• No results found

Afwijzing handhavingsverzoek van Stichting Haagse Media | Commissariaat voor de media

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Afwijzing handhavingsverzoek van Stichting Haagse Media | Commissariaat voor de media"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Besluit

Kenmerk: 864941/881839

Betreft: Handhavingsverzoek Stichting Haagse Media

Het Commissariaat voor de Media,

gezien het verzoek van Stichting Haagse Media van 5 november 2020 om handhavend op te treden tegen Stichting Agglomeratieomroep Holland Centraal en Stichting Radio en Televisie Leiderdorp in verband met overtreding van verschillende bepalingen uit de Mediawet 2008,

gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht,

overweegt als volgt,

_________________________________________________________________________

A. Procedure

1. Op 5 november 2020, aangevuld bij e-mail en brief van 11 november 2020, heeft Stichting Haagse Media (hierna: SHM) het Commissariaat voor de Media (hierna: het

Commissariaat) verzocht om handhavend op te treden tegen Stichting

Agglomeratieomroep Holland Centraal (hierna: Holland Centraal) en Stichting Radio en Televisie Leiderdorp (hierna: RTV Leiderdorp). Dit wegens vermeende overtreding van, voor zover nu van belang, reclame- en/of sponsorregels uit de Mediawet 2008.

2. Bij e-mails van 15 november 2020 en 25 februari 2021 heeft SHM haar verzoek aangevuld.

3. Naar aanleiding van het verzoek om handhaving van SHM is het Commissariaat een onderzoek gestart naar mogelijke overtreding van de artikelen 2.88b, eerste lid, 2.94, eerste lid, en 2.95 van de Mediawet 2008 door Holland Centraal en RTV Leiderdorp. Dit heeft geresulteerd in het onderzoeksrapport van 22 maart 2021 (kenmerk 867206/871054;

hierna: het onderzoeksrapport).

4. Bij brieven van 13 april 2021 heeft het Commissariaat het onderzoeksrapport

toegezonden aan Holland Centraal en RTV Leiderdorp. Daarbij heeft het Commissariaat hen verzocht eventuele bezwaren tegen de verzending van het onderzoeksrapport aan SHM naar voren te brengen. Daarnaast heeft het hen uitgenodigd hun zienswijze op het onderzoeksrapport naar voren te brengen.

5. Bij e-mail en brief van 19 april 2021 hebben Holland Centraal en RTV Leiderdorp hierop gereageerd en hun bezwaren aangevoerd.

(2)

6. Bij brief van 22 april 2021 heeft het Commissariaat het onderzoeksrapport toegezonden aan SHM, waarbij op verzoek van Holland Centraal en RTV Leiderdorp enkele

vertrouwelijke bedrijfsgegevens onleesbaar zijn gemaakt. Bij deze brief heeft het Commissariaat ook SHM uitgenodigd haar zienswijze op het onderzoeksrapport naar voren te brengen.

7. Het Commissariaat heeft het handhavingsverzoek op 6 mei 2021 op een hoorzitting behandeld. Op deze hoorzitting zijn Holland Centraal en RTV Leiderdorp verschenen.

SHM is, met bericht van verhindering, niet verschenen. Van de hoorzitting is een verslag gemaakt. Dit verslag is als bijlage 2 bij dit besluit gevoegd.

8. Bij e-mail van 21 mei 2021 heeft SHM desgevraagd nadere informatie verstrekt.

Opbouw beslissing

9. Dit besluit heeft de volgende opbouw. Hierboven is al ingegaan op het verloop

van de procedure (onder A). Hieronder wordt eerst ingegaan op de ontvankelijkheid van het verzoek (onder B). Daarna wordt verwezen naar het juridisch kader (onder C) en worden de relevante feiten opgesomd (onder D). Vervolgens worden de zienswijze van Holland Centraal en RTV Leiderdorp (onder E) en de overwegingen van het

Commissariaat (onder F) weergegeven, alsmede zijn conclusie (onder G). Voorts wordt ingegaan op de openbaarmaking van dit besluit (onder H) en ten slotte volgt het besluit (onder I).

B. Ontvankelijkheid

10. Tijdens de hoorzitting uitten Holland Centraal en RTV Leiderdorp hun twijfels over de ontvankelijkheid van het verzoek van SHM. Holland Centraal en RTV Leiderdorp gaven aan de omgeving van Leiden als verzorgingsgebied te hebben en niet Den Haag. Daarom is het volgens hen de vraag of SHM, die zich op Den Haag lijkt te richten, wel nadeel ondervindt van hun handelen.

11. Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (vgl. de uitspraak van 28 augustus 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2881) is onder meer degene wiens concurrentiebelang rechtstreeks is betrokken bij een besluit, belanghebbende. Dit geldt ongeacht de vraag welke rol het concurrentiebelang bij het nemen van dit besluit inhoudelijk mag spelen. Om als concurrent te kunnen worden aangemerkt, dient SHM activiteiten te ontplooien binnen hetzelfde marktsegment en in hetzelfde

verzorgingsgebied als Holland Centraal en RTV Leiderdorp.

12. Het Commissariaat heeft SHM toestemming verleend om als commerciële

media-instelling een commerciële radio-omroepdienst te verzorgen. In haar e-mail van 21 mei 2021 heeft SHM desgevraagd toegelicht dat haar sinds 2003 de concessie is verleend voor kavel B08, ten behoeve van niet-landelijke commerciële radio. Hieronder vallen FM-frequenties in onder andere de regio Leiden en de regio Den Haag

(Haaglanden), aldus SHM. Ook geeft zij aan via DAB+ uit te zenden.

(3)

13. Mede gelet op het voorgaande acht het Commissariaat aannemelijk dat SHM actief is in hetzelfde marktsegment en verzorgingsgebied als Holland Centraal en RTV Leiderdorp.

Op voorhand is niet uitgesloten dat SHM nadelige gevolgen ondervindt van het handelen van Holland Centraal en RTV Leiderdorp. Naar het oordeel van het Commissariaat heeft SHM dan ook een rechtstreeks concurrentiebelang als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb). Gelet hierop merkt het

Commissariaat SHM aan als belanghebbende. Nu het verzoek ook aan de overige eisen voldoet die de Awb hieraan stelt, is het verzoek ontvankelijk. Het Commissariaat zal het verzoek inhoudelijk behandelen en hierop een besluit nemen.

C. Juridisch kader

14. De relevante wettelijke bepalingen zijn opgenomen in bijlage 1 bij dit besluit.

D. Relevante feiten

15. SHM betoogt in haar handhavingsverzoek dat Holland Centraal en RTV Leiderdorp op hun website unity.nu verschillende reclame- en sponsorregels overtreden. SHM voert aan dat op de website artikelen staan die een reclameboodschap bevatten maar die niet als reclame-uiting herkenbaar zijn. Daarnaast wijst SHM op een mogelijke overschrijding van reclamemaxima op de website.

16. Naar aanleiding van dit verzoek heeft het Commissariaat onderzoek verricht. Het onderzoek was gericht op de website unity.nu. Deze website wordt door een derde partij geproduceerd in opdracht van Holland Centraal en RTV Leiderdorp. Holland Centraal is door het Commissariaat aangewezen als de lokale publieke media-instelling voor de gemeenten Oegstgeest, Voorschoten en Zoeterwoude; RTV Leiderdorp als die voor de gemeente Leiderdorp. Beide instellingen werken samen onder de naam ‘Unity’.1

17. Het Commissariaat heeft geconstateerd dat Holland Centraal en RTV Leiderdorp op hun website de artikelen 2.88b, eerste lid, 2.94, eerste lid, en 2.95 van de Mediawet 2008 hebben overtreden. Een uitgebreide beschrijving van het onderzoek en de geconstateerde overtredingen is opgenomen in het onderzoeksrapport.

E. Zienswijze Holland Centraal en RTV Leiderdorp

18. Holland Centraal en RTV Leiderdorp hebben aangegeven zich niet bewust te zijn geweest van de in het onderzoeksrapport geconstateerde overtredingen. De regels voor radio en televisie zijn voor hen duidelijk, maar of en in hoeverre deze regels ook gelden voor hun website was voor hen niet helder, aldus Holland Centraal en RTV Leiderdorp. In dit kader geven zij aan een kleine organisatie te zijn, met beperkte financiële middelen en die mede draait op stagiaires. Holland Centraal en RTV Leiderdorp benadrukken dat het goed is dat

1 Inmiddels is hierbij ook de Stichting Lokale Media Wassenaar aangesloten. Deze stichting is door het Commissariaat aangewezen als lokale publieke media-instelling voor de gemeente Wassenaar.

(4)

de regels nu duidelijk zijn geworden en lichten toe dat zij aanpassingen zullen doorvoeren om aan de geldende regelgeving te voldoen en herhaling te voorkomen.

F. Overwegingen Commissariaat

19. Vastgesteld is dat Holland Centraal en RTV Leiderdorp op hun website de artikelen 2.88b, eerste lid, 2.94, eerste lid, en 2.95 van de Mediawet 2008 hebben overtreden. De

bevindingen van het Commissariaat in dit kader zijn beschreven in het onderzoeksrapport, dat is gedeeld met Holland Centraal, RTV Leiderdorp en SHM, en besproken tijdens de hoorzitting van 6 mei 2021.

Geconstateerde overtredingen

20. De overtredingen die het Commissariaat heeft vastgesteld zien op de herkenbaarheid van reclameboodschappen, de eis dat deze duidelijk onderscheiden moeten zijn van het overige media-aanbod en op het aandeel reclameboodschappen. Hieronder volgt een beknopte uiteenzetting van de betreffende regelgeving en de geconstateerde

overtredingen op de website unity.nu.

(i en ii) Herkenbaarheid en onderscheid reclameboodschappen 21. Op grond van artikel 2.88b, eerste lid, van de Mediawet 2008 moeten

reclameboodschappen als zodanig herkenbaar zijn. In de Beleidsregels reclame publieke media-instellingen 2019 (hierna: de Beleidsregels)2 heeft het Commissariaat deze eis verder uitgewerkt voor reclameboodschappen binnen het tekst- en/of grafische gedeelte van het media-aanbod (zie artikel 3, vijfde lid). Daarin is bepaald dat

reclameboodschappen ‘als zodanig herkenbaar’ zijn als deze voor de gemiddelde oplettende consument door de vorm en inhoud duidelijk herkenbaar zijn als reclameboodschap.

22. Verder moeten reclameboodschappen op grond van de artikelen 2.94, eerste lid, gelezen in samenhang met 2.98 van de Mediawet 2008 door akoestische of visuele middelen duidelijk onderscheiden zijn van de overige inhoud van het media-aanbod. Het Commissariaat heeft deze eis voor het tekst- en/of grafische gedeelte van het

media-aanbod verder uitgewerkt in artikel 3, zesde lid, van de Beleidsregels. Daarin is bepaald dat reclameboodschappen ‘duidelijk onderscheiden’ zijn van het overige media-aanbod indien deze worden geplaatst in een apart kader dat geen onderdeel uitmaakt van het overige media-aanbod en onder vermelding van ‘reclame’, ‘advertentie’

dan wel woorden van gelijke strekking.

23. Op de website unity.nu heeft het Commissariaat verschillende advertorials aangetroffen die qua vorm (opmaak) vergelijkbaar zijn met redactionele artikelen. Wat betreft de inhoud (tekst) zijn de advertorials een mengvorm van redactie en commercie. De advertorials zijn hierdoor niet duidelijk herkenbaar als reclameboodschap. Ook zijn deze niet in een apart kader geplaatst. Gelet hierop hebben Holland Centraal en RTV Leiderdorp met het plaatsen van de advertorials gehandeld in strijd met de artikelen 2.88b, eerste lid, en 2.94, eerste lid, gelezen in samenhang met artikel 2.98 van de Mediawet 2008. Zoals het

2 Staatscourant 2019, nr. 23380.

(5)

Commissariaat ook heeft uitgelegd in de toelichting op de Beleidsregels, dient toepassing van het beginsel van non-commercialiteit onder meer tot uiting te komen in een

herkenbare scheiding tussen redactionele uitingen van de omroep enerzijds en commerciële uitingen van derden anderzijds. Omwille van de strikte scheiding tussen redactionele en commerciële inhoud zijn ‘advertorials’ en vergelijkbare informatie ingegeven door commerciële motieven uitdrukkelijk verboden voor publieke media-instellingen.

(iii) Aandeel reclameboodschappen

24. Het aandeel reclameboodschappen binnen het tekst- en/of grafische gedeelte van het media-aanbod moet beperkt zijn in hoeveelheid en duur, niet overheersend zijn en in elk geval niet meer dan 10% van de ruimte van de pagina bedragen. Dit volgt uit artikel 2.95 gelezen in samenhang met de artikelen 2.98 van de Mediawet 2008 en artikel 5 van het Mediabesluit 2008, zoals door het Commissariaat uitgewerkt in artikel 5, tweede lid, van de Beleidsregels.

25. Op de website unity.nu heeft het Commissariaat op twee van de vijf onderzochte

momenten overheersende advertenties van het merk Jumbo aangetroffen. Bij het openen van de homepagina vulden die advertenties ongeveer de helft van het scherm. Daarmee hebben Holland Centraal en RTV Leiderdorp naar het oordeel van het Commissariaat gehandeld in strijd met de artikelen 2.95 gelezen in samenhang met 2.98 van de Mediawet 2008.

Handhaving

26. Het Commissariaat stelt vast dat Holland Centraal en RTV Leiderdorp voormelde bepalingen uit de Mediawet 2008 hebben overtreden.

27. In reactie op de geconstateerde overtredingen hebben Holland Centraal en RTV Leiderdorp aangevoerd dat zij niet bekend waren met de regels die gelden voor hun website. Bekendheid met de regelgeving behoort echter tot de eigen verantwoordelijkheid van een media-instelling. Zoals volgt uit de Mediawet 2008 zijn de regels voor reclame niet uitsluitend van toepassing op radio- en televisieprogramma’s, maar zo veel mogelijk ook op al het overige media-aanbod van publieke media-instellingen. Dit is geregeld in artikel 2.98 van de Mediawet 2008. Onder dit ‘overige media-aanbod’ valt bijvoorbeeld een door een publieke media-instelling aangeboden website. Het Commissariaat heeft dit toegelicht en verder uitgewerkt in de Beleidsregels. Naar het oordeel van het

Commissariaat behoort het tot de verantwoordelijkheid van Holland Centraal en RTV Leiderdorp om zich te vergewissen van de voor hen als lokale publieke media-instelling geldende regelgeving.

28. Holland Centraal en RTV Leiderdorp verkeerden in de veronderstelling dat zij de

geplaatste advertorials op deze manier op hun website mochten zetten, nu zij door middel van de toevoeging van het woord ‘advertorial’ kenbaar maakten dat het een

reclameboodschap betrof. Het Commissariaat betrekt bij zijn beoordeling dat Holland Centraal en RTV Leiderdorp hiermee op enige wijze kenbaarheid hebben willen geven aan de commercialiteit van de geplaatste artikelen. Dit neemt echter niet weg dat de aangetroffen artikelen qua vorm en inhoud vergelijkbaar zijn met redactionele artikelen en

(6)

dat, zoals volgt uit de toelichting op de Beleidsregels, advertorials omwille van de strikte scheiding tussen redactionele en commerciële inhoud uitdrukkelijk verboden zijn voor publieke media-instellingen. Holland Centraal en RTV Leiderdorp hebben hierop

aangegeven direct in overleg te treden met de partijen die de advertorials aanbieden om hen te laten weten dat er geen advertorials meer geplaatst zullen worden en om de met hen gemaakte afspraken aan te passen zodat zij voldoen aan de wettelijke vereisten. Wat betreft de overheersende Jumbo-advertenties, hebben Holland Centraal en

RTV Leiderdorp toegelicht dat bij henzelf in januari ook was opgevallen dat deze advertenties te overdadig waren en niet pasten bij een publieke omroep. Zij gaven aan daarom op dat moment zelf al de conclusie te hebben getrokken niet meer te werken met een dergelijke advertentievorm. Gelet op het voorgaande acht het Commissariaat

aannemelijk dat Holland Centraal en RTV Leiderdorp zowel ten aanzien van de advertorials als ten aanzien van de overheersende Jumbo-advertenties adequate maatregelen hebben genomen ter voorkoming van verdere overtreding.

29. Mede gelet op voormelde specifieke omstandigheden, is het Commissariaat van oordeel dat direct handhavend optreden naar aanleiding van het handhavingsverzoek door middel van oplegging van een bestuurlijke boete in het onderhavige geval onevenredig zou zijn.

Daarbij heeft het Commissariaat ook in aanmerking genomen dat het niet eerder aan Holland Centraal of RTV Leiderdorp een waarschuwing heeft gegeven dan wel een boete heeft opgelegd vanwege overtreding van de Mediawet 2008.

30. Gelet op het voorgaande zal het Commissariaat in dit geval volstaan met een waarschuwing jegens Holland Centraal en RTV Leiderdorp. Dit betekent dat het handhavingsverzoek van SHM in zoverre zal worden afgewezen. Overigens zal het Commissariaat de waarschuwing aan Holland Centraal en RTV Leiderdorp betrekken bij een eventuele toekomstige overtreding door (een van) deze media-instellingen bij de afweging of en op welke wijze handhavend zal worden opgetreden.

G. Conclusie

31. Gelet op het vorenstaande zal het Commissariaat het verzoek van SHM om handhavend op te treden tegen Holland Centraal en RTV Leiderdorp wegens overtreding van reclame- en/of sponsorregels afwijzen. Het Commissariaat zal volstaan met een waarschuwing jegens beide media-instellingen.

H. Publicatie

32. Het Commissariaat zal op grond van artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: de Wob) de volledige tekst van het besluit, met uitzondering van de daarin vermelde persoonsgegevens en vertrouwelijke bedrijfsgegevens, openbaar maken door publicatie op zijn website. De publicatie vindt plaats veertien dagen nadat het besluit op de in artikel 3:41 van de Awb voorgeschreven wijze is bekendgemaakt. Het

Commissariaat ziet daartoe geen belemmering op grond van artikel 10 van de Wob.

(7)

I. Besluit

Het Commissariaat:

I. wijst het verzoek van Stichting Haagse Media om handhavend op te treden tegen Stichting Agglomeratieomroep Holland Centraal en Stichting Radio en Televisie Leiderdorp wegens overtreding van reclame- en/of sponsorregels af;

II. maakt de volledige tekst van dit besluit, veertien dagen na de voorgeschreven bekendmaking daarvan, met uitzondering van de daarin vermelde

persoonsgegevens en vertrouwelijke bedrijfsgegevens, openbaar door publicatie op zijn website.

Hilversum, 22 juni 2021

COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA,

drs. Renate Eringa-Wensing voorzitter

mr. Peter Eijsvoogel commissaris

Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt bezwaar maken bij het Commissariaat voor de Media, postbus 1426, 1200 BK te Hilversum.

(8)

Bijlage 1: Wettelijk kader

Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:2

1. Onder belanghebbende wordt verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.

[…]

Artikel 4:7

1.Voordat een bestuursorgaan een aanvraag tot het geven van een beschikking geheel of gedeeltelijk afwijst, stelt het de aanvrager in de gelegenheid zijn zienswijze naar voren te brengen indien:

a. de afwijzing zou steunen op gegevens over feiten en belangen die de aanvrager betreffen, en

b. die gegevens afwijken van gegevens die de aanvrager ter zake zelf heeft verstrekt.

[…]

Artikel 4:8

1. Voordat een bestuursorgaan een beschikking geeft waartegen een belanghebbende die de beschikking niet heeft aangevraagd naar verwachting bedenkingen zal hebben, stelt het die belanghebbende in de gelegenheid zijn zienswijze naar voren te brengen indien:

a. de beschikking zou steunen op gegevens over feiten en belangen die de belanghebbende betreffen, en

b. die gegevens niet door de belanghebbende zelf ter zake zijn verstrekt.

[…]

Mediawet 2008 Artikel 1.1 […]

reclameboodschap: uiting in welke vorm dan ook, niet zijnde een telewinkelboodschap, waarmee onmiskenbaar wordt beoogd het publiek te bewegen tot het kopen van een bepaald product of het gebruik maken van een bepaalde dienst, dan wel gunstig te stemmen ten aanzien van een bepaald bedrijf, een bedrijfstak of een bepaalde instelling teneinde de verkoop van producten of de afname van diensten te bevorderen;

[…]

Artikel 2.88b

1. Reclame- en telewinkelboodschappen en gesponsord media-aanbod zijn als zodanig herkenbaar.

[…]

Artikel 2.94

1. Reclame- en telewinkelboodschappen zijn door akoestische of visuele middelen duidelijk onderscheiden van de overige inhoud van het programma-aanbod.

[…]

(9)

Artikel 2.95

1. Het aandeel reclame- en telewinkelboodschappen in het programma-aanbod bedraagt:

a. per programmakanaal niet meer dan een bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen percentage van de totale duur van het programma-aanbod op het

programmakanaal per jaar, welk percentage niet meer bedraagt dan tien en voor radio- en televisieprogramma-aanbod kan verschillen;

b. per programmakanaal niet meer dan vijftien procent van de totale duur van het programma-aanbod op het programmakanaal per dag; en

c. niet meer dan twintig procent van de tijdvakken tussen 06:00 uur en 18:00 uur en tussen 18:00 uur en 24:00 uur.

2. Ten hoogste een derde van de tijd die wordt gebruikt voor reclame- of

telewinkelboodschappen in het programma-aanbod wordt gebruikt voor omlijsting.

Artikel 2.98

De artikelen 2.94 tot en met 2.97 zijn zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing op het overige media-aanbod van de publieke mediadiensten. Wat betreft de toepassing van artikel 2.96, eerste lid, onderdeel a, geldt de vorige volzin uitsluitend voor het overige media-aanbod met beeldinhoud, al dan niet mede met geluidsinhoud.

Artikel 7.11

1. Het Commissariaat is belast met de bestuursrechtelijke handhaving van het bepaalde bij of krachtens deze wet, met uitzondering van:

a. de artikelen 2.2, eerste lid en tweede lid, onderdelen a tot en met h, j tot en met l, 2.3 tot en met 2.27, 2.29 tot en met 2.33, 2.34a tot en met 2.34j, 2.36 tot en met 2.41, 2.53 tot en met 2.57, 2.59, 2.60, 2.60a tot en met 2.60o, 2.125 tot en met 2.131, 2.143 tot en met 2.145, 2.148a, 2.149, 2.150, eerste lid, 2.151, eerste lid, 2.166 tot en met 2.168, 2.170c, 2.170d, 2.180 tot en met 2.187, 4.2 tot en met 4.5 en 6.26; en b. hoofdstuk 8

[…]

Artikel 7.12

1. Bij overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze wet, met uitzondering van de

artikelen 2.34, eerste lid, 2.58, onderdelen a tot en met c, en e, 2.170 en 2.170b of artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht kan het Commissariaat aan de overtreder een

bestuurlijke boete opleggen van ten hoogste € 225 000 per overtreding.

[…]

3. Bij overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze wet, met uitzondering van de

artikelen 2.34, tweede lid, 2.35, 2.58, onderdeel d, 2.70, 2.71, derde en vierde lid, 2.88b tot en met 2.92, 2.94 tot en met 2.99, 2.106 tot en met 2.108, 2.111, eerste lid, 2.115 tot en met 2.124, 2.150, tweede en derde lid, 2.151, tweede lid, 2.170 en 2.170b, 3.5b tot en met 3.14, 3.15, tweede lid, 3.16, 3.17, 3.19 tot en met 3.19b, 3.20 tot en met 3.26, 3.29, 3.29d, 3a.5, 4.1, 4.6, 5.1 tot en met 5.4, 6.4, 6.6, tweede lid, en 6.23 tot en met 6.25, of van artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht kan het Commissariaat aan de overtreder een last onder dwangsom opleggen.

(10)

Wet openbaarheid van bestuur Artikel 8

1. Het bestuursorgaan dat het rechtstreeks aangaat, verschaft uit eigen beweging informatie over het beleid, de voorbereiding en de uitvoering daaronder begrepen, zodra dat in het belang is van een goede en democratische bestuursvoering.

2. Het bestuursorgaan draagt er zorg voor dat de informatie wordt verschaft in begrijpelijke vorm, op zodanige wijze, dat belanghebbende en belangstellende burgers zoveel mogelijk worden bereikt en op zodanige tijdstippen, dat deze hun inzichten tijdig ter kennis van het bestuursorgaan kunnen brengen.

Artikel 10

1. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft achterwege voor zover dit:

a. de eenheid van de Kroon in gevaar zou kunnen brengen;

b. de veiligheid van de Staat zou kunnen schaden;

c. bedrijfs- en fabricagegegevens betreft, die door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld;

d. persoonsgegevens betreft als bedoeld in de artikelen 9, 10 en 87 van de Algemene verordening gegevensbescherming, tenzij de verstrekking kennelijk geen inbreuk op de persoonlijke levenssfeer maakt.

2. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen:

a. de betrekkingen van Nederland met andere staten en met internationale organisaties;

b. de economische of financiële belangen van de Staat, de andere publiekrechtelijke lichamen of de in artikel 1a, onder c en d, bedoelde bestuursorganen;

c. de opsporing en vervolging van strafbare feiten;

d. inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen;

e. de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer;

f. het belang, dat de geadresseerde erbij heeft als eerste kennis te kunnen nemen van de informatie;

g. het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel van derden.

3. Het tweede lid, aanhef en onder e, is niet van toepassing voorzover de betrokken persoon heeft ingestemd met openbaarmaking.

[…]

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Om in dit geval een overtreding van het verbod op sluikreclame als bedoeld in artikel 2.88b, derde lid, onder a, van de Mediawet te kunnen vaststellen, moet redelijkerwijs

Met betrekking tot de aanvragen van RTVA, VMS en SVC heeft de gemeenteraad van Apeldoorn in zijn vergadering van 17 december 2020 besloten het Commissariaat, op voorstel

Het voorgaande betekent dat het Commissariaat, uitgaande van artikel 4:17 zoals dat luidde voor 1 januari 2019, 8 een bedrag van € 1.260,- verschuldigd is wegens het niet

Op grond van het bepaalde in artikel 2.61, derde lid, van de Mediawet 2008 heeft het Commissariaat de aanwijzingsaanvragen van Stichting Omroep Hulst en Stichting Omroep Terneuzen

Met betrekking tot de aanvraag van Stichting Media Platform Alkmaar heeft de gemeenteraad van Alkmaar tijdens zijn vergadering van 23 april 2020 besloten het Commissariaat,

Stichting Omroep Zuidplas stelt in haar zienswijze dat Stichting Gouda Media niet als lokale publieke media-instelling voor de gemeente Zuidplas aangewezen kan worden, aangezien

Op grond van het bepaalde in artikel 2.61, derde lid, van de Mediawet 2008 heeft het Commissariaat de aanwijzingsaanvraag van Stichting Meeromroep met brief van 17 september

ongeoorloofde korting heeft verstrekt bij de verkoop van een zeer beperkt aantal boeken, omdat voor de betreffende titels een vaste prijs gold, die niet is toegepast en geen