• No results found

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte · dbnl

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "P.C. Hooft, Hendrik de Gróte · dbnl"

Copied!
501
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

P.C. Hooft

bron

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte. Hans Passchiers, Haarlem 1626 (tweede druk)

Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/hoof001hend02_01/colofon.php

Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn.

(2)

Edelen Ghestrengen, Hoog-geleerden, Wel-wysen ende Voorzienighen Here

Mynen here Diedrick Bas, Ridder, Burgemeester ende Raadt der stadt Amsterdam.

Edele, gestrenge, hoog-geleerde, welwyse, zeer voorzienige here.

DE wijde wereld gewaaght van Belisarius Patricius, bet vermaart door onder dan door opgang, als dien de fortuin, uyt den triumphwaghen in d'uyterste armoede schoppende, van eenen geweldigen óversten eenen blinden bedelaar gemaackt hebbe;

tot een der krachtigste blycken, van dat'er niet so onbestendigh ende tydeloos is als geleende mogenheit. Dese, van wegen des kaisars Iustinianus, inden oorlog der Gothen, Napels belegerende, kreeg kundschap, hoe sekere waterleiding van buiten ende van binnen gehecht was aande vesten, bestaande aldaar uyt een zelfwosse klip,

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(3)

doorboordt pas om waters genoeg in te laten. Dit hol deed hy, om geen geluit te slaan, in't ronde uytschuuren, tot dat'er een ghewapend man door moght, ende schickte der, onder gunst van de muuren der waterleydinge, inder nacht vier hondert binnen, die, terwijl andere de vesten beladderen, een' poort opbraken, ende hem in stadt holpen. Doe die sachtsinnige Rene van Ajou, besigh met schilderen van een veldthoen, door gelatenheidt in onspoet, oft lust in sijn werck, sonder daar uyt te scheiden, de tyding ontfing van't verlies sijns koninckrijx Napels, was die stadt, van Alfonso van Arragon, door't selve open inghenomen, negen hondert vyftigh jaren na d'andere verovering. Wie is'er so vreemt, oft hy en roept hier: wat waar hem de kennis der historien waart geweest? Ende indien hy't naderhant vernomen heeft, welcke klaghten wanen wy dat de sijne geweest zijn, over opvoeders, die hem niet bet tot die letteren gehouden, over raadsluiden, die hem niet geweten hebben te waarschouwen voor so bederffelyck een versuim? Gewisselyck, als aan de historie noit ander voordeel vast gheweest ware, dan men'er hier mede doen kon, sy had sich gequeten. Maar alle exempelen en strecken so klaer een spieghel niet; ende is't, sonder wel evene overeenkoomst van omstandigheden, hachelyck daar op aan te gaan. Nochtans sullense een rechtschapen oordeel al dapper ten dienste staan: sulx oock, dat het nerghens meer heuls aan heeft in't bestellen van de saken der werelt, uytgeseit d'ervarenheit. Dese evenwel, al iße verkregen

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(4)

door langduurige oeffening in eenen staat, die met de voortreffelyckste regeeringen doorgaands in voorvallen van ghewight te schiften heeft, valt hy verandering van orden ende ongesiene toevallen lichtlyck verlegen. Des heeftse 'thantreicken der historie van doen, de welcke, boven dien, in't stichten der zeden en huys-saken van geenen geringen raat en is. Ia sal zy misschien eenen die haar benaarstight, al op luttel nae brengen tot de bequaamheyt der geene, diemen in ervarenheit acht uytgeleert. Hier van soude Lucullus getuygen, die, in't stuck vanden oorlog, zijnde 'tkommerlijckste beleit van alle, het so verre gebraght heeft met betrachten der voorledene geschiedenißen, dat de son noit sege sagh van sulck eenen glans, als de geene, die hy op Tygranes bevocht. Des de ridder Brancaccio, out hopman, wyst den veltheer aen de ryckdommen der historie, om d'armoede der ervarenheidt te boeten met uytlesen der merckelyckste bedenckingen, op allerley geval van't loße lot der wapenen. Ende indienmen in een ding so driftig, so schielijck, so draaijende, dus veel aan de historie heeft, wat sal zy den man van state dienst doen in saken die den tret gaan, ende overleg lyden? Doch behoeft de geen, dien hare behulpsaamheyt strecken sal, wel ten genoegen aan eene middelbare belesenheit in't gemeen, ende met sekeren eenen of anderen schrijver sulx syne verkeering te maken, dat de stof aan hem beklyve, als oft hy daar self door heen gegaan waar. Want verloren is't menighte van geschiedenißen van buiten gekent, ende sich aan

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(5)

enckele uytkoomsten vergaapt. Also hebben, mijns oordeels, die grote oordeelen geoordeelt, de welke, schaffende den verstande spys, niet soo veel als't swelghen kon om te swellen, maar verduwen om te groeijen, sich by de kraften der selve soo treffelyck bevonden hebben. Also heeft Alexander de dichten van Homerus, zijnde inder daad historie met poëetsche sieraden verbloemt. Scipio de lessen van Xenophon, Brutus de schriften van Polybius, paus Clement de sevende die van Tacitus, kaisar Karel de vijfde de gedenckenissen van Commines, de maarschalck Pietro Strozzi die van Caesar inghenomen, ende ghëeigent het voedsel der voorsienigheydt, daar sy vol van zyn. Alsoo heeft t' onsen tijde koning Henrik de grote doen blycken, hoe hem in de kraft sijner jaren te stade quam, 't gheen zyne jonckheidt, door't vertolcken uyt den Latyne in't François, den selven Caesar had afghesoghen. Voor al dient'er in ghetast, ende niet overghelopen, soo men grondt raken sal van schryvers, die, gheenen lust nemende in platte schildery, hun werck diepen met schaduwen, quansuïs leeghbaarlyck aanroerende gheheimenißen, die zy in de oren byten den gheenen die der hebben om te horen. Oorsaack, herkoomst, toelegh, achterdocht, gheneghenheidt, gheleghenheidt, wegh, wyze, reden en raadt reppen, zyn leeringen voor de gheene die goede lucht hebben, oft hun vernuft, met vlyt, te bate komen. Maar onder schryvers van ghelycke deughd worden ons boven al bevolen, die uytgeven 'tgeen sich naast

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(6)

aan onsen tydt heeft toeghedraghen. De waarom is, dat de ghelyckaardigheidt tußchen die ende de dagelycksche handelingen behendighst onderwyst, hoe dese op 't ghevoeghlyckst te slyten staan. Dit insien heeft myne ledighe uuren bekoort, om sich te koste te legghen, aan't leven van den voorschreven Henrik den Groten, ende zyn bedrijf, uyt verscheide schriften opghesocht, in kort Hollandtsch te vervaten; op hope dat de nadruck van soo treffelycke dinghen ten deele sal opweghen, het gheen dat myn vermoghen te licht valt. Gunst nocht ongunst is my, in't besonder, van dien koning bejeghent. Indien ick elders sijnen lof wat lustigher ophaal, 'tmoght zyn dat my ghedreven hebbe de gemeene sucht onses vaderlants, 't zyner Majesteyt

onsterffelycker ghedachteniße, 'twelck haar toedoen, in't oprechten van desen staat, soo hoghe is settende: ende ick, sonder des ghewaar te worden, vervallen zy in danckbaarheidt voor de quijtschelding harer weldaden, die ons verplight tot eeuwighe erkentenis. Namelyck, de naaste eer aan't betalen, is belyden wat, ende wien men schuldigh is. Om dese reden hebben vele deftighe personen op het aanschijn van uytgegeve boecken getekent de namen der geene, waar in zy grotelyx waren gehouden;

ende ick, volghende 'tspoor der selve, uwer Ed. dit werck willen toeschryven, om by mangel van vergeldinghe, te verkundighen de gunsten en vrundtschappen, my van haar als t'huis gesonden, sommighe eerse verwacht, ja versocht waren. Het en heeft V. Ed. niet

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(7)

verdroten, in't drockste der besigheden van state, ende hare wightige ambassade aen de konincklycke Majesteyt van groot Britanjen, uyt te breken, om my ende myne besondere saken te draghen, met die sorghvuldigheidt daar landt en luyden op rusten.

Ghelycke goetwilligheidt is myn toeverlaat dat het ghemoedt uwer Ed. sal nyghen, om 't gheen ick haar hier opdraagh als aanghenaam aan te nemen, ende in ghenade de ghebreken, soo wel die my de kinderliefd verberght in dese myne gheboorte, als die ick sie, ende niet en sie te beteren, wesende mißchien de minste menighte niet.

Datmen oock niet alleenlyck magh, maar moet missen, weet V. Ed. de welcke

Edele, gestrenge, hooggeleerde, welwyze, zeer voorzienige here,

ick, nevens schuldige eerbiedenis, God bid in eere ende voorspoet altyt te bewaren, ende in hare goede gunste

Uw. Ed.

Verplighten dienstwillighen P. C. HÓÓFT.

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(8)

P.C. Hoofts Henrick de Groote.

VANaller outheid ende heugenis der Historien her, wert naulijx yet gevonden dat byde Roomsche treflickheidt halen mocht. En by na al wat'er te dien tyden verhevens was, is komen sacken in den schoot van dese gheweldige heerschappije; die met de welgeschiktheyd van haren staat, etlycke eeuwen lang de wereld heeft konnen regelen:

en gebloeit in ontallyckheidt van doorluchtighe personaedjen ende exempelen. Maar t'hans de mogenheid overwichtigh geworden, 't ontzigh uyt zijnde, heeft de tucht een' smet, de orden een' krack gekregen, en de fortuyn hare handen ruym. Zedert hebben wy den inbreck, van die raauwe volcken ten Noorden ende ongezegenden landouwen uyt ghestort, over het gansche Riick, en dese behavenste plecke onses Aerdbodems gehad: ende ontrent duysend jaren wildernis. Na so langduurighe verwarringen, dunckt ons dat de geregeltheidt zich by mans leven eerst weder heeft begost te setten in de staten van Europe: ende eenighe

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(9)

treck der aaloudtheidt t'openbaren in handel van wapenen en wetenschappen. Maar onder andere sieranden der opgaande eeuwe, heeft onlanx de klaarheit van Henrik den Grooten, Koning van Vranckrijck ende Navarre, wel aensienlijck uytgebloncken, als die onghelyck meer lichts vande deught dan van 't geluck ontfangen had. Want selden oock den alderonedelsten die benautheden overkomen, teghens welcke 'them

+Gheslaght van Henrik den grooten.

niet baten moght, dat hy uyt+het derde geslacht der Fransoische Koninghen sijnen oorsprongh had. Afkoomst die haars ghelijck onder de sonne niet en weet. Syrien, Jerusalem, Cypers, Grieken, en 't Kaiserrijck van Konstantinoplen, Sicilien, Napels, Toscanen, Lombardijen, en Genua, Castilien, Navarren, Hongarijen, Polen, Engellandt hebben sich laten beheren door rancken van dese stam ende ondersaten oft leenlieden van desen huyse. Het recht tot de krone ('twelck in weynig erfstaten ghebeurt) is hier sonder opspraack. Want wie soude darren seggen dat het rijck ongerechtelijck beseten geweest ware by Sant Luidewyck, ghehouden voor eenen prins van so besetten gewisse, dat hem naar sijne doot de naam en't gheloof van heyligheidt gevolght is?

dese staat neghende grootvader over Antho-

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(10)

nis, die, van sijnen jongeren sone Robert, door de huisen van Clermont, Bourbon, la Marche ende Vendosme afgedaalt, den tytel van Navarre behuwt heeft aande koninginne Jeanne: welcke uytnemende flonckerstar des huys van Albret in deftigheit van zeden, voorsienigheyt, grootmoedigheit, Godvruchtigheit by de ouwde ende

+Zijn' gheboorte.

naamhaftige heldinnen wel magh geleken worden. Wt dit+paar is den dertienden van Wintermaant, des Jaers 1553. te Pau in Bearn gheboren Henrik, nu ghebynaamt de groote: komende also van moederlycken adel oock velen doorluchtigen geslaghten te bestaan, ende, onder andere, gesproten uyt die ontsighbare oorlooghstam ende gestrenghen bloede van Fois. Oversulcx noemt hem de heer van Bartas in seker sonnet naeneef van Herkules: 'tzy door Poëtsche weligheit, of dat het volck sich sulx diets maackte van dien van Fois; haast met soo veel slots als M. Antonius te Rome daar voor wilde aanghesien wesen. Maar dat sich Henrik deser vondt niet en belghde, bleeck als naderhand zijn' beeltenis met de wapenen van Herkules, op de

triumpfpenningen ghemaalt, Europe doorwandelde: mogelyck met ghelycke toeversight als Alexander Olimpiaes kout van de slang’ en Cesar het maaghschap

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(11)

van AEneas aan zich lenen lieten. Namelyck de dappere ydelheden die de geringen doen uytlacchen, komen den grooten te stade. Also hebben wy der oock t'onsen tyden ghesien die de afkoomst van kaizar Karel den vijfden tot op Noach wisten te

+Droom sijner swangere moeder.

berekenen, ende sulck een' eeuwige ry te stuwen met vorstelycke personen.+De koningin van Navarre onlanx eer sy van hem gelag, droomde datse ter werelt gebraght had eenen jonghen haan, seer schoon van kam ende verscheiden verwighe vederen. Dewelcke bevochten van een' grooten hoop toeschietende slangen, sich wackerlyck weerde, schuttende hun gewelt op zyne pennen, ende dragende zyn' kam moediglyck te berg. Mitsdien verscheen een bejaart man van eerwaardigh ghelaat, seggende sy had gheene vrees te hebben voor haar haantjen: want de paus genadich ende handelbaarder wordende, soude de slangen doen afstaan, oock hem toeseinden een' kuyssche tortelduyf, ende die hem eijeren legghen, daer arenden uyt gekipt souden worden. Hoe verre de waarheit van desen droom gegaen zy, wil by't beloop zyns levens blycken: schijnende het woordt genadigh te slaan op de betekenisse van't Latyn Clemens, ende den achsten paus van dien naam. De godlycke voorsienigheidt desen

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(12)

prinsse toeleggende den arbeit dien't in had Vranckrijck te bevredighen, vlyde alle gelegenheden sich dat pas vertonende, in sulcker voegh, datse zynen ouderen ingaven

+Zijn opvoedingh.

den raad van hem ten platten lande te doen opbrenghen,+om by tyds te leren harden.

'tZy dat het verongelucken van hunnen eerstgheboren, die zynder voester

ontschoten was uyt de venster in't water, hen hebbe doen haten de tederheit ende 't gevaar der hoflycke opvoeding; ofte dat koning Henrik van Navarre zyne

grootvaderlycke genegenheit vermant heb, om desen zynen neef bloots hoofts ende barvoets (want dit seitmen) te houden, ende hem alle onghemack, door wennis, tot spel te maken; met eenen behartigende het heil der volcken, dien aan de kindertucht hunner vorsten niet luttel gelegen is. Derhalven gesoogt van een' boerinne, braght hy goedt deel zynder kintsheit over te Coraze, ende in de klippen van Bearn, ghevlait en gheviert met sulcke leckernijen ende gemacklijckheden als gewoon zijn te volgen de kinderen der huyslieden, met welcke hy zyn gheselschap maackte. Des gewende zijn gemoet met luttel, ende 't geen' ghereedst was te vrede te zijn: van cerimonien oock ende andere hoofsche uytwendigheden het niet naeuw nemende; syn lichaam tot lyden van

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(13)

hitte ende koude, ende allen arbeidt des oorloghs. Waer door men hem t'zyner tydt hebbelyck heeft gesien, om eenen soldaat te helpen schanssen met d'eene handt, ende uyt d'ander' een stuck droogh broods te eten tot zyn middaghmaal; ende ghenoegen aan een' uur sluymerens op't schocken van een paardt, om drie etmaal achter elckander te rennen sonder rust: oock geseit, dat hy meer laarsen als schoenen sleet. Maar overmits de beroerten om 't geloof gheresen, braghtmen hem ten bos van Vicenne, om opgevoedt te worden nevens de kinderen van Vranckrijck: oft om eenen gyselaar aan hem te hebben tot versekeringe van de genegenheden zynder ouderen. Want de koningin van Navarre was openbaarlijck den pausdoome teghen, ende de koning scheen'er noyt grooten yver toe te hebben: hoewel hy, veldoverste des konings van

+Zyns Vaders doodt.

Vranckrijck, voor Rouan de quetzuur ontfing die hem+de doodt deed, ende nevens eene jonger dochter desen soon nalaten in den ouderdom van neghen jaren. Voor

+Lagen Henrik in sijne kintsheydt gheleydt.

alle deernis met sulck eene onnoselheit,+die van Guise, om weduw ende weesen van die hun in den wege geweest was, mede wegh te helpen, brouwen eenen aanslagh, den stoutsten daarmen oyt in Vranckrijck af geweten had. Al hun bedryf waren

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(14)

zy ghewoon yver tot de kerck ende tegens de ketters te heten: groot op dien naam by Philips den tweeden koning van Spanjen, die voor 't hooft der vorsten van zyne ghesintheit wilde aangesien wesen; met den tytel Catholyck al te jammerlijck beholpen. Desen was gelegen aan't uytroijen der wettige erfghenamen van Navarre, dien hy dat rijck onthield: sulx de yver licht groot had te zyn, die met eyghen baat ghevoeght ging. Hy had, dat pas, toerustende op Africa, veel volx van oorloghe te Barcelona bescheiden. Dese gelegenheit ried dien van Guise, met hem te handelen, van eenighe dier benden, over Arragon ende voorts door 't ongebaant gebergte, in Bearn te werpen, om de koningin Jeanne, met Henrik ende Catharine hare kinderen, te lichten uyt de burgh van Pau, daerse sich te dier tydt geset had; ende te recht te stellen, voor d'inquisitie, in Spanjen. Te dien einde schicktmen sekeren hopman Dominicus gheboren Bearnois, na Guienne, daar hy wel bedreven was, om verscheiden heren wat openings te doen, op dat zy, schielyck van Spanjaart horende, handt aan de saack, oft ten minsten rust hielden; ende daer na voorts getrocken den koning Philips ende hartoghe van Alva zynen krygsoverste te vertogen, van welck

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(15)

verlangh dit stuck, ende hoe schoon de gelegenheidt ware. Midler tijdt werdt de hartogh van Guize door Poltrot geschoten; doch aan Dominicus, over sulcx in Guienne stalhoudende, evenwel bevolen syne reis ende ouden last te vorderen. Dies neemt hy synen weg recht van Bordeaux op Alva: ende, verscheidene reisen met den hartoge ghesproken hebbende, wort eintlyck na Moson aan den koning self ghewesen; ende hem bygevoeght Francisco Alaba, die naderhant gesant in Vranckrijk geweest is.

Onderwege aanghetast van een' heftige koorts, docht hem goedt te Madril te toeven, ende dat terwyle Alaba voor heen toghe, om den wegh te banen tot de handeling.

Syn waardt, alhier hem in sulcke kranckheit siende, doet'er by halen eenen, van de koningin Elizabeth dochter van Vranckrijck hare edellieden, geboortigh van Nerac, man met eere: wien de krancke, door den sonderlingen dienst ende handreicken sich bewesen, wel haast gemeensaam gheworden, verklaarde, dat hy met dese weldaadt groten danck soude begaan by syne meesters; ende wie die waren. d'edelman hoorde vremd op van sulcke namen, ende vermoedende datter yet school, ghelaat sich oft hy dier partije gunst toedroege; ende gaet also den onbedachten, oft

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(16)

door de sieckt ydelhoofdighen mensche, niet alleen 'tgeheimenis, maar oock dubbelt van synen lastbrief af, mits aannemende mede inde sake te arbeiden. Daar na, overlegghende van wat gewicht ende hoese te steuren ware, besluyt hy, alles te openbaren aan den heer van Saint Estienne, opsiender ende grootaalmoessenier der koninginne, ende voorts aan hare Majesteyt selve. Elizabeth sich met allen seer ontsettende over de grouwlyckheidt van sulck een' voornemen teghens Jeanne, die zy niet alleen nanicht, maar oock groote vrientschap draghende was, begost te weenen

+Sucht van Koningin Elizabeth van Spanjen dochter van Vranckrijck tot de hare.

als zy't hoorde; ende gemerckt+dit de eer ende welstant des rijcx betrof, vaardight daedtlyck brieven af, in cyfer, op Moson, aanden heer van Saint Sulpice gesant van Vranckrijck. Daar benevens doet sy hem, door schryven des heren van Saint Estienne, verwittighen de gedaante, wesen ende klederen van Dominicus, waar hy te Moson herbergen soude, ende al watter gaends was. Ende wert dit bestelt met sodanigh een' vlyt, dat het de bode noch te Moson aanbracht voor Dominicus.

De Fransche ghesant op sulck een' weet, doet hem verspieden; voorts syn gaan ende komen gade slaan, by uytghesette luyden: ende wordt gewaar dat hy driemaal by

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(17)

nacht by ontyde, toegangh ghehadt had by Philips, onder aanleidingh van Alaba. Om dan intijdts desen slagh te breken, seyndt hy synen secretaris die trouw was, met brieven van gheloof in Vranckrijck, dat hy den koning ende koninginne moeder alles te kennen gave, ende, op sijnen weg door Guienne, de koningin van Navarre dede waerschouwen. Aldus is sonder gelucken, maar oock sonder wraack, ghebleven dit bestaan, konnende ten opsichte van so overdadigh eene stoutheidt, in't eerst naulyx ghelooft worden by de koningin Catharine; dewelcke, soo men acht, wel gedient was met het uytbrengen, maar geensins met vangenis van Dominicus, ende vervolgh na meerder klaarheit. Want der genen aansien ende maght, waar mede sy sich noch dacht te behelpen, t'eenemaal neder te smyten, was haar ongelegen, ende sulck een

+Henrik ten hove gesonden.

stuck blijckende ongewroken te laten, der eere niet genoegh. De koningin Jeanne+ een goet betrouwen, door dese waarschouwing, ghekreghen hebbende, sont korts daar na, haren soon Henrik ten hove, onder opsight van deftige personen, teghens 't bederf der verleideren, slibbering der vryaedjen, ende die bekoorlyckheden. Syn bestierder was de Heer van la Caze, een godvresend edelman ende van

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(18)

groote gheschicktheit, gheoeffent in krygshandel, ende welbelesen; sonderling in Historien, 'twelck de vorsten geleertheit is. Te hove werdt hy terstondt ghekent voor eersten vorst van den konincklycken bloede, ghelyck hy was; tekenende ende zegelende, daar't pas gaf, naast aan den broeder syner Majesteit, ende voor den cardinaal van Bourbon sijnen oom, dienmen naderhandt getracht heeft dien naam te doen dragen, om Henrik te versteken vande kroone van Vranckrijck. Voorts quam hy den koning te verselschappen op de reise van Provencen. Nostradamus had dat pas in dien hoeck het aansien ende vernaamtheidt van eenen overvlieger in de konst, die sich vermeet te waerseggen uyt de starren. Het is gelooft, dat dees, van de grooten (gelijckse nieuwsgierigh zijn) gehanteert wesende, syne koomst tot de Fransche

+Voorseggen van sijn koomst tot de kroone.

kroone doen al soude+voorseit hebben; ende de koningin Catharine sedert Henrik te noder gehadt. Vast gaat, dat de kintsheyt niet verberghen kon den man die'r

+zyn' kintsheidt belooft wat groots.

stack in desen prinsse. Een bedryvende+geest, een dappere kloekmoedigheit sagh hem ten aanschyn uyt. So quam de hartogh van Medina del rio seco op de byeenkomst van Karel den negenden met syn suster Elizabeth tot Bayonne, van hem

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(19)

doen ontrent twaelf jaren out, te seggen: ‘Este principe mi parece imperador, o lo ha deser: Dees’ prins schynt my kaisar, oft hy heeft het te wesen.’ De maarschalck van Monluc heeft by geschrift gelaten, dat, doen hy, inden aanvang der tweede beroerten om't gheloof, Lectoure versekerde, d'ontvooghde stadthouder Fonterailles verwonnen van spyt uytborst, met wenschen om de doodt, mits dat de prins van Navarre bejaart ware om bevel te voeren. Ende also Monluc hem daar over beriep, seggende, dat nocht hem, nocht den synen, van den huyse van Navarre oyt goedt geschiedt was, maer alleenlyck van den koning; Fonterailles antwoorde: 'tis waar, maar so lief is my de prins van Navarre, dat ick wilde ghestorven te zijn, ende hy dien ouderdom had. Ontrent den selven tijdt begaf sich de koningin Jeanne met haren

+Hy wort gemenght in de derde beroerte des riicx.

soon, dien sy uyt het hof ghetogen+had, ende syne suster, van Nerac nae Rochelle by den prins van Conde, ende ammiraal van Vranckrijck, die der verrassinge hunner wederpartije ter nauwer noot ontslipt waren. Onder weghe quam de heer van la Motte Fenelon van den koning af, om haar vroedt te maken dat Conde t'synen ondanck vastgehouden was van den ammiraal, ende zy wel soude doen aan 't betrachten

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(20)

van den dienst syner Majesteit, sonder haar der wapenen te moeijen, die tegens de selve waren opgheheven. Henrik van desen ten eersten aankomen gevraaght zijnde, waar toe hy van huys treckende sich ging in die beroerten steken? gaf dat pas, ontrent

+Quinckslagh.

vyftien jaren out zijnde, t'antwoordt: Om't rouwlaken te sparen.+Want soomen de vorsten van den bloede doet sterven, d'een voor, d'ander naar, 't komt den laatsten toe rouw over den eersten te draaghen; ‘maar t'effens omkomende, is't hun nodeloos:

Ende daarom ga ick mijn’ heer mijnen oom vinden, dat ick'er mede leven ende sterven moge.’ Des anderen daaghs horende den selven la Motte sich met klagelycke redenen erbarmen, over den ellendighen brandt daar Vranckrijck in gestelt was: Ick naamse

+Quinckslagh.

(seid hy) te blusschen+met eenen eemer waters. Ende gevraaght, hoe dat? voeghd'er op: ‘Met dien te doen drincken den cardinaal van Lothringen tot berstens toe.’ So keerde dan la Motte onverrichter boodtschap, ende vorderden sylieden hunnen voorgenomen wegh. Korts daar nae ging'er ghebod in 's konings name, 'twelk alle amptlieden van der gereformeerden syde, verklaarde vervallen van hunne staten.

Sulx Henrik van sijn landvoogdy van Guienne, waar in hem Mon-

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(21)

+Zyne eerste wapenen.

luc tot stedehouder was bygevoegt,+afgeset wert. Tot Rochel gekomen zynde, droegh hy onder den prins van Conde ende ammiraal van Vrancrijck syn' eerste wapenen.

Dese deden hem verachteren in de letteren: tot de welcke dat hy niet bet gehouden en was: alhoewel maar matelycke geleertheidt in eenen vorst gepresen wordt, hem menigmaal in syn leven gemoeit heeft, uyt lust om syn eigen bedryf te boeck te stellen, ende Cesar oock in dat deel te gelycken; gelyck hy 't in veel’ andere getracht ende getroffen heeft. Conde droegh hem, als eersten vorste des konincklycken bloeds van Vranckrijck, wel op, de hooge overigheyt des krijghs: doch syne moeder wasser tegens, ten aansien sijner jonckheit. Maar Henrik meentmen, dat daar kleenen smaack in vondt, ende't oogh worp op winst van aanhangh, sich styvende met vrundschap van vermoge personen, voornemelyck in't gewest van Montalban: om niet langer onder Conde te staan, dan sich wel gevallen soude. 'tZy dat hem eighen’ eergiericheidt gedreven, oft tochtig gemaackt hebben de gheene die hunne staatzught te wercke leggen, aan't innemen der jonge vorsten, onder schyn van hunner verheffing te behartigen, de ongezette gemoeden met overdwaalsheit opjagende. Andere duyden 't ten bes-

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(22)

ten, ende zyner voorzichtigheit toe, de welcke, gade geslagen, dat Conde in de voorlede beroerten lichtelyck met listige vredehandelingen by te brengen geweest was, getracht hebbe met zo enen vastgaanden toeverlaat, zyn' zaken in allerley

+Condéz doot

uytkoomst te verzekeren. Maar de prins van Conde te+Bassac verslagen, ende de zaken der gereformeerden, door die neerlaagh, in deerlycken schyn gebraght zynde; was't de koningin Jeanne, die den krijgslieden inden bozem hielt de harten die hun ontzincken wilden. ‘Dese, midden onder de bevelhebbers ende soldaten, den verslagen prinsse treffelycken lof na gevende, prickelde een yder: zy zouden zyn' vroomheidt, zyn' standvastigheidt naeryveren, ende moedt houden om de waarheidt, nevens de vryheidt des vaderlands, te beschutten teghens de eerlooze wapenen hunner vyanden: dat de gerechtigheidt hunner zake niet met den prins gestorven nocht de hope uyt was. God had'er in verzien, door de geene die den levenden prinsse bygestaan hebbende, wacker in des overledenen plaats zouden treden. Dat de prins van Bearn daar was; ja zelf de zoon van Conde, erfghenaam des naams ende der deughden zyns vaders: den welcken, en den anderen hoofden zy vertrouwde, dat zy nemmermeer der goede zake beswyken zouden.’

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(23)

Aldus in't openbaar gesproken hebbende, nam zy in't heimelyck haren soon voor, met vele redenen, dienende, om ‘'tjeugdigh gemoedt t'onsteken. Ende sedert werd d'oorlogh op den naeme van hem, ende van Henrik prinsse van Conde, eenige maanden gevoert: maar eintlyck hem, noch geen sestien jaren oudt zynde, allene eedt gedaan

+Henrik opperste veldheer ghenoemt.

van alle hoofden des hairs, als aan hunnen oversten. 'tWelck geschiedt+zynde, deden hy ende de koningin zyn' moeder groote penningen van goude slaan, hebbende aan d'ene hunn' beider tronijen, aan d'ander zyde gheschreven: Vailige vrede, volle verwinning, oft eerlycke doodt: ende werden deser vele den hoogduytschen vereert.

+Opspraack en verantvvoordt der veldtheerschappije.

+'tAanvaarden van hoge ampten, 'tbestaan van schitterige aanslagen, was noyt onbehoeftigh van verdaediging tegens opspraac, die altyds haar deel wil hebben aan de vermaardtheidt. De gereformeerden konden geen' aanstoot vinden in't hooftmanschap van Henrik, tegens zynen koning, ghemerct het was tot voorstant van hunnen godsdienst. Maar de gene, die met werelycke redenen getracht hebben zyn' faam te vlacken van de smette der oproerigheit, braghten by, dat 't gene hem als onderdaan van Vrankryck ongeoorloft was, hem vry stont als opperoverste van Navarre; in welck ryck, ende aanklevende heer-

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(24)

lyckheden, hy door de kroone van Vranckryk self merkelijk wert verkort. Zyne vyanden misprezen't, met eerbiedigheit, latende zyn' beeltenis in prente gaan met dit byschrift:

O ghy doorluchtigh bloedt van Vranckryck, wat ontknopen Wilt uw' gheblinddoeckt oogh? kent, koener vorst, uw' schuldt.

Verschoning zynse waardt, die sich slecht eens verlopen;

Maar wie volhardt in't quaat, die heeft zyn ramp gehuldt.

+Henrik steunt op den Ammiraal.

Doch de last des beleids quam aan+op den Ammiraal Gaspar van Coligny. Werdt oock verstaan datmen in eenige der vailighste steden, als S. Jan d'angely ofte Rochelle, de jonge vorsten geborgen soude houden, gemerckt het ghene der

aanzienlycheidt van de party aan hunne personen gheleghen was. Overzulx en werden zy wyder niet ghewaaght als om 't volck van oorloghe goedwilligheit ende moedt in

+Slagh van Moncontour.

te spreken, doen de slagh van Moncontour+aanging, daar de gereformeerden, door den hartogh van Anjou, ongelyck stercker zynde, een' sware nederlaagh leden.

Waar over hunne zaken in groot verloop ghekomen wezende, is Henrik met Conde door Guienne, Languedoc, ende d'omleggende plecken ghetrocken, om

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(25)

nieuw ghewelt te wege te brengen. Terwyl hy aldaar d'eene ende d'andere plaats veroverde oft verzekerde, ende in acht maanden tyds meer als vierhondert mylen weegs afleide, viel zyn hardste strydt teghens het scharp van den honger. Want 's

+Veelverrechtende logen.

vyands hopluiden waren in de weere met gerucht stroijen, onbekommert+in de lompheidt van de logen, voor een gemeente die van hunner hant vloog. Zy deden geloven zulcke verwoedtheidt van Henrix heir, datmen'er mensche vleesch spysde, jae bried ende zood tot jonghe kinderen toe. In voegen, de huislieden, waerze hem te gemoet zagen, alle noodtdruft van gerack ende lyftocht voor zich voerende,

+Opening van vrede.

opbraken.+Nietemin werd uyt 'skonings naem eenige openinge van vrede begost te doen, ende in dorremaand des volgenden Jaers 1570, naardien zyn' party weder scheen te verkomen, een gezantschap aan hem afghevaardight met voorslagh van paize, ende brieven van den koning, koninginne, ende hartogh van Anjou, vol minnelyck uytbiedens aan den Ammiraal, wiens aanzien onder zyne bondtgenoten overtreffelyc hun wel bekent was. Waar op Henrik ende de Ammiraal eerbiedelyck gheantwoort hebben, ende korts daar nae gemachtighden aan den koning geschickt, om te handelen. Zo dat naar een qualyck onderhouden be-

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(26)

+Pais.

standt, eindlyck op den achtsten van oegstmaandt de vrede ghetroffen is:+waer by de vorsten van Navarre ende Conde verklaart werden voor ghetrouwe

bloedtverwanten ende onderzaten des konings; die van hunner partije toegelaten in alle staten van overheden, met gelycke reden als zy de lasten des des ryx hielpen dragen: ende hun voor den tydt van twee Jaren in versekeringhe gegeven de steden

+Steden van versekering.

van Rochelle, Montaulban, Cognac ende+Charite. Deze vrede heeft de koning doen sweren door alle de gene die in Vranckryck ghemeentsweghen eenigh ampt

bedienden. 'tZy het hem dat pas ernst, oft een van de treken was om den Ammiraal ende anderen heren alle vermoeden uyt den hoofde te slaan: ten welcken einde, ende om hen te hove te troonen, nocht uytgelezene aanminnigheden, nocht gunst, nocht giften gespaart en werden. Maer van alle listigheden is de listighste gheweest de

+Handel van huwelyck tusschen Henrik ende 's konings zuster.

handel van huwelyck, tusschen Henrik ende Magarite zuster+des konings, door zyne gezanten begonnen, met den begenne des jaars 1571 tot Rochelle. Daar was de koningin van Navarre met haren zone, ende andere hoofden vergadert gebleven, sedert het sluiten van den paize, om gezamentlyc op verscheide swarigheden, van den koning voldoeninge te verwachten; ende orden te stel-

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(27)

len op de betalinghe der hooghduitschen. In de aanbiedinge dezer verbintenis, waande de koningin van Navarre veel eers te zien voor haren huize, ende de Ammiraal veel vailigheids voor zyn party; hier uyt gissing makende dat het oorlogh, door ingeven der geestelijckheidt, ende van dien van Guise altydts ghestoockt, den koning opgedrongen, maar inder daat tegens de borst ware; ende hy garen geheelt zage de scheuringen, waer by zyn' achtbaarheidt, middelen ende geneuchten zo zeer ten achteren gingen. Werd oock uytgeschoten van 'skonings genegenheidt om Nederlandt te bekryghen, met toeverzight dat d'ammiraal dezen voorslag lichtelyk zo groot een geloof geven zoude, als hy daer yver ende zin toe had. Daar nae trok Henrik met Conde, in groot geselschap van edelen, eenen keer doen over Bearn voor zyne

+Treken van Biron, om de gereformeerde hoofden ten hove te tronen.

heerlykheden, ende quam terwyl Harman van Guntault+van Biron tot Rochelle, met zonderlingen last om van 'thuwelyck te spreken, ende hem op die hope ten hove te nodigen. Dees, om hen te toghtigher te maken, voeghd'er uyt zich zelven by, dat, 'ten ware zy verschenen, ‘de koning het euvel nemen moghte, ende die van Guise daar uyt moedt om de naaste plaats by hen in te houden daar zy nu, uyt eenen weersmaack in't beloop der dingen, gezint waren

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(28)

te ruimen. Dat zyn' Majesteit alrede door des paussen gesant Salviati, voorbereidingh had begost te maken, nopende de verhindering van't naemaaghschap ende verschil van godsdienst: ende hoewel de paus swarigheidt voor wende van gunst in desen te bewyzen; nochtans niet te wanhopen stondt, oft hy zoude zich voeghen na 'skonings zinlijckheidt, indiemen maer der reste eens conde worden, 'twelck niet dan door onderlinge t'zamenspraack te doen en ware. Dies zouden zy komen, ende door hun marren tgemoedt zyner Majesteit in geen geduurigh wantrouwen houden. Hier op was 'tantwoordt der koninginne van Navarre: Zy bedancte zyner Majesteit van zo groot een' eere ende voordeel als die haar jonde: doch liet haar de ghemelde aanstoot van ghesintheids verschil ende bloedtverwandtschap voor alsnoch niet zekers besluiten. Zy wilde te rade gaan met hare godgheleerden, ende, bevindende dat het met goeden gewisse geschieden konde, alles watmen haar vergen moght aangaen, tot Gods eer, tot genoegen des konings ende der koninginne, dien zy alle

onderdanigheidt ende ontzag schuldig was, tot welstandt ende rust des ryx, waer voor zy haar leven ten besten bood.’ Daar was te dier tydt wel yets gearbeidt door den Cardinaal

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(29)

van Chastillon, om Henrick aan de koninginne Elizabeth van Engelant te huwen, maar zonder vrucht: 't zy overmidts d'ongelyckheit van state dat pas tusschen hen zynde; oft dat de koning van Vranckryck ter zelver plaatze met zynen broeder hartogh van Anjou vrijende, het hebbe willen omstooten, ende teffens zich doen houden voor den genen die niet gezint en ware, in zaken van't geloove, voortaen zo heel scharp te gaan. Ter anderer zyde was'er gehandelt over een huwelyck tusschen Margarite ende den koning van Portugaal; maar die prinssesse niet geraden, om zo een' kroon, de weelden des hoofs van Vranckrijck te laten dryven. Alzo is de koningin van Navarre, ende onlangs daer nae Henrik zelve, in staatlyc geselschap tot Blois te hove gekomen: ende eindtlyck den elfden van grasmaand des jaars 1572. gesloten, dat hy

+Huwelyck ghesloten.

'skonings zuster ten+echt zoude hebben, met driehondert duyzent kroonen tot vierenvyftigh stuivers 't stuck, uyt te keeren door zyne Majest. De koninginne moeder verbeterde de bruidtschat, met tweehondertduizent ponden van twintigh stuyvers. De Cardinaal van Bourbon, nevens quytschelding eeniger schulden, stont af van syn recht tot vaders ende moeders erf, Henrik ter gunste. Daarentusschen hadmen

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(30)

+D'ammirael belesen.

den Ammiraal, met schyn van toereeding+tegens den Spanjaart op Nederlandt en Westindien, dese, ende andere vertoningen, wel vast in slaap gekregen. Sulx hy riedt ende te wege braght de overlevering der steden aan den koning, eer de tyd om was, voor welcken zy zyner partije tot hunne verzekering waren ingewillight. De koningin van Navarre, op 's konings aanhouden, trock na Paris, om de zaken ter bruiloft vereischt te bestellen. Aldaar over de helft van bloeimaandt gecomen zynde, kreegh zy den vyfden van zomermaandt een' stadige koortse; waar aan zy ten vyfden

+Doot der koninginne van Navarre.

daghe der werelt+verscheiden is, in't vierenveertighste jaer haars ouderdoms. By haren uytersten wille, onlangs te voren beschreven, had zy, begerende sonder eenige uytwendigheidt van lyckstatie by haren vader begraven te wesen, met een uytnemend vast betrouwen Gode haar' siel bevolen, ende aan haren sone, nevens alle Christelycke deughden, de leere van haren godsdienst ende persoon syner susteren;

mitsgaders vrundthoudenheidt jeghens den prins van Conde, ende marcgraef van Conty, syne naeneven, ende den Ammiraal. Henrik noemde sy haren erfgenaam, biddende den koning, syn' moeder ende broeders, den selven met syn' suster in hunne hoe-

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(31)

de te nemen, ende hunnes gheloofs ongemoeit te laten. Carel cardinaal van Borbon, oom harer kinderen, ende d'ammiraal, waren gestelt tot uytvoerders van haren uytersten wille. De doot so schielyck van dus een' personaadje, heeft wel te seggen gegeven. Eenighe duiden't als een quaadt voorspoock, ende dat het een droeve bruiloftstatie wesen soude, die 'tlyck volghde. Andere, ghelyck den doodt der maghtigen gaarne moordadigh gerught nagaat, mompelden, dat sy inde harssenen vergeve ware door den reuck van een paar handtschoenen, die haar een Milanees, Renaet genaamt, te dien einde uytghemaakt synde, verkoft had. Hier over is by den koning, als pogende d'opspraack te beschamen daar hy mede gehekelt wert, ernstelyck belast, van de gesteltheid hares breins, kennisse te nemen: doch 'tselve naegelaten, door dien, 'tlichaam geopent synde, inde slincker syde een geswel ghevonden werdt, 'twelck, uyt al te groot een' besigheid ende vermoeijenis ontstaan, haar dood had veroorsaackt: soo de artsen, by hunne verklaring in druck uytgegeven, ghetuight hebben. De koning sich boven maten treurig gelatende, heeft rouw over haar willen dragen, ende 'theele hof van gelycken, om de heimelycke aanslagen, die op handen waren, onder dien deckman-

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(32)

tel te stoppen. De bruiloftfeest moest evenwel voortgaan, ende was bestemt tegens den achtienden van oestmaant. Ondertusschen hield de prins van Conde de syne, alwaar Henrik sich vindende, schryven vanden thienden van hoimaant, van dien van

+Waarschouwingen aan Henrik.

Rochelle ontfingh. Die hielden hem voor+verscheide redenen om 's konings jonst verdacht, ende sich uyt het hof, te houden: gelijck oock d'ammiraal van vele syden ghewaarschouwt werdt, die alreede te Paris was. Dies niet tegenstaande heeft hy sich mede derwaarts vervoegt, in 'teerst van oestmaandt, verselschapt zijnde met Conde ende groot gevolgh van syn' partije. In plaatse van hier alles effen te vinden, en is'er van Rome, nopende 't afdoen der hindernissen van 'tnaemaagschap ende verschil in godsdienst, maar een briefken gekomen aanden cardinaal van Bourbon, waar in hy verklaarde niet gerust te zyn, om voorts te varen met de trouwinghe, die hem opgheleidt was, te plegen. Dies moestmen breeder bescheidt vanden paus schicken te bekomen. De koning gheliet sich oft hem dit marren tegens ware, leggende de schuldt op den cardinaal: de welcke, hy spottelyck seide, dat met die suffery ende viese nauwigheid van ghewisse, syn' Margrietelyn (meenende syn suster) veel te kort

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(33)

dede, dien't een groot lyden was so lang de verhoopte geneuchten t'ontberen.

Ondertusschen wert, na veel strydigh gevoelens, voet gevonden, om den aanslagh uyt te voeren, waar toe so vele geveinst ende t'samen gehaalt was. Ende doen doetmen brieven voorts komen van 's konings gesant uyt Rome, meldende dat het verlof in volkomener forme vanden paus verworven was; 'twelck met den eersten gereedt gemaackt, ende ter yl soude werden overgeschickt. Daar op is, op sondagh den seventhienden van oestmaandt des jaars 1572, de handttrouw ghedaan door den

+Bruiloft.

cardinaal van Bourbon, ende des+anderen daaghs de bruyloft gehouden. De bruidt verscheen inde hooftkercke van Paris, verselschapt met den koning, koninginne moeder, hartoghen van Anjou en Alencon, ende dien van Guise: De bruidegom met de prinssen van Conde en Conty, den Ammiraal, den grave van Rochefoucault ende eenen grooten sleep der treffelyckste ghereformeerden. De heren waren op stellaadjen, in den buick der kercke, boven den drangh van 't volck, waar langs bruidt ende bruidegom in 't Choor gingen, met hun gevolgh. Maar hy, terwyl de Mis ghedaan werd, vertrock in de woninge vanden bisschop, naast de kerck, alwaar hy des nachts te vo-

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(34)

ren geslapen had. Na de Mis, ontboden zynde door den heer van Damville, quam hy weder in't Choor der bruidt, in jegenwoordigheidt haarder magen, een kusken geven.

Ende na datter een wyl gekout was, zyn sy alle in 't hof van den bisschop gaan middaghmaal houden. Na den eten tooghmen ten pallaisewaart, daar 't konincklyk bancket tegens den avondt aangerecht, ende alle majestraten der stede, nevens de heren vanden Rade, Rekeninge, Tolhof ende Munte heerlyck onthaalt waren. Ten einde der maaltyt wert'er ghedanst voor een korte wyl; overmits de mommerijen te voortschyn quamen. Dat waren drie gebootste rootzen, heel versilvert, daar de koning, de hartogh van Anjou ende die van Alencon yder boven op eene saten. Noch gelycke seven volghden'er, daar goden ende ondieren der zee op gestelt waren, werdende al t'samen op wagenen voorts getogen. Ende waar sy stal hielden, hoordemen gedichten in francois, der voornaamste poëten van dien tydt, opheffen, van uytgelese sanghers.

Hier mede liep het een groot stuck inden nacht, ende gingmen te ruste. Des anderen daaghs onthaalde de hartogh van Anjou te synent het gheselschap op het middaghmaal, ende gingmen na't danssen tegens den avondt den Lou-

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(35)

vrewaart. Op woonsdagh daar aan volgende, werden de steeckspelen in 't huis van Bourbon by Louvre gehouden, ende de prachtigheden, al op voordeel toeghestelt, vertoont. Daar was een sierlycke hemel naghebootst, die de koning met syn' broeders hielden teghens sekere dolende ridders, ghespeelt door Henrik ende de syne, diese bestormde; maar afgeslagen werden, ende gedreven in een yslyck gemande hel, aan d'ander syde toegherust. Doen quam Mercurius, hebbende eenen haan beschreden, met de Minne uyt de lucht gedaalt, die, naar een reden in dicht aan de verwinners ghedaan, weder ten hemel keerde. Zylieden daar nae voeghden sich by twaalf nimphen, die in de Elisier velden, onder den hemel, gingen wandelen, ende leidense aan den springbron in den binnenhof, ten dansse. Dat geschiede met een versgevonden wyse van swaeijen ende keren, seer ooghgesien. Ende nae dat het ontrent een' ure geduurt had, so werden de verwinners door de nimphen verbeden, dat sy de verstoten, uyt den hel gingen verlossen: dewelcke alsdoen in een ghemengelt ghevecht hunne speren braken. Ten laatsten, vier gegeven zynde aan verscheide pypen by de springbron, die met buskruidt gheladen waren, is al het toonneeltuigh

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(36)

verbrandt, ende 't gheselschap ghescheiden. Dit schouwspel werd op verscheide manieren geduidt. Sommighe hielden 't den aanvechteren des hemels, om datse meest gereformeerden waren, te spot gedaan: andere voor een quaat voorspoock. Immers de maarschalck van Momerenci, geduurende dese vertoningen, bad den koning oorlof om t'huis te trecken: 'tzy dan waar geweest, dat hy sich selven qualyck gevoelde; oft qualyck gevoelde van den stand der saken. Wel quam dit vertreck hem ende synen anderen drie broederen, die te hove bleven. Want (so naderhand vastelyck gelooft is) men was gemeint in den moordt niemant hunner te sparen, indienmense teffens, met alle hoop van weerwraack, had konnen verdelgen. 's Donderdaaghs was'er een steeckspel tusschen den koning met syn' broeders en dien van Guise, gekleedt als Amasonen, ter eenre, ende den koning van Navarre met de syne, op syn Turckx toegherust, ter anderer syde, in den binnenhof van Louvre, ten aansien van de koninginnen ende al 't vrouwentimmer, die op stellaadjen saten. Twee daghen te voren had de koning, op't goedtvinden vanden Ammiraal self, dien hy, om der eere ende ouderdoms wil, synen vader noemde, het regement van syn' lyfwacht

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(37)

doen leggen binnen de vesten: quansuis om den gheweldigen aanhang der gemeente, ende groten sleep van gewapende, dien die van Guise hadden, t'eenen breidel te dienen. Dese behendigheydt aldus naar hunnen wensch afgelopen zijnde, sonder yemandt achterdacht te geven, so hervatmen den raadtslagh: endee heeft, naar een wyle twistens, overmids de verscheidenheidt der voorvallen, ende der personen over

+Raadslagen over de moord van Paris.

de saack geroepen, noch niet sekers konnen besloten worden. In 's konings raad+ werdt voorghestelt: ‘het ware orber den Ammiraal te doen ombrengen, door eenigen huurling, die een paard ghereedt hebbende, datelyck ontkomen moest.

So soude de party van Momorenci eenen styven stut quyt wesen, ende de

gereformeerden hun hooft. Dewelcke, volghends hunne gewoonlycke hevigheidt, heel ghesien was dat den Guizarden op 't lyf souden lopen, hen, om der ouwde vyandtschap wil, voor sekere stichters van de moordthoudende: maar ongetwyfelt te swack, ende onder vallen. Ja souden'er misschien die van Momorenci mede, in sulck’ een' beroerte, niet afkomen: gemerckt hoe't volck van Paris op hen verbittert was. Daar na soudemen tyd hebben, om dien van Guise den moed te doen sincken:

waar toe de klanck van desen

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(38)

doodslag hen nagaande, (al quam'er niet anders af,) treflycken dienst soude doen.

Ende aldus alle party-schappen, geresen door de beroerten des ryx, midtsgaders de ketterijen gesmoort zynde, soude de koning de vorsten van synen bloede, (want hy hadse genoeghsaem in handen) ontset van de quade raatslieden, lichtelyck tot het ouwde geloof ende syn' gehoorsaamheidt brenghen, ende syn' Majesteit en

achtbaarheidt opluicken. In den nauwsten raad der koninginne werd noch voorder ghegaan: Datmen sich niet alleen dier van Momorenci ende des Ammiraals ontslaan moest; maar ooc der Guisarden, wien de koningin te veel leeds toeghedreven had, om echter te vertrouwen. Daar waar het dus toe te brengen: De Guizards met hunnen aanhang souden, naar alle schyn, dier vanden herstelden godsdienst, om 'sAmmiraals dood op de been zynde, wel meester werden: maar niet sonder grotelyx gekrenckt te blyven. Dat spel had de koning aan te sien, ende terwyle 't volck van oorloghe ontrent Louvre by een te rucken: ende als't met d'eene partije gedaan was, d'ander', als oproermakers, die buiten synen last de wapenen aanvaard hadden, te doen aantasten, en aan stucken houwen: midtsgaders alle de vorsten, als hebbende, yeder d'een'

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(39)

oft d'andere syde gedragen, ombrengen. Eer cond'er geen rust zijn. Gemerckt zy 't op de koningin altyds gheladen souden hebben; en dat sy, buiten 't lands gheboren, onhebbelyck tot de regeringe was, stof om te muiten. Dusdanigh verschil van ghevoelen viel'er in't raadslaghen, doch was men's eens hoemen't aanvangen soude.’

Ten laatsten werdt verstaan den hartoge van Guise de saack kundigh te maken, op

+Ammiraal ghequetst.

dat hy eenen man bestelde die de manslaght aannaam te doen aan den Ammiraal.+ Dese dan, des vrydaaghs uyt 'skonings raad komende voet voor voet gegaan, also hy besigh was met seker geschrift te lesen, wordt ontrent S. Germain de l'auxerrois, door een doecken venster geschoten, met twee koegels: welcker een hem den voorsten vinger van syn' rechter hand ten naeste by af smeet, sulx datmense voort afsetten moest. D'ander, met ghevaarlycker wonde, griefde hem den slinker arm; ende uytgenomen zynde, wert bevonden van koper te wesen. Alle, die ontrent hem waren, sich grotelyx ontsettende, hy met een gelaten aanghesight, wyst hun 't huis aan, daar de schoot uyt gegaen was, seindt om den koning te verwittigen, doet sich verbinden, ende gaat, al steunende op eenige van syn gesin, voorts te voet tot in syn herberghe, die niet

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(40)

ver was. De deur vanden huise werd terstondt op de vloer geworpen, daarmen 't roer vondt legghen, ende den moorder wegh. De koning, op dese mare, ende syn' moeder, gelaten sich met allen seer t'onvrede, ende so eener overgeve stoutigheidt heftelyck aan te trecken. Ende de koning van Navarre ende prins van Conde, komende van den Ammiraal daadlyck te besoecken, ende klaghte doen over so lelyck een stuck, met bede dat hun ende den hunnen, om vailigheids wil, geoorloft ware van Paris te vertrecken, hadden tot antwoordt van den koning: ‘Sy souden doch blyven, om kennis te draghen van de ernstighe straf, die hy swoer ende herswoer te doen over alle de ghene die'er raadt oft daadt toe gegeven hadden. Dit's aangheleyt, niet om den Ammiraal, (seide koningin Catryne, in 's konings reden vallende,) maar den koning een' trots te spelen. Diens eigen persoon salmen ten laatsten in syn hof darren aantasten, laatmen 't so henen gaan. Sulx nood is door alle wegen strengelyck wraak te vorderen.’ Mits welcke woorden ende gelaat, Navarre ende Conde soo gerust gestelt werden, dat sy echter van geen verreisen vermaant hebben, maar, sich verlatende op 'skonings jonste, om die immers te vieren, alle waerschouwingen ende schynbaarheden van gevaar, overgeslagen.

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(41)

Te meer, door dien hy, in persoon den Ammiraal besoeckende, sich aanstelde, als verwonnen van genegenheit t'hemwaarts, ende wraackgierigheid over de gene die nae zyn leven ghestaan hadden. Jae men schreef aan allen landschappen oversten, zy zouden yeghelycken doen verstaan, dat dit stuck ten hooghsten euvel genomen was by zyn' Majesteyt, ende in corter tyd zwaarlyck soude gewroken worden. Men stelde in hechtenis alle die eenigsins in 't oge waren, ende onder-tastese, om welstaans wille, op 't alderscherpste. Des anderen daaghs liet de Ammiraal aan den koning ende hertogh van Anjou versoecken eenig volck van oorloghe, tot bewaarnisse van zyn huis, om door d'aansienlyckheidt des konincklycken voorstands, in plicht te houden de ghemeente van Paris, die wel tsestigh duisent sterck, ende alle op hem gebeten, sich in wapenen gaf. Daar wert van hun beiden met veel voldoenentheids op geantwoordt, ende daadlyck de overste van 't regement der lijfwachte gelast, voor des Ammiraals deur te waken, met een deel uytgelese gasten, onder welcke, om quaad vermoeden te schuwen, eenighe weinigh Switsers, van koning Henrix trawanten, gemengt werden. Voorts deed de koning alle ghereformeerde edellieden verhuisen, ende op staande

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(42)

voet herbergen inde buurte van den Ammiraal, bevelende overluide eenen der kornellen: ‘Hy en soude niet ghedoghen, dat eenigh Katholyck daar ontrent quame, nochte 't leven sparen van de gene die anders deden.’ Also werden, onder schyn van versekeringe, by elckanderen gestopt, die verspreid wesende, zwaerlyk beset hadden konnen werden, ende gemackelycker ontkomen. Dat meer is, onder dit dexel van yeder zyn' herberg toe te voegen, hadmen oorsaack om alle hunne namen op te tekenen. Al 'twelk, met de lopende geruchten, genoegh was om hen te doen opwaken, en had hun 't vernuft niet averechts gestaan. Oock was men met reden beducht inden Ammiraal te vervoeren, so voor zyn' kranckheit, als voor onbenoegen des konings;

Die had al in't eerst seere versocht men soude hem in Louvre brenghen: maar behalven de zwaarhoofdigheidt der artzen was't voor hem niet veel onvailiger in Paris, so zyn' Majesteit ter goeder trouwe ging; ende so niet, immers so vailigh. Daarom de koning van Navarre ende prins van Conde verstonden 't met den here van Teligny des Ammiraals schoonsone, houdende datmen niet op en brake. Welck besluit door eenen Bayancour daar teghenwoordigh (somen gelooft heeft) daadlyck den

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(43)

koning aangebracht is, daar hy in den Tichelhof, onder schyn van uyt wandelen te zyn, voor 'tlaatste over 't uytvoeren der zake raadt hield. Daar waren vergadert de koninginne moeder, de hartog van Anjou, ende die van Nevers, de bastaard van Angoulesme, Birague, Tavagny, ende Radesy; ende werdt goet gevonden, naar dien den Ammiraal gesien was van zyn quetsuire op te staan, 't quaadt datmen in zynen

+Besluyt der moordt.

persoon alleen niet hadde konnen stuiten, te+dempen met den ondergang van alle die'er mede besmet waren. Nochtans, als't op een omstemmen quam, nopende den persoon van Henrik, en wasser niemandt oft hy en maackte swarigheidt in zyne moord, beduchtende dat, een stuck van zelf hatelyker als 't diende, met gheenderley glimp en soude te verschonen zyn, indienmen, sonder aansien van de konincklycke waardigheidt ende nieuw gemaackte swagerije, eenen vorst van den bloede, binnen Louvre, als onder de oghen van den koning zyn' schoonbroeder, ende in de armen zynen bruidt, ombragte. Om Conde, overmids den haat daar in sijns vaders naam was, viel meer te doen. Niettemin syn afkomst, ende 'tvoorspreken van Nevers, die syns vrouwen suster te wyve had, ende sich borgstelde voor syn' toekomende trouw

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(44)

ende gehoorsaamheidt, droegen wegh, datmen hem nevens Henrik te lyf liete. Daar op gescheiden zynde, gaan Anjou ende Angoulesme in karosse door stad varen, ende bestellen datmen een gherucht stroide, hoe de koning Mommorenci met d'uytgelese ruiterije binnen Paris ontboden had. Oock werdt'er te dier ure een ghevangen, die vermoed was den Ammiraal gequetst te hebben, ende bekende uyt den gesinne van dien van Guise te wesen. Waar over sylieden als, te hove, met den neck aangesien werdende, quansuis den koning quamen oorlof bidden om te vertrecken: die daar op, om de veinserijen vol te doen staan, een koelachtigh antwoordt paste; waarschouwende voorts den koning Henrik: ‘men moest sich hoeden voor eenigen deur te openen aan dien van Guise, om hunne baldadigheden ende gheweldenarijen te werck te stellen.

Want sy 't graauw dapper ontsteken, ende op hunn' hand hadden. Des dat hy wel doen soude, ende by sich ontbieden de ghetrouwste van syn' luiden.’ 't Welck Henrik aannam, ende beval eenigen braven binnen Louvre te komen vernachten. De ervarene sagen 't onweder wel komen, aande gewapende die door stad ende om Louvre hangelden, 't morren van den volcke, ende hunne dreigementen. Oock was'er veel gheweers te hove ghebraght.

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(45)

Maar de Ammiraal ende zyn schoonsoon bleven daar by, dat het de koning goet

+Beleidt der moordt.

meende. Guise, dien 't beleidt der zaken bevolen was, als't nu+hoogh in der nacht liep, ontboot eenighe hopluiden vande vyf oorden der Switzeren, ende Francoische cornellen, die hy 's konings wil te verstaan, ende smaack gaf van de wrake ende den roof die so licht te nemen waren. Doen bescheidtmen de Switsers, ende enige francoische regementen by Louvre, met bevel, om niemant van Navarres oft Condees volck door te laten. De busschieters, in de buurhuisen ontrent des Ammiraals de wake houdende, werden mede gelast toe te sien, dat'er niemandt van de zyne en ontquame. De bevelhebbers der burgerije ontfinghen wete, dat hun volck op zyn geweer passen soude, ende zy ter middernacht op 't stadthuis komen verstaan, waar toe. Aldaar vergadert zynde, werdt hun, door een' persoon, zeer wel by koning en koningin, ende, te dien aansien, oock by hen geleden, verklaart zyns Majesteyts wil te wesen, ‘datmen den Ammiraal, met alle die van zyn' gesintheidt, soude verdelghen.

Dat'er niemandt geborghen werde, souden sy besorgen: de koning, datmen in andere steden des ryx den selven voet moghte volgen.’ Tekenen om elckander t'onderkennen souden zyn, een

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(46)

wit kruis aan den hoedt, een wit snoer aan den slincker arm: ende om aan te vallen, het kleppen vande uurwerxklock aan 't pallais. Waar op gepast diende, en de ruimte van toortzen uytgesteken, om nergens in te verbysteren. De bevelhebbers waren terstondt graagh, ende met alle stilte, in so schielyck een drockheid, mogelyck, besetten de straten ende driespronghen; doch in 't eerst met wachten binnen 's deurs.

Aan d'ander' zyde arbeiden Guise ende Angoulesme hun best, om de zaken ten

+Den koning gruwt.

voorgenomen einde te brengen. De koning daerentusschen,+doent'er op aanquam, ende hy sulck eener grouwlyckheidt onder d'ogen te sien, scheen niet te weten oft hy deizen wilde. 't Welck duchtende zyn moeder de koningin, komt 'smiddernachts in sijn slaapkamer: werwaarts sich datelyck ('twas so opgeset) Anjou, Nevers, Birague, Tavagny ende Radesy mede vervoegen: ende onlanx daar na Guise. Alhier, na veele redenen van wedersyden bygebraght, seidtmen, den koning, die als in de waaghschaal stondt, overgehaalt te wesen van syn' moeder, hem toedryvende, ‘dat hy met suckelen verquiste soo schoon een' gelegenheidt, van Godt verleent, om syn' vijanden te boven te gheraken.’ De forsse inborst van dien vorst, wien dit syn eerst niet was

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(47)

van bloedtstorten, en moght gheen aantygen van slapmoedigheid velen.

+'sKonings vvoordt.

+‘Hy ontstack, en beval; men soud'er mee door gaan.’ De koningin neemt wacker 't woordt op, ende, eer syn moedt weder bekoelde, ghebiedt het teken, dat op een' uur voor dagh bestemt was, te vervroegen, ende de naeste klock, van S. Germain de l'auxerrois, te roeren. Het kryghsvolck hierentusschen stond in orden daer op wachtende. De gereformeerden, door 's konings bevel, daar ontrent geherbergt, gerucht vernemende, springen ten bed uyt, lopen oock nae Louvre, vragende waar toe so veel toortzen inde vensters, ende volx op straat. Yder was afgerecht hun t'antwoorden: datmen speelwys eenen strydt soude vertonen, ende derwaarts sulck een loop was. Als sy evenwel voorts togen, werdense van de schildwachten, by 't slot staande, onheusselyck gekeert, doen naegeroepen, ende endtlyck geslagen. Dat begost van eenen Gascoen; ende nae dat'er een gequetst was, de rest verbaast, vallen'er d'andere op aan. De koningin, ylende om de zaack te doen sprong nemen, hier van

+Koningin Catharine wil'er mede door.

verwittight, zeidt den koning+aan, ‘wiens woordt sy nochtans echter hebben wilde, dat de soldaat niet te houden was, ende (zomen langer marde) alles geschapen tegens zyn meninge, met groote onorden af

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(48)

+'sKonings entlyck bevel.

te lopen. Dies gaf hy bevel, dat datelyck+de klock van S. Germain getrocken werd, voor dageraad, op den 24 van oestmaandt, sondagh, ende S. Bartholomeus.’ Daar op, trecken Guise, Angoulesme, ende Aumale flux nae 't huis van den Ammiraal.

Dese, gherucht horende, leide in 't eerst gissing, dat het volck gaande ghemaackt ware door dien van Guise; doch lichtelyck verschoijen soude, als het quame te sien, dat zyn huis door 'skonings lyfwachten bewaart werd. Maar desselfs overste was't, die de poort des voorhofs van 's konings wegen eischte geopent te hebben. 'tWelck geschiedt zynde, werdt den genen die de sleutels bewaarde terstont op 't lyf ghelopen, hy doorsteken; ende doorschoten een van de Switsers, die sulx siende na binnen vloghen, de deur achter sich toe kregen, en met kisten, tafelen, en ander huisraadt bebolwerckten. De Ammiraal schieten horende op de plaatse voor't huis, bevroede nu te laat wat'er af was. Dies ryst hy uyt den bedde, schiet een nachtkleed aan, ende gaat staan steunen teghens de want om syn gebedt te doen. Terwylen was de deur opgestormt; ende stegen de vloeckverwanten de trappen op, vyf kornellen alle ghehardt, met Achilles Petrucci van Siena, ende eenen Hooghduitsch, van jongs

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(49)

opgetogen onder 't gesin van Guise. Op dat ghedruis, also Merlin predicant, die 't gebedt voorsprack uyt had, keerde sich de Ammiraal tot het geselschap, met

onvertsaagt gelaat; ‘ende, Ick sie, seid hy, waar men over uyt is. Der doodt, noit van my ontsien, over lang betracht, ben ick wel ghetroost. Gheluckigh ick die in Gode sterf, ende door syn' ghenade ter hope des eeuwigen levens toegerust word. Nu behoef ick geen hulp van menschen meer. Daarom vrienden, op dat u myn ramp niet met eenen overstelpe, ende ick schier oft morghen als uw bederf, vervloeckt werde van uwe weduwen, versiet u. Ick heb t'over aan de bystand Gods, ende tot diens goetheidt verlaat sich myn' ziele, al gereet om haren toght te doen.’ 'tWelck geseid zynde, klommen sy lieden na boven, ende voorts, yder om een goed heen komen, de daken over. Ondertusschen borst de deur op, ende syne gheswore vijanden ter kamer in.

Alwaar de Hooghduitsch hem vindende staan om den hoeck van de deure, vraaghde;

‘zyt ghy Colligny? hy met een onverschrict aanschyn gaf t'antwoort: O jae, ick ben 't. Maar ghy jongman, schreumt dese myne gryse hairen. Hoe ghy 't maackt, ghy en sult doch mynen tyd niet verkorten.’ Eer hy uyt had, wrong hem de Duitsch

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(50)

+Doodt van den Ammirael.

't rappier in de borst: Ende verhalende,+braght hem eenen dwersslagh, die al syn troni schende. Voorts volgde steek op steek, tot dat hy stervende op de vloer viel.

Na 't getuigenis van de gene die selve over 't stuk waren, moght sich noit man, de doodt voor ogen siende, min ontsetten. Guise, dien 't met d'ander' grooten niet gepast had handt aan dat werck te slaan, op de plaats den uytgang verwachtende, riep daar na den Hoogduitsch toe, oft het volvoert was: ‘ende t'antwoort krygende dat ja, voeghde daar op, Angoulesme en kond' het niet geloven, voor hy en saagh’ het; men moest het lyck afsmyten.’ Oversulx werd het ter venster uytgeworpen, so bekladt van bloede, dat Angoulesme, oft beducht dat het in sulk een gewoel sich licht te vertasten ware, oft om synen moedt te koelen, de tronije met eenen snuitdoeck afdweilde, tot hy der kunde seker was Doen schopte hy't met de voet, ende keerde weder op straat, roepende tot meermalen: ‘Wel begonnen, spitsbroeders, al voors al voorts, so ghebiedt de koning.’ Mits hoordemen het teken van 't uurwerck aan't

+'t Volck op de been.

pallais, ende alomme wapen roepen. Het graauw alsoo uytghelaten,+vloogh terstondt nae 't huis van den Ammiraal, het lyck met allerlei dartele vuyligheden

mishandelen.

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

(51)

Entlyck men smackt’ het in een' stal; hieuw'er 't hooft af, dat ten toon, nae Rome gesonden wert, ende sleepte de romp, geknot van alle kroost, achter straat, tot op den oever van de Seine. Daar bestonden't de kinderen in't water te werpen, waar uyt het weder getogen, ende gevoert wert nae de galge van Monfaulcon; aan de welcke men 't met yseren ketenen by de beenen vast deed maken, ende verzengen, met vuur van onderen ghestoockt. Op dat quansuis alle elementen toegelopen souden wesen, om sich te quyten in zyn' straffe: gemerkt hy op de aarde ghedoodt, in't water gedompelt, in de locht gehangen, ende met vuur gebrant was. Daar hing het etlycke dagen, tot verscheide bewegenissen der gheene, die't, andere voor een heerlyck werck, andere voor een grouwel ende lasterlyck stuck aansagen, dat Vranckryck ten zuursten op soude breken: ter tydt toe, dat de maarschalck van Mommorenci, zyn naemaagh, het by nacht deed lichten, ende te Cantille, in de kapelle, begraven. Dies, eenige dagen daar nae, het vonnis des doods, over den doden, met een averechts rechtspleghen ghesproken, om welstaans wille, te wercke gheleidt is aan eenen molyck van stroo;

konnende koning, ende koninginne moeder hunnen moedt niet spenen van

P.C. Hooft, Hendrik de Gróte

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hebb’ ick oock niet aenhoort zijn kermen, en zijn suchten, Als hy voor Saul moest dagh ende nacht gaen vluchten.. Soo langh’: tot dat ick brack zijn lasterigh ghemoedt, En dat hy

Onse here meer dar hi mi sal Want redene ende verstannesse Heeft di ghegeuen ghod onse here Wlmaecten sijn ghedinkenesse 10 Ende oec te leuene embermeere. Dar du sculdech wars mede

Floyris ende Blantseflur..

Doen nam sij hair rechte hant Ende sede haeren wader te hant, Ende seide: "God, dor uwe oetmoet, Die ant cruce storte sijn bloet 635 Ende ontfinc meneghe wonde,. Ontfermt u my

840 Daeraf saelt nemen sine voedinge, Ende hieraf eist sonderlinge Dat den vrouwen dan gebreken Haer stonden, daer wi dus af spreken, Des niet te doene hebben die man;.. 845 Maer

Aanmerking: dit moge waar zijn van al de stukken, maar daaruit volgt nog niet, dat de Carel ende Elegast niet, met uitwerping van de twee voorafgaande gedichten, in inniger verband

- Ik behoef wel niet te zeggen, wat het voor ons zijn zou, Mevrouw en mij, als Dina nu werkelijk waarheid spreekt en zij haar zonde bedreven moest hebben, hier, onder ons dak en

135 Met sconen bloemen, met sueten crude, Ende die voghelen beginnen te luden, Dan doet hi spelen der minnen spel In heimelike steden, dat wetic wel, Daer die bloemken rieken soet,