Vraag nr. 85 van 27 maart 1998
van de heer JOS DE MEYER
Ve r b r a n d i n g s oven St. -Niklaas – Gezo n d h e i d s o n-derzoek
"Een gezondheidsonderzoek in de directe omge-ving van de verbrandingsoven in Sint-Niklaas levert alarmerende resultaten op. De laatste twintig jaar stierf 71 pct. van de overledenen aan kanker, een aantal dat meer dan 20 pct. boven het V l a a m s e gemiddelde ligt. Zij stierven op erg jonge leeftijd, gemiddeld 62,2 jaar. De kankerincidentie lag daar-naast in de afgelopen vijf jaar viermaal hoger dan in de rest van V l a a n d e r e n . Acht kinderen kregen de afgelopen vijftien jaar kanker, waarvan er al drie stierven. Drie vijfde van de kinderen (90 pct. bij de jongens) kampt met minder tot zeer ernstige g e z o n d h e i d s p r o b l e m e n " , aldus een Vlaamse krant op 7 maart 1998.
Dit gezondheidsonderzoek zou uitgevoerd zijn door mensen van de werkgroep Ve r b r a n d i n g s o v e n Sint-Niklaas en de Vlaamse Artsen voor het M i l i e u . Dit bericht zorgt uiteraard voor de nodige onrust.
Kan de minister, na onderzoek, deze resultaten bevestigen of ontkennen ?
Is er een causaal verband tussen deze cijfers en de aanwezigheid van de verbrandingsoven, of zijn er mogelijk andere oorzaken ?
Zijn hier bijkomende maatregelen of onderzoekin-gen nodig op het vlak van volksgezondheid ? Zo ja, welke en door wie te nemen ?
N.B. : Een vraag over deze problematiek werd eveneens gesteld aan de heer Theo Ke l c h-termans, Vlaams minister van Leefmilieu en Tewerkstelling.
Antwoord
De door de Vlaamse volksvertegenwoordiger ver-melde studie van de werkgroep Ve r b r a n d i n g s o v e n Sint-Niklaas en de Vlaamse Artsen voor het Milieu is momenteel nog niet in mijn bezit. De administra-tie vroeg wel een exemplaar van het onderzoek aan bij de Vlaamse Artsen voor het Milieu en zal het werk evalueren. Aangezien de pers reeds inza-ge heeft inza-gekreinza-gen in deze studie, lijkt het inza-geen pro-bleem dat ook mijn administratie deze studie ter inzage zal krijgen.
Epidemiologische analyses op kleinere gebieden zoals rond verbrandingsovens zijn echter, o n d e r meer om statistische redenen, veeleer hypothese-genererend dan concluderend. Ook de verantwoor-delijke van het nationaal kankerregister stelt dat beschrijvende onderzoeken, zowel vanwege de kleine aantallen als vanwege de multifactoriële causaliteit van kanker, beperkingen inhouden naar conclusies inzake causaliteit.
Momenteel is er in de omgeving van de verbran-dingsoven van Sint-Niklaas geen uitgebreid gezondheidsonderzoek gepland zoals dat vandaag voor Wilrijk nog aan de gang is. Zoals ik reeds op vorige vragen over de problematiek van de ver-brandingsovens antwoordde, leek het mij immers meer zinvol het eerder uitgevoerde oriënterende onderzoek in Wilrijk uit te diepen, dan op verschil-lende plaatsen eenzelfde oriënterend onderzoek te v o e r e n . Het onderzoek in Wilrijk moet vooral lei-den tot het opstellen van standaardprotocols met betrekking tot gezondheidsonderzoeken in derge-lijke problematiek. Dit onderzoek in Wilrijk zal eerst worden afgerond.
Ik heb opdracht gegeven voor het uitwerken van een plan voor meer veralgemeend onderzoek, o p permanente basis, teneinde milieugerelateerde gezondheidseffecten te onderzoeken in gans V l a a n d e r e n , waarbij gedacht wordt aan klinische onderzoeken (zoals bijvoorbeeld immunologische en hormonale effecten), en ook aan blootstellings-bepalingen ten opzichte van bepaalde schadelijke agentia inzake de milieuproblematiek.