• No results found

Vraag nr.336van 30 maart 1998van de heer JOS STASSEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr.336van 30 maart 1998van de heer JOS STASSEN"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 336 van 30 maart 1998

van de heer JOS STASSEN TIS Haaltert – Vergunningen

Het bedrijf TIS in Haaltert is een textielbedrijf dat in industriegebied, woongebied en parkgebied gevestigd is.

1. Wanneer werd er een vergunning verleend voor de garages, gebouwen en inrijpoort aan de Hof-straat ?

2. In welke mate is in de vergunning of vergunnin-gen van dit bedrijf voorzien in een bufferzone zoals noodzakelijk in industriegebieden volgens het KB van 28 december 1972 ?

3. Klopt het dat het bedrijf een vergunning heeft gevraagd voor nieuwe gebouwen ? Wat is de stand van zaken aangaande deze aanvraag ? 4. Werd er ooit proces-verbaal opgemaakt ten

aanzien van het bedrijf wegens bouwovertredin-gen ? Wanneer ? Wat is de stand van zaken aan-gaande dit of deze dossiers ?

N B. : Een vraag over deze problematiek werd ook gesteld aan de heer Theo Ke l c h t e r-m a n s, Vlaar-ms r-minister van Leefr-milieu en Tewerkstelling.

Antwoord

1. Aan de zijde van de Hofstraat werd (samen met een verbouwing op een andere plaats in het bedrijf) op 27 januari 1986 de bouwvergunning verleend voor een gebouw dat op het bouwplan werd betiteld als "opslagplaats voor grondstof-fen". Op het bouwplan komen geen aanduidin-gen voor van "garages, gebouwen en inrij-poort".

De administratie Ruimtelijke Ordening, H u i s-vesting en Monumenten en Landschappen vraagt schriftelijk aan het gemeentebestuur van Haaltert haar te informeren of die constructies rechtsgeldig werden opgericht en zoniet, d e nodige maatregelen te nemen.

2. E werd in bufferzones voorzien :

a) het op 27 januari 1986 vergunde bouwplan voorziet gelet op de ligging – hoofdzakelijk

in woongebied – de gebruikelijke bouwvrije stroken rondom de voorgestelde uitbreiding ; b) op 7 oktober 1991 werd die bouwvergunning

verleend voor een uitbreiding die zich bevindt in een parkgebied, en dit ingevolge het toen geldende "minidecreet". In die ver-gunning werd als voorwaarde gesteld dat een groenscherm van 3 m x 125 m diende te wor-den aangelegd ;

c) op 9 februari 1998 werd een laatste uitbrei-ding (± 65 m x 90 m) vergund die zich bevindt in het industriegebied. Een groen-plan dat in concrete aangroen-plantingen rond de drie vrije zijden van het gebouw voorziet, maakt deel uit van de bouwvergunning. 3. In verband met de laatste stand van zaken

ver-wijs ik naar mijn antwoord onder punt 2c. 4. De administratie Ruimtelijke Ordening, H u i

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het beheer van de gemeentelijke openbare bibliot- heken valt onder de toepassing van de bepalingen van de wet van 16 juni 1973 waarbij de bescher- ming van de ideologische

De administratie Land- en Tuinbouw is van oor- deel dat het huidige ontwerp-MER, deze aspec- ten onvoldoende kwantitatief op socio-econo- misch vlak kan beschrijven doaar bij

Het project "Uitbouw van een natuureducatief en toeristisch onthaalcentrum aan het Schulens- meer" werd inhoudelijk positief beoordeeld en goedgekeurd in

Op dat moment werden geen overtredingen geverbaliseerd omdat het bedrijf krachtens de bijzondere voor- waarden van de bovenvermelde vergunning uit- stel kreeg voor de

Werd de minister geraadpleegd door de minister- president, voordat deze laatste het gemeentebe- stuur toezegde alternatieven voor de potpolder te onderzoeken1. Zo ja,

– op 13 september 1988 : voor de regularisatie voor het uitbreiden met een bureel van de bestaande werkplaats (C), buiten de verka- veling en in het woonuitbreidingsgebied

Toerisme Vlaanderen heeft geen initia- tief genomen, noch voorbereidende stappen gezet betreffende de naaktrecreatie aan de Vlaamse kust.. Wat de punten 4 en 5 betreft, deel ik mee

Ik denk daarbij aan de centra voor integrale gezinszorg met hun residentiële, semi-residen- tiële zorg, en ambulante werking ; de bijzondere jeugdbijstand met hun