• No results found

Pels Rijcken

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Pels Rijcken "

Copied!
34
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

New Babylon

Bezuidenhoutseweg 57 2594 AC Den Haag

Postbus 11756

2502 AT Den Haag telethon (07o) 515 3o 00 www.pelsrijcken.n1

Pels Rijcken

& Droogleever Fortuijn a d vo ca te n e n n o ta ris s e n

Aantekenen met bericht van ontvangst; tevens per fax: 070 330 3370

Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Postbus 16326 2500 BH DEN HAAG

onze ref.

uw ref.

inzake

1

IB/-/10036306 Kenmerk 103876

Zienswijzen OGLNG, LTO-Nederland en Productschap Tuinbouw inzake

conceptbesluit NMa betreffende regulering toewijzing OV exitcapaciteit

6 maart 2012

Mijne heren,

0 7 MRT 2012

I. Brinkman advocaat

t (070) 515 37 53 f (070) 515 30 06

Lbrinkman@pelsrijcken.n1

Door middel van uw publicatie in de Staatscourant van 30 januari 2012 heeft u kennis gegeven dat binnen zes weken nadien zienswijzen kunnen warden ingediend op het door u ter inzage gelegde concept voor een besluit betreffende diverse wijzigingen in de Transportvoorwaarden Gas - LNB, de Begrippenlijst Gas en de Informatiecode Elektriciteit en Gas betreffende de toewijzing van OV exitcapaciteit

(het "Conceptbesluit"). Een kopie van het Conceptbesluit gelieve u hierbij aan te treffen (billage).

2 Door middel van deze brief breng ik namens clienten, de vereniging

Ondernemersorganisatie Glastuinbouw LTO-Noord/Glaskracht (OGLNG), statutair gevestigd te Den Haag, de vereniging Land- en Tuinbouworganisatie Nederland (LTO- Nederland), eveneens statutair gevestigd te Den Haag en het Productschap Tuinbouw, gevestigd te Zoetermeer (welke partijen hierna gezamenlijk aangeduid worden als:

"OGLNG c.s.") zienswijzen naar voren op het Conceptbesluit.

(2)

datum 6 maart 2012 onze ref. 113/V10036306

3 De zienswijzen van OGLNG c.s. op het Conceptbesluit luiden als volgt.

2/6

Algemeen

4 OGLNG c.s. juichen het toe dat uw Raad in het Conceptbesluit de intentie verwoordt te komen tot een (sector)breed gedragen methode voor de toedeling van OV-

exitcapaciteit.

5 Voor OGLNG c.s. en hun achterban is het nl. van groat belang dat er een - rechtens - correcte regeling komt voor de contractering en toedeling van OV-exitcapaciteit ter vervanging van de regeling, zoals uw Raad die dienaangaande heeft geintroduceerd met de wijziging van artikel 2.1.2b Transportvoorwaarden Gas - LNB bij beslissing op bezwaar van 15 oktober 2008, kenmerken: nrs. 102907_1/20, 102907_2/18,

102907_3/19, 102907_4/19 (hierna de: "Beslissing op bezwaar").

6 Bij de Beslissing op bezwaar is de regeling voor toerekening van OV-exitcapaciteit vervat in artikel 2.1.2b Transportvoorwaarden Gas - LNB gebaseerd op de "technische aansluitcapaciteit" (vgl. Conceptbesluit, rnr.8). Toerekening van OV-exitcapaciteit op basis van "technische aansluitcapaciteit" is niet alleen intransparant, maar bovenal in strijd met het recht, onuitvoerbaar (vgl. Conceptbesluit, rnr. 11) en discriminatoir en veroorzaakt kruissubsidie. Bij afrekening van de OV-exitcapaciteit op grand van de

"technische aansluitcapaciteit" zouden de gastransportkosten voor de achterban van OGLNG c.s., de tuinders, ontoelaatbaar stijgen. Een vervangende regeling voor OV- exitcapaciteit zou ten minste moeten leiden tot lagere kosten voor de tuinders en tot vergroting van de transparantie van de methode tot toerekening van OV-exitcapaciteit.

7 Tegen deze achtergrond maken OGLNG c.s. de volgende kanttekeningen bij het Conceptbesluit.

Kruissubsidie niet aangetoond

8 In het Conceptbesluit schrijft u dat de tot dusver toegepaste regeling voor

contractering en toedeling van OV-exitcapaciteit aan programmaverantwoordelijken voor telemetriegrootverbruikers op grand van de "gecontracteerde capaciteit" op grand van artikel 2.1.2b Transportvoorwaarden Gas - LNB kruissubsidie tot gevolg heeft of kan hebben (Conceptbesluit, rnrs. 43, 44-47, 69). Volledigheidshalve merken OGLNG c.s. op dit standpunt te blijven betwisten. Uit het Conceptbesluit blijkt dat u meent ongewenste kruissubsidie kan ontstaan bij ondercontractering door

telemetriegrootverbruikers; dergelijke ondercontractering is echter niet aangetoond.

Plancapaciteitsberekening niet transparant; evaluatie OV-exitregeling De fin itie en form ule Pla ncapa citeit

9 Naar aanleiding van zienswijzen van OGLNG c.s. op een eerder voorstel voor de regulering van de toerekening van OV-exitcapaciteit schrijft u in het Conceptbesluit

Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn advoca ten en no ta rissen

(3)

datum 6 maart 2012 ooze ref. IB/-/10036306

3/6

(rnrs. 47, 50-51) ten onrechte dat het niet nodig is door middel van het Conceptbesluit in de Technische Voorwaarden Gas (voorwaarden in de zin van artikel 12b 12f/12g Gaswet) een definitie en formule voor de berekening van de plancapaciteit vast te leggen.

10 OGLNG c.s. wijzen erop dat er weldegelijk reden is een definitie en formule voor de berekening van plancapaciteit vast te stellen. De in het Conceptbesluit vervatte regeling voorziet immers in de verdeling van die plancapaciteit in enerzijds de

plancapaciteit profielafnemers en de standaardcapaciteit profielafnemers en anderzijds de plancapaciteit telemetriegrootverbruikers. Het Conceptbesluit bepaalt hoe

vervolgens die standaardcapaciteit profielafnemers en plancapaciteit

telemetriegrootverbruikers volgens gedetailleerde formules moeten worden verdeeld over programmaverantwoordelijken.

11 OGLNG c.s. wijzen erop dat onder meer artikel 13 Verordening 715/2009/EG en artikel 12f Gaswet (lid 1 en 2) weldegelijk vereisen dat inzicht verschaft wordt in de

werkelijke kosten van nettoegang en dat de tarieven op non-discriminatoire wijze worden vastgesteld en transparant zijn. Het niet vaststellen van een formulering en definitie van plancapaciteit zou zich daarmee niet verdragen en bovendien niet in lijn zijn met het rechtszekerheids- en legaliteitsbeginsel.

Eva lua tie

12 Eerder hebben OGLNG c.s. ook laten weten voorstander te zijn van een evaluatie van de in het Conceptbesluit vervatte regeling na ommekomst van een bepaalde periode na inwerkintreding, bijvoorbeeld twee jaar. Bij zo'n evaluatie kan uw Raad controleren of de regeling efficient is en goed uitwerkt voor de diverse marktpartijen.

13 In het Conceptbesluit (rnrs. 54-55) schrijft u geen aanleiding te zien voor een

evaluatie van de voorliggende regeling, mede omdat die gewijzigd is ten opzichte van het vorige voorstel. OGLNG c.s. menen dat een evaluatie van een dergelijke nieuwe systematiek toch op zijn plaats is. Zij menen dat daarvoor eens te meer reden zou zijn als uw Raad geen definitie en formule voor de berekening van de plancapaciteit zou vastleggen.

Controle gegevens door programmaverantwoordelijke 14 Onderdeel van de voorliggende regeling is dat de betreffende

programmaverantwoordelijken - binnen een bepaalde termijn - de gegevens moeten controleren en corrigeren die de regionale netbeheerders op grand van het

conceptartikel 2.1.2c Transportvoorwaarden Gas - LNB doorgeven aan de

netbeheerder van het landelijk gastransportnet. De netbeheerder van het landelijk gastransportnet dient de verdeling van de standaardcapaciteit profielafnemers en de plancapaciteit aan de hand van dergelijke correcties te herzien.

(4)

datum 6 mart 2012 onze ref. IB/-/10036306

4/6

15 In het Conceptbesluit (rnr. 56-57) schrijft u dat het - anders dan OGLNG c.s. eerder hebben voorgesteld - niet nodig zou zijn to voorzien in een regeling voor de situatie dat een programmaverantwoordelijke niet (tijdig) de in de vorige alinea geschetste controle uitvoert, omdat de meetverantwoordelijke de betreffende gegevens correct moet aanleveren. OGLNG c.s. menen dat een dergelijke regeling echter wel van belang is. Immers, blijkens het voorgestelde artikel 2.1.2c herziet de netbeheerder van het landelijk gastransportnet de verdeling van de standaardcapaciteit en de plancapaciteit telemetriegrootverbruikers slechts indien een programmaverantwoordelijke wijzigingen doorgeeft, niet indien een meetverantwoordelijke correcties doorgeeft. Voorkomen moet worden dat fouten niet worden gecorrigeerd als een

programmaverantwoordelijke correcties niet (juist) doorgeeft.

Modelcapaciteit

16 Uit het Conceptbesluit (rnrs. 61-62) leiden OGLNG c.s. of dat uw Raad ten onrechte van oordeel is dat het voorgestelde artikel 2.1.2d Transportvoorwaarden Gas - LNB gecorrigeerd is voor pieklevering. OGLNG c.s. wijzen erop dat artikel 2.1.2d

Transportvoorwaarden Gas - LNB echter niet is gecorrigeerd voor pieklevering. In de formule van "Modelcapaciteit", zoals opgenomen in artikel 2.1.2d

Transportvoorwaarden Gas - LNB is weliswaar rekening gehouden met "pieklevering", maar die "Modelcapaciteit" keert in dat artikel slechts terug in de n oem er van de formule voor de berekening van de fitfactor profielafnemers. De fitfactor

profielafnemers is op zijn beurt weer slechts een parameter van het product waaruit de standaardcapaciteit profielafnemers wordt berekend volgens het voorgestelde artikel 2.1.2d Transportvoorwaarden Gas - LNB. Hiermee vindt geen juiste correctie voor pieklevering plaats.

17 Daarbij komt nog dat de Modelcapaciteit volgens het voorgestelde artikel 2.1.2d Transportvoorwaarden Gas - LNB zelf wordt berekend uit een product waarvan "F (cat, maand)" een parameter is. Blijkens de toelichting in het voorgestelde artikel 2.1.2d Transportvoorwaarden Gas - LNB is de F (Gx, maand) "de maximale uurfractie voor de profielenmethodiek conform bijlage 1 van de Allocatievoorwaarden Gas voor

afnamecategorie x bij de referentietemperatuur behorend bij de onderhavige maand".

In bijlage 1 bij de Allocatievoorwaarden Gas wordt evenwel noch de term "uurfractie", noch de term "referentietemperatuur" gebezigd. Voor zover uit bijlage 1 bij de Allocatievoorwaarden Gas wel een verbruilcspatroon gebaseerd op gerealiseerde temperaturen in De Bift kan worden afgeleid, is dat verbruikspatroon niet begrensd tot -9° Celsius. Aldus is de "F (Gx, maand)" niet gecorrigeerd voor pieklevering. Kortom, bij de berekening van de Modelcapaciteit wordt ten onrechte geen rekening gehouden met pieklevering, terwijl de omschrijving van "F (Gx, maand)" niet sluitend is.

18 Aldus is de met artikel 2.1.2d Transportvoorwaarden Gas - LNB voorgestelde formule voor de berekening van de OV-exitcapaciteit voor profielafnemers niet sluitend. Op dit punt voldoet het Conceptbesluit dan ook niet aan het rechtszekerheids- en legaliteits-

Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn advocaten en no ta rissen

(5)

datum 6 maart 2012 ooze ref. 113F/10036306

5/6

en motiveringsbeginsel en verdraagt het zich niet met (artikel 13) Verordening 715/2009/EG en artikel 12f Gaswet (lid 1 en 2), welke artikelen onder meer eisen dat een regeling als de onderhavige leidt tot een transparante berekening van tarieven die de werkelijke kosten reflecteren en dat deze regeling transparant en evenredig is.

Definitie Jaarverbruik Telemetriegrootverbruikers

19 In het Conceptbesluit (tors. 63-64) heeft u een definitie van "Jaarverbruik

telemetriegrootverbruikers" opgenomen. OGLNG c.s. menen dat deze definitie niet zou behoeven te worden vastgesteld, omdat de grootheid "Jaarverbruik

telemetriegrootverbruikers" geen (meer) onderdeel uitmaakt van de thans voorliggende regeling voor contractering en toedeling van OV-exitcapaciteit. Om dezelfde reden zou ook niet in artikel 2.1.4 sub m Informatiecode Elektriciteit en Gas hoeven te warden opgenomen dat in de aansluitingenregisters voor gasaansluitingen tevens het "jaarverbruik telemetriegrootverbruikers" moet worden vastgelegd, zoals bepaald in de bijlage bij het Conceptbesluit.

Definities "standaardcapaciteit profielafnemers" en "fitfactor telemetriegrootverbruikers"

20 Het Conceptbesluit voorziet in de definiering van de grootheden "standaardcapaciteit profielafnemers" en "fitfactor telemetriegrootverbruikers". OGLNG c.s. menen dat de uit artikel 12b Gaswet voorvloeiende transparantie-eisen respectievelijk het

rechtszekerheids- en legaliteitsbeginsel vergen dat deze definities een in woorden uitgeschreven vorm van de betreffende formules zoals die vermeld zijn in de

voorgestelde artikelen 2.1.2d respectievelijk 2.1.2e Transportvoorwaarden Gas - LNB.

Dat is in ieder geval bij de voorliggende definitie van "fitfactor

telemetriegrootverbruikers" nu niet zo, anders dan u schrijft in het Conceptbesluit (rnr.

66).

Profielfactor telemetriegrootverbruik

21 In de bijlage bij het Conceptbesluit staat in artikel 2.1.2f Transportvoorwaarden Gas - LNB (zoals in het huidige artikel 2.1.2b) vermeld dat de netbeheerder van het landelijk gastransportnet onder meer de "profielfactoren grootverbruik" publiceert. In de

Begrippenlijst is echter de "profielfactor telemetriegrootverbruik" gedefinieerd. OGLNG c.s. menen dat daarnaar ook in artikel 2.1.2f verwezen zou moeten warden.

Wettelijke taken LNB van algemeen belang

22 In het conceptartikel 2.1.2 Wettelijke taken LNB van algemeen belang, tweede zin, zoals opgenomen in de bijlage bij het Conceptbesluit staat vermeld dat de

netbeheerder van het landelijk gastransportnet maandelijks conform artikel 2.1.2d Transportvoorwaarden Gas - LNB de maximale levering bepaalt. OGLNG c.s. menen dat het juist is in het conceptartikel 2.1.2 Wettelijke taken LNB van algemeen belang tevens te verwijzen naar artikel 2.1.2b Transportvoorwaarden Gas - LNB, omdat juist dat artikel vermeldt dat de netbeheerder van het landelijk gastransportnet de

(6)

0

datum 6 maart 2012 onze ref. IB/-/10036306

plancapaciteit, de plancapaciteit profielafnemers, de standaardcapaciteit profielafnemers en de plancapaciteit telemetriegrootverbruikers bepaalt.

11111111=

6/6

Overgangsregeling

23 OGLNG c.s. begrijpen dat het de bedoeling is dat de in het Conceptbesluit vervatte regeling per 1 januari 2013 in werking zal treden (Conceptbesluit, rnr. 72). OGLNG c.s.

wijzen op het belang dat er - naast de vaststelling van een voor hen acceptabele regeling voor de toedeling en contractering van OV-exitcapaciteit per 2013 -

deflnitieve (rechts)zekerheid komt te bestaan over de toepassing van de regeling voor toedeling en contractering van OV-exitcapaciteit ten behoeve van

telemetriegrootverbruikers op grond van "gecontracteerde capaciteit", zoals de Voorzieningenrechter van het CBb in de in het Conceptbesluit (rnr. 10) aangehaalde schorsing van de Beslissing op bezwaar heeft bepaald.

Tot slot

24 Tot zover de zienswijzen van OGLNG c.s. op het Conceptbesluit. OGLNG c.s. hopen dat uw Raad spoedig, met inachtneming van deze zienswijzen, een definitief besluit neemt tot vaststelling van een regeling voor de contractering en toedeling van OV-

exitcapaciteit.

25 OGLNG c.s. zijn graag bereid hun zienswijzen nader toe te lichten en zullen daartoe mede aanwezig zijn bij de hoorzitting die uw Raad op 20 maart 2012 organiseert met betrekking tot het Ontwerpbesluit.

Hoogachtend,

Pels Rijcken & Drgpgicapvpr Fart' iiin N V

I. Brinkman

Advocaat/gemachtigde

Pels Rgcken & Droogleever Fortuijn advocaten en n otarissen

(7)
(8)

Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLU IT

Nummei 103876 /

Hardt zaak: Toedeling OV-exit capaciteit

I Inleiding

1. Bij brief van 4 juli 2011 (kenmerk N 2011-533) heeft de Vereniging van

Energienetbeheerders in Nederland (hierna: de gezamenlijke netbeheerders) een codewijzigingsvoorstel inzake de toedeling van OV-exitcapaciteit (hierna: het voorstel) gezonden aan de Read van Bestuur van de Nederlandse

Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad). Het voorstel beoogt de voorwaarden, bedoeld in artikel 12b, eerste lid, onderded a, van de Gaswet te wijzigen. De voorgestelde wijzigingen bevinden zich in de Transportvoorwaarden Gas — INS, de Begrippenlijst Gas en de Informatiecode Elektriciteit en Gas.

2. De gezamenlijke netbeheerders geven aan het voorstel aan de representatieve organisaties te hebben voorgelegd en met hen te hebben besproken op een overleg als bedoeld in artilte112d, eerste lid, van de Gaswet. Bedoeld overleg is gehouden op 30 juni 2011. Het verslag ten aanzien van de ingediende cormnentaren op het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders, aismede de gevolgtreldtingen die de

gezamenlijke netbeheerders hieraan hebben verbonden, waren echter niet bij het voorstel gevoegd, daar dit verslag nog niet was vastgesteld.

3. De Raad heeft bij brief van 19 juli 2011, met kenmerk 103876/2, de ontvangst van het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders bevestigd. Daarbij heeft de Raad aangegeven dat het voorstel, gelet op de eis van artikel 12d, tweede lid, van de Gaswet en vanwege het ontbreken van voornoemd verslag, nog niet in behandeling kan worden genomen. De Raad heeft de gezamenlijke netbeheerders verzocht de informatie bij het voorstel in die zin aan te vullen en dit verslag aisnog binnen vier weken in te zenden.

(9)

4. In dezelfde brief heeft de Raad aangegeven dat hij de uniforme

voorbereidingsprocedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet

bestuursrecht (hierna: Awb) zal volgen bij de behandeling van het ingediende voorstel

5. Bij brief van 15 augustus 2011 (kenmerk 2011-569) hebben de gezamenlijke

netbeheerders het versiag van het overleg van 30 juni 2011 aan de Raad gezonden. De Raad heeft het voorstel derhalve op die datum in behandeling genomen.

6. In reactie op een wijzigingsopdracht hebben de gezamenlijke netbeheerders bij brief van 11 november 2011 (kenmerk N2011-625) het voorstel gewijzigd.

II Voorgeschiedenis en aanleiding van het voorstel

7. De Raad heeft op 15 oktober 20081 beslist op de bezwaren die zijn ingediend tegen zijn besluit van 19 december 2007 tot wijziging van de Tarievencode Gas, de Begrippenlijst Gas, de Transportvoorwaarden Gas-LNB, de Wettelijke taken LNB van algemeen belang en de Informatiecode Elektriciteit en Gas.

8. In het besluit van 15 oktober 2008 is onder meer artikel 2.1.2b van de

Transportvoorwaarden Gas — LNB gewijzigd vastgesteld. Ingevolge het gewijzigde artikel 2.1.2b bepaalt de netbeheerder van het landelijk gastransportnet de in een maand door elke shipper met erkenning LB gecontracteerde exitcapaciteit op basis van, onder meet, de technische aansluitcapaciteit per shipper als vastgelegd in de aanslultingenregisters van de regionale netbeheerders. Hiermee Is beoogd een systeem in het leven to roepen waarin grootverbruikers achter een OV-exit worden afgerekend op basis van de capaciteit die zijn onder extreme amstandigheden kunnen benutten, in plaats van een systeem waarin de toedeling van exitcapaciteit werd bepaald op basis van de gecontracteerde capaciteit. De inwerkingtredingdatum van dit besluit is vastgesteld op 1 januari 2009.

9. Na het besluit op bezwaar van 15 oktober 2008 zijn door diverse partijen vraagtekens geplaatst bij de haalbaarheid en wenselijkheid van de datum van inwerIcingtreding van 1 januari 2009. Naar aanleicling hiervan heeft de Raad in zijn besluit van 16 december 2008, de datum van inwerkingtreding van artikel 2.1.2b

Transportvoorwaarden Gas-LNB bepaald op 1 juli 2009.2 Nadat de Raad de

Besluit met kenmerken 102907_1/20, 102907_2/18, 102907_3/19, 102907_4/19.

2 Besluit met kenmerken 102907 J/27, 102907_2/27, 102907_3/27, 102907A/27.

(10)

inwerkingtreding reeds had uitgesteld tot 1 juli 2009 is door verschillende partijen verzocht de inwerlcingtreding per 1 jell 2009 verder ult te stellen.

10. Tegen het besluit van 15 oktober 2008 is beroep ingesteld en is een voorlopige voorziening gevraagd bij de voorzieningenrechter van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: het CBb). Het CBb heeft op 16 jell 2009 het verzoek om een voorlopige voorziening toegewezen en de werking van artikel 2.1.2b van de

Transportvoorwaarden Gas — LNB geschorst.3 De werking van dit artikel is opgeschort totdat op de beroepen is beslist. Deze schorsing betekent dat op dit moment de OV-exitcapaciteit word[ toebedeeld op basis van de gecontracteerde aansluitcapaciteit, zoals door de Raad is vastgesteld in het besluit van 19 december 2007. De beroepsprocedure tegen het besluit van 15 oktober 2008 is thans aanhangig bij het CBb.

11. De Raad heeft naar aanleiding van bovengenoemde voorlopige voorziening van het CBb een aantal aspecten met betrekking tot het verkleinen van de technische aansluitcapaciteit nader onderzocht, met name de diverse mogelijkheden die gasnetbeheerders aanbieden en de prijzen die zij daarbij in rekening brengen. Voorts heeft de Raad de gezamenlijke netbeheerders gevraagd am met een eenduidige deftnitie van technische capaciteit van de aansluiting te komen. Aldus de gezamenlijke netbeheerders bleek het echter niet mogelijk om een door alle belanghebbenden gedragen voorstel op te stellen.

12. Vervolgens heeft de Raad per brief van 18 februari 20104 aan de gezamenlijke netbeheerders aangeven dat hij het van belang acht dat er een codewijziging

plaatsvindt. De Raad heeft de gezamenlijke netbeheerders daarom aisnog de verzocht een voorstel in te dienen. Verder heeft de Raad in deze brief aangeven dat hij er kennis van heeft genomen dat netbeheerders en representatieve organisaties in overleg zijn over mogelijke alternatieven voor het toebedelen van exitcapaciteit aan verbruikers op het regionale gasnet. De Raad merkt in deze brief op dat hij de uitkomsten van een alternatief voorstel met belangstelling tegemoet ziet.

13. Naar aanleiding van bovengenoemde brief van 18 februari 2010 hebben de gezamenlijke netbeheerders op 2 maart 20104 een voorstel ingediend waarin de technische aansluitcapaciteit is gedefinieerd. Uit mondelinge en schriftelijke zienswijzen van marktpartijen alsook ult de readies van de gezamenlijke

3 CBb, 16 juli 2009, Awb 09/815 Brief met kenmerk 103454/1.

5 Voorstel met kenmerk N 2010-296.

(11)

netbeheerders zelf, bleek dat de voorgestelde dermitie van technische

aansluitcapaciteit niet adequaat was. Tijdens de hoorzitting ten kantore van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op 21 mei 2010 naar aanleiding van dit voorstel hebben de gezamenlijke netbeheerders aangegeven dat zij een alternatief voorstel met een nieuwe methode voor de toedeling van OV-exitcapaciteit zouden willen indienen. Eveneens is op genoemde hoorzitting door de gezamenlijke netbeheerders een korte uiteenzetting van deze nieuwe methode gegeven. Ook marktpartijen die ter zitting aanwezig waren, gaven de voorkeur aan deze nieuwe methode boven het voorstel waarin de technische aansluitcapaciteit is gedefinieerd.

14. De Raad heeft bij brief van 8 junI 20106 aangegeven op voorhand niet onwelwillend te staan tegenover het indienen van een alternatief voorstel met daarin een nieuwe methode. De Raad heeft in deze brief de gezamenlijke netbeheerders verzocht om een alternatief voorstel zo snel mogelijk in te dienen zodat de besluitvorming niet words vertraagd.

15. Bij brief van 18 februari 20117 hebben de gezamenlijke netbeheerders een

codewijzigingsvoorstel met daarin de bovengenoemd nieuwe methode aan de Raad gezonden. Met dit voorstel is door de gezamenlijke netbeheerders gepoogd de toedeling van OV-exitcapaciteit voor.grootverbruikers achter OV-exits niet te baseren op de technische aansluitcapaciteit van een aansluiting, maar op een alternatieve verdeelsleutel. De Raad kon zich vinden in de uitgangspunten van dit voorstel, namelijk het voorkomen van kruissubsidie tussen profielafnemers en

telemetriegrootverbruikers en, de kruissubsidie tussen telemetriegrootverbrulkers onderling. Echter, bij nadere analyse door de gezamenlijke netbeheerders op basis van meetgegevens uit de pralctijk bleek dat de toedeling van OV-exitcapaciteit op basis van deze alternatieve verdeelsleutel in de praktijk niet geheel functioneert. De Raad heeft daarom de gezamenlijke netbeheerders verzocht om met een nieuw voorstel te komen, gebaseerd op dezelfde bovengenoemde uftgangspunten, maar passend bij de meetgegevens.

16. Bij brief van 4 juli 20116 hebben de gezamenlijke netbeheerders ter vervanging van het voorstel van 18 februari 20119 een voorstel ingediend met een nieuwe verdeelsleutel voor de toedeling van OV exitcapaciteit, die volgens de gezamenlijke netbeheerders

6 Brief met kenmerk 103454/13.

Voorstel met kenmerk N 2011-439

8 Voorstel met kenmerk N 2011-533.

Voorstel met kenmerk N 2011-439.

(12)

wel in overeenstemming is met de meetgegevens. Ook hebben de gezamenlijke netbeheerders in deze brief het voorstel van 2 maart 2010' ingetrokken.

17. In het onderhavige besluit beoordeelt de Raad het door de gezamenlijke netbeheerders ingediende voorstel van 4 jut 2011.

III Wettelijk kader en procedure

18. Op basis van artikel 3:10 van de algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) beslist de Raad dat het besluit op het voorstel van de gezamenlijk netbeheerders van 4 juli 2011 wordt voorbereid met toepassing van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure zoals bedoeld in afdeling 3.4 van de Awb. Deze procedure houdt het volgende in.

19. Na ontvangst van het voorstel heeft de Raad de netbeheerders verzocht het voorstel aan to vullen met de informatie die ingevolge artikel 12d, tweede lid, van de Gaswet is vereist, namelijk het GEN-verslag. Op de datum van ontvangst van die informatie, heeft de Raad het voorstel in behandeling genomen.

20. De Raad stelt vervolgens een ontwerpbesluit op. Overeenkomstig artikel 3:11, gelezen in samenhang met artikel 3:16, eerste lid, van de Awb wordt dit ontwerpbesluit gedurende een periode van zes weken ter inzage gelegd. Gedurende diezelfde termijn kunnen belanghebbenden schrlftelijk en/of mondeling hun zienswijze over het ontwerp naar voren brengen.11 Voorafgaand aan de terinzagelegging Beef de Raad kennis van het ontwerp in de Staatscourant.'

21. De Raad betrekt de ingebrachte zienswijzen bij de beoordeling van het voorstel.

Indien de Raad van oordeel is dat het voorstel in overeenstenuning is met de wet, zal de Raad vervolgens overgaan tot het vaststellen van het deftnitieve besluit.

22. Tegen een besluit dat met toepassing van de uniforme openbare

voorbereidingsprocedure is genomen, staat ingevolge artikel 7:1, eerste lid, onder d, van de Awb niet de mogelijitheid van bezwaar open. Wei kan tegen het besluit beroep worden ingesteld hij het Clib. Daarbij geldt ingevolge artikel 6:13 van de Awb de beperking dat geen beroep kan worden ingesteld door een belanghebbende aan wie

HIVoorstel met kenmerk N 2010-296.

Artikelen 3:15 en 3:16 van de Awb.

Artikel 3:12 van de Awb.

5

(13)

redelijkerwijs kan worden verweten dat hij geen zienswijzen naar voren heeft gebracht.

23. Zoals hiervoor overwogen, is het voorstel van 18 februari 2011" vervangen door onderhavig voorstel. Het voorstel van 18 februari 2011 is door de Raad eerder ter inzage gelegd. Over dit voorstel heeft de vereniging Ondernemersorganisatie Glastuinbouw LTO -Noord/Glaskracht en het productschap tuinbouw en de vereniging Land- en Tuinbouworganisatie Nederland (hierna gezamenlijk aangeduid als: OGLNG c.s.) op 5 april 2011 een zienswijze ingediend. De uitgangspunten van de methode in het voorstel van 18 februari 2011 liggen ook ten grondslag aan de methode die in het voorstel van 4 juli 2011 dat in het onderhavige besluit wordt beoordeeld. Om die reden betrekt de Raad deze zienswijze van OGLNG c.s. in zijn beoordeling van het voorstel. Deze zienswijze wordt in de beoordeling van de Raad verder aangeduid als de brief van OGLNG c.s.

24. Met medeneming van de brief van OGLNG c.s en de uitkomsten van het overleg tussen de representatieve organisaties en de gezamenlijke netbeheerders (zoals in het GEN-verslag opgenomen ter voldoening van artike112d van de Gaswet) heeft de Raad het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders getoetst aan de belangen, regels en eisen genoemd in artikel 12f, eerste en tweede lid, van de Gaswet.

25. Bij de toetsing van het voorstel aan artikel 12f, eerste en tweede lid, van de Gaswet heeft de Raad vastgesteld dat het voorstel op enkele punten die betrekking hebben op de Begrippenlijst Gas in strijd is met de belangen, regels en eisen genoemd in artikel 12f, eerste en tweede lid, van de Gaswet. Naar het oordeel van de Raad was het voorstel in strijd met het belang, als bedoeld in artikel 12f, eerste lid, onderdeel e, van de Gaswet, omdat twee begrippen op verschillende plekken in het codevoorstel gtonden gedefinieerd. Derhalve heel de Raad op grond van artike1121, derde lid, van de Gaswet een wijzigingsopdracht aan de gezamenlijke netbeheerders gegeven. De wijzigingsopdracht, met kenmerk 103876/9, is op 14 oktober 2011 aan de

gezamenlijke netbeheerders verstuurd.

26. Op 11 november 2011 heeft de Raad van de gezamenlijke netbeheerders een gewijzigd voorstel" naar aanleiding van de wijzigingsopdracht ontvangen.

27. Verder bevat het gewijzigde voorstel van de gezamenlijke netbeheerders twee aanvullingen op artikel 2.1.4 van de Informatiecode Gas en Elektriciteit. De

" Voorstel met kenmerk N 2011-439.

" Voorstel met kenmerk N2011-625.

(14)

gezamenlijke netbeheerders motiveren deze aanvullingen als volgt. De verantwoordelijkheid voor het indienen van wgzigingsvoorstellen voor de

Informatiecode Elektriciteit en Gas ligt sinds 1 juli 2011 niet meer bij de gezamenlijke netbeheerders als vertegenwoordiger van de gezamenlijke netbeheerders. Hiervoor is ingevolge artikel 22 van de Gaswet en artikel 54 van de Elektriciteitswet 1998 Nedu als vertegenwoordiger van een representatief deel van de ondememingen die zich bezighouden met transport, leveren en meten van elektriciteit en gas, aangewezen.

Nedu heeft in haar algemene leden vergadering van 9 november 2011 desgevraagd verklaard dat de onderdelen uit dit voorstel die betreldcing hebben op de

Informatiecode Elektriciteit en Gas geacht moeten worden door Nedu te zijn ingediend.

28. In dit besluit wordt het gewijzigde voorstel getoetst aan de belangen, regels en eisen als bedoeld in artikel 12f, eerste lid en tweede lid, van de Gaswet. Dit gewijzigde voorstel wordt hierna verder aangeduid als: het voorstel.

29. Op grond van artike1121, tweede lid, van de Gaswet dient de Raad, voordat de voorwaarden kunnen worden vastgesteld, deze ter notificatie aan te bieden aan de Europese Commissie, indien de voorwaarden zogenaamde lechnische voorschriften' bevatten. Deze verplichting is gebaseerd op de Europese richtlijnen 98/34/EG en 98/48/EG.

30. Onder `technische voorschriften' vallen onder meer voorschriften die direct of indirect aan een product worden gesteld (bijvoorbeeld technische eisen aan een

meetinrichting), maar ook eisen aan 'diensten van de informatiemaatschappir Bij dit laatste gaat het om diensten die gewoonlijk tegen vergoeding, tangs elektronische weg, op afstand (dus zonder dat partijen fysiek en gelijktijdig aanwezig zijn) en op ihdividueel verzoek van een afnemer worden verricht (bijvoorbeeld een verplichting om meetgegevens op elektronische wijze te verzamelen).

31. Het voorstel dat met dit besluit wordt vastgesteld, bevat geen voorwaarden die technische voorschriften als hiervoor bedoeld inhouden.

III Beoordeling van het voorstel

Algemeen

32. De Raad hecht er belang aan dat er een methode voor het toedelen van OV-exitcapaciteit wordt ontwikkeld die breed door (markepartgen wordt gedragen. De gezamenlijke netbeheerders hebben in het verlengde hiervan in het voorstel aangegeven dat zij samen

7

(15)

met betrokken partijen tilt het Gebruikersplatform elektriciteit- en gasnetwerken een uitvoerbaar en breed gedragen alternatieve methode voor toedeling heeft ontwikkeld. Het systeem zoals neergelegd in het voorstel bevat een nieuwe methode voor de toedeling van OV-exitcapaciteit. Het doel van het voorstel is om de kruissubsidie tussen proftelafnemers en telemetriegrootverbruikers op te heffen, alsmede de kruissubsidie tussen

telemetriegrootverbruikers onderling. Op basis hiervan heeft de Raad het vertrouwen dat de gezamenlijke netbeheerders in voorliggend voorstel een methode hebben ontwikkeld die uitvoerbaar is en breed door marktpartijen ondersteund wordt.

33. In het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders wordt een aantal wijzigingen

voorgesteld, die door de Raad in dit hesluit worden beoordeeld. Daarbij wordt het voorstel door de Raad getoetst aan de belangen, repels en eisen Ms bedoeld in artikel 12f, eerste en tweede lid, van de Gaswet. De brief van OGLNG c.s. wordt bij die toetsing betroklcen.

34. Dit hoofdstuk behandelt het volgende. Ten eerste wordt hieronder ingegaan op het begrip DV exitcapaciteit'. Vervolgens wordt ingegaan op de verbeteringen van de nieuwe methode ten opzichte van de huidige methode. Daarbij wordt uitgelegd hoe volgens de vigerende voorwaarden OV exitcapaciteit wordt toebedeeld. Vervolgens wordt uitgelegd hoe aldus de gezamenlijke netbeheerders volgens dit codewijzigingsvoorstel OV exitcapaciteit wordt toebedeeld en op welke wijze daarmee het huidige systeem wordt verbeterd. Ter afsluiting van dit hoofdstuk zal de Raad het voorliggende voorstel van de gezamenlijke netbeheerders beoordelen.

OV exitcapaciteit

35. De punten waar gas het landelijk gastransportnet verlaat, heten exitpunten. Er zijn verschillende exitpunten: er zijn punten voor grootverbrulkers die direct aangesloten zijn op het gasnet, voor export naar het buitenland en voor regionale gasnetten. Ent laatste type word[ OV exit genoemd, waarbij OV staat voor openbare voorzieningen. Het gas dat via een OV exit het landelijk net verlaat, komt in het regionaal net, waar het bedoeld is voor de op dat net aangesloten afnemers.

36. De netbeheerder van het landelijk gastransportnet (hierna ook: de LNB) bepaalt elk jaar de zogenoemde plancapaciteit. De plancapaciteit is de capaciteit van het landelijk

gastransportnet die bedoeld is voor afnemers op de regionale netten die nodig is om die afnemers bij extreme temperatuursomstandigheden van gas te voorzien. Door de

plancapaciteit vast te stellen, waarborgt de LNB dat er altijd voldoende capaciteit is voor de afnemers.

37. Erkende programmaverantwoordelijken (voorheen shippers) zijn de partijen die het gastransport regelen voor hun afnemers. Zij contracteren capaciteit bij de LNB voor hun

(16)

afnemers. De capaciteit die ze maandelijks contracteren voor hun afnemers in het regionale net, wordt OV exitcapaciteit genoemd.

Huidige methode contractering OV exitcapaciteit

38. Er zijn twee typen afnemers op regionale netten: profielafnemers en

telemetriegrootverbruikers. Profielafnemers zijn veelal huishoudens, waarvan het

gasverbruik temperatuurgerelateerd is. Telemetriegrootverbruilters omvatten verschillende soorten afnemers, waarbij het verbruik uurlijks wordt bemeten. In tegenstelling tot profielafnemers hoeft het verbruik niet temperatuurafhankelijk te zijn of veel minder. Zoals gezegd zijn het de programmaverantwoordelijken die OV exitcapaciteit contracteren voor bun Idanten: de profielafnemers en telemetriegrootverbruikers.

39. De OV-exitcapaciteit die een programmaverantwoordelijke voor zijn profielafnemers in een bepaald netgebied (regional net) per maand bij de LNB meet contracteren is het

maximale uurverbruik van die profielafnemers in de desbetreffende maand vermenigvuldigd met de fitfactor. Dit is weergegeven in de onderstaande formule:

OV exitcapaciteit = Maximaal uurverbruik x fitfactorli

Het maximale uurverbruik is gebaseerd op meetgegevens van het gasverbruik (profielen) nit het verleden. Zo zal het maximale uurverbrulk in de wintermaanden hoger liggen dan in de zomermaanden. Echter, het uurverbruik dat te wijten is aan temperaturen beneden de - 9 °C wordt niet meegenomen.16.17

40. De OV-exitcapaciteit die een programmaverantwoordelijke voor zijn

telemetriegrootverbruikers in een bepaald netgebied (regional net) per maand bij de LNB meet contracteren is de bij de RNB gecontracteerde capaciteit van die telemetriegebruikers in de desbetreffende maand vermenigvuldigd met de fitfactor. Daarnaast kunnen

Het uurverbruik worth berekend door de maximale profieffractie bij de year die maand geldende referentletemperatuur te vermenigvuldigen met het standaardjaarverbruik. Zie artikel 2.1.26 van de Transportwaarden Gas — LNB.

Omdat ingevolge artikel 2, van het Besluit Leveringszekerheid de beheerder van het landelijk transportnet (LNB) your alle kleinverbruikers in Nederland OV-exit capaciteit beschikbaar houdt voor temperaturen tussen 9 en 17 °C, hoeven programmaverantwoordelijken alleen de capaciteitsbehoefte tot 9°C te contracteren.

Profielafnemers bestaan nit de afnamecategorieen G1A, G2A en G2C. Sleds I juli 2011 valt G2C onder de grootverbruikers en wardt de capaciteit van deze groep onder -9 C niet meer vastgelegd hij de pieklevering maar valt deze onder de OV-exit contractering. Voor G2C wordt dus voor de wintermaanden -17 C als referentietemperatuur gebruikt.

9

(17)

programmaverantwoordelijken een korting krijgen, de poolfactor, die groter wordt naarmate ze voor meer telemetriegrootverbruikers contracteren.

OV exitcapaciteit = Door de telemetriegrootverbruikers bij de RNB gecontracteerde capaciteit x fitfactor's

41. De telemetriegrootverbruiker mag wit bepalen hoeveel capaciteit hij contracteert bij de RNB. Hij kan ervoor kiezen om geen rekening te houden met extreme omstandigheden en dus een lage capaciteit contracteren, hetgeen hem kosten bespaar t. Fysiek kan een aansluiting vaak een hogere capaciteit aan en het gevolg is dat deze Ammer bij extreme omstandigheden meer capaciteit kan gebruiken dan bij gecontracteerd heeft.

42. De fitfactor gebruikt de LNB om te zorgen dat de plancapaciteit, die door de LNB zelf is berekend, gelijk is het maximaal uurverbruik van profielafnemers plus de door

telemetriegrootverbruikers bij de RNB gecontracteerde capaciteit. Oftewel, de

plancapaciteit is altijd gelijk aan de som van de door progranunaverantwoordelijken voor telemetriegrootverbruikers en profielafnemers gecontracteerde OV exitcapaciteiten. Dit is weergegeven in de volgende formate.

Plancapaciteit = Fitfactor x (Maximaal uurverbruik profielafnemers + de door telemetriegrootverbruikers bij de RNB gecontracteerde capaciteit)19.

43. Indien telemetriegrootverbruikers een te lage gecontracteerde capaciteit aan de RNB opgeven dan gaat de fitfactor automatisch omhoog. De door de LNB berekende plancapaciteit blijft altijd hetzelfde. Dit betekent vervolgens dat

programmaverantwoordeftlken meer OV exitcapaciteit bij de LNB moeten boeken voor hun profielafnemers en deze kosten berekenen ze uiteraard door. Daarnaast zullen

telemetrieverbruikers die wel een juiste capaciteit opgeven ook een grater deel van de kosten dragen. Er is dus kruissubsidie binnen de telemetriegrootverbruikers en kruissubsidie tussen de profielafnemers en telemetriegrootverbuikers.

44. Onderstaande figuren maken inzichtelijk wat de gevolgen zijn van ondercantractering door telemetriegrootverbruikers. Bij een normale contractering geldt dat profielafnemers een maximaal uurverbruik van 60 hebben en telemetriegrootverbruikers een capaciteit van 60 contracteren bij de RNB. Stel dat de plancapaciteit 100 is, dan zorgt een fitfactor van 0,83 ervoor dat de capaciteit van beide groepen afnemers zodanig wordt teruggebracht dat ze opgeteid op 100 uitkomt.

" De poolfactor en profielfactor worden op 1 gesteld om het voorbeeld eenvoudiger te Minden. Dit is correct in de wintermaanden en in het geval van den grootverbruiker per programmaverantwoordelijke. Zie artikel 2.1.2b van de Transportwaarden Gas — LNB.

19 Zie artikel 2.1.26 van de Transportwaarden Gas — LNB.

(18)

0

0

95. Bp ondercontractering, waarbij telemetriegrootverbruikers in plaats van 60 aan capadteit, 45 contracteren, wordt de fitfactor verhoogd naar 0,95. De plancapadteit blijft immers 100.

De verhoogde fitfactor heeft Ms gevolg dat profielafnemers nu 57 in plaats van 50 aan OV exitcapacitelt moeten contracteren. ZIJ beta1en dus flaw de capaciteit die de

telemeniegrootverbrulkers hadden moeten contracteren.

11

(19)

C

C

Ondereontrectering door tel.

grootverbrulkers (FF=0,95)

46. De huidige mauler voor het contracteren van OV exitcapaciteit is op dchzelf een werkbare methode, man in de praktljk is gebleken dat door ondercontractering ongewenste kruissubsidies kunnen ontstaan.

Voodiggend voorstel contractering OV exitcapaciteit

47. De gezamenlijke netbeheerders beogen dit risico met hun voorstel weg te nemen. De gezamenlijke netbeheerders wijzen erop dat de bepaling van de plancapaciteit onderdeel is van het totale planningsproces van de landelijk netbeheerder. Dit staat beschreven in het kwaltteits- en capaciteitsdocument van de LNB en staat under het toezlcht van de NMa, aldus de gezamenlijke netbeheerders. Het voorliggende codewijzigingsvoorstel lost het risico op kruissubsidie op, doordat de LNB de plancapaciteit van de groepen

telemetrlegrootverbruikers en profielafnemers onathankelqk van Attar berekent. Dat doer hij op basis van extrapolatie van hun verbrulk near een temperatuur van -17°C.20 Hierbq wordt ervan ullgegaan dat het gasverbrulk van telemeiriegrootverbrulkers en

profielafnemers tot -17 toeneemt Aangezlen deze temperaturen nauwelljks voorkomen in Nederland won't het verbruik bij enkele koude winters gebruikt en gedgrapoleerd naar - 17 °C. Dus in plants van het hanteren van een plancapaciteit die vervolgens wordt verdeeld over telemetriegrootverbrutkers en profielainemers, wordt de plancapaciteit vooraf door de LNB voor de telemetriegrootverbrulkets en profielafnemers afzonderlijk bepaald. Deze plancapaciteit telemetriegrootverbrulkers en de plancapaciteit profielarnemers worden

20 Deze temperatuur worth gekozen omdat het landelijk gastransportnet ontworpen is om tot een temperatuur van -17 voldoende gas te kunnen transporteren.

(20)

voorts volgens een bepaalde verdeelsleutel nader verdeeld. Hierdoor is kruissubsidie niet meer mogelijk tussen beide groepen.

48. De volgende stap is de verdeling van de OV exitcapaciteit binnen de groepen. De standaardcapaciteit profielafnemers wordt verdeeld naar rato van bun standaard

jaarverbruik. De plancapaciteit van de telemetriegrootverbrutkers wordt verdeeld naar into van hun maximale afname in de drie recente wintermaanden. Hiermee wordt volgens de gezamenlijke netbeheerders de kruissubsidie binnen de groep telemetriegrootverbruikers opgelost.

49. Tot slot verdwijnt door de introductie van bovenstaande methodiek oak het eerder genoemde portfoliogebonden pooling voordeel, aldus de gezamenlijke netbeheerders. De

methode maakt de lransportkosten per telemetriegrootverbruiker transparanter, omdat het voor de telemetriegrootverbruiker niet meer uitmaakt onder welke

programmaverantwoordelijke hij valt en dus onder welk portfolio met eventuele

poolingskorting. Daarnaast past het pooling effect naar het corded van de gezamenlijke netbeheerders niet bij het voorliggende voorstel, waarin de bijdrage van elke

telemetriegrootverbruiker aan de door zijn programmaverantwoordelijke gecontracteerde OV exitcapaciteit transparant is. Indien het pooling effect namelijk wel zou bestaan, zou de hoeveelheid to contracteren OV odtcapaciteit afhangen van het portfolio, waar de

telemetriegrootverbrullter zich in bevindt in plaats van zijn werkelijke fysieke capaciteitsbeslag.

Beoordeling brief OGLNG c.s.

50. OGLNG c.s. merkt in haar brief allereerst het volgende op. Het codewijzingsvoorstel van de gezamenlijke netbeheerders maakt niet inzichtelijk hoe de plancapaciteit berekend wordt, aldus OGLNG c.s. Aangezien de plancapaciteit de basis is voor de berekening van lle OV exitcapaciteit is het van belang dat een duidelijke definitie en formule voor de berekening van de plancapaciteit in de codes wordt opgenomen.

51. Ten aanzien van dit standpunt overweegt de llaad als volgt. De plancapaciteit is de totaal benodigde exitcapaciteit voor de exitpunten die een verbinding vormen tussen het landelijk gastransportnet en een regionaal gastransportnet zoals deze jaarlijks wordt vastgesteld in de planningscyclus van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet. De

plancapaciteit is gebaseerd op de verwachte en gerealiseerde gasstromen. Door middel van het toezicht van de Raad op de kwaliteits- en capaciteitsdocumenten van de LNB wordt correctheid van de berekening van de plancapaciteit voldoende gewaarborgd.

52. Verder merkt OGLNG c.s. op dat in artikel 2.1.2d van de Transportvoorwaarden Gas — LNB de term "piekcapaciteit" wordt gebruikt. Ter bevordering van de eenduidigheid en

13

(21)

leesbaarheid van de regeling verdient het naar het oordeel van OGLNG c.s de voorkeur bij de omschrijving van piekcapaciteit te verwijzen naar "exitcapaciteit benodigd voor

pieklevering", zoals genoemd in artikel 2.1.2b van de Transportvoorwaarden Gas — LNB.

53. De Raad meent dat hij door de verwijzing in artikel 2.1.2b van de Transportvoorwaarden Gas — LNB naar artikel 2, eerste lid, van het Besluit leveringszekerheid Gaswetll het begrip 'piekcapaciteit' voldoende duidelijk heeft gemaakt.

54. Blijkens het verslag van het GEN werd in de vergadering van het gebruikersplatform Elektriciteits- en Gasnetten van 6 januari 2011 voorgesteld de alternatieve wijze van toerekening van OV-exitcapaciteit, zoals vervat in het onderhavige voorstel, te evalueren twee jaar nadat dat deze door de Raad zou zijn vastgesteld en in werking zou zijn getreden.

Marktpartijen menen dat een dergelijke evaluatie nuttig zou kunnen zijn en geven de Raad in overweging die ook voor te schrijven in een definitief besluit tot wijziging van de

Transportvoorwaarden Gas — LNB, de Begrippenlijst Gas en de Informatiecode Elektriciteit en Gas conform onderhavig codewijzigingsvoorstel.

55. Ten aanzien van dit standpunt overweegt de Raad als volgt. Bij het vaststellen van codes dient een balans te worden gevonden tussen rechtszekerheid en flexibiliteit, die

bijvoorbeeld nodig kan zijn om in te spelen op veranderingen in de markt. Een

evaluatieverplichting wordt slechts bij uitzondering opgenomen, bijvoorbeeld wanneer de gevolgen van een codewijziging niet volledig te voorspellen zijn of wanneer de

codewijziging een regeling betreft die afgesterml moet worden op nog onbekende

toekomstige marktomstandigheden. Deze omstandigheden doen zich thans niet of niet in betekenende mate voor. De Raad ziet daarom Been aanleiding een evaluatieverplichting op te nemen. Daarbij betrekt de Raad dat in onderhavig voorstel de bedrijfstijdensystematiek is geschrapt en de OV exitcapaciteit voor telemetriegrootverbruikers gebaseerd is op de imaximaal gebruikte capaciteit in de winter, waarmee naar het oordeel van de Raad

voldoende objectieve criteria zijn geformuleerd en aan de bedenlcingen van marktpartijen is tegemoetgekomen. Het vorenstaande laat overigens onverlet dat de GNB de werking van deze nieuwe methode, eventueel in overleg met de representatieve organisaties, kunnen evalueren en zo nodig een voorstel kunnen doen om de methode aan te passen.

56. Wat betrekt artikel 2.1.2c van de Transportvoorwaarden Gas — LNB zou OGLNG c.s. een regeling opgenomen willen zien worden die bepaalt wat geldt als een erkende

programmaverantwoordelijke gecommuniceerde gegevens niet controleert of geconstateerde fouten niet doorgeeft aan de regionale netbeheerder.

21 Zie: Staatsblad, 2004, nr. 170,

(22)

57. De Read merkt ten aanzien van dit standpunt op dat de meetverantwoordelijke uiteindelijk verantwoordelijk is voor de juistheid van gegevens. De meetverantwoordelijke stuurt deze gegevens rechtstreeks naar de regionale netbeheerder, die de gegevens naar de landelijk netbeheerder stuurt. De regionale netbeheerder stuurt deze gegevens weliswaar ook naar de erkende progranunaverantwoordelfike, maar dit is slechts voor een extra controle. De primaire verantwoordelijkheid voor de juistheid van de gegevens ligt dus bij de

meetverantwoordelijke. De juistheid van die meetgegevens worden geborgd door de eisen vastgelegd in de Meetvoorwaarden Gas — RNB, waarin ook de meetverantwoordelijkheid is geregeld. De Read is van oordeel dat de bepalingen in de Meetvoorwaarden Gas — RNB voldoende waarborg bieden om de kwaliteit van de gegevens te garanderen.

58. Daarnaast vindt OGLNG c.s. de definitie van "Fitfactor profielafnemers" niet sluitend en onduidelijk. De zinsnede "de som van de capaciteiten voor profielafnemers" is onduidelijk. De definitie zou moeten verduidelijken welke capaciteiten hier bedoeld warden, en dat het de capaciteiten van alle profielafne mers betreft. De definitie verwijst ten onrechte niet naar de Modelcapaciteit, die blijkens de formule van artikel 2.1.2d Transportvoorwaarden Gas — LNB daarvan wel de noemer is.

59. Ten aanzien van dit standpunt constateert de Raad dat de "de som van de capaciteiten voor profielafnemers" inderdaad gelijk is aan modelcapaciteit. Door middel van de

wijzigingsopdracht als bedoeld in artikel 12f, derde lid, van de Gaswet is dit in het voorstel gecorrigeerd in:

"Fitfactor profielafnemers

Factor die bepaald wordt door de standaardcapaciteit profielafnemers te delen door modelcapaciteit voor alle profielafnemers".

60. Naar het oordeel van de Raad is door deze wijziging tegemoetgekomen aan het betoog van OGLNG c.s. op dit punt.

61. OGLNG c.s. vraagt zich of of de Modelcapaciteit in het voorgestelde artikel 2.1.2d Transportvoorwaarden Gas — LNB wel gecorrigeerd is voor pieldevering. Dat zou volgens OGLNG c.s. wel moeten, want artikel 2.1.2b Transportvoorwaarden Gas — LNB verdeelt immers niet piekcapaciteit.

62. De Raad stelt vast dat er wel degelijk gecorrigeerd wordt voor pieklevering, omdat in de onderstaande formule voor de standaardcapaciteit profielafnemers SCprafieuand uit artikel 2.1.2d, pieldevering PCPI,k afgetrokken wordt van de plancapaciteit profielafnemers

PCpronelland•

SC rivid , hind = P Cprod da nd — PCpid

Op basis van de standaardcapaciteit profielafnemers wordt de OV exitcapaciteit verdeeld.

15

(23)

63. OGLNG c.s. vindt het de duidelijkheid ten goede komen als "Jaarverbruik telemetriegrootverbruikers" in het enkelvoud gedefinieerd wordt en in de door de gezamenlijke netbeheerders voorgestelde definitie "telemetriegrootverbruikers" gewijzigd wordt in "een telemetriegrootverbruiker". Volgens OGLNG c.s. zou elders in het

codewijzigingsvoorstel dan ook de aangepaste term (in enkelvoud) "Jaarverbruik telemetriegrootverbruiker" gebruikt moeten worden.

64. De Raad ziet geen onduidelijkheid in het gebruik van het meervoud in de term

"telemetriegrootverbruikers". Omdat OGLNG c.s hun betoog op dit punt niet verder onderbouwen, ziet de Raad geen aanleiding op het voorstel op dit punt te laten aanpassen.

65. Volgens OGLNG c.s. wordt de standaardcapaciteit profielafnemers nu ten onrechte dubbel gedefinieerd, namelijk in de Begrippenlijst Gas en in artikel 2.1.2d Transportvoorwaarden Gas — LNB. De laatste omschriJving van standaardcapaciteit kan daarom geschrapt worden, om de uniformiteit te vergroten.

66. De Road heeft geconstateerd dat dit geldt voor alle definities. Naar het oordeel van de Raad is dit onwenselijk. Door middel van de wljzigingsopdracht als bedoeld in artikel 12f, derde lid, van de Gaswet is de definitie voor de standaardcapaciteit profielafnemers en de fitfactor telemetriegrootverbruikers geschrapt tilt artikel 2.1.2d respectlevelijk 2.1.2e van de Transportvoorwaarden Gas — LNB. Dit betekent dat deze definities enkel in de

Begrippenlijst Gas staan opgenomen en in een eenduidige betekenis worden gehanteerd.

67. Tot slot heeft OGLNG nog enkele redactionele opmerkingen, die de Raad ambtshalve in onderhavig besluit heeft verwerkt.

Beaordeling van het voorstel door de Raad

68. De Raad kan zich vinden in de doelstellingen van de door de gezamenfijk netbeheerders voorgestelde wijzigingen. Dit licht de Read hieronder per onderwerp als volgt toe.

Kruissubsidie tussen profielafnemers en telemetriegrootverbuikers niet meer mogellik

69. De Raad oordeelt dat het risico op kruissubsidie tussen profielafnemers (waaronder veel Ideinverbruilcers) en telemetriegrootverbuikers door het voorliggende voorstel wordt weggenomen. In het huidige systeem is de lleontraeteetdesapacitell van

telemetriegrootverbruikers maatgevend voor de hoeveelheid OV-exitcapaciteit die zij toegewezen krijgen. Indien de telemetriegrootverbruikers ondercontracteren22 wordt hun aandeel in de totale plancapaciteit lager. De plancapaciteit zelf verandert niet, waardoor

22 Ondercontracteren wordt niet helmet en zou in de praktijk voor kunnen komen.

(24)

het aandeel van de profielafnemers in de contractering van de plancapaciteit toeneemt zonder dat daar een verandering in gebruik van capaciteit aan ten grondslag ligt. Doordat dimmers op hun aandeel in de plancapaciteit (OV exitcapaciteit) worden afgerekend, is dit een vorm van kruissubsidie. In het voorliggende voorstel maakt de LNB vooraf al een splitsing in de totale capaciteit voor profielafnemers enerzijds en de totale capaciteit voor telemetriegrootverbruikers anderzijds. Beide groepen kunnen elkaar dus op geen enkele wijze beinvloeden, waardoor kruissubsidie tussen de twee groepen wordt uitgesloten. De Raad kan zich met deze doelstelling van het systeem verenigen en acht dit niet in strijd met de belangen, regels en eisen als bedoeld in artikel 12f, eerste en tweede lid, van de Gaswet.

Kruissubsidie binnen de groep telemetriegrootverbruikers niet meer mogelijk

70. Nu de manier van toewijzing van OV-exit capaciteit aan telemetriegrootverbruikers in het voorliggende voorstel plaatsvindt op basis van de maximale verbruiken in de drie recente wintermaanden, is kruissubsidie binnen de groep telemetriegrootverbruikers eveneens onmogelijk geworden. In de huidige codeartikelen die over dit onderwerp handelen bestaat het risico op kruissubsidie, aangezien een ondercontracterende

telemetriegrootverbruiker andere telemetriegrootverbntikers en profielafnemers een groter deel van de totale plancapaciteit voor hun rekerting laat nemen en daardoor een deel van zijn kosten op hen afwentelt. De Read acht het voorstel op dit onderdeel derhalve niet strijdig met de belangen, regels en eisen als bedoeld in artikel 12f, eerste en tweede lid, van de Gaswet.

Pooling effect

71. Met voorliggende voorstel verdwijnt ook het zogenoemde portfolio gebaseerde pooling effect. Dit pooling effect houdt in dat een programmaverantwoordelijke een korting krijgt op zijn te contracteren OV exitcapaciteit als hij meerdere telemetriegrootverbruikers in zijn portfolio heeft. Echter, dit pooling effect treedt niet op bij het voorliggende voorstel, waarin lie bijdrage van elke telemetriegrootverbruiker aan de door zijn

programmaverantwoordelijke gecontracteerde OV exitcapaciteit transparant is. Indien het pooling effect wel zou bestaan, zou de hoeveelheid OV exitcapaciteit die de

programmaverantwoordelijke dient te contracteren voor zijn telemetriegrootverbruiker aihangen van het portfolio, waar de telemetriegrootverbruiker zich in bevindt in pleats van zijn werkelijke fysieke capaciteitsbeslag. De Raad meent daarom dat het afschaffen van het pooling effect niet strijdig is met de belangen, regels en eisen als bedoeld in artikel 121, eerste en tweede lid, van de Gaswet.

IV. Tijdstip van inwerkingtreding en gevolgen van dit besluit

17

(25)

72. In het gewijzigde voorstel naar aanleiding van de wijzightgsopdracht hebben de gezamenlijke netbeheerders aangegeven dat de inwerkingtreding van de voorgestelde wijzigingen in de voorwaarden per 1 januari 2013 in werking moet treden. De gezamenlijke netbeheerders hebben vanwege de ICT-consequenties die in een sectorrelease zullen moeten warden meegenomen voor deze datum gekozen. Daarnaast is deze datum bepaald in overleg met de Commissie Sectorplanning van de vereniging NEDU. De Raad acht de door de gezamenlijke netbeheerders voorgestelde datum van inwerkingtreding redelijk en niet in strijd met de belangen, regels en eisen als bedoeld in artike112f, eerste en tweede lid, van de Gaswet.

(26)

V Besluit

73. De Raad wijzigt de Transportvoorwaarden Gas — LNB, de Begrippenlijst Gas en de Informatiecode Elelctriciteit en Gas overeenkomstig de bijlage van dit besluit.

VI Publicatie en inwerkingtreding

74. Van dit besluit wordt mededeling gedaan in de Staatscourant. Ook zal dit besluit warden gepubliceerd op de internetpagina van de NMa.

75. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

Den Haag,

De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit,

Chris Fonteijn,

Voorzitter van de Raad van Bestuur

19

(27)

Bijlage

Transportvoorwaarden Gas - LNB

2.1.2b De netbeheerder van het landelijk gastransportnet bepaak voor ale ezitpunten die de verbinding vormen tussen het landelijk gastransportnet en een regional

gastransportnet gezamenlijk de planparameters en publiceert deze voorafgaand aan elk kaknderjaar op zijn website. De planparameters omvatten de plancapaciteit, de plancapaciteit profielafnemers, de standaardcapaciteit profielafnemers, de plancapaciteit telemetriegrootverbruikers en de ezikapacitelt benodigd voor

pieldevering, als bedoeld en under omstandlgheden zoals omschreven in artikel Z, eerste lid, van het Besluit leveringszekerheid Gaswet. De netbeheerder van het landelijk gastransportnet publiceert de wijze waarop de planparameters worden bepaald in het document als bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de Gaswet. Bij de bepaling als bedoeld in de vorige twee volzinnen geldt dat de sum van de plancapaciteit profielafnemers en de plancapaciteit telemetriegrootverbruikers gelijk is aan de plancapaciteit. In

aanvuuing op 2.1.2 wordt de standaardcapacIteit profielafnemers plus de plancapaciteit telemetriegrootverbruikers geheel gecontracteerd door de gezamenlijke erkende programmaverantwoordelliken met erkenning LB. Deze capaciteit wordt vast (dit is niet afschakelbaar) gecontracteerd. De netbeheerder van het landelijk gastransportnet verdeelt de standaardcapaciteit profielafnemers plus de plancapaciteit

telemetriegrootverbrulkers over de erkende programmaverantwoordelijken met erkenning LB op basis van gegevens uit de aansluitingenregisters van de regionale netbeheerders volgens de methodiek van 2.1.2d respectievelijk 2.1.2e.

2.1.2c De regionale netbeheerders doen aan de netbeheerder van het landelijk gastransportnet maandelijks uiterlijk op de zesde werkdag volgende op de eerste kalenderdag van de maand opgave van de volgende gegevens, geldend per eerste kalenderdag van die maand, per ezitptutt per erkende progranunaverantwoordelijke per leverancler:

Voor profielafnemers:

het aantal profielafnemers per profielcategorie;

de sum van de standaardjaarverbruiken per profielcategorie.

Voor telemetriegrootverbrulkers:

het aantal telemetriegrootverbrulkers;

de sum van de mazverbrulken voor telemetriegrootverbrulkers als vastgelegd in de aansluifingenregIsters van de regionale netbeheerders.

Uiterlijk op de tiende werkdag van de vierde maand na afloop van de maand waarop de gegevens betrelcking hebben verstrekken de regionale netbeheerders de genoemde gegevens nogmaals aan de netbeheerder van het landelijk gastransportnet, waarbij zij correcties verwerken die zijn aangebracht naar aanleiding van opmerkingen die zijn

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

plancapaciteit profielafnemers: de benodigde exitcapaciteit ten behoeve van profielafnemers voor de exitpunten die een verbinding vormen tussen het landelijk gastransportnet en

plancapaciteit netverlies RNB: de benodigde exitcapaciteit ten behoeve van het netverlies RNB voor de exitpunten die een verbinding vormen tussen het landelijk gastransportnet

De benodigde exitcapaciteit ten behoeve van telemetriegrootverbruikers voor de exitpunten die een verbinding vormen tussen het landelijk gastransportnet en een

De benodigde exitcapaciteit ten behoeve van profielafnemers voor de exitpunten die een verbinding vormen tussen het landelijk gastransportnet en een regionaal

2.1.5.4 De regionale net beheerder inform eert de desbet reffende shipper( s) uit erlij k de w erk dag na een hem bet reffende in het aansluit ingenregist er aangebracht e w

door de regionale net beheerder conform het gest elde in hoofdst uk 3 v an de Meet v oorw aarden Gas v oor aansluit ingen op het landelij k e gast ransport net TS zelf w ordt

Ten behoeve van de financiële analyse verschaft de shipper of aangeslotene met exitcapaciteit informatie aan de netbeheerder van het landelijk gastransportnet aangaande de

9 Ook geen voorbeeld van een ambtsmisdrijf, maar wel van een geval waarin een Kamer- lid voor de Hoge Raad terecht staat, niet omdat hij iets bij- zonders heeft gedaan maar omdat