Vraag nr. 127 van 12 februari 1998
van de heer GILBERT VANLEENHOVE
Buitengewoon onderwijs – Nationale Loterijsubsi-dies
Sinds enkele jaren ontvangen een aantal onder-wijsinstellingen uit het buitengewoon onderwijs financiële middelen vanwege de Nationale Loterij. De middelen worden toegekend na het indienen van een dossier.
1. Wie beoordeelt de dossiers op basis waarvan de vragende onderwijsinstellingen al dan niet wor-den gesubsidieerd ? In welke mate verleent het departement Onderwijs hierbij advies ?
2. Hoe verloopt de procedure bij ongunstig advies ? 3. Bestaan er beroepsmogelijkheden bij afwijzing
van subsidie ?
Antwoord
Conform het artikel 1, 2° van het koninklijk besluit (KB) van 20 februari 1992 tot bepaling van de doeleinden van openbaar nut waarvoor een deel van de winst van de Nationale Loterij wordt bestemd (zoals gewijzigd), behoren de oprichting, u i t b r e i d i n g, a a n p a s s i n g, uitrusting en werking van scholen die leerlingen opvangen die erkend zijn als g e h a n d i c a p t e n , tot de doeleinden waarvoor een gedeelte van de winst van de Nationale Loterij kan worden bestemd.
Voorzover andere overheden bijdragen aan de ver-wezenlijking van de doeleinden van openbaar nut, wordt over de bestemming ervan beslist door de minister van Fi n a n c i ë n , op voorstel van deze over-h e d e n , volgens modaliteiten die in een gezamenlijk akkoord werden bepaald.
Het is in eerste instantie de raad van bestuur van de Nationale Loterij die een beslissing neemt inza-ke het al dan niet in aanmerking komen van de aanvragen voor een subsidie door de Nationale L o t e r i j . De voorgelegde dossiers worden hierbij enkel getoetst aan de criteria zoals die werden vastgelegd in het bovengenoemd artikel van het KB van 20 februari 1992. In de loop van 1996 hechtte ik mijn goedkeuring aan het voorstel van de Nationale Loterij om geen afzonderlijk advies meer te vragen voor de recurrente aanvragen. N a elke raad van bestuur wordt mij een volledig over-zicht voor akkoord voorgelegd van de voorgestelde
subsidies die onder mijn bevoegdheid vallen. B i j een eerste aanvraag of voor speciale dossiers wordt een afschrift van de aanvraag, alsook van de even-tuele aanwending van de toelage voorgelegd. Nadat de raad van bestuur mijn advies ingewonnen h e e f t , wordt het dossier voorgelegd aan de minister van Fi n a n c i ë n , die overeenkomstig het verdeelplan zorgt voor de bestemming van de winst. Bij een eventueel ongunstig advies wordt de aanvraag niet voorgelegd aan de minister van Fi n a n c i ë n . De pro-cedure voorziet momenteel niet in beroepsmoge-l i j k h e d e n . Tot op heden kreeg van de voorgeberoepsmoge-legde dossiers slechts één aanvraag een ongunstig advies. Het betrof een instelling waar de inspectie verre-gaande onregelmatigheden had vastgesteld.
