Vraag nr. 212 van 2 februari 1998
van de heer GILBERT VANLEENHOVE Kustactieplan – Dijkrenovatie
In de vergaderingen van 16 en 17 december 1997 keurde de Vlaamse regering het "Actieplan Vlaamse Kust 2002" goed. E e r d e r, op 13 mei 1997, hechtte de Vlaamse regering haar goedkeuring aan de krachtlijnen inzake het genoemde actieplan,
zoals omschreven in de nota
V R 9 7 / 1 3 . 0 5 / D O C.0346 van minister-president Luc Van den Brande.
Het genoemde document van de minister- p r e s i d e n t vermeldt op bladzijde 6 : "Bijzondere aandacht dient geschonken te worden aan het verbeteren, renoveren en heraanleggen van de dijken. (...) De a a n g e n a m e, brede zeedijk is immers het aangezicht van de Vlaamse kust in het buitenland. (...) In het kader van het regulier beleid zijn hiertoe middelen voorzien op de begroting van de Vlaamse minister van Openbare We r k e n , Vervoer en Ruimtelijke Ordening."
1. Welke middelen zijn hiervoor ingeschreven op de begroting 1998 ?
2. ls er al beslist in welke kustgemeente(n) deze middelen zullen worden aangewend voor het v e r b e t e r e n , renoveren of heraanleggen van de zeedijk ?
3. Werd er een meerjarenplanning – ook finan-cieel – opgemaakt voor de uitvoering van deze krachtlijn van het Kustactieplan ? Zo ja, w a t houdt ze in ?
Antwoord
1. Voor de vernieuwing van zeedijkbevloeringen is in 1998 op mijn begroting 94.000.000 frank inge-schreven.
2. De middelen van 1998 zullen worden aange-wend in : Oostende ; Middelkerke, deelgemeen-te Middelkerke ; M i d d e l k e r k e, d e e l g e m e e n t e Westende ; Blankenberge.
3. De kosten voor de vernieuwing van de zeedijk-bevloeringen worden in principe als volgt ver-deeld tussen mijn departement en de kustge-meenten :
ten laste van de kustgemeenten :
– ontwerp van de nieuwe zeedijkbevloering (onder andere legpatroon, enz. ...) ;
de levering van de bevloeringstegels voor de zeedijken, de rijweg en de voetpaden ; – levering en plaatsing van alle straatmeubilair
en verlichting.
ten laste van mijn departement :
– de grondwerken, funderingen en het plaat-sen van de bevloering.
In het algemeen leidt dit tot een aandeel in de kosten van de orde van 60 % voor mijn departe-ment en 40 % voor de kustgemeenten.
De planning van de werken voor de vernieu-wing van de zeedijkbevloeringen wordt dan ook in belangrijke mate mee bepaald door de kust-gemeenten.
Om in te spelen op budgettaire mogelijkheden van mijn departement en van de kustgemeenten moeten deze werken in fasen worden uitge-voerd.
In 1999 en 2000 zullen de op mijn departement beschikbare budgetten voor de vernieuwing van zeedijkbevloeringen in de eerste plaats worden voorbehouden voor de gemeenten waar deze werken reeds aan de gang zijn, namelijk in Mid-delkerke en Oostende (de laatste fase van de vernieuwing van de zeedijkbevloering te Blan-kenberge wordt in 1998 aanbesteed).
De hinder die de vernieuwing van de zeedijkbe-vloering voor een gemeente meebrengt, m o e t immers over een zo kort mogelijke tijdspanne worden gespreid.
In 1999 zal mogelijk ook reeds de vernieuwing van de zeedijk in Zeebrugge worden aangevat. Vanaf 2000 wordt gedacht aan Nieuwpoort. Ik beoog in ieder geval om in de eerstvolgende jaren een budgettaire inspanning voor de ver-nieuwing van de zeedijken te leveren die van dezelfde orde is als de inspanning voor 1998.