Onderwerp
Gevolgen invoeren wet Vennootschapsbelasting (Vpb) Datum
Afdeling
30 sept. 2015 F&C
Naam en telefoon Portefeuillehouder
Mieke Lammers / Esther Erens Frank den Brok
Waarover wil je informeren?
De stand van zaken over het invoeren van de aangifteplicht voor de Vennootschapsbelasting (Vpb) per 1 januari 2016 voor gemeenten.
Wat is de aanleiding voor deze informatie?
Gemeenten moeten vanaf 2016 belasting betalen over winst op bepaalde activiteiten (Vpb-plicht).
Dit gebeurt op basis van fiscale winstberekeningen. Meer informatie over de achtergrond en betekenis hiervan is opgenomen in bijlage 1.
De rekeningcommissie verzocht in haar vergadering van 11 juni 2015 om een notitie over de stand van zaken rond de invoering van de Vpb voor de gemeente Oss.
Wat is de kernboodschap?
De gemeente Oss is tijdig begonnen met de inventarisatie van de Vpb-plicht. We kunnen dit nog niet afronden omdat er nog veel onduidelijkheden in de wetgeving zijn. Landelijk zijn er niet voldoende voorbeelden waarvan we gebruik van kunnen maken. Omdat we al ver zijn, heeft onze fiscalist Deloitte ons geadviseerd om voor dit moment te stoppen met de inventarisatie totdat er meer afstemming en duidelijkheid tussen de VNG en de belastingdienst komt.
We verwachten in het voorjaar van 2016 een inschatting te kunnen maken over de hoogte van de te verwachten vennootschapsbelasting.
Kleine veranderingen in de concrete uitwerking en interpretatie van de wet kunnen grote financiële impact hebben. Daarom zijn we nog niet in staat al een realistisch bedrag aan te betalen
de waarde van de bezittingen, schulden en het resultaat te bepalen. Het fiscale resultaat wordt namelijk anders berekend dan het resultaat via de normale boekhouding (BBV).
Wat is het vervolg?
De invoering van de vennootschapsbelastingplicht coördineren we centraal vanuit de afdeling Financiën en Control. Eind 2014 stelden we een stappenplan op. Fiscalisten van Deloitte
ondersteunen ons bij dit project. Dit is nodig omdat de Wet Vpb zeer specifiek is, nieuw is voor de gemeente en we zelf geen fiscalist in dienst hebben.
We verwachten dat in het voorjaar 2016 meer bekend is over de interpretatie van wetgeving en toepassing bij gemeenten. Daarna kunnen we berekenen wat de te verwachten Vpb-last voor de gemeente Oss wordt. Het blijft een inschatting die aan de hand van de begroting 2016 bepaald wordt. Begin 2017 maken we de aangifte van de Vpb 2016 op basis van de werkelijke realisatie van kosten en opbrengen uit de jaarrekening 2016.
Meer informatie over de stappen in het stappenplan is opgenomen in bijlage 3.
Communicatie
Ook voor gemeenschappelijke regelingen (GR’s) geldt een belastingplicht voor de Vpb. De GR’s zijn zelf verantwoordelijke voor een juiste Vpb-aangifte. Vanuit de gemeente Oss is er een brief
verzonden om ze te wijzen op deze verantwoordelijkheid. Als er een GR belasting moet gaan betalen dan kan dit zorgen voor een tekort in de begroting van de GR.
Deze informatienota is verstrekt aan het CMT en het college.
Bijlagen
Bijlage 1: Vennootschapsbelastingplicht voor overheden Bijlage 2: Vennootschapsbelasting en grondexploitatie Bijlage 3: Stappenplan invoeren wet Vpb
Bijlage 1: Vennootschapsbelastingplicht voor overheden
Volgens de Nederlandse Wet op de vennootschapsbelasting (Wet Vpb) waren economische activiteiten van overheidsinstanties in beginsel vrijgesteld van vennootschapsbelasting.
De Europese Commissie heeft Nederland (mei 2013) formeel voorgesteld om de vrijstelling van vennootschapsbelasting voor Nederlandse overheidsbedrijven af te schaffen. Brussel ontving in het verleden al klachten over mogelijke concurrentievervalsing door de vrijstelling. Naar aanleiding hiervan is de Wet Vpb gewijzigd en zijn overheden met ingang van 1 januari 2016 belastingplichtig voor de Vpb.
Deze wijziging betekent dat de gemeente vanaf 1 januari 2016 vennootschapsbelasting moet gaan betalen over de winst op bepaalde activiteiten. Deze winst moet bepaald worden op basis van fiscale waarderingsgrondslagen. Deze wijken op bepaalde punten af van de grondslagen uit het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV), op basis waarvan de jaarrekening moet worden opgesteld. Fiscaal zullen resultaten dus afwijken van de resultaten in de jaarrekening.
Dit betekent dat een afzonderlijke fiscale administratie gevoerd moet worden om de waarde van de bezittingen, schulden en het resultaat te bepalen.
De vennootschapsbelasting bedraagt 20% over de eerste € 200.000 winst en 25% over het hogere bedrag.
De gemeente is belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting indien en voor zover we activiteiten uitvoeren die als onderneming worden gezien in de ogen van de belastingdienst. De belastingdienst heeft hier een aantal criteria voor opgesteld. Daarnaast heeft de belastingdienst een aantal mogelijkheden voor vrijstelling bepaald. Hiermee kunnen activiteiten die een onderneming vormen toch buiten de vennootschapsbelastingplicht vallen. Een vrijstelling kan bijvoorbeeld verkregen worden als de activiteit een publieke taak is.
Als we volgens fiscale grondslagen overschotten realiseren op activiteiten, wordt dit fiscaal gezien als winst. Hierover moeten we belasting gaan betalen. Door het invoeren van de
Bijlage 2: Vennootschapsbelasting en grondexploitatie
De invoering van de vennootschapsbelastingplicht heeft de grootste impact op de resultaten uit de grondexploitatie.
We kunnen op dit moment nog geen inschatting van de bedragen geven. Over de fiscale positie van de grondexploitatie zijn landelijk nog gesprekken gaande tussen de VNG – VVG (Vereniging van Grondbedrijven) en de belastingdienst. Deze discussies die volgen we, want deze kunnen invloed hebben op de waardering van de grondexploitaties. Bijvoorbeeld of we het grondbedrijf als één activiteit mogen behandelen of dat ieder project afzonderlijk belastingplichtig wordt. Dit kan gevolgen hebben voor compensatiemogelijkheden tussen projecten onderling. Naast deze waardering van de grondexploitaties op de fiscale openingsbalans staan ook onder andere de waardering van de gebouwen en de toerekening van de overhead ter discussie.
In eerdere jaren hebben we op basis van BBV verliesgevende grondexploitaties moeten afboeken.
Helaas kunnen we dit eerder genomen verlies niet compenseren. De huidige en dus fiscale waarde van de gronden is door de afboekingen een stuk lager dan dat deze in het verleden waren. Als de markt weer gaat aantrekken en er verkopen plaatsvinden zal er Vpb afgedragen moeten worden over de winst die dan gerealiseerd wordt. Ongeacht dat er eerder al verliezen genomen zijn.
In het najaar 2015 zullen we kijken of er acties uitgezet kunnen worden om de openingsbalans zo optimaal mogelijk te waarderen. We onderzoeken bijvoorbeeld de mogelijkheid om winsten die begin 2016 gepland staan nog in 2015 te realiseren. Ook hierbij worden we weer ondersteund door
fiscalisten.
Bijlage 3: Stappenplan invoeren wet Vpb
We doorlopen de volgende stappen om de wet goed in te voeren:
Stap Planning Status
Introduceren wetgeving Vpb voor afdelingshoofden eind 2014 Afgerond door algemene vpb- presentatie door Deloitte gegeven Op de hoogte stellen betrokkenen afdelingen en GR’s via
sessies met fiscalisten (specifiek voor afval, haven, vastgoed, parkeren en grondbedrijf)
mei 2015 Afgerond, sessies met afdelingen gehouden
Inventariseren en beoordelen activiteiten van de gemeente op belastingplicht
augustus 2015
Klaar voor zover mogelijk. Voor openstaande punten wachten we landelijke discussie af.
Beoordelen van toepassen vrijstellingen augustus 2015
Doorlopende actie, bijhouden recente ontwikkelingen De rekeningcommissie informeren via notitie oktober
2015
Afgerond.
Informatienota vpb Optimaliseren fiscale positie grondbedrijf Najaar 2015 Gepland: momenteel
onderhanden Fiscale waarderen bezittingen, schulden, resultaat en
opstellen fiscale administratie
voorjaar 2016 Afstemmen voorlopige administratie belastingdienst eind 2015/
begin 2016
Starten met fiscale administratie januari 2016
Inschatten te betalen Vpb en begrotingsconsequenties voorjaar
