoe de Nederlander Biesheuvel behoort) ei1 het Rapport Spie- renburg.

Tijdens de januari-zitting in Straatsburg, waar Italië het Voorzitterschap van de Raad het komend halfjaar gaat bekleden met het afleggen van de gebruikelijke Ver- klaring, hoop ik hiervan gebruik te maken.

De eerder door ons congres aangenomen resolutie inzake inspraak Parlement bij de samenstelling van de nieuwe Europese Commissie kon (nog) niet worden omgezet in een ontwerp-resolutie van het E.P. Se- dert kort zijn niet minder dan 21 handteke- ningen nodig om iets dergelijks "op de rol"

te krijgen, hetgeen voor ons "kleintjes"

een welhaast onmogelijke opgave is. Ge- lukkig is onze aanwezigheid in het Bureau ook een mogelijkheid om dit punt ter dis- cussie te stellen; dat zal zeker gebeuren. •

Aar de Goede

HOE HEEFT HET ALLEMAAL

ZO KUNNEN VERLOPEN?

Laurens Jan Brinkhorst

Enige persoonlijke kanttekeningen bij de kernwapendebatten.

1. Voor een goed begrip van het kernwa- pendebat van december j.l. moet worden teruggekeken naar een jaar geleden. Im- mers, de fundamentele discussie over de rol van kernwapens in het Nederlandse veiligheidsbeleid is in het najaar van 1978 begonnen met de publicatie van de kern- wapennota van de Regering (bijlage bij de MvT op de defensiebegroting voor 1979).

Tijdens de Openbare Commissievergade- ring in de Kamer over deze nota (15 de- cember 1978 en 5 februari 1979) heb ik namens de D'66-fractie drie moties inge- diend, die helaas alle drie zijn verworpen.

In de eerste plaats een aanduiding van de termijn, waarbinnen afstoting van bepaal- de bestaande kerntaken van Nederland zou kunnen plaatsvinden.

In de tweede plaats een uitspraak waarin gevraagd werd het overleg over wapenbe- heersing in de verschillende kaders (MBFR, Salt, CEVS) beter op elkaar af te sremmen.

In de derde plaats het in studie nemen van de gedachte van kernwapenvrije zönes in Europa. Daarentegen werd de motie Van der Stoel (PvdA), J. de Boer (CDA) en Brinkhorst (D'66) op 13 februari 1979 met grote meerderheid aangenomen. Deze motie sprak zich o.a. uit voor wapenbe- heersing boven de invoering van nieuwe kernwapens en was met name gericht op de problematiek van de nieuwe middellange afstands-tactische kernwapens (m.n. crui- se missiles, pershing 11, SS-20). Achteraf gezien schuilt er een zekere ironie in, dat de Regering deze motie toen met beide ar- men heeft omhelsd: de motie gaf immers geheel het Regeringsbeleid weer! Enige uitspaken toen door Minister Van der Klaauw gedaan, mogen niet in de vergetel- heid raken.

"Enigerlei besluit inzake produktie of in- voering is echter nog ver weg. Het derde element- voor mij prioritair- is de wapen- beheersingsfactor. Wanneer je gedwongen wordt, andere wapens tegenover de Back- fire en de SS-20 te stellen, dan kom je in- derdaad in een verder gaande bewape- ningswedloop terecht.

Dat is het tegendeel van het beleid dat de Regering nastreeft. In die geest stellen wij

~ DEMOCRAAT JAARGANG 13 - NR. 2 - FEBRUARI 1980 PAG. 8

ons op."

2. Naar mijn stellige overtuiging is toen de grote misleiding begonnen: terwijl de Ka- mer en de Regering (officieel) op het spoor van eerst wapenbeheersing en pas bij mis- lukken daarvan eventueel modemisering zaten, waren ambtelijke werkgroepen in de NAVO (eerst alleen de High Level Group inzake modernisering, daarna ook de Spe- cial Group inzake aanbod tot wapenbe- heersing) al nijver bezig om deze twee ele- menten aan elkaar te koppelen. Hun werk- zaamheden waren gericht op gelijktijdige besluitvorming, anders dan de motie Van der Stoel c.s. wilde. Reeds toen (en niet pas na uitbrenging van de ambtelijke rap- porten) had de Regering het politieke sig- naal aan de bondgenoten moeten geven, dat Nederland deze "mix"-benadering niet wenste. Dat heeft zij nagelaten en dit heeft politiek ernstige gevolgen gehad:

daardoor is een beeld ontstaan van een Regering die (bewust of onbewust, dat laat ik in het midden) steeds achter een trein aanrende, die vijf minuten eerder was ver- trokken. Hier ligt, naar mijn gevoel, de kernoorzaak dat een kwestie waarover binnen alle partijen verschillend werd ge- dacht - wellicht met uitzondering van de VVD, hoewel, tot mijn verbazing, daar ook enige reactiés loskomen - uiteindelijk langs zuiver partij-politieke en niet zakelijk politieke lijnen is verlopen.

3. Met enige bitterheid stel ik vast, dat ik niet uitNederlandsebron, maar tijdens een reis vorige zomer door de Verenigde Sta- ten, uit Amerikaanse bron moest verne- men, dat de Verenigde Staten er tijdens de NAVO-raad van december 1979 op zouden aandringen om een én ... én benadering te volgen. Officieel had Nederland geen standpunt, en zo trok de karavaan verder.

Pas begin oktober, na de resultaten van de ambtelijke werkgroep, waarbij het magi- sche aantal van 572 kernwapens uitlekte, kwam de Nederlandse Regering in actie om bij de bondgenoten te pleiten voor ver- laging van het aantal, voor de zogenaamde shift van korte naar langedrachtswapens, voor in verband daarmee afstoting van be- staande Nederlandse kerntaken. Dat be- leid heb ik elders een beleid van too-little- and-too-late genoemd. Maar zelfs toen heeft de Regering publiekelijk niet op de internationale werkelijkheid gewezen. De- ze politiek van verstoppertje-spelen heeft ertoe geleid dat pas twee uur! voor het begin van de beslissende NAVO-zitting het kabinetsstandpunt werd geformuleerd.

Uiteindelijk heeft het zelfs tot de onwaar- dige vertoning geleid, dat de Minister-Pre- sident in de Tweede Kamer weigerde de verantwoordelijkheid te aanvaarden voor het gezamenlijke NAVO-besluit tot mo- dernisering van de kernwapens, terwijl in het officiële NA Vo-c·ommuniqué duidelijk van een unanieme besluitvorming sprake was.

4. Wat het door de D'66-fractie gevoerde beleid betreft het volgende.

Met als gezamenlijk uitgangspunt wapen-

beheersing boven invoering van nieuwe

kernwapens, waren er tussen de leden

vanaf het begin niet onbelangrijke accent-

verschillen met betrekking tot het te voe-

ren beleid. Sommigen legden sterk de na-

(9)

UIT DE FRAI<TIES

druk op de voorbeeld-functie van Neder- land om andere landen m.b.t. de wapenbe- heersing over de streep te trekken; ande-.

ren wezen op de realiteit van het interna- tionale politieke krachtenveld, waarin de Nederlandse invloed, als gevolg van het eenzijdig innemen van een positie, eerder zou afnemen dan toenemen. Daarom was ik zeer verheugd dat we begin november een motie namens de gehele fractie konden indienen die zowel idealisme als realisme vertolkte. Een motie die zowel gericht was op het doorbreken van het automatisme van de bewapeningswedloop, als rekening hield met de internationaal-politieke wer- kelükheid. Alles wat sindsdien is gebeurd- ook binnen D'66 - heeft mij niet van dát standpunt en die visie kunnen afbrengen.

In deze motie die ik tijdens het eerste

"modemiseringsdebat" op 7 en 8 novem-

LETTERLIJKE TEKST

MOTIE

STEMERDINK/

BRINKHORST

De met 76 tegen 69 stemmen aangenomen motie Stemerdink/Brinkhorst luidt:

"De Kamer, gehoord de beraadslaging;

overtuigd van de noodzaak een beleid te voeren gericht op het terugdringen van de rol van de kernwapens; van mening, dat ge- tracht moet worden een nucleaire bewape- ningsrace in Europa te voorkomen door het op zo kort mogelijke termijn beginnen van onderhandelingen ter zake met de Sovjet- Unie; spreekt als haar overtuiging uit, dat in het komendeNAVO-overleg niet ingestemd dient te worden met een positieve beslissing over produktie en plaatsing van de Pershing 11 en kruisraket, hetgeen tevens inhoudt dat Nederland thans niet kan instemmen met plaatsing van een aantal Pershing 11 en/of kruisraketten op zijn grondgebied, en gaat over tot de orde van de dag.

Stemerdink Brinkhorst

Modernisering kernwapens

Motie van de leden Stemerdink en Brinkhorst Voorgesteld 19 december 1979

De Kamer, gehoord de beraadslaging; ken- nis genomen hebbende van het unanieme besluit van de NAVO-Ministerraad tot mo- dernisering van de LRTNF van de NAVO door in Europa 572 nieuwe wapensystemen te plaatsen;

overwegende, dat zulk een besluit strijdig is met de noodzaak van wederzijdse wapenbe- heersing en kan gaan leiden tot een niet ge- wenste Eurostrategische balans;

herinnerend aan de verklaring van de Ne- derlandse Regering in de NAVO-Minister- raad, dat de Regering op zulk een hoofdzaak van beleid niet kan handelen zonder de no- dige parlementaire steun;

spreekt uit, dat Nederland thans geen ver-

ber namens de D'66-fractie heb ingediend, werd de Regering verzocht in het NAVO- beraad het standpunt in te nemen, dat in december 1979 geen besluit tot modemise- ring van kernwapens diende plaats te heb- ben, maar eerst een onderhandelingsaan- bod tot wapenbeheersing aan de Sovjet Unie moest worden gedaan. Mochten deze onderhandelingen binnen anderhalf jaar niet tot resultaat leiden (o.a. door de voortgaande produktie van de SS-20), dan moest tegen dat tijdstip ook de NAVO tot modemisering overgaan. Daaraan was toegevoegd, dat in dat geval (namelijk het besluit tot modernisering) niet-plaatsing van kernwapens in Nederland niet verde- digbaar zou zijn. Uiteindelijk gaat het bij de kernwapenproblematiek immers niet om de veiligheid van Nederland, maar om die van geheel Europa.

antwoordelijkheid kan aanvaarden voor het NAVO-besluit tot plaatsing van deze nieu- we kernwapens en de daarmee samenhan- gende produktie;

verzoekt de Regering, dit standpunt ter ken- nis van de regeringen van de overige lid- staten te brengen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Stemerdink/Brinkhorst Modernisering kernwapens

Motie van de leden Stemerdink en Brinkhorst V oorgesteld 6 december 1979

De Kamer, gehoord de beraadslaging;

overtuigd van de noodzaak een beleid te voeren gericht op het terugdringen van de rol van de kernwapens;

van mening, dat getracht moet worden een nucleaire bewapeningsrace in Europa te voorkomen door het op zo kort mogelijke termijn beginnen van onderhandelingen ter zake met de Sovjet-Unie;

spreekt als haar overtuiging uit, dat in de komende NAVO-overleg niet ingestemd dient te worden met een positieve beslissing over produktie en plaatsing van de Pershing li en kruisraket, hetgeen tevens inhoudt dat Nederland thans niet kan instemmen met plaatsing van een aantal Pershing 11 en/of kruisraketten op zijn grondgebied, en gaat over tot de orde van de dag.

Stemerdink/Brinkhorst

Gewijzigde motie van het lid Brinkhorst, ter vervanging van die, gedrukt onder nr. 29 Voorgesteld 8 november 1979

De Kamer, gehoord de beraadslaging;

overwegende, dat het NAVO-verdrag geen bepalingen kent aangaande de besluitvor- ming door de NAVO-Raad c.q. het Defensie Planning Committee;

voorts overwegende, dat het overleg tussen deze organen moet worden beschouwd als een consultatie tussen de vertegenwoordi- gers der lid-staten;

van mening dat de besluitvorming in de NAVO met betrekking tot de produktie c.q.

invoering door de NAVO-strijdkrachten en stationering in Nederland van nieuwe mid- dellange-afstands tactische kernwapens niet in het NAVO-verdrag voorziene verplich- tingen betreft;

verzoekt de Regering, haar instemming met de hierboven genoemde nieuwe besluiten in

5. Op het D'66-congres van 1 december j.l. werd een motie-Tommei aangenomen die verder ging: ook afwijzing van moder- nisering indien daardoor een bewape- ningsachterstand t.o.v. de Sovjet Unie zou ontstaan. Weliswaar zei deze motie niet dat nooit zou kunnen worden gemoderni- seerd, maar evenmin werd aangegeven onder welke omstandigheden dat ooit wél het geval zou kunnen zijn.

Door dit laatste na te laten heeft de kwes- tie, naar mijn mening, een werkelijk even- wichtige benadering van de wapenbeheer- sing niet gediend.

(Tijdens de vervolgdebatten van 16 en 17 december j.l. is die vraag nog niet in al zijn scherpte aan de orde geweest). Toen ging het vooral om de vraag of de Regering tij- dens de NAVO-zitting van december al dan niet akkoord mocht gaan met moderni- sering. Waar de vraagstelling hiertoe be- perkt was, kon ik ook in deze debatten als woordvoerder voor de D'66-fractie optre- den. Daarom kon ik ook, tezamen met de PvdA, de motie Stemerdink/Brinkhorst indienen, hoewel de PvdA- en D'66-stand-

NAVO-verband niet te geven dan behou- dens goedkeuring door de Staten-Generaal en verzoekt voorts deze uitspraak aan de NAVO-bondgenoten mede te delen, en gaat over tot de orde van de dag.

Brinkhorst

Motie van het lid Brinkhorst Voorgesteld 8 november 1979 De Kamer, gehoord de beraadslaging;

overwegende, dat voorrang mot:t worden gegeven aan wapenbeheersing boven de in- voering van nieuwe kernwapens (vgl. motie- Van der Stoel c.s. d.d. 13 februari 1979, 15 300-V en X, nr.59);

voorts overwegende in dit verband, de noodzaak. gedurende een in tijd beperkte periode zekere initiatieven te ontwikkelen, ten einde daardoor de verdergaande bewa- peningsspiraal tè doorbreken, terwijl daar- door de veiligheid van het bondgenootschap niet wordt aangetast;

van mening, dat daarom thans een eenzijdi- ge daad door deNAVO moet worden gesteld in de hoop, dat de Sovjet-Unie bereid is deze te beantwoorden door harerzijds ook over te gaan tot een vermindering van haar middel- Jange-afstands tactische nucleaire wapens;

voorts van mening, dat het niet alleen gaat om de Nederlandse veiligheid, maar ook om die van Europa;

verzoekt de Regering, in het NAVO-overleg het standpunt in te nemen, dat:

I. thans geen besluit tot modernisering van nieuwe middellange-afstands kernwapens moet worden genomen;

2. een aanbod wordt gedaan aan de Sovjet- Unie, zo spoedig mogelijk te komen tot on- derhandelingen over vermindering van mid- dellange-afstands kernwapens;

3. aan de Sovjet-Unie zal worden meege- deeld, dat zal worden besloten tot moderni- sering indien er vóór de voorjaarszitting van de NAVO van mei 1981 geen resultaten zijn bereikt met betrekking tot de wapenbeheer- singsonderhandelingen o.a. over de voort- gaande produktie en invoering van de SS-20;

4. indien het bovenstaande niet tot resultaat leidt en tot produktie en stationering moet worden overgegaan, een eenzijdig uit Ne- derland weren van deze wapens niet verde- digbaar is,

en gaat over tot de orde van de dag.

Brinkhorst

DEMOCRAAT JAARGANG 13 - NR. 2 - FEBRUARI 1980 PAG. 9 1 ! 1

' '

I

(10)

UIT DE FRAI(Il

punten tijdens het november-debat ver- schillend waren. Anders dan D'66, had de PvdA-fractie in november het standpunt ingenomen dat de vraag van een eventuele modemisering van kernwapens aan NA- VO-zijde geheel open moest blijven, ook al zou de produktie van de SS-20 aan Russi- sche zijde onverkort doorgaan. De motie Stemerdink/Brinkhorst zei niet anders dan dat "thans niet kan worden ingestemd"

met modemisering van kernwapens (en dus plaatsing in Nederland). Tijdens de de- cember-debatten heb ik uitdrukkelijk aan de orde gesteld dat in de D'66-fractie ver- schillend wordt gedacht over de vraag of in een later stadium wél tot modemisering moest worden overgegaan, maar dat die vraag nu niet aan de orde was. Wél heb ik mij expliciet uitgesproken namens de frac- tie:

a. vóór het NAVO-lidmaatschap als we- zenlijk element van het Nederlandse vei- ligheidsbeleid;

b. tegen een atoompacifisme;

c. tegen een getuigenispolitiek, waarbij ik me met zoveel woorden heb gekeerd tegen een pseudo-neutralistische politiek.

Ik meen dat het daarom in de komende tijd vooral zal gaan. Zal Nederland zich afke- ren van de machtspolitiek van de grote landen, die uiteindelijk zullen bepalen óf en in hoeverre een wapenbeheersing tot stand zal worden gebracht en terugvallen in een (vooral verbale) neutraliteitspoli- tiek? Of zullen wij bereid zijn om in de NAVO te blijven vechten voor ons stand- punt dat de rol van kernwapens moet wor- den teruggedrongen. Daarbij zullen wij onvermijdelijk nederlagen lijden, maar dat is inherent aan de bereidheid verantwoor- delijkheid te dragen.

6. Het meest teleurstellende van de hele gang van zaken is dat alle partijen in het debat verloren hebben.

De oppositie: want hun moties zijn ver- worpen.

De VVD: vanwege de wens om regerings- verantwoordelijkheid te blijven dragen, ook al moesten zij zich laten welgevallen dat het ferme en principiële standpunt van produktie én plaatsing was weggesmolten tot het uit de weg gaan door de Regering van verantwoordelijkheid voor de pro- duktie en het uitstellen van een enig besluit tot plaatsing in Nederland. Ook de inten- tieverklaring daartoe, waarom woord- voerder Ploeg vroeg, heeft de VVD niet gekregen.

Het éne CDA: want de produktie en plaat- sing van 572 kernwapens in Europa is on- verenigbaar met het (overigens dwaze) vertrekpunt van:

wel aanvaarding van een beperkte pro- duktie (wat is beperkt?) en niet-aanvaar- ding van plaatsing in Nederland.

De dissidenten: want men is hun naam ver- geten.

De regering: want als geloofwaardigheid en consistentie graadmeters voor een goed beleid zijn, moet iemand eens uitleggen dat men wel kan verdedigen dat modemisering

van middellange afstands kernwapens in Europa noodzakelijk is, maar weigert om de consequenties daarvan te aanvaarden, inclusief regeringsverantwoordelijkheid voor de produktie en plaatsing van kern- wapens in Nederland.

Dat is eerder het standpunt van de VVD- kop (produktie en plaatsing) met de IKV- staart (help de kernwapens de wereld uit, te beginnen met Nederland).

En tenslotte ook D'66: want we zijn er uit- eindelijk niet in geslaagd om tijdens deze debatten in redelijkheid een alternatief veiligheidsbeleid aan de orde te stellen, dat niet beperkt blijft tot het uitdragen van een bepaalde gezindheid, maar ook de bereid- heid inhoudt uiteindelijk verantwoorde- lijkheid te dragen.

(Bij de opstelling van het nieuwe beleids-

PORTRET lt4N

programma van D'66 zal het er vooral om gaan, of wij op creatieve wijze kunnen aangeven langs welke wegen de rol van het kernwapen in het algemeen kan worden teruggedrongen, en dat gebaseerd op de bestaande internationale werkelijkheid.) Wij zullen pas dan voor velen ook op het punt van vrede en veiligheid een "redelijk alternatief' kunnen bieden, indien wij niet volstaan met het aangeven van onze ge- zindheid tegenover kernwapens (immers, welk zinnig mens is van mening dat kern- wapens een goede zaak zijn?), maar ook de politieke dimensie van het kernwapen- vraagstuk onderkennen.

Die kans is volop aanwezig wanneer we ons met grote inzet en de bereidheid om naar elkaar te luisteren opmaken voor de periode na 1980!

's Gravenhage, 14 januari 1980 •

EEN F?4RTUGANGER

CHRISliAAN JUSlUS ENSCHEDE ..

- geboren te Amsterdam, 29 december 1911, stamt af van het Haarlemse drukkersgeslacht Enschedé;

- studeerde rechten in Leiden;

- was achtereenvolgens waarnemend griflier, substituut griffier, griffier, rechter en vice-president van de recht·

bank in Rotterdam;

- werd in 1959 hoogleraar in het strafrecht aan de Universiteit van Am·

sterdam en directeur van het door hem opgerichte seminarium voor strafrecht en strafrechtspleging Van Hamel;

- was voorzitter van twee zogenaamde Commissies Enschedé:

de eerste (1967) die een onderzoek in·

stelde naar de oorzaken en achter·

gronden van de onlusten in Amster·

dam in 1966,

de tweede (1979), ook wel de Commis·

sie Aantjes genoemd, die Aantjes' ge·

drag in de oorlog moest nagaan;

- was van 1971 tot 1977 raadsheer in de Hoge Raad der Nederlanden;

- was onder meer voorzitter van de Raad voor de Journalistiek;

- bezet gedurende dit academisch jaar de zogenaamde Cleveringa-leerstoel te Leiden, met als leeropdracht: recht, macht en wetenschap.

a

DEMOCRAAT JAARGANG 13 - NR. 2 - FEBRUARI 1980 PAG. JO

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Als achtereenvolgens mijn universitaire en industriële leermeesters hebben jullie mijn denken en doen fors vorm gegeven, met name wat betreft het werken door en over

‘IK HEB NIETS GEWONNEN, IK HEB GELUK GEHAD’ ‘JE VECHT NIET TEGEN KANKER, MAAR WEL TEGEN JEZELF’.. ANITA VAN HERCK (71)

Geven we de meeste aandacht aan niet- levensbedreigende aandoeningen die veel voorkomen, of aan zeldzame ziektes die dodelijk zijn.. Het zijn complexe vragen die meestal

tekst bewerkt naar: Bart Meijer van Putten, Restless legs syndroom is belasting voor hart en bloedvaten, NRC Handelsblad, 14 april 2007 / Rusteloze benen syndroom (RBS) of

Zo zit er dubbelzinnigheid in het volgende: Connie Palmen heeft het idee dat een boek moet reflecteren op zichzelf en ze is van mening dat men meer aandacht zou moeten hebben voor

[r]

Zijn stroom van herinneringen valt uiteen in verschillende verhalen: de dood van zijn vader (Vader), huwelijk en vader- schap (Liefde), jeugd (Zoon), overgang naar

IJsland Italië Kroatië Malta Nederland Noorwegen Oekraïne Roemenië Rusland Servië Spanje Zweden Zwitserland. Plaatsen Brussel Kopenhagen Londen Madrid Milaan München Parijs