• No results found

Vakantiehome Pays de Charleroi II Noordzeedreef 3 Koksijde. Beheersplan Ingediend op 28 november 2019

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Vakantiehome Pays de Charleroi II Noordzeedreef 3 Koksijde. Beheersplan Ingediend op 28 november 2019"

Copied!
58
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Johan Termote

Vakantiehome Pays de Charleroi II Noordzeedreef 3 Koksijde

Beschermd bij MB van 25 juli 2008

Beheersplan

Ingediend op 28 november 2019

Opgemaakt in opdracht van de Vzw de Leerwijzer

Noordzeedreef 3 Koksijde

(2)

1

Vakantiehome Pays de Charleroi II Noordzeedreef 3 Koksijde

Beheersplan

(3)

2 Betreft:

Home Pays de Charleroi

Ligging :

Noordzeedreef 3, 8670 Oostduinkerke/Koksijde (Prefusieadres: Zeelaan 1, Oostduinkerke)

Beschermingsbesluit:

Beschermd bij MB van 25 juli 2008 omwille van de historische waarde en de architectuurhistorische waarde.

Beheersplan opgemaakt door:

Johan Termote Veurnekeiweg 9 8670 Koksijde

Johan_termote@hotmail.com

Opdrachtgever:

vzw de Leerwijzer, Noordzeedreef 3, 8670 Oostduinkerke E-mail info@leerwijzer.be

Website www.leerwijzer.be Tel. 058 23 06 53

Beheersplan ingediend : 28 november 2019

(4)

3

Colofon

Johan Termote

Met medewerking van de architecten Francky Maes en Dirk Vanbecelaere Eindredactie rapport: Johan Termote

Opmetingen en plannen: Johan Termote en Dirk Vanbecelaere Bevoegde Onroerend erfgoed: Ann De Gunsch

D/2019/

© Johan Termote

Alle rechten voorbehouden.

Niets eruit mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.

Behalve als instrument voor Onroerend Erfgoed mag de studie enkel gebruikt na overleg met de auteur, na zijn voorafgaande en schriftelijke toelating en met volledige referentievermelding.

(5)

4

0. Inhoudstafel

0. Inhoudstafel ……….. 4

1. Identificatie en afbakening ……… 5

2. Historische nota ……… 7

3. Inventaris huidige toestand en toestandsrapport ……….. 21

3.1. Ligging, gabarit en indeling………. 21

3.2. Materialen ……… 21

3.3. Het exterieur ……….. 22

3.4. Het interieur………. 30

3.4.1. Gelijkvloerse verdieping ……… 30

3.4.2. De eerste verdieping ……… 37

3.4.3. De tweede en derde verdieping ……… 40

3.4.4. De trapconstructies ……… 43

3.4.5. Het schrijnwerk en het meubilair ……….. 44

3.5. Kleurstelling ………. 44

3.6. Toestandsbeschrijving ……….. 45

4. Beschrijving van de erfgoedwaarden ………. 48

5. Visie op toekomstig beheer ………. 50

6. Beheersmaatregelen ……… 52

6.1. Algemene werken ………. 52

6.2. Samenvatting werken exterieur ……….. 52

6.3. Samenvatting werken interieur ……… 53

7. Opvolging en evaluatie ………. 55

7.1. Opvolging en evolutie ………. 55

7.2. Onderhoud van de erfgoedwaarden ……….. 55

7.3. Tijdstabel ……….. 56

8. Bijlagen ……….. 57

Bijlage 1. Perimeter van het beheersplan ……… 58

Bijlage 2. Literatuur en archief ………... 59

(6)

5

1.Identificatie en afbakening

1.1.Identificatie

Het beheersplan wordt opgemaakt voor het Home Pays de Charleroi, Noordzeedreef 3 te Koksijde.

De kadastrale ligging is Koksijde , 5de afdeling, sectie A, perceelnummer 996A (deel) Aanleiding tot de opmaak is het verdere restauratie van het gebouw.

Het pand werd beschermd als monument bij MB van 25 juli 2008 omwille van de historische waarde en de architectuurhistorische waarde.

Het geheel is in erfpacht genomen door de VZW De Leerwijzer, die ook het initiatief nam voor de opmaak van dit beheersplan.

Het pand is geïnventariseerd onder het id. nummer 16539.

Situeringsplan en afbakening van het Home Pays de Charleroi (Geopunt Vlaanderen)

(7)

6 1.2. Fotorapportage

Home Pays de Charleroi II nu school De Leerwijzer.

Huidige toestand.

(8)

7

3.Historische nota

Het home opgetrokken in 1950 naar ontwerp van architect Gaston De Bruycker (Sint-Idesbald), als dus danig gesigneerd in de plint van toegangstrap. Het geheel is opgetrokken in opdracht van de vzw Au Pays de Charleroi - Les Femmes Prévoyantes, toen gevestigd in de Palais des Peuples te Charleroi.

Het vormde de bekroning van een ensemble van homes hier, vanaf 1933, neergezet.

Het complex vakantiehomes bij de Groenendijk

Toen de verbouwing van het socialistische vakantiehome Emile Vandervelde, gehuisvest in een kasteel in Habay (provincie Luxemburg) niet realiseerbaar bleek - omwille van de hoge kostprijs en de afgelegen ligging - werd het verkocht. Met de opbrengst van de verkoop en van een nationale

tombola, werd in de duinen van Groenendijk in Oostduinkerke, het Home Emile Vandervelde gebouwd.

Het initiatief ging uit van het Nationaal Komitee voor Vrouwenaktie. Deze hadden in 1928 te Brussel de samenwerkende maatschappij Vacances Ouvrières opgericht met als doel de promotie en de oprichting van vakantiehuizen voor de arbeidersklasse. Hiervoor schreef deze vereniging in 1932 een wedstrijd uit. Architect en stedenbouwkundige Gaston Brunfaut 1won die.

De architect had een duidelijke visie op de rol die de kust kon spelen op een plan van nationale urbanisatie, dat aan de basis zou liggen van de economische heropleving. Hij wees op het feit dat de Belgische kust dicht bij de werkcentra lag, wat in weinig landen het geval is.

Het home Emile Vandervelde I, 1933

1 Omtrent deze architect: Celis en Van Bossche, 1982.

(9)

8 Zijn oorspronkelijk project werd evenwel niet volledig gerealiseerd. In 1933 kreeg hij een eerste deel van de werken toegewezen. Er kwam een eerste paviljoen tot stand. Van de haakse vleugel werd echter alleen het keukengedeelte uitgevoerd. De capaciteit van de keuken was berekend op 1500 personen.

Het home werd genoemd naar de socialistische voorman Emile Vandervelde, die vermoedelijk ook de bouwgronden ter beschikking stelde. Hij was in 1916 de eerste socialistische minister en in 1933 tot zijn dood in 1938, de eerste voorzitter van de Belgische Werkliedenpartij2.

Home Emile Vandervelde vormde de aanzet van het moderne grote vakantiecentrum van de socialistische beweging. Er volgden nog verschillende fasen. Men realiseerde de Home Pays de Charleroi I in 1935. Na WOII volgde de Home Pays de Charleroi II en tenslotte Home Emile Vandervelde II in 1957. De homes waren toegankelijk voor de hele beweging.

De Home Emile Vandervelde I

Op het gelijkvloers van Home Emile Vandervelde I waren langs het trappenhuis het sanitair, de vestiaire, de inkom en de keuken gelegen. Aan de oostzijde stak de eetzaal, die zich over de hele breedte van het gebouw uitstrekte. Aan de zuidkant waren er twee slaapzalen voorzien van elk 21 bedden. De eerste verdieping telde twee grote slaapzalen en bood plaats voor 56 kinderen. De kamers waren aan de zuidkant voorzien van grote ramen. Aan de noordzijde waren aan de ene zijde van de trap het sanitair en aan de andere zijde de slaapkamers van de oppassers ingebracht.

Het home Emile Vandervelde (rechts) en het home Pays de Charleroi (links), eind jaren ‘30

2 Vandervelde was professor aan de Université Libre de Bruxelles (ULB). Hij was één van de grondleggers van het algemeen stemrecht (1919), de achturige werkdag, het werknemerspensioen en de

werkloosheidsverzekering. Hij is vooral bekend door de wet-Vandervelde (1919), die de verkoop van alcohol

(10)

9 Home Pays de Charleroi I

Na de bouw van het eerste paviljoen van Home Emile Vandervelde I in 1933, werd in 1935 op eenzelfde as, Home Pays de Charleroi gebouwd. Dit gebouw kwam tot stand dankzij de

Oostduinkerke, de homes van de Groenendijk.

A. Omlijning van de homes B. Huidige bebouwing

1. Home Emile Vandevelde I, 1933 en herbouwd in 1996 2. Home Pays de Charleroi I, 1935 en herbouwd in 1996

3. Uitbreiding home Emile Vandevelde, 1950, architect Engels en herbouwd in 1996 4. Home Pays de Charleroi II, 1950, architect Gaston De Bruycker

5. Home Emile Vandevelde II, 1957 , architect Engels en gedeeltelijk verbouwd in 1996.

1

0 20 m

2

3 4

5 1

A

B

(11)

10

Het home Pays de Charleroi, Opstanden en doorsnede (boven) en plattegronden en gelijkvloers en verdieping, architect Gaston Brunefaut, 1935 (Koksijde, gemeentearchief Oostduinkerke),

(12)

11 samenwerking van de mutualiteiten en de syndicaten (vooral van de metaalbewerkers) van

Charleroi. De logistieke organisatie berustte bij Les Femmes Prévoyantes de Charleroi .

Gaston Brunfaut vatte Home Pays de Charleroi I op als een balk. Een halfcilindervormige glazen uitbouw, met daarin het trappenhuis, deelde het volume op in twee symmetrische delen. In het trappenhuis centraliseerde Brunfaut de circulatieruimte. De ramen werden voorzien van horizontale klapramen, wat een goede ventilatie garandeerde. In de westzijde lag de refter, die onmiddellijk aansloot bij de ingang. Ten oosten tussen de traphal en de ingang lag de vestaire.

De eetzaal in de westkant van het home Pays de Charleroi I. Door de ramen is het home Vandervelde I te zien.

De twee paviljoenen waren op de oost-westas georiënteerd, wat een optimale bezonning

garandeerde. Elk paviljoen functioneerde als een aparte eenheid. Alleen de maaltijden werden in een centrale keuken bereid. De circulatie tussen de gebouwen gebeurde via verharde voetpaden.

Tijdens de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) werden 32.000 kinderen naar het buitenland geëvacueerd3. Daarvan kwamen er 5000 in België terecht. In april en mei 1937 logeerde een groep van 200 Spaanse kinderen tussen 3 en 14 jaar in Home Emile Vandervelde I (117 jongens en 83 meisjes). De kinderen verbleven er een drietal weken. De dames Deprez en Adam zorgden voor het goede verloop van hun verblijf. De kinderen kregen er ook les.

Ook het socialistische home L'Age Heureux in Nieuwpoort-Bad ving Spaanse kinderen op4.

De beide gebouwen kwamen zonder schade door de Tweede Wereldoorlog. Vermoedelijk werden ze ingenomen door de Duitse bezetter, want ze lagen midden de zone van de Atlantikwal. Ten westen van de hier behandelde home is trouwens nog een Duitse betonweg bewaard.

3 EECKHOUT , T., 1987

4 TRICOT, Y., L' Age Heureux, La Famille prévoyante, 1930, 12, p. 21.

(13)

12

Foto’s van het complex homes langs de Noordzeedreef ca 1960.1. Home Emile Vandervelde I uit 1933.

2. Home Pays de Charleroi I uit 1935. 3. Uitbreiding Home Vandervelde 1 (1950). 4. Home Pays de Charleroi II (1950).

1

1 3

2

2 1

1 3

4

(14)

13 Na de oorlog werden de gebouwen trouwens in belangrijke mate aangepast. Zo werden de

zijterrassen op de verdieping van home Vandervelde I overdekt, waardoor ook hier een balkvormig gebouw ontstond.

In 1950 werd door Lucien Engels, in samenwerking met Roger De Winter, een vleugel toegevoegd tegenaan de keukenvleugel van Vandervelde I. Deze realisatie respecteerde de architectuur van Brunfaut.

De bouw van het home Pays de Charleroi II, 1950

Op 9 februari 1950 diende de asbl Pays de Charleroi opnieuw een bouwaanvraag in voor het oprichten van ”un home de vacances, comprenant salle de jeux-réfectoirs-salles pour lavoirs et douches, quartiers du service, cuisine, personnel-direction, quartier pour campeur etc.5”. Het ontwerp werd toevertrouwd aan architect Gaston De Bruycker uit Koksijde6.

De aanvraag liep niet van een leien dakje. Het Oostduinkerkse gemeentebestuur maakte twee bezwaren. De eerste betrof het plan van aanleg dat een areaal voor homes voorzag in de wijk Groenendijk, met de huidige Noordzeedreef - de toenmalige Zeelaan - als westelijke grens. De bedoeling was immers het natuurgebied ter Yde ten westen van deze laan onbebouwd te laten7. De tweede betrof het materiaalgebruik. Deze dienden overeen te stemmen met de homes in de buurt: vu dans le cadre ses bâtiments existants voisins, il doit être inconditionnellement exigé que soient employés les mêmes materiaux que deux employés pour les complexes existants. Sinon, chaque pavillon représenterait une expérience isolée et il s’en suivrait un étalage de matériaux les plus divers8.

Wat dit concreet betekende werd duidelijk met de voorwaarden, opgelegd door het Bestuur van Stedenbouw9:

- De muurbezetting en ook de betonblokken vervangen door baksteen gaande van ivoorwit tot zeer lichtbruin. Strooigeel is niet aan te raden.

- Het opschrift weg te laten of aan te brengen op kleiner schaal en op een meer delicate wijze in kleur die niet hevig afsteekt tegen het gevelvlak.

Uiteindelijk kon de bouw toch doorgaan op de voorziene plaats al verliep dit niet zonder problemen.

Begin maart start aannemer André Kemel uit Nieuwpoort de werken, die op 20 maart 1950 door de politie worden stilgelegd. Onder de druk van de bouwheer, bij monde van volksvertegenwoordiger Arthur Gailly, worden de vergunning dan toch verleend. Deze vermeldt dat ‘ Deze toelating wordt ten uitzonderlijke titel toegestaan, gezien ( lees ondanks ) het algemeen plan van aanleg: en op

voorwaarde dat de voorschriften gegeven door Het Hoofdbestuur van de Stedebouw nageleefd worden’.

Op 4 april 1950 hervatten de werken10.

5 Willems, S., 2006, p.171: het dossier bevatte niet minder dan 11 plannen, waarvan geen enkel bewaard bleef in het gemeentearchief.

6 Omtrent het tijdsbeeld : Willems, S, 2006 en Aubry, Vandenbreemden en Vanlaethem, 2006.

7 Il serait regrettable qu’un tel bâtiment dépare à nouveau le paysage des dunes situés à l’Ouest de l’avenue de la Mer, bâtiment qui, d’ailleurs, ferait l’objet d’un précédant entrainant la construction ultérieure d’édifices semblables, tout le long du côté ouest de cette avenue.

In hetzelfde periode doet de katholieke zuil een aanvraag voor de realisatie van Home Georges Theunis, eveneens in dit gebied. Het home wordt tussen 1935 en 1938 gerealiseerd naar plannen van Maurice Haeck.

8 Willems, S., 2006, p.171

9 Willems, S., 2006, p.171.

10 Koksijde, Gemeentelijk archief Oostduinkerke, Pays de Charleroi, Reeks 874: brief De Bruycker aan gemeente Oostduinkerke van 3 april 1950.

(15)

14 Home Pays de Charleroi II gezien vanuit de nog niet verharde Noordzeedreef

Home Pays de Charleroi II gezien vanuit het westen, ca.1960

(16)

15 Gaston De Bruycker (1894-1960)

Gaston De Bruycker is geboren te Gent op 12 april 1894. Hij had geen diploma van architect. In de bevolkingsregisters staat hij als tekenaar opgegeven. In 1919 trouwde hij in Gent met Emma

Goedertier. Het echtpaar vestigt zich in 1928 in de Villa Marie in de Sint-Idesbaldusstraat te Koksijde.

Rond 1950 had de Bruycker zijn kantoor in de Prins Boudewijnlaan 13 in Sint-Idesbald . in 1959 keerde het echtpaar terug naar het Gentse waar hij in 1960 overleed in Gentbrugge.

De architect ontwierp cottages, die heel duidelijk door de artdeco beïnvloed zijn. Deze invloed komt tot uiting in de hoekige vormgeving van erkers en luifels. De home Pays de Charleroi vormt één van zijn laatste creaties.

Literatuur: Willems, S., 2006, p.133

De bouw was duidelijk geïnspireerd op de home Vandervelde I en dit verklaart meteen de eerder retardataire stijl van het geheel. Dit komt nog het best tot uiting, indien we de stijl vergelijken met de uitbreiding van de home Vandevelde I in 1950 en de bouw vanaf 1957 van het Home Emile

Vandervelde II beide ontwerpen van architect Lucien Engels11. De architect ontwierp dit laatste project in opdracht van de Federatie van Socialistische Mutualiteiten van Brabant (FSMB).

Homecomplex Vandervelde II gezien vanaf het terras van home Pays de Charleroi II, ca.1960.

In het interieur van de home Pays de Charleroi grepen. Zo werd een lift ingebracht. Wanneer dit gebeurde is niet duidelijk. Op de originele plannen is de lift niet getekend12, maar de werken grepen zeker voor 1993 plaats.

11 L. ENGELS, architecte. In: Architecture, 1960, 34-35, p. 514-516; Jacobs, P., 1996; Pertz & Vandenberghe, 1999

12 Koksijde, Archief Leerwijzer, De Bruycker, G. plattegronden van de tweede en de derde verdieping.

(17)

16

Postkaarten van de Home Pays de Charleroi II, ca.1960 (website Backintime)

(18)

17 Plan voor de bouw van een brandtrap in functie van de brandveiligheid voor de school de Leerwijzer,

24 januari 1994, architecten Franky Maes en De Busschere (Koksijde, gemeentearchief)

Het home wordt in 1982 opgenomen in de inventaris ‘Bouwen door de eeuwen heen’, maar onder foute datering en locatie13.

In mei 1993 heft de asbl Femmes Prévoyantes socialistes de Charleroi ( officieel eigenaar van de asbl pays de Charleroi ), een erfpacht op het gebouw op, waarna het gebouw onmiddellijk

erop, bezwaard met de erfpacht, verkocht wordt aan de vzw DeLeerwijzer .

In de gebouwen kwam nu de erkende privéschool ‘Au Petit Lorrain’. In functie hiervan grepen werken plaats om de brandveiligheid te verbeteren14. De architecten waren Maes en De Busschere (Oostende)15. De functiewijzing van kolonie naar school werd tenslotte goedgekeurd. De geplande externe brandtrap niet. Aan de noordzijde diende wel een groenbuffer van 10 m breed aangelegd16. De complexen ten oosten van de Noordzeedreef werden vanaf 1995 volledig herbouwd. Op de plaats van de homes Vandervelde I en Pays de Charleroi I verrees een volledig nieuw complex – nu Domein Westhoek – en dit opnieuw op initiatief van de Federatie van Socialistische Mutualiteiten van Brabant.

Ook de drie gebouwen van het home Vandevelde II gingen onder de sloophamer. Uitgerekend op het moment dat Engels als architect aandacht kreeg met een tentoonstelling en een boek, werd dit vakantiehuis - door Engels zelf als zijn magnum opus beschouwd - afgebroken. Een petitie en argumenten van prominenten uit de politieke en de culturele wereld, konden niet verhinderen dat de sloopvergunning werd verleend.Hiermee verdwenen belangrijke topmonumenten van

modernistische architectuur in Vlaanderen17.

13DELEPIERE A.-M. & LION M. met medewerking van HUYS M. 1982, p.298 en fig.166: Zeelaan 1:Zichtbepalend vakantietehuis naar ontwerp van architect G. Brunfaut, uit de jaren 1935-'40 voor "Union des Mutualités Syndicales et Socialistes de Charleroi". Zakelijke, functionele stijl. Parement van gele sierbaksteen op rood- bruin betegelde onderbouw, onder plat dak. Hoofdvleugel (ten noordwesten) met opschrift, gekarakteriseerd door twee, hoger uitstekende halfronde trappenhuizen met glazen wand; voorts typerende raamregisters benadrukt door betegeling, met horizontaliserend effect. Aanpassingen, onder meer toevoeging solarium naar ontwerp van G. De Bruycker (Sint-Idesbald) van 1950.

14 Koksijde, Gemeentearchief, Dossier 653.3: rapport van de brandweer van 5 februari 1994.

15 Toen gehuisvest in de Hennepstraat 15 8400 Oostende

16 Koksijde, Gemeentearchief, Dossier 653.3: advies stedenbouw van 27 maart 1995.

17www.vakantiekolonies.be Home Vandevelde 2

(19)

18 Home Pays de Charleroi II blijft alzo de enige getuige van het complex vakantieverblijven, hier vanaf

1933 neergezet. Het geheel wordt bij ministerieel besluit van 25 juli 2008 beschermd als monument.

Het architectentrio Brunfaut

De Brunfauts waren openlijk geëngageerde en progressieve architecten, die het architecturale landschap van de jaren twintig tot zestig sterk beïnvloedden. Fernand en Maxime waren leerlingen van Victor Horta.

Kort na de Eerste Wereldoorlog introduceerden de Brunfauts – die zowel theoretici, ideologen als architecten waren– de modernistische architectuur in de Belgische steden. Als overtuigde socialisten, interesseerden ze zich via de architectuur voor het urbanisme en politieke actie. Zo trachtten ze de stad en het leven van de arbeiders en hun familie te verbeteren. Het communisme bood de Brunfauts een inspirerende voedingsbodem.

Het orderboek van de Brunfauts was indrukwekkend: het volkshuis van Willebroek, gebouwen voor de kranten Vooruit in Gent en Le Peuple in Brussel, volkswijken, telefoon- en elektriciteitscentrales, zwembaden, sanatoria, hospitalen, de Noord-Zuidverbinding in Brussel, enz.

Fernand Brunfaut (1886-1972) ontwierp tijdens de jaren twintig onder meer volkshuizen en ziekenhuizen. Van begin jaren dertig ging hij samenwerken met zijn zoon Maxime (1909- 2003) die toen zijn architectuurstudies had afgerond.

Vader Brunfaut ging zich dan nog meer politiek engageren. Hij werd o.m. gemeenteraadslid in Brussel en vice-voorzitter van de Kamer. Naar hem is de wet Brunfaut genoemd, die aan de basis lag van een fonds voor sociale woningbouw.

Vanaf 1939 werkte Maxime, samen met Victor Horta, aan het Centraal Station in Brussel. Na het overlijden van Horta zou Maxime het stationsgebouw alleen afwerken.

Gaston Brunfaut (Jemelle, 6 februari 1894 - Brussel, 1 juni 1974) was de jongere broer van Fernand Brunfaut. Gaston was vooral criticus en theoreticus, de visionair die o.m. in 1947-1950 lid was van de denktank die het gebouw van de Verenigde Naties moest vorm geven. Hij ontwierp ook prachtige gebouwen zoals het Instituut Bordet-Héger dat hij samen tekende met Stanislas Jasinski, de architect van het luchthavengebouw van Deurne.

Lit: Lagae, J., 2001

(20)

19

Interieurfoto’s van de ontspanningszaal (boven) en de speelzaal op de gelijkvloers, ca.1960. Op de achtergrond het podium (website backintime).

(21)

20 Interieurfoto’s uit ca. 1960

Links: de ontspanningszaal van de monitors in de zuidvleugel van de verdieping.

Onder: de chambrettes met rechts de doorkijk vanuit de kamer van de opzichter (website backintime)

(22)

21

3. Inventaris huidige toestand en toestandsrapport

3.1.Ligging, gabarit en indeling

Het vakantietehuis gelegen midden in het duinengebied op de flank van de zuidelijke arm van een paraboolduin. Het gelijkvloerse verdieping is ten noorden dan ook gedeeltelijk ingegraven.

Het complex, op een U-vormige plattegrond, omvat van drie bouwlagen onder een plat dak met We kunnen vier hoofdvolumes onderscheiden: de noord-zuid gerichte hoofdvleugel op een rechthoekige plattegrond van binnenwerks 41,7 op 13,5 m (A). Tegen de zuidgevel sluiten twee haakse vleugels aan. De vleugel zijde straat (B), binnenwerks 22,5 op 6,5 m en een iets diepere vleugel (C) van binnenwerks 11,7 op 22 m. Ten westen leunt een blok aan aangelegd op een nagenoeg vierkante plattegrond van binnenwerks 14 op 15,6 m (D).

Tegen de noordelijke gevel zijn twee trapkokers aangebouwd.

De hoofdvleugel A is opgedeeld door een centrale gang, die iets uit de as ligt, waardoor de ruimten ten zuiden iets dieper zijn dan deze ten noorden ( m t.o.v. m).

Blok D tenslotte bevat telkens een grote vierkante ruimte voorzien van vier vrijstaande pijlers.

Volumeopbouw van de Home Pays de Charleroi II.

A.De hoofdvleugel. B. de directievleugel. C. de zuidelijke haakse vleugel. D. de westelijke vleugel.

3.2. Materialen.

De hoofdstructuur van het gebouw is vervaardigd uit gewapend betonskelet met een opvulling van baksteenmuren. Deze structuur is nog zichtbaar in de keuken.

Het buitenparement bestaat uit een afwisseling van gele mechanisch gebakken sierbaksteen van 22 x 7 x 4 cm (10 lagen = 51,2 cm) en een bekleding van een rode cementsteen (44 x 18,3 x 16 cm), die zijn kleur kreeg door de verrijking met rode baksteenchamotte.

B A

D C

(23)

22 Voor het gele baksteenparement is een grijsgele korrelige mortel aangewend, aangebracht in een

licht verdiepte voeg. De bekleding van rode cementsteen is nu merendeels hervoegd met een donkergrijze portlandmortel. Het originele voegwerk, dat identiek is aan dat van de gele

parementsteen is nog bewaard op de balkon- en terrasmuren. Hier is een platvolle voeg toegepast.

De trappen en balkons zijn afgedekt met een donkerrode tegel van 24,5 x 12 x 3,9/4 cm. De vensterdorpels bestaan uit mangaangeglazuurde tegels van 19 op 10,3 cm.

De raamomlijstingen en de trappenkokers zijn eveneens vervaardigd uit kozijnen van gewapend beton. Oorspronkelijk was dit in combinatie met stalen raamwerk voor de opendraaiende elementen. Dit raamwerk werd in 1993 door houten schrijnwerk vervangen.

voor de deuren.

De tegelbekleding van het interieur bestaat uit drooggeperste keramische vloertegels van 20 cm zijde. Ze zijn geel gevlekt van kleur voor de gangen en kamers in de directievleugel en witgevlekt voor de gangen en de trapkokers. De randen van de vloeren zijn afgeboord met mat donkerrode

hoektegels. De treden van de traptorens zijn granitotreden. Enkele kamers – zoals de opslagplaatsen in de drirectievleugel - in de tonen een afwijkende bevloering; hier zijn rechthoekige keramische vloertegens aangewend, die per twee haaks ten opzichte van elkaar worden gelegd.

In de opslaggedeelte van de gelijkvloers – het zuidelijke en het westelijke blok - zijn geplaveid met grijze cementtegels gelegd in dambord.

Parementen.

Parement van gele baksteen en plinten van rode cementsteen

Rechts: het oorspronkelijke iets lichtere voegwerk van de plinten is nog aanwezig op de balkonbalustrades.

(24)

23 De home Pays de Charleroi; zicht vanuit het noordoosten (1980)(boven) en vanuit het zuidoosten

(ca.1950) (onder)

De home Pays de Charleroi; zicht vanuit het zuidwesten (ca.1950)

(25)

24 1

2

3

4

5

6

Huidige functieverdeling over de verschillende bouwlagen (kelderniveau onder)

1. Directie 2. Administratie 3. Keuken 4. Internaat 5. Klaslokalen 6. Circulatie

(26)

25 3.3. Het exterieur

Het geheel is oostwest-georiënteerd, waardoor de hoofdgevel naar het zuiden gericht18is: op deze zijde steken de diverse toegangen naar de gelijkvloers. Via trappen kon de verdieping bereikt.

Hiervoor strekt zich ook de ruime speelplaats uit. Deze is nu bekleed met betonplaten van ca.3 m zijde. Ze werden gegoten in een houten kistwerk, waarvan enkele resten nog bewaard bleven.

Ten noorden van de home liggen twee sportterreinen bekleed met cementtegels.

De horizontaal uitgewerkte gevels zijn bekleed met een gele baksteen in een langverband. Op de tweede en derde bouwlaag zijn deze gevels getypeerd door raamregisters, welke worden benadrukt

18 In die zin hield de architect rekening met ecologische aspecten zoals zuid- of zongerichtheid en beschutting tegen de overheersende westenwinden. Dit was niet het geval voor de vooroorlogse homes Pays de Charleroi I en Vandevelde, die richting zee of naar het noorden georiënteerd waren. Ook de naoorlogse homes zoals de uitbreiding van home Vandevelde (architect Engels 1950) hield met deze aspecten reeds rekening.

De straatgevel

Links: de gevel kort na de bouw zonder het blok (foto ca.1960)

Rechts: de huidige toestand

De straatgevel. De ingangspartij

(27)

26 door de ritmerende rode betegeling en met doorgetrokken uitstekende betonnen onder- en

bovendorpels.

De verticale accenten in de noordelijke gevelwand worden gevormd door twee hoger uitstekende halfronde trappenhuizen bekleed met een glazen wand.

De zuidelijke gevels en de westelijke haakse vleugel zijn voorzien van een balkonvormig terras ter hoogte van de eerste verdieping. Deze is vanop de gelijkvloerse niveau toegankelijk via betonnen steektrappen.

De oostgevel (straatgevel) is voorzien van een bescheiden rechthoekige inkom onder een luifel met daarboven een balkon. De inkom is te bereiken via vier trappen belegd met rode tegels. Het

schrijnwerk van de ingang is vervangen. Het toont een vierdelig raamwerk, waarvan de twee

middelste vakken de deur vormen. Dit schrijnwerk was oorspronkelijk in dezelfde bordeaurode kleur geverfd.

Voor de voorgevel is nu een blok aangebracht ter vervanging van het plantsoen. Dit blok is bekleed met rode geglazuurde tegels en verkeert in een slechte staat. De functie van dit blok ontgaat ons. Dit geheel kan weggenomen en de originele toestand hersteld.

De westelijke gevel en een gedeelte is door een keermuur van het omliggende duin gescheiden. Deze muur is eveneens met rode cementsteen bekleed. In de westelijke muur steken de teogang naar de douchekabines. Het hoek om, in de noordelijke gevel steekt een dubbeldeur naar de grote

opslagplaats.

De toegang tot de kelderruimten en de douchen op de gelijkvloers. Links en midden: de westelijke gang; rechts de noordelijke gang met de toegang naar de opslagplaats

De traptorens

De traptorens met open beglazing zijn duidelijk geïnspireerd op de traphal van de home Pays de Charleroi I uit 1933. Het geheel is gemaakt op de basis van een halve 14-hoek. De traptorens steken boven de bedaking uit. De buitenbekleding bestaat uit rode tegels. De bekleding van de trappenhuis is van gele baksteen. Het geheel is bekroond met een betonnen geprofileerde kroonlijst.

(28)

27 De glazen buitenwand bestaat uit een betonnen raamwerk van 7 vakken en dit over 5 lagen. Het

geheel is sterk aangetast door betonrot.

De beglazing bestaat uit reliëfglas. Of deze origineel is, is niet duidelijk. Het fotomateriaal laat vermoeden van wel.

De hemelwaterafvoer bestaat uit diverse aflopen, vervaardigd uit zinken afvoerbuizen met een vierkante doorsnede. Enkele, tegen de zuidgevel van de hoofdvleugel, zijn intussen vernieuwd.

De hoofdvleugel toont telkens vier afvoerbuizen op de lange gevels. Op de zuidgevel zijn de buizen geconcentreerd bezijden de traptoegangen.

Van het trapvormige zuidvleugel beschikken het bovenste plateau over een afzonderlijke afloop naar het lagergelegen plateau. Dit laatste is uitgerust met twee aflopen.

Ook het westelijke blok, evenals het straatblok, tonen twee aflopen. De bovenzijde van de traptorens hebben een afzonderlijke afloop.

De afvoerbuizen kenden diverse kleurstellingen: op basis van aanwezige sporen en het fotomateriaal:

oorspronkelijk waren de buizen donkerrood beschilderd, vervolgens zandkleurig en uiteindelijk wit geschilderd.

De traptorens.

Links: de oostelijke traptoren.

Onder: het trappenhuis te hoogte van het dak

De opeenvolgende kleurstellingen van de regenafvoerbuizen:

oorspronkelijk waren de buizen donkerrood beschilderd, vervolgens zandkleurig en uiteindelijk wit.

(29)

28 Het buitenschrijnwerk

De buitendeuren zijn paneeldeuren en tonen een tweeledige opbouw met specifieke kleurstelling voor het raamwerk en de beschildering van de panelen.

Het schrijnwerk van de hoofdvleugel toont een bordeaurode beschildering voor het raamwerk en een witte beschildering voor de panelen. Het schrijnwerk aan de oostelijke zijden, en dit zowel van de oostelijke gevels van het hoofdgebouw als van de zuidelijke vleugel, is daarentegen groen

Het schrijnwerk van de onderste bouwlaag in de hoek van de hoofdvleugel en de zuidelijke vleugel.

Links de toegang tot de ruimten bestemd voor de monitoren voorzien van een tweedelig bovenlicht.

Rechts de deuren van de douchecellen in de oostgevel van de hoofdvleugel. Hier is neemt de bovenlicht 2/3 in en bestaat de beglazing uit reliëfglas.

Buitenschrijnwerk van de zuidelijke gevel van het hoofdgebouw

(30)

29 beschilderd. In de beide gevallen is de kleurstelling nog bewaard. Het is aangebracht op een

ondergrond van grijze timmermansverf. De bovenlichten waren per vleugel steeds tweedelig. In enkele gevallen zijn de vakken vervangen door een enkelvlak met een dubbele beglazing.

Het vensterschrijnwerk bestaat uit een betonnen prefab-element, dat oorspronkelijk van ijzeren ramen was voorzien.

Er zijn drieledige en tweeledige ramen. De grote drieledige ramen zijn voorzien in de middenstrook voorzien van een klapraam.. De zijvensters zijn bovenaan voorzien van een kantelraam; de onderste panelen zijn vast.

Dit raamwerk is in de aanpassingsfase volledig door houten ramen vervangen. Deze tonen uiteraard iets bredere profielen en zijn nog altijd voorzien van enkelglas.

Het vensterschrijnwerk verkeert in een slechte staat.

De driedelige vensters. Links de originele exemplaren met metalen raamwerk (detail uit foto van ca.1960). Rechts de huidige aangepaste ramen met een houten schrijnwerk.

De bedaking

De vlakke bedaking bestaat uit een betonplaat, oorspronkelijk met roofinglagen beschermd tegen waterinsijpeling en supplementair afgedekt met een bekleding van cementtegels. Deze afdekking bleef bewaard op het westelijke gedeelte van de hoofdvleugel. Op dit gedeelte staat tevens de later aangebrachte machinekamer voor de lift. Deze is opgetrokken uit een gele mechanische baksteen.

Er is een hoge borstwering voorzien, waarvan de betonnen afdekplaten aan de buitenzijde overhellen .

De bedaking en ook de borstweringen is recent met een nieuwe roofingbedekking afgedekt en dit op de verschillende dakvlakken. Hierbij zijn ook de borstweringen opgenomen.

(31)

30 De dakbedekking van de hoofdvleugel. Links een zicht vanuit het oosten; rechts de

cementtegelbedekking van het westelijk gedeelte met de machinekamer van de lift.

3.4. Het interieur.

De oorspronkelijke indeling van de home bleef nagenoeg volledig bewaard. De vier volumes hebben aparte functies .

Van de hoofdvleugel tonen de verschillende bouwlagen een analoge indeling, getypeerd door een centrale gang met kamers – nu leslokalen - links en rechts ervan.

De verticale circulatie hier verloopt via de twee trappenkokers tegenaan de noordelijke gevel. In de noordwestelijke hoek zijn telkens toiletblokken aangebracht. De lift is later aangebracht.

Als pendant van de inkomhall zien we aan het westelijke uiteinde van de hoofdvleugel een vierzijdige blok dat per verdiep telkens uit een grote open ruimte bestaat. De plafonds worden ondersteund door vier vierkante pijlers met piramidevormige kapitelen. In niveau 2 en 4 zijn respectievelijk de grote eetzaal en de studiezaal ingericht.

De zuidwestelijke haakse vleugel toont een basisindeling met een centrale gang en kamers. In de gang is telkens een steektrap voorzien voor de verticale circulatie.

Onder:

De bedaking van de zuidwestelijke haakse vleugel.

Vooraan de schouw van de stookeenheid.

Rechts: overkragende afdekking van de borstwering

(32)

31 3.4.1. De gelijkvloerse verdieping

De inkomhal in het oostelijke blok omvat twee bouwlagen en opent op de eerste verdieping via een uitgehoekte vierkante opening. Het directieniveau op de verdieping is bereikbaar via een discrete ingebrachte steektrap rechts van de ingang. Deze trap is nog uitgerust met de originele koperen handlijsten.

Vanuit de overloop is er toegang tot de kamers van de directie en tot het balkon boven de inkomdeur.

De oorspronkelijke aankleding van de zaal is grotendeels verdwenen. De volledige inkom is nu bekleed met een vilt-behangpapier en uitgerust met vals plafond met verlichtingsarmaturen. De beperkt onderzoek zou toelaten de oorspronkelijke aankleding te achterhalen.

Grondplan van de gelijkvloerse verdieping

De overloop van de traphal

(33)

32 De hoofdvleugel omvat zijde speelplaats een ruime speelzaal uitgerust met een toneelpodium in de

oostelijke korte muur. Deze zaal is vanuit de speelplaats toegankelijk via twee tweedelige en een zesdelige buitendeuren. Vanuit de gang zijn eveneens dubbeldeuren voorzien. In de kamers ten noorden van de gang zijn nu klaslokalen ingebracht.

De speelzaal op de gelijkvloerse verdieping, links: toestand 1960; rechts de huidige toestand.

De speelzaal kon oorspronkelijk door een mobiele wand opgedeeld. Deze is nu door een vaste muur vervangen. De sporen van de rail bleven bewaard in de tegelvloer. De bevloering bestaat uit

vierkante gele tegels. Een gedeelte is vervangen door gelijkaardige exemplaren. In de oostelijke wand is een podium aangebracht, toegankelijk via twee trappen bezijden; de eigenlijke podiumruimte is nu een houten trede opgehoogd.

Rechts van het podium steekt een deur naar de achterliggende zaal. Van hieruit kan rechts twee opslagruimten bereikt. De opslagruimte is nog uitgerust met twee kasten. Deze behoren nog tot de oorspronkelijke meubilering. De kasten bestaan uit muurhoge kasten respectievelijk uitgerust met 11 en 4 vakken. De gehelen zijn vervaardigd uit gevernist dennenhout (Pitch Pine) en multiplex.

In de zuidoosthoek steekt een loketdeur voor het afhalen van de materialen. Deze deur bevat drie vakken, waarvan de middelste kan omhoog geschoven worden. Aan de klantzijde is een dienblad aangebracht.

Het zuidelijke deel van de directievleugel is onderkelderd met een kruipruimte. Deze kelderruimte is toegankelijk via een buitendeur in de zuidgevel van dezelfde directievleugel.

De zuidelijke haakse vleugel is uitgebouwd rond een centrale gang met hierin de betonnen steektrap naar de bovenliggende verdieping. Hier zijn de opslagplaatsen en werkruimten ondergebracht.

De speelzaal kon oorspronkelijk opgedeeld met een mobiele wand. Hiervan is nu nog de rail bewaard.

(34)

33 In deze vleugel is eveneens een stookkelder aangebracht. Vermoedelijk is deze ingreep mede

verantwoordelijk voor de zettingen die nu optreden.

Het podium in de speelzaal (boven) en de aanpalende zaal en podium(onder).

(35)

34 De opslagkamers in de gelijkvloers van de

directievleugel. De opslagruimte is nog uitgerust met twee kasten.

In de zuidoosthoek steekt een loketdeur voor het afhalen van de materialen.

(36)

35 De binnenramen in deze bouwlaag zijn van draadglas voorzien. Deze ramen steken nog in hun

originele betonnen kaders.

Het westelijke blok is onderverdeeld in opslagplaatsen bereikbaar via deuren in de westelijke gevel.

Deze ruimte is achterom te bereiken via een dubbeldeur.

In het westelijk gedeelte van het blok zijn een viertal doucheruimtes met telkens vijf cabines

aangebracht. Van twee ervan bezitten nog de tussenmuurtjes, waarvan in één van de douchekamers nog de dennenhouten deurkozijnen bewaard zijn.

De vloeren van de zuidelijke en westelijke vleugel bestaan uit vierkante cementtegels gelegd in een dambordmotief. De deurkozijnen zijn vervaardigd uit plaatmetaal. Er werden twee kleurstellingen vastgesteld.

Links: de centrale gang met de betonnen steektrap naar de bovenliggende verdieping

Onder: de opslagruimten. De plafonds zijn hier niet bepleisterd.

De stookkelder

(37)

36

De deurkozijnen van het westelijke en zuidelijke blok zijn vervaardigd van plaatmetaal. De volle paneel deuren zijn groen geschilderd; de beglaasde zijn gevernist.

De (niet meer gebruikte) douchecellen onderaan het westelijke blok. De ruimten worden nu als opslagplaats gebruikt.

(38)

37 3.4.2. De eerste verdieping

De hoofdvleugel

De belangrijkste verdieping herbergt de directielokalen, de verblijfruimten van de monitoren, de keukens en de refters.

Grondplan van de eerste verdieping

Deze verdieping is toegankelijk via vier steektrappen. Ze geven toegang tot de doorlopende terrassen, aangebracht tegenaan de zuidelijke gevel en omheen de zuidwestelijke haakse vleugel.

Vanuit de overloop in de inkomhal zijn de directielokalen en een aparte wooneenheid te bereiken.

Hiervan is in de keuken nog het originele aanrecht van gevernist dennenhout bewaard.

De zuidwestelijke vleugel is ten zuiden uitgerust met een hoekterras , toegankelijk via de buitentrap zijde speelplaats. Dit staat via de centrale gang in verbinding met de keuken. De muren en de trap gang zijn bekleed met houten planken.

Centraal in de vleugel is de grootkeuken ingericht.

Aanrecht in de keuken van de

wooneenheid op de verdieping van de oostelijke vleugel.

(39)

38

De centrale keuken

Links:

De centrale gang van de eerste verdieping van de zuidelijke vleugel Rechts: de gang van het oostelijke blok tweede verdieping: gele vloertegels, rode randtegels en witte wanden.

(40)

39 De eetzalen in de westelijke vleugel (links) en de centrale vleugel (rechts).

De ontspanningszaal in het zuidelijke blok;

Toestand ca.1960.

De twee ruimten waren oorspronkelijk via een rondboogdoorgang verbonden

De huidige toestand met de gedichte rondboogdoorgang

(41)

40 3.4.3. De tweede en derde verdieping

De tweede en derde verdieping tonen een gelijkaardige indeling. In de hoofdvleugel waren de klassen en de slaapvertrekken ondergebracht. In de zuidelijke kamers waren de slaapvertrekken ondergebracht, in de noordelijke de klaslokalen.

Grondplan van de tweede verdieping

Grondplan van de tweede verdieping, Gaston De Bruyckere, 1950 (archief De Leerwijzer). Op dit plan zijn – vermoedelijk omstreeks 1960 - wijzigingen aangebracht o.m. voor de inbreng van de lift en de verdere indeling van de oostelijke vleugel.

(42)

41 Grondplan van de derde verdieping

Grondplan van de derde verdieping, Gaston De Bruyckere, 1950 (archief De Leerwijzer). Op dit plan zijn de wijzigingen voor de inbreng van de lift nog niet aangebracht.

(43)

42 Slaapkamers in de zuidelijke kamers van de 3de en 4de bouwlaag. Rechts de deur en het venster van de

monitors(website Backintime).

Het oostelijke bouwblok omvatte een klas aan de noordelijke zijde. Oorspronkelijk was het zuidelijke gedeelte één grote ruimte met middenin een kamer van binnenwerks 5 op 2,8 m met grote ramen, die uitzicht gaven op de aanpalende ruimte. Deze dispositie werd aangepast door de inbreng van een gang, waarbij ook de vensters in het middenlokaal gedicht werden. De nieuwe muren bestaan uit gipskartonplaten

Studiezaal in derde verdieping van het westelijke blok. Het oorspronkelijke plafond is hier nog zichtbaar.

(44)

43 Het westelijke bouwblok van de tweede bouwlaag was uitgewerkt als ziekenboeg met een

wachtkamer en individuele kamers. Hierin zijn nu slaapvertrekken ondergebracht.

In de haakse vleugel waren de slaapkamers voor het personeel ondergebracht. Ook deze ruimten behielden hun functie.

De vierde bouwlaag of het derde verdiep, toont zoals gezegd, een identieke indeling en herbestemming. De zaal in het westelijke bouwblok is nu als studiezaal ingericht.

3.4.4. De trapconstructies

Voor de verticale binnencirculatie zijn een drietal trappen voorzien. De twee trappen van de hoofdvleugel steken in de trapkokers tegenaan de noordgevel. Het zijn bordestrappen voorzien van witte granito-treden en volle betonnen borstweringen. Deze zijn nu – om veiligheidsredenen - met een inox-leuning verhoogd. De bordessen zijn afgesloten met een metalen hek en bekleed met witte tegels.

Het trapmuren was oorspronkelijk voorzien van een okergeel geschilderde plint.

De trapconstructies Links: algemeen zicht Rechts: de betonnen leuningen met de later aangebrachte leuningen

Onder: de lichtkoker

(45)

44 3.4.5. Het schrijnwerk en het meubilair

De binnendeuren zijn paneeldeuren vervaardigd van dennenhout bovenaan telkens voorzien van een beglaasd gedeelte. Deze deuren vervaardigd uit een raamwerk van dennenhout (Pitch Pine) met panelen van multiplex. Ze zijn gevernist en harmoniëren met de okergele plinten van de gangen.

Het binnenschrijnwerk is ter hoogte van de klaslokalen in een witte beschildering gestoken.

Evenals het buitenschrijnwerk steken de vensters in betonnen ramen. Deze profielen zijn wit geschilderd.

De plafonds van de gelijkvloerse verdieping zijn bekleed met geluidwerende panelen.

Van het originele muurvaste meubilair zijn nog enkele zeldzame elementen bewaard. In de keuken van de directeursverdieping is het aanrecht nog bewaard. in de kamer bezijden het podium zijn de opbergkasten bewaard gebleven.

3.5. Kleurstelling van exterieur en interieur

De kleurstelling van de buitenmuren van de home zijn gebaseerd op het contrast van gele vlakken en donkerrode banden. Beide worden gekenmerkt door een specifiek materiaalgebruik. (zie rubriek materiaal). Het betonwerk droeg oorspronkelijk een lichtgele beschildering, waardoor het eveneens harmonieerde met de gele baksteenmuren.

Deze kleurkeuzes zijn niet toevallig: het gebouw harmonieert op deze wijze met het omliggende duinenlandschap.

Deze kleurstelling, met overwegende gele kleuren, is ook in het interieur toegepast. Kamers, gangen en traphallen kregen een 1,5 m hoge lambrisering verlevendigd met een wit gestippelde okergele beschildering met een gladde harde structuurwerf. Het beschermde de muur tegen allerlei slijtage.

Deze is nu door een witte acrylverflaag afgedekt.

Het betonnen binnenschrijnwerk droeg en draagt een witte beschildering.

De originele gestippelde okergele beschildering van de lambrisering van de binnenmuren van de gangen.

Het binnenschrijnwerk van de gang van de gelijkvloers

(46)

45 Deze gele kleur komt ook voor in de tegelvloeren.

Een goed inzicht in de diverse kleurstelling 3.6. Toestandsbeschrijving

De constructie van de vakantiehome vertoont talrijke problemen:

- De zetting van de westelijke gevel van de zuidelijke haakse uitbouw. Of deze zetting al of niet gestabiliseerd is, is voorlopig niet uitgemaakt.

De eigenlijke oorzaak is niet duidelijk. Voorlopig gaan we ervan uit dat het graven van de kelder voor de stookruimte onzorgvuldig gebeurde, waardoor zand vanonder de muren wegvloeide. Anderzijds kan ook het steken van regenwaterputten de oorzaak vormen.

Een stabiliteitsonderzoek is hier noodzakelijk om de oorzaken te achterhalen en de zettingen eventueel te stabiliseren vooraleer de herstellingen aan te vatten.

Een tweede zetting tekent zich of in de as van de hoofdvleugel. Deze is minder ernstig en lijkt gestabiliseerd. Toch leiden hebben deze zettingen plaatselijk nog altijd gevolgen voor de hechting van de plafondbepleistering.

De zetting is vrij spectaculair en bedraagt ruim 10 cm.

De bevloering van de keuken. De nieuw aangebrachte tegels zijn iets lichter van kleur.

(47)

46 - Betonnen schrijnwerk van ramen en traptorens

Deze betonnen raamomlijstingen verkeren in slechte staat. Ook hier vormt de ondiep liggende bewapening de aanleiding voor de barsten en de afspringende stukken. Uit een test werden zeer zware en diepe concentraties vastgesteld en gemeten. Hierdoor is carbonatatie van het beton opgetreden en is bewapening door roest aangetast. Deze gehelen dienen dringend vervangen.

Links: de aangetaste raamkozijnen

Rechts: detail betonnen raamwerk trapkokers

Aangetaste betonplaten van de terras rondom de zuidvleugel.

Losgekomen plafondbepleistering in één van de klassen op de gelijkvloerse verdieping

(48)

47 - De uitspringende lintelen

Deze betonplaten, uitgevoerd in beton met een cementbekleding, vertonen gelijkaardige problemen.

Ze werden uitgevoerd zonder zettingsvoegen en zonder een goede waterkering op de bovenrand.

- De terrassen en borstweringen van de eerste verdieping. De borstweringen zijn langs de binnenzijde bekleed met een cementpleister, die loskomt. Het geheel mist terug zettingsvoegen en een

waterkering langs de zijde van de terrasvloer. De dekstenen van roodgebakken tegels dienen hervoegd. De regenwaterafvoer vanaf de terrasvloeren is onvoldoende. De vloerplaat is daardoor aangetast. Dit ook het geval voor de basis van de borstweringen.

Van het blok tegenaan de straatgevel komt de tegelbekleding los. Het is de bedoeling om dit blok af te breken. De bewaringstoestand van de voorgevel, verborgen door deze aanbouw, is onduidelijk.

- De typische gevelbekleding met rode cementtegels en gele baksteen, aangebracht in een langverband, verkeert in een relatief goede staat maar het geheel is aan hervoegen toe. Enkele cementtegels dienen vervangen. Hier stelt zich het probleem van de beschikbaarheid van de rode cementtegels.

De uitspringende lintelen tonen een sterke aantasting

(49)

48

4. Beschrijving van de erfgoedwaarden

Het Home Pays de Charleroi II is beschermd als monument bij MB van 25 juli 2008 omwille van het algemeen belang gevormd door de historische waarde. Deze home is van belang voor de sociale geschiedenis en bezit daarnaast een hoge architectuurhistorische waarde.

De historische waarde:

De Home Pays de Charleroi II vormt een belangrijke schakel in de evolutie van het sociaal toerisme in België. De kinderhomes werden sinds de 2de helft van de 19de eeuw opgericht als een reactie op de gevolgen van de industrialisatie en de slechte leefomstandigheden in de steden. De belangrijkste realisaties dateren uit het interbellum.

De home Pays de Charleroi werd opgericht door de socialistische vzw Au Pays de Charleroi – Les Femmes Prévoyantes. De hier behandelde vakantiehome vormt de laatste in de rij van een reeks belangrijke realisaties op initiatief van deze vzw’s. Het is bovendien de enige home van de reeks, die nog bewaard bleef.

De sociaal-culturele waarde:

De home is het belangrijkste ontwerp van de architect Gaston de Bruycker uit Koksijde.

De architectuurhistorische waarde:

Deze home, daterend uit 1950, vertoont een zakelijke stijl, die nauw aansluit bij de

interbellumarchitectuur met name het modernisme. Het vormt een ontwerp van architect Gaston de Bruycker uit Sint-Idesbald (Koksijde).

Het geheel toont een efficiënte architectuur met nadruk op een optimale circulatie en een maximale verlichting en verluchting, Deze doelstellingen werden door een doordachte inplanting, oriëntatie en opbouw optimaal verwezenlijkt.

De functionele opbouw wordt gekarakteriseerd door de nagenoeg U-vormige plattegrond en de horizontaal uitgewerkte gevels met hoger uitstekend halfronde traptorens en de horizontaal

uitgewerkte accenten. Typerend is tevens het materiaalgebruik. Door het gebruik van gele sierbaksteen in afwisseling met de rode betegeling en het betonnen schrijnwerk harmonieert het gebouw met het omliggende duinenlandschap.

(50)

49

(51)

50

5.Visie op toekomstig beheer.

De vakantiehome herbergt momenteel de privé-school de Leerwijzer. Deze herbestemming van de home tot school werkt uitstekend. De slaapzalen werden ingericht als klaslokalen, individuele slaapkamers voor het internaat werden ingebracht zonder de basisstructuur aan te tasten.

Directievleugel, keuken, refters en ontspanningszaal bleven hun functie behouden.

De huidige bestemming vormt een veilige garantie voor het verdere behoud, beheer en onderhoud van het gebouw. Deze aangepaste bestemming wordt trouwens behouden in de toekomst.

De hoofddoelstelling blijft het behoud van de erfgoedwaarden en het onderhoud, herstel en herwaardering ervan.

Na 75 jaar intensief gebruik en blootstelling aan vaak extreme weersomstandigheden steken belangrijke constructieve problemen de kop op. Bovendien treden er ook stabiliteitsproblemen op.

Sommige hiervan vergen een dringende aanpak omwille van de veiligheid van leerlingen en personeel.

Het gevelschrijnwerk, de lintelen en de terrassen, vervaardigd uit gewapend beton, vertonen belangrijke problemen door betonrot en door de ondiep liggende bewapening. Deze

herstellingswerken dienen prioritair aangepakt. Het is de bedoeling om bij deze ingreep het betonnen buitenschrijnwerk door houten schrijnwerk met identieke secties en beschildering te vervangen.

De stabiliteitsproblemen van de westelijke haakse vleugel zijn ernstig. Teneinde de oorzaak - of de oorzaken - te achterhalen en te weten of het geheel al dan niet gestabiliseerd is, dient in een eerste fase, een stabiliteitsonderzoek uit te voeren. Dit kan medegefinancierd worden via een

onderzoekpremie. Op basis van de resultaten kan de verdere restauratieaanpak bepaald.

Voor deze algemene restauratie wordt op een premie volgens de bijzondere procedure beroep gedaan en dit vergt de nodige tijd en voorbereiding.

In de loop van de voorbije jaren grepen enkele kleiner, minder gelukkige ingrepen plaats, zoals de aanbouw van een blok onderaan de voorgevel en het verder opdelen van bepaalde ruimtes. Deze ingrepen kunnen – waar praktisch mogelijk - weggewerkt en met hulp van een standaard

erfgoedpremie aangepakt.

In de volgende jaren dienen aanpassingen te gebeuren op gebied van brandveiligheid, evacuatie en comfort. Dit zal o.m. gepaard gaan met het aanbrengen van een isolerende beglazing.

Het interieur van de home is goed bewaard. Het is de bedoeling om, in de mate van het mogelijk, de originele kleurstellingen terug aan te brengen en dit niet alleen voor de wanden maar tevens voor het houten binnenschrijnwerk. De originele vloerbekledingen zijn grotendeels bewaard. Beschadigde of verdwenen elementen kunnen plaatselijk hersteld of aangevuld naar de originele modellen.

In de inkomhal kunnen we een meer hoogwaardige interieuraankleding verwachten.

Teneinde een beter zicht op die originele interieuraankleding te krijgen, wordt een ruimer

interieuronderzoek gepland. Voor dit vooronderzoek kan beroep gedaan op een onderzoekpremie.

(52)

51

(53)

52

6.Beheersmaatregelen

De home Pays de Charleroi II – thans de privéschool De Leerwijzer – verkeert, ondanks het regelmatig onderhoud, plaatselijk in een slechte staat. Vooral de betonrot zorgt voor belangrijke schade, die bovendien een gevaar inhoudt voor de leerlingen en de bezoekers. Bovendien tekenen zich in de zuidvleugel belangrijke stabiliteitsproblemen af.

Een restauratiedossier is in opmaak en wordt binnenkort voorgelegd aan de bevoegde diensten. Een stabiliteitsonderzoek wordt binnenkort uitgevoerd.

Deze lijst somt de mogelijke beheersmaatregelen op, die in een periode van 20 jaar kunnen uitgevoerd.

De samenvatting van de geplande werkzaamheden werd opgedeeld in aparte rubrieken. Het zijn de algemene werken en de werken aan het exterieur en het interieur.

Enkele van de onderhoudswerken zijn (of kunnen) vrijgesteld (worden) van toelating. De belangrijkste sommen we hier op.

- Reinigen van goten en afvoeren (2x per jaar)

- Controles en herstellen van de roofingbekleding van de platte daken

De premiegerechtigheid blijft ondergeschikt aan de vigerende wetgeving en dit binnen de perken van de begroting.

6.1. Algemene werken

Aard der werken Eenmalig Terugkerend Vrijstelling

toelating

Forfaitair verrekend Algemeen

Inspectie Monumentenwacht

inspectie exterieur en interieur Twee- of driejaarlijks

x

Regulier onderhoud

Onderhoud goten en afvoeren x (2x per jaar) x

Controles en herstellen

roofingbekleding van de platte daken

x (1x per jaar) x

Stabiliteitswerken

Stabiliteitsonderzoek van de zuidvleugel x Aangepaste stabiliseringswerken x

6.2. Samenvatting werkzaamheden exterieur

Aard der werken Eenmalig Terugkerend Vrijstelling

toelating

Forfaitair verrekend Exterieur

Wegnemen blok tegenaan straatgevel en herstel vrijgekomen buitenmuur.

x

Herstel afvoergoten met originele vierzijdige doorsnede en aanbrengen van okergele beschildering

x

Vervangen van aangetaste betonnen raamkozijnen en vervangen door

x

(54)

53 houten exemplaren met identieke

profilering en kleurstelling als de betonnen exemplaren

Herstelschilderwerk houten raamkozijnen

x

Aanbrengen isolerende beglazing x Restauratie en/reconstructie betonnen raamwerk trapkokers

x

Restauratie en/of consolidatie van de aangetaste betonnen lintelen

x

Restauratie terrassen en borstweringen 1ste verdieping

x

Restauratie tegelbekleding terrassen 1ste verdieping

x

Reconstructie originele kleurstelling borstweringen terrassen

x

Onderhoudsschilderwerk borstwering terrassen

x

Restauratie gevelmetselwerk met voegwerk in eenzelfde techniek en met zelfde samenstelling en kleur als origineel

x

Restauratie en/of consolidatie van het deurschrijnwerk

x

Onderhoudsschilderwerk deurschrijnwerk

x

Aanbrengen bliksembeveiliging x

Onderhoud bliksembeveiliging x

Onderhoud en herstel stookinstallatie x

6.3. Samenvatting van de werkzaamheden interieur Algemeen

Herstel tegelvloerbekleding met identieke tegels en voegwerk als origineel

x

Vooronderzoek naar originele

interieurafwerking inkomhal, kamers en gangen

x

Inkomhal

Reconstructie van de originele aankleding inkomhal

x

Reconstructie van de beschildering van gangen en kamers

x

Reconstructie originele indeling Openen rondboogdoorgang tussen de ontspanningszalen op de eerste verdieping van de zuidvleugel

x

Kleurstelling circulatiegangen en kamers

Reconstructie originele kleurstelling muren van de traphallen en gangen

x

(55)

54 Onderhoudsschilderwerk muren en

gangen

x

Reconstructie originele kleurstelling deurschrijnwerk

x

Reconstructie originele kleurstelling deurschrijnwerk

x

Onderhoudsschilderwerk binnenraamwerk

x

(56)

55

7.Opvolging en evaluatie

7.1. Opvolging en evaluatie

Van de restauratie en de onderhoudswerken wordt een onderhoudslogboek19 opgemaakt van het verloop van de werkzaamheden met vermelding van aard, plaats, datum, resultaat, incl.

fotomateriaal. Dit verslag wordt aan de gemeente en aan het agentschap Onroerend Erfgoed overgemaakt.

Het onderhoudslogboek bevat:

- Een actueel toestandsrapport (zie hoofdstuk 3)

- Een overzicht van de (preventieve) maatregelen en werkzaamheden die de voorbije 6 jaar uitgevoerd hebt, gekoppeld aan de lijst van maatregelen uit hoofdstuk 6.

In dit overzicht worden de volgende punten vermeld:

- De datum van uitvoering

- Een korte samenvatting van de ingrepen: welk probleem pakte je aan?

- Een verwijzing naar de maatregel in het beheersplan - indien van toepassing: de uitvoerder en de factuur - Foto’s van de werken voor en na

Daarnaast kan aangegeven worden of deze ingrepen volstaan om de vooropgestelde visie te

realiseren, dan wel of een bijsturing van de maatregelen en werkzaamheden of van de visie nodig is.

7.2. Onderhoud van de erfgoedwaarden

De uitgevoerde onderhouds- en restauratiewerken zullen door de vzw Monumentenwacht verder gecontroleerd en waar nodig verder uitgetekend. De vzw Leerwijzer neemt zich voor om de voorgestelde ingrepen tijdig uit te voeren teneinde tot een duurzaam beheer te komen.

19 zie https://www.onroerenderfgoed.be/sites/default/files/2019-03/OE_richtlijn_01012019.pdf.

(57)

56 7.3. De tijdstabel

2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036 2037 2038 2039 2040

Inspectie MW

Exterieur Stabiliteits- onderzoek Eventuele stabiliteitswerken Herstel terrassen borstwering en tegelbekleding Herstel betonwerk lintelen

Aanbrengen nieuw buitenschrijnwerk Restauratie trapkokers Interieur Vooronderzoek inkomhal en wandafwerkingen Restauratie inkomhal Herstel oude indelingen Herstel kleurstellingen muren en deuren Onderhoud Regulier onderhoud

(58)

57

8.Extra bijlagen

Bijlagen Niet van toepassing Bijgevoegd

Perimeter van gebied waarvoor beheersplan wordt opgemaakt (met schaal en N-pijl)

Bijlage 1

Lijst van handelingen waarvan de uitvoering vrijgesteld zal zijn van toelating

Zie hfdst 6

beheersmaatregelen Lijst van ZEN-erfgoed met aanduiding op kaart x

Lijst van open erfgoed met aanduiding op kaart x Lijst van ontsluitingswerken voor open erfgoed die in

aanmerking komen voor een premie met aanduiding op kaart

x

Lijst van werken aan bomen en struiken waarvoor toelating nodig is

x

Lijst van cultuurgoederen, die in aanmerking komen voor de erfgoedpremie

x

Lijst van premiegerechtigde werken aan een orgel dat dateert van na WOI

x

Lijst van handelingen waarvoor CBS niet kan oordelen dat ze van die aard zijn om wezenlijke eigenschappen van een DG/SG te verstoren

x

Tijdsbalk werkzaamheden Zie hfdst 7 opvolging en

evaluatie

Literatuur en archief Bijlage 2

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het ontslagrecht werd versoepeld, werk- loosheidsuitkeringen werden beperkt in duur en hoogte, al na een jaar gaat WW over in bijstand en worden bijstandsgerech- tigden geacht elk

Ik wil an- dere, zinvolle dingen doen en niet eeuwig het gevoel hebben dat geld en werk mijn hele leven bepalen.”.

Om de wijze waarop het Nederlandse aandeel in de kosten voor oeverver- dediging en wrakkenruiming wordt aangewend goed te kunnen contro- leren, alsmede de daartoe aan het Vlaams

(16) Per viam vexatus rumore vario de nostrorum quorumdam importunitate. De vreugde van LUTHER was gegrond: het werk van de Hervorming maakte toen grote

K01 massief houten deur (230x88) 2-zijdig berkenfineer gelakt (kleur obv bemonstering) in glazen systeemwand voorzien van valdorpel en bovenlicht K03 dubbele glazen deur (230 x

Besef dat als je op die manier een gesprek voert de kans groot is dat je gesprekspartner je een boeiend iemand vindt om tegen te praten omdat hij zijn verhaal heeft kunnen doen..

In deze oefening zullen de leerlingen op zoek gaan naar overeenkomsten tussen afval en onkruid om zich meer bewust te worden van hun eigen referentiekader en de omgang met afval

• Positie voor- en achterkant van de eerste verdieping bepalen met behulp. van