• No results found

Mentaliteit. Een korte peiling

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Mentaliteit. Een korte peiling"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1944 en

Tien maal over vijftig jaar Vrijmaking

onder redactie van

G. Harinck

M. te Velde

(2)

CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK. DEN HAAG 1944

1944 en vervolgens : tien maal over vijftig jaar Vrijmaking / onder red. van G. Harinck. M. te Velde Barneveld : De Vuurbaak Met lit. opg.. reg.

ISBN 90-5560-026 l NUGI631

Trefw.: Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) : geschiedenis ; opstellen. Copyright f 1994 Uitgeverij De Vuurbaak. Barneveld

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotocopieën. opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestem-ming van de uitgever.

All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, pho-tocopying, recording, or otherwise, without the prior written permission of the pu-blisher

ISBN 90 5560 026 1 NUGI631 Omslag: Rob Lucas

(3)

Inhoud

Ten geleide 7 G. Harinck, M. te Velde Een woord op -ijn tijd 9

A. Janse (1890-1960) en de reformatie van de kerk

A. Janse

De Vrijmaking gepeild 17

M. te Velde

Vrijmaking en doorgaande reformatie 25

A.Th. van Deursen

Vijftig jaar gereformeerd onderwijs 29 Achtergrond, motieven, opgaven

J. Messelink

Vrijmaking en calvinistische wijsbegeerte 42

S. Griffioen

Mentaliteit 52 Een korte peiling

G. Glas

Een reis met uit:ichl 58

Impressie van de theologische ontwikkeling sinds de Vrijmaking

A.L.Th, de Bruijne

Bevinden de kerken zich op een hellend vlak? 74 G. Dekker

De kerk 82

W.H. Velema

De stijl van gereformeerden 93

(4)

Mentaliteit

Een korte peiling

G. Glas

Introductie

In deze bijdrage wil ik eerst aan de hand van een aantal sleutel-termen een schets geven van enkele kenmerken van de vrijgemaakt-gereformeerde mentaliteit. Ik doe dat met de nodige aarzeling, want naar mijn stellige indruk bestaat er niet zoiets als 'de' vrijgemaakte mentaliteit: er zijn meer-dere mentaliteiten en die mentaliteiten zijn voortdurend aan verandering onderhevig. Bovendien heeft het begrip mentaliteit zelf meerdere beteke-nissen; betekenissen die in theorie wel onderscheiden kunnen worden maar in de praktijk vaak door elkaar heen lopen.

In de tweede plaats wil ik ietszeggen over wat ik als één van de belangrijkste uitdagingen en werkpunten voor de toekomst van de vrijgemaakt-gereformeerde kerk zie, namelijk de verbetering van haar vermogen om te communiceren met de 'buitenwacht' en - daar nog aan voorafgaand - met zich zelf. Ik zal betogen dat dit alleen zal kunnen lukken als de vraag onder ogen wordt gezien hoe de menselijke factor in de geschiedenis van de kerk moet worden gewaardeerd.

Het feit dat het onderwerp 'mentaliteit' vandaag op de agenda is geplaatst lijkt een teken te zijn dat vrijgemaakten zich toenemend bewust worden van de vragen die hier liggen.

Prealabele vragen

Voor we verder gaan eerst twee prealabele vragen. De eerste vraag is wat we onder mentaliteit hebben te verstaan. De tweede vraag betreft de po-sitie, of het perspectief, van waaruit de vrijgemaakte mentaliteit moet wor-den beschreven.

Wat betreft de betekenis van de term mentaliteit denk ik vooral aan het begrip ethos. Onder ethos versta ik een historisch gegroeid en religieus geïnspireerd complex van ideeën, houdingen, voorkeuren, neigingen en ge-dragingen. Ethos is een term op het snijvlak van psychologie, moraal en

(5)

religie. Zo wil ik de term mentaliteit hier ook verstaan. Het gaat me in de beschrijving van de vrijgemaakte mentaliteit dus om meer dan alleen een opsomming van sociaal-psychologische karakteristieken.

Het tweede punt betreft de positie, of het perspectief, van waaruit de vrij-gemaakte mentaliteit moet worden beschreven. Ontegenzeggelijk beant-woordt het vrijgemaakt-gereformeerde leven aan een aantal karakteris-tieken. Maar gesteld voor de taak die karakteristieken te beschrijven rijst onmiddellijk de vraag: vanuit welk perspectief? Vanuit het perspectief van de buitenstaander of vanuit het perspectief van de insider'! Aan de ene kant is er wel iets te zeggen voor het perspectief van de buitenstaander. Deze laatste heeft immers de kans om dingen te zien die insiders niet opmerken. Aan de andere kant is er ook veel voor het insiders-perspectief te zeggen. Buitenstaanders missen soms net het fijne punt, dat waar het de insider om gaat en waar deze warm voor loopt De buitenstaander ondergaat veelal niet zelfde motiverende kracht van een bepaald ethos. HIJ of zij beschrijft en constateert, maar ervaart de aantrekkingskracht en de glans van dat ethos in veel mindere mate. In dit opstel spreekt een insider die gepoogd heeft enige afstand te nemen.

Aan de hand van deze twee prealabele punten kan worden verduidelijkt waarom ons onderwerp in eigen (vrijgemaakte) kring soms zo gevoeligligt. Wat betreft het eerste punt (mentaliteit als een term op het snijvlak van psychologie, moraal en religie): omdat in de kerkelijke mentaliteit het psy-chologische zo nauw verweven is met het morele en religieuze, wordt kri-tiek die zich richt op psychologische factoren gemakkelijk aangezien voor religieuze kritiek, bijvoorbeeld als gebrek aan geloof of aan confessionele trouw. En wat betreft het tweede punt (het perspectief van waaruit de vrij-gemaakte mentaliteit beschreven wordt): omdat van insiders verwacht wordt dat zij zich committeren aan het gemeenschappelijke ethos, wordt kritiek van hun zijde op bepaalde aspecten van dat ethos al gauw gezien als een zich buiten de gemeenschap van de kerk plaatsen. De insider die als

insider kritiek wil leveren, wordt al gauw gepercipieerd als outsider. Dat is

eigen aan de dynamiek van groepen die door een sterk ethos worden be-heerst.

Kenmerken ran de gereformeerde mentaliteit

In deze paragraaf geef ik een korte schets van 'de' vrijgemaakte mentaliteit. Mijn ambivalentie daarover heb ik inmiddels verwoord. Ik beoog dan ook niet meer dan een persoonlijke impressie te geven.

(6)

door vaak veel. We kunnen goed organiseren. Daarbij past dat ons ker-kelijk leven meer door structuur en disciplinering dan door beleving wordt beheerst. Er is de laatste jaren al vaker gewezen opeen ietwat verstandelijke geloofsbeleving. Ik zou dit wat willen preciseren: ik geloof dat de gevoelens er vaak wel zijn, maar dat we niet zo gewend zijn die - anders dan gere-glementeerd of in de vorm van een understatement - tot uitdrukking te brengen.

Steken we wat dieper af, dan stuiten we op een volgende laag, die geken-merkt wordt door de overtuiging wel 'in' de wereld te zijn, maar niet 'van' de wereld. Beide aspecten zou ik hier willen benadrukken. Het in de wereld zijn betekent dat we een taak in de wereld hebben. Die taak zien we breed, het is een cultuurtaak. Tegelijk hebben we in de wijze van uitoefening van die taak gekozen voor het isolement.

Aan de wortel van het vrijgemaakte ethos ligt het 'ethisch conflict'. Ik her-inner in dit verband ook aan het bekende, beeld-bepalende devies 'in het isolement ligt onze kracht'.

Dit devies is nooit louter defensief bedoeld geweest - net zomin als de ge-dachte van de antithese. Het defensieve werd gelegitimeerd met het oog op het ontwikkelen van offensieve kracht. Tegelijk moet worden opgemerkt dat deze principiële lijn, casu quo het 'ethisch conflict', decennia lang in-gekleurd is geweest door het psychologische trauma dat de Vrijmaking óók was.

De handelwijze van de synode in 1944 heeft naar mijn indruk zeker een generatie vrijgemaakten met een dermate diep wantrouwen vervuld, dat pogingen tot toenadering van synodaal-gereformeerde zijde of initiatieven tot een vergelijk die in eigen kring ontstonden, bij voorbaat kansloos wa-ren. Ik besef dat dit slechts een aspect van de zaak is, maar het is een aspect dat in dit verband op z'n minst vermeld mag worden.

Op een nog dieper niveau worden nog weer andere betekenissen voelbaar. Ik doel opeen sterke behoefte aan zuiverheid, tegenover God en de naaste, met als achtergrond ons 'hoge ambt' en kerkelijk handelen als een han-delen de iure: een en ander soms gepaard gaande met een besef van bij-zonderheid en 'uitverkoren-zijn'. Met het bovenstaande is op zich niets ten nadele van kerkelijk handelen als rechtshandelen gezegd. Het gaat me hier vooral om het - naar mijn mening legitieme - motief, namelijk dat van religieuze zuiverheid, het besef in de kerk in de nabijheid van de Heilige te verkeren.

Wat betreft de toevoeging over het besef van bijzonderheid en 'uitverkoren-zijn', dit is uiteraard meer een intuïtieve peiling dan iets dat in officiële documenten te lezen valt. Dit besef is in hoge mate versterkt door het handelen van de synode in de periode 1942-1944. Om u enig hou-vast te geven, er dringt zich hier een vergelijking op met de lotgevallen van Jozef- Jozef die door zijn broers verraden en verkwanseld werd, en noch-tans de uitverkorene was. Jozefs aanvankelijke gebrek aan vertrouwen in

(7)

zijn broers, toen die bij hem in Egypte hun toevlucht zochten, is in dit ver-band ook nuttig om in herinnering te roepen.

Communicatie

Ik kom nu toe aan het tweede punt, ons vermogen tot communicatie met andere kerkgemeenschappen en met de geseculariseerde wereld om ons heen. Hier valt - op z'n zachtst gezegd - nog wel het een en ander te ver-beteren. Ik denk vooral aan een oplossing voor de onvruchtbare patstelling die telkens weer dreigt te ontstaan wanneer anderen ons voorhouden dat wij niet moeten menen de waarheid in pacht te hebben, terwijl van vrij-gemaaktezijde nadruk wordt gelegd op dezaak. op het 'er staat geschreven en er is geschied', of ook: op kerkelijk handelen als rechts-handelen. Eerlijk gezegd zie ook ik niet direct een weg die ons snel uit het isolement helpt en die op korte termijn het perspectief van kerkelijke samenwerking, laat staan eenwording biedt. Maar op z'n minst kunnen we proberen de achtergrond van deze impasse ons zo helder mogelijk voor ogen te stellen. Als ik het goed zie dan gaat het hier vooral om een verschil van inzicht over de betekenis van de menselijke factor in de kerkgeschiedenis. Ik doel daar-mee in feite op drie nauw met elkaar samenhangende punten, namelijk: a. de vraag wanneer het een mens. of een kerkelijke gemeenschap, geoor-loofd is om de eigen wil (c.q. opvatting, interpretatie) te identificeren met de goddelijke wil;

b. de vraag of men. gegeven een dergelijke identificatie van de eigen wil met de goddelijke, de ander als gesprekspartner nog serieus kan nemen en open kan staan voor diens standpunten; en tenslotte

c. de vraag hoe de universele intentie van het zoeken naar waarheid in een bepaalde zaak verbonden kan worden met het historische en persoonlijke karaktervan dat zoeken; met andere woorden hoe in het zoeken naar waar-heid persoonlijke betrokkenwaar-heid en historische bijzonderheden enerzijds en universaliteit en eenheid anderzijds met elkaar samenhangen en hoe we ons van die samenhang rekenschap kunnen geven.

Naar mijn indruk bepaalt het antwoord op deze vragen niet alleen hoe wij kerkelijk met elkaar omgaan, maar ook hoe we met de bijbel omgaan. Het is hier niet de plaats voor een uitvoerige beschouwing. Laat ik slechts zeggen dat ik weinig heil zie in een onvruchtbare tegenstelling waarbij de één de ander van objectivisme beschuldigt en de ander de één van relati-visme. Van beide, relativisme en objectivisme, zijn inderdaad sporen te ontdekken in publikaties uit onze kring. Maar het beeld is gemengd, het blijft meestal bij sporen. Ik zou willen pleiten voor maximale concentratie op een derde weg, waarbij de onontkoombare verbondenheid tussen per-soonlijke inzet en universele intentie niet als iets beperkends, maar juist positief gewaardeerd wordt.

(8)

Het juist gezegde impliceert een doorbreken van het denkschema volgens hetwelk we in een bepaald historisch gebeuren óf met de goddelijke óf met de menselijke factor te maken hebben. God schakelt de mens in in zijn heilshandelen, - als mens, met zwakheden en met sterke kanten, verstand en gevoel. De term'instrument'is in dit verband te vlak. Het menselijke van David en van Jeremia, van Petrus en van Paulus is heel specifiek en die specificiteit komt niet in mindering op, maar geeft juist een extra dimensie aan hun optreden en daarmee aan de goddelijke boodschap.

Toegepast op onze kerkelijke mentaliteit zie ik het volgende zich afteke-nen.

Enerzijds doet onze behoefte aan religieuze zuiverheid (dederde laag in het vrijgemaakte ethos, vergelijk de vorige paragraaf) ons neigen naar een ju-ridisch getinte en nogal formele opstelling. We menen dat die zuiverheid het meest gediend wordt door een maximale concentratie op de zaak Dat heeft soms betekend dat met de zaak niet alleen onze eigen integriteit stond of viel - dat lijkt me gezien het zojuist gestelde begrijpelijk en ook te ver-dedigen - maar ook die van de ander.

Anderzijds zijn we ons toenemend bewust van de rol die menselijke ka-rakters en historische omstandigheden spelen in de ontwikkeling van het kerkelijk leven.

Nog weer anders geformuleerd: aan de ene kant zijn wij huiverig om teveel betekenis aan de menselijke factor toe te kennen. Wij willen niet op mensen zien en God alle eer geven. Vanuit dit legitieme theocentrisme zijn we sterk geneigd de Vrijmaking te zien als een daad van reformatie waarin God ons redde uit de 'strik' van de synodocratie.

Aan de andere kant zijn we vandaag meer dan vroeger geneigd om ook aan de menselijke kant aandacht te schenken. We beginnen te beseffen dat een niet onaanzienlijk deel van vijftigjaar vrijgemaakt kerkelijk leven bestaan heeft uit discussies over de betekenis van de Vrijmaking; discussies die op hun beurt aanleiding vormden tot een nieuwe kerkscheuring. Van het triomfalisme waarvan anderen ons vroeger nog wel eens beschuldigden, ontbreekt nu vrijwel ieder spoor. De overvloedige herdenkingsliteratuur kan ons soms vervullen met een gevoel van onmacht over menselijk falen en gebrekkige communicatie.

Welnu, voor de toekomst van ons kerkelijk leven lijkt het mij van groot belang dat we deze menselijke kant van onze voorgeschiedenis niet op-nieuw verdringen. Voor alle duidelijkheid, ik pleit hier niet voor een her-denken in de vorm van een collectieve zelf-aanklacht. De zelfkritiek kan ook doorslaan. Ik erken ten volle dat er momenten zijn dat men moet kun-nen zeggen: 'Hier sta ik. ik kan niet anders'. Inzet voor de zaak kan het niet stellen zonder persoonlijke betrokkenheid. In onze tijd lijkt een dergelijke betrokkenheid mij zelfs heilzaam, nu ook vrijgemaakten steeds vaker ge-neigd zijn sterk relativerend hun kerkelijke voorgeschiedenis te bezien. Maar dit alles neemt niet weg dat de samenhang van het goddelijke en het

(9)

menselijke in het kerkelijk handelen hoog op de agenda van prioriteiten voor gemeenschappelijke bezinning dient te staan.

Tol besluit

Leven in het verbond, dat is waar het om ging in de Vrijmaking en waar het hart van het vrijgemaakte leven klopt. Leven in het verbond - tegen-over de theologische constructie in 1944, tegentegen-over de versmalling van het geloof tot moraal of gevoel of een algemeen kosmisch besefin 1994. De gedachte van de antithese is nooit defensief bedoeld geweest. Zo ook is de ware-kerk-idee nooit bedoeld als legitimering voor een zelfgekozen opsluiting. Nu van allerlei kanten niettemin signalen klinken die wijzen op een te defensieve houding en een te grote geslotenheid, moeten we ons af-vragen hoe kon gebeuren wat door vrijwel niemand ooit gewenst is. Dat betekent voor alles: weer voeling krijgen met onze historische wortels, ook met de onverwerkte menselijke kant daarvan.

Vandaag is geloven en naar de kerk gaan voor veel vrijgemaakten iets van-zelfsprekends. Hier en daar valt een sterk pragmatisme te bespeuren. Wel-licht hebben we ons de laatste decennia te weinig door niet-gelovigen en door gelovigen in andere kerken laten uitdagen Of zijn we misschien zelfs bezig van Gods beloften iets vanzelfsprekends te maken? Is er misschien een samenhang tussen het huidige pragmatisme in onze kerk en een niet meer levend besef van waar het in de Vrijmaking om ging? Hoe dan ook, leven in het verbond is per definitie geen vanzelfsprekendheid. Niets mo-tiveert en appelleert meer dan de beloften van het evangelie 'Vijftig jaar Vrijmaking' kan er toe bijdragen dat het verrassende en frisse van dit evan-gelie weer opnieuw wordt ontdekt

Herdenken is in wezen zelfonderzoek. Het is een opnieuw onze plaats be-palen in de brede bedding van de christelijke traditie, waaronder- wat mij betreft - ook de traditie van voor Calvijn en de traditie van de Nadere Reformatie; het is het verlorene ons opnieuw toeèigenen en dat alles met het oog gericht op de taak van de kerk in onze tijd.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Om voor onszelf een goed beeld te krijgen van wat we nu precies verwachtten van een predikant in onze gemeente èn om een nog beter inzicht te krijgen in elkaars standpunten

Onze compactfrezen zijn licht genoeg voor goede beweegbaarheid, maar kunnen ook zwaar werk aan om zo belangrijke tijd en inspanningen bij de extra lastige tuinklussen te

Uitkomst van de avond is dat verder gewerkt wordt aan het haalbaarheidsonderzoek en dat de commissie in het voorjaar van 2017 (vóór 1 mei 2017) een voorstel voor een go/no go

Gods Geest en genade zal die ook bewaren in de harten der ware gelovigen; maar wat aangaat de openbare Belijdenis en deszelfs voordelen daaromtrent heeft God alle heilige

Aan de wethouder hebben wij nog de volgende vragen die, als er besloten wordt wel zout te winnen, die wat ons betreft nog meegenomen moeten worden in de zienswijze?. In de

Door een centrale locatie te kiezen is de sport actief en passief toegankelijk voor alle Egmonders, jong en oud en draagt belangrijk bij tot een gezonde jeugd en de sociale cohesie

▪ De discussie over de toekomst van de gemeente op het punt staat van beginnen, zodat bovengenoemde keuzes bij de voorjaarsnota 2022 hun uitwerking kunnen krijgen;. Draagt het

Nog niet alle geplande producten van het Nationaal Platform Bomen zijn al beschikbaar en vooral bij de ontwikkeling van de Nationale Protocollen zal nog het nodige overleg en