• No results found

Afwijzing handhavingsverzoek tegen de VPRO | Commissariaat voor de media

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Afwijzing handhavingsverzoek tegen de VPRO | Commissariaat voor de media"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

-1-

Besluit

Kenmerk: 885081 / 887723

Betreft: bestuursrechtelijke handhaving

Gezien het verzoek van 2 juli 2021 van xxxxx (hierna: verzoeker) om bestuursrechtelijke handhaving jegens de VPRO wegens de documentaire 'Van Beiroet tot Binnenhof' gelet op de Mediawet 2008,

gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb),

Overweegt het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat) als volgt,

___________________________________________________________________________

A. Verloop van de procedure

1. Bij brief van 30 juni 2021, door het Commissariaat ontvangen op 2 juli 2021, heeft verzoeker een verzoek ingediend om bestuursrechtelijke handhaving jegens de VPRO vanwege de documentaire 'Van Beiroet tot Binnenhof'. In het verzoek wordt gesteld dat de politieke partij D66 (inclusief de lijsttrekker) teveel redactionele invloed heeft kunnen uitoefenen op deze documentaire, zoals uitgezonden door de VPRO.

2. Bij brief van 9 juli 2021 heeft het Commissariaat verzoeker gevraagd om zijn

contactgegevens, dan wel verzocht om zelf contact op te nemen met het Commissariaat.

Hierop is tot op heden geen reactie ontvangen.

3. Bij brief van 26 juli 2021 heeft het Commissariaat verzoeker verzocht om uiteen te zetten waarom hij van mening is dat hij als belanghebbende kan worden aangemerkt. In deze brief is aangegeven dat de door verzoeker aangedragen argumenten daartoe op zichzelf niet voldoende zijn. Er is een reactietermijn gegeven tot en met 9 augustus 2021. Ook op dit verzoek is tot op heden echter geen reactie ontvangen.

B. Wettelijk kader

4. Artikel 1:2 Awb

1. Onder belanghebbende wordt verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.

2. Ten aanzien van bestuursorganen worden de hun toevertrouwde belangen als hun belangen beschouwd.

3. Ten aanzien van rechtspersonen worden als hun belangen mede beschouwd de algemene en collectieve belangen die zij krachtens hun doelstellingen en blijkens hun feitelijke werkzaamheden in het bijzonder behartigen.

5. Artikel 1:3 Awb

1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling.

2. Onder beschikking wordt verstaan: een besluit dat niet van algemene strekking is, met inbegrip van de afwijzing van een aanvraag daarvan.

(2)

-2-

3. Onder aanvraag wordt verstaan: een verzoek van een belanghebbende, een besluit te nemen.

4. Onder beleidsregel wordt verstaan: een bij besluit vastgestelde algemene regel, niet zijnde een algemeen verbindend voorschrift, omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan.

C. Overwegingen

6. Het Commissariaat ziet zich gesteld voor de vraag of verzoeker belanghebbende is bij zijn verzoek om handhavend op te treden jegens de VPRO.

7. Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Awb wordt onder belanghebbende verstaan:

degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. Deze eis is door de wetgever gesteld om te voorkomen dat een ieder, in welke hoedanigheid dan ook, of een persoon met slechts een verwijderd of indirect belang als belanghebbende zou moeten worden beschouwd.

8. Om als belanghebbende aangemerkt te kunnen worden dient men een voldoende objectief en actueel, eigen en persoonlijk belang te hebben, wat men voldoende onderscheidt van anderen. Het belang moet ook rechtstreeks worden geraakt door het bestuursrechtelijk handelen. Uit de wetsgeschiedenis en jurisprudentie volgt dat met de woorden ‘wiens belang rechtstreeks is betrokken’ een zekere begrenzing wordt beoogd.

Een louter subjectief gevoel van betrokkenheid bij een besluit is, hoe sterk dat gevoel ook moge zijn, niet voldoende om daarvan te kunnen spreken. Ook een persoon die wellicht enig belang heeft, maar zich op dat punt niet onderscheidt van grote aantallen anderen, kan niet worden beschouwd als een persoon met een rechtstreeks betrokken belang.

9. Verzoeker heeft in zijn handhavingsverzoek gesteld dat hij kan worden aangemerkt als belanghebbende omdat hij lid is van een andere politieke partij dan D66. De partij D66 zou, ten koste van zijn eigen politieke partij, door de onderhavige documentaire meer aandacht hebben gekregen. Daarnaast geeft verzoeker aan dat hij belanghebbende is omdat een deel van de financiering van de VPRO (en daarmee de documentaire) afkomstig is van zijn belastinggeld.

10. Het Commissariaat stelt vast dat verzoeker geen eigen en rechtstreeks belang heeft dat hem voldoende onderscheidt van willekeurige andere personen (waaronder begrepen leden van een politieke partij of belastingbetalers). Wat dat betreft constateert het Commissariaat voorts dat verzoeker opkomt voor het gestelde belang van de politieke partij waarvan hij lid is, en niet voor zijn persoonlijke belang. Gesteld noch gebleken is dat verzoeker op enig andere grond een objectief bepaalbaar, persoonlijk, eigen, rechtstreeks en actueel belang heeft bij bestuurlijke handhaving inzake de documentaire.

11. Gelet op voorgaande stelt het Commissariaat vast dat verzoeker geen belanghebbende is bij het verzochte bestuursrechtelijk handhaven. Het Commissariaat besluit daarom om het verzoek niet in behandeling te nemen.

12. Op grond van artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur besluit het Commissariaat tot slot de volledige tekst van dit besluit twee weken na bekendmaking daarvan op zijn website te publiceren, met weglating van persoonsgegevens van de verzoeker.

(3)

-3-

D. Besluit

Het Commissariaat besluit:

I. het verzoek van xxxxx om handhavend op te treden jegens de VPRO inzake de documentaire 'Van Beiroet tot Binnenhof' niet in behandeling te nemen;

II. de volledige tekst van dit besluit twee weken na bekendmaking daarvan op zijn website te publiceren, met weglating van persoonsgegevens van de verzoeker.

Hilversum, 19 augustus 2021,

COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA,

mr. Elles Witvoet

Practice Lead Handhaving & Bezwaar

Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt bezwaar maken bij het Commissariaat voor de Media, postbus 1426, 1200 BK te Hilversum.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Met betrekking tot de aanvragen van RTVA, VMS en SVC heeft de gemeenteraad van Apeldoorn in zijn vergadering van 17 december 2020 besloten het Commissariaat, op voorstel

het Commissariaat besluit Stichting Facilitair Centrum De Golfbreker met ingang van 21 mei 2021 voor een periode van vijf jaar toestemming te verlenen om als

met ingang van 22 februari 2021 voor een periode van vijf jaar toestemming te verlenen om als commerciële media-instelling een commerciële radio-omroepdienst te verzorgen via een

Het voorgaande betekent dat het Commissariaat, uitgaande van artikel 4:17 zoals dat luidde voor 1 januari 2019, 8 een bedrag van € 1.260,- verschuldigd is wegens het niet

Bij brief van 30 september 2020, ontvangen door het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat) op 1 oktober 2020, heeft RADIO NL B.V., statutair gevestigd te Sneek

Bij brief van 10 augustus 2020, ontvangen door het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat) op 10 augustus 2020, heeft Stichting Jongeren en Migranten Omroep

Op grond van het bepaalde in artikel 2.61, derde lid, van de Mediawet 2008 heeft het Commissariaat de aanwijzingsaanvragen van Stichting Omroep Hulst en Stichting Omroep Terneuzen

verenigingsactiviteiten. De verhuringen zijn derhalve te kwalificeren als nevenactiviteiten als bedoeld in artikel 2.132, tweede lid, van de Mediawet 2008.. Conform de