• No results found

Verslag Vergadering Commissie samenleving 7 februari

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Verslag Vergadering Commissie samenleving 7 februari"

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

Verslag

Vergadering

Commissie samenleving

7 februari 2018

(2)

2 Index

1 Vaststellen agenda 3

2 Mededelingen van de voorzitter 3

3 Toezeggingen college 3

4 Vaststellen verslag 15 november 2017 3

Portefeuille Sport wethouder F.G.J. Voorink

5. Mededelingen van en vragen aan wethouder Voorink 3

6. Vooruit- en terugblik regionale aangelegenheden 3

Portefeuille cultuur wethouder M.W. Jaeger

7. Mededelingen van en vragen aan wethouder Jaeger 3

8. Vooruit- en terugblik regonale aangelegenheden 4

Portefeuilles Zorg, Jeugd en Onderwijs wethouder E.G.J. van der Want

9. Mededelingen van en vragen aan wethouder van der Want 4

10. Vooruit- en terugblik regionale aangelegenheden 4

11. Uitvoeringsplan ontmoeting en ondersteuning in de wijken 4

12. Verwerving Leliestraat 6-8 11

13. Beeld van de uitvoering minimaregelingen 11

Bijlage:

Beantwoording door wethouder Van der Want van door enkele fracties gestelde vragen.

(3)

3 COMMISSIE SAMENLEVING

Voorzitter: mw. A.W.A.M.P. Wijnands-van Daal Griffier: mw. W.G.J. Drenth

College: wethouder E.G.J. van der Want Woordvoerders aanwezig bij aanvang:

D66: mw. M.I. van Vliet en dhr. H.R. Jaarsma; Hart voor Hilversum: mw. K.J. Walters, VVD: dhr.

F.W. Reijmerink; CDA: dhr. N.G.T. van Voorden; PvdA: dhr. H. Haselager; GroenLinks: mw. M.H.A.

Remmers; ChristenUnie: mw. A.F. Vreugdenhil-de Blécourt; SP: mw. B. Verweij; Hilversum -1: dhr.

J. Tammer.

Kennisgeving van verhindering: Leefbaar Hilversum: Mw. M.G. Kooloos.

1. Vaststellen van de agenda De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.

2. Mededelingen

Hedenmiddag is een wethoudersbrief rondgestuurd, waarin de door de fracties ingediende vragen zijn beantwoord (Zie bijlage bij dit verslag).

3. Toezeggingen van het college

GrL spreekt haar treurnis uit over het erg lange uitblijven van antwoorden op de benchmark Divosa.

De fractie wijst o.a. op de in 2015 gedane toezegging om die jaarlijks te bespreken. De fractie bemerkt weinig politieke gevoeligheid bij de wethouder, die niet begrijpt dat de raad de voortgang van dit belangrijke dossier wil volgen.

 Verschillende aanwezige fracties steunen de woorden van GrL. D66 heeft een andere mening.

 Op verzoek van GrL wordt het bedrijfsplan van de Tomin alsnog als bespreekpunt geagendeerd in het 2e kwartaal van 2018 (T18/24).

HvH wijst op de toezegging om het Meerjarenconvenant met Museum Hilversum aan de commissie te zenden, alsmede de afspraken die zijn gemaakt over de redactionele samenwerking tussen het

Museum Hilversum, Beeld & Geluid en het Persmuseum (T17/124 en T17/125).

 De vraag wordt overgebracht aan wethouder Jaeger.

4. Vaststellen verslag commissie Samenleving d.d. 15 november 2017 Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.

Portefeuille Sport wethouder F.G.J. Voorink

5. Mededelingen van en vragen aan wethouder Voorink (niet aanwezig) Geen vragen of mededelingen aangemeld.

6. Vooruit- en terugblik regionale aangelegenheden Eveneens geen punten ter bespreking aangemeld.

Portefeuille Cultuur wethouder M.W. Jaeger

7. Mededelingen van en vragen aan wethouder Jaeger Geen punten aangemeld.

8. Vooruit- en terugblik Regionale aangelegenheden

(4)

4 HvH merkt op dat de bij dit agendapunt behorende link slechts verwees naar de vergaderingen, doch dat er, m.u.v. het AB, geen enkel stuk was bijgevoerd. De fractie constateert dat het nog altijd niet goed loopt met de informatievoorziening.

 Wordt doorgegeven aan de regio.

Portefeuilles Zorg, Jeugd en Onderwijs wethouder E.G.J. van der Want

9. Mededelingen van en vragen aan wethouder van der Want

Wethouder Van der Want: Het geval van een mevrouw die op medische gronden met urgentie andere woonruimte zoekt heeft de volledige aandacht. Gezien de privacy worden geen nadere mededelingen gedaan.

Vragen

De voorzitter gaat per vraag na of de beantwoording door de wethouder in zijn brief d.d. 7 februari 2018 voor de vraagsteller voldoende was (De wethoudersbrief is als bijlage bij het verslag gevoegd.

Eventuele aanvullingen treft u hieronder aan)

SP over ontwikkelingen m.b.t. verlengde pleegzorg voor jongeren van 18+.

 Antwoord: de wethouder zegt toe voor de zomer met nadere informatie te komen over de verlengde pleegzorg voor jongeren van 18+ (T18/25).

SP over een overbruggingszorg voor ouderen die na behandeling in het ziekenhuis of op de SEH/IC nergens heen kunnen. De fractie vraagt de wethouder daarover met zorginstellingen in overleg te gaan. Dit probleem is niet opgelost met de komst van een diagnostisch centrum.

 Antwoord: de wethouder zal deze problematiek bespreken in het regionaal zorgnetwerk en daarover een terugkoppeling uitbrengen (T18/26).

10 . Vooruit- en terugblik regionale aangelegenheden Geen onderwerpen.

11. Uitvoeringsplan ontmoeting en ondersteuning in de wijken Ter advisering aan het college

Insprekers:

De heer B. Hammer, directeur Hilverzorg Mevrouw A. Keita, directeur Versa Welzijn

Mevrouw H. Harrane, opbouwwerker Versa Welzijn

De heer Hammer spreekt in namens de 9 organisaties die, samen met de gemeente en zorgverzekeraar Zilveren Kruis, sinds 2016 bezig zijn om samenwerkingsafspraken te maken over het anders

organiseren/versterken van ontmoeting, zorg en welzijn in de wijken.

De belangrijkste 10 punten zijn verwoord in een kort visiedocument, dat naadloos aansluit bij de gedachtegang van de gemeente. Besloten is tot intensieve samenwerking tussen de gemeente, de organisaties en de zorgverzekeraar. E.e.a. moet over circa een maand leiden tot een convenant.

Het voornemen is om na de veelal individueel gerichte zorg in de afgelopen jaren te komen tot een beweging voor meer collectief welzijn. Als voorbeeld: t.a.v. de groeiende groep thuiswonende en soms kwetsbare ouderen liggen grote uitdagingen in het verschiet.

De 9 organisaties staan nadrukkelijk open voor deelname van allerlei andere organisaties.

Mevrouw Keita is bijzonder blij met het uitvoeringsplan dat zich sterk richt op de samenwerking binnen de wijken. De focus van Versa Welzijn lag de laatste jaren vooral op de zwaardere

multiproblem casuïstiek, waardoor het opbouwwerk in feite ondergesneeuwd raakte. Nu is er weer oog voor talenten en mogelijkheden van de mensen binnen de wijk. Dat betekent dat er weer erkenning is

(5)

5 voor het verbindende werk van opbouwwerkers, zowel binnen de wijken als bij de

samenwerkingspartners.

Mevrouw Harrane betoogt dat vooral het aandachtig luisteren en het alert zijn op wat bewoners beweegt van het grootste belang zijn om een goede oplossingsrichting te vinden. Hij/zij kent de weg naar hulp voor wie dat echt nodig heeft, maar zal vooral trachten verbinding tot stand te brengen binnen het sociale netwerk van de aanvrager (en ook in de wijk daarbuiten). Op die manier kan inschakeling van professionele hulp niet zelden worden voorkomen.

Vragen van de fracties aan de insprekers

CU wil weten wat voor expertise wordt verwacht van de 12 fte die zullen worden toegevoegd.

GRL informeert of het mede de doelstelling van de samenwerkende organisaties is om het aanbod minder versnipperd te maken en het daardoor te versterken. Heeft één organisatie de leiding bij het aansturen van de 12 sociale werkers? Wat is precies het verschil in werkzaamheden van hen en de opbouwwerkers?

CDA informeert naar de rol en de bijdrage van het Zilveren Kruis in deze samenwerking, vraagt wat er in het convenant zal staan en is benieuwd naar de tijdlijn, bijvoorbeeld waar het gaat over de woondienstenzones.

HvH vraagt naar het beeld dat mevrouw Harrane heeft van een sociaal werker.

D66 wil graag weten hoe wordt omgegaan met nieuwe partijen die zich willen aansluiten bij de convenantpartners.

Antwoord:

De opbouwwerker/sociaal werker verricht in feite communitywerk. Hij/zij stelt de hulpvragende bewoner centraal en probeert door aandacht en goed luisteren effectieve verbindingen te leggen en een zodanig sociaal leefklimaat te organiseren dat de inzet van een professionele hulpverlener vooralsnog of definitief niet nodig is. Natuurlijk gaat hij/zij daarbij verantwoordelijk te werk.

De daadwerkelijke invulling van de 12 fte staat overigens nog niet vast en zal gaandeweg vorm krijgen. Dat laatste gebeurt in overleg met alle partners.

M.b.t. het maatschappelijk werk is afgesproken dat Versa dit in vier wijken zal aanbieden. Aan MEE is gevraagd om dat in de andere wijken op te pakken. Zowel op bestuurlijk niveau als ‘op de vloer’

bestaat de wens om te willen samenwerken. Het komt nu aan op het goed inregelen in deze overgangssituatie. Misschien loopt het hier en daar in het begin nog wat stroef.

Alle maatschappelijk werkers worden gekoppeld aan een opbouwwerker, zodat iedereen dezelfde werkwijze heeft. Op termijn wordt er naar toegewerkt dat de mensen hun eigen dossier beheren.

Zilveren Kruis zit als zorgkantoor aan tafel en gaat in die rol over de financiering van intramurale zorgorganisaties, waaronder de meeste van de 9 deelnemende partijen vallen.

Het zorgkantoor zal met name vanuit beleid en in de toekomst wellicht ook financieel naar de behoeftes in een wijk meekijken. De zorgverzekeringspoot treedt mogelijk ook toe als partner.

Zo zijn er een aantal onderdelen nog in ontwikkeling.

De afgelopen tijd stonden de onderlinge werkafspraken centraal, alsmede de vraag hoe men gezamenlijk het proces in kan gaan waarin de deelnemende partijen elkaar blijven opzoeken en vasthouden, maar elkaar ook ruimte geven voor nieuwe ontwikkelingen.

Op 3 onderdelen is de samenwerking reeds gestart. Nu is al merkbaar dat dit veel energie oplevert.

Het convenant regelt vooral afspraken m.b.t. het proces. Het zal geen ingewikkeld stuk worden met allerlei structuren en toe- en uittredingsprotocollen. Wie denkt een goede toevoeging te kunnen leveren is welkom.

In wijken waar veel voorzieningen voor doelgroepen zijn zal worden gekeken of die wellicht meer collectief, slimmer en logischer kunnen worden ingezet maar vooral: op de juiste plek.

(6)

6 1e termijn fracties

HvH merkt op dat GGZ-mensen gecombineerd zullen worden met verstandelijk beperkten en weet niet of beide groepen daar blij mee zullen zijn;

- constateert dat dit gepaard gaat met een verschuiving van geld voor individuele begeleiding op vnl dagbesteding naar algemene voorzieningen;

- Stelt vast dat er niets gevraagd is aan de betreffende mensen die nu individuele begeleiding krijgen, noemt dat een gebrek aan burgerparticipatie;

- Is van mening dat het voorstel te snel gaat om daar nu al WMO-geld voor in te leveren;

- Merkt op dat er slechts € 80.000,- gaat naar ontmoetingscentra, speciaal naar Hilverzorg t.b.v.

de sociaal werkers, niet naar de activiteiten of versterking in de wijk;

- Mist het advies van de Adviesraad Sociaal Domein op het voorstel.

SP las onder ‘vastgesteld beleid’ dat er gewerkt zal worden met woondienstenzones (wat verder uitsluitend te lezen is in de structuurvisie 2030);

- Noemt dat opvallend, omdat dit prima concept jarenlang buiten beeld is geweest, terwijl men het nu weer als experiment opvoert en stelt dat het stopzetten van de financiering door zowel de zorgverzekeraars als de gemeente destijds de oorzaak was;

- Merkt op dat de ketensamenwerking ook gestopt is door de NMA;

- Vraagt zich af wat deze autoriteit ervan vindt dat de gemeente de markt gaat verdelen of reguleren;

- Waarschuwt dat de zorg in WDZ’s alleen kan blijven bestaan als er de garantie is van langdurige en structurele investeringen en vraag daar aandacht voor van de wethouder;

- Stelt dat het hier gaat om het bezuinigen op zorg, terwijl de investeringen neerkomen op een sigaar uit eigen doos;

- Meent dat niet is gekozen vanuit de behoefte maar vanuit het concept positieve gezondheid;

- Merkt op dat de analyse van dit stuk gaat over mensen die zorg krijgen en niet over mensen die geen zorg krijgen. Ongeveer 4000 mensen die wel zorg nodig hebben zijn niet bereikt:

mochten die gevonden worden dan zal voor velen maatwerk nodig zijn, naast een collectieve voorziening. Dit wordt niet in de nota vermeld.

- Informeert hoe wordt omgegaan met het recht op een individuele voorzieningen na een positieve beschikking;

- Heeft zorg over de privacy, informeert hoe de persoonlijke gegevens in het dossier geborgd kunnen worden;

- Vindt de titel ‘Uitvoeringsplan ontmoeting en ondersteuning in de wijken’ misleidend, omdat het neerkomt op een uitvoeringsplan Zorg. Het richt zich op het verbinden van zieke mensen, er wordt niet gesproken over een wijkagenda, de manier waarop veiligheid van de

leefomgeving wordt geborgd, participatie, jeugdbeleid en ook het begrip verbinden wordt te weinig uitgewerkt.

- Ziet deze elementen als meerwaarde graag toegevoegd;

- Kondigt aan om met bewoners in actie te zullen komen op het moment dat de collectieve voorziening wordt gebruikt als afvoerputje en weigeringsgrond voor individueel maatwerk.

-

GRL kan zich vinden in de inbreng van HvH en de SP,

- vindt dat er te positief wordt gedacht over het vinden van wijkoplossingen en waarschuwt voor een te rooskleurig beeld;

- denkt dat er nog veel onbekende, kwetsbare Hilversumse burgers zijn en acht het denkbaar dat er rekening moet worden gehouden met hoge kosten die zullen volgen,

- stelt dat het indienen van een aanvraag voor een maatwerkvoorziening een recht is en dat een bewoner moet kunnen rekenen op uitvoering;

- noemt de stelling op pagina 8, dat er teveel aanvragen worden toegekend te stellig geformuleerd, niet onderbouwd en derhalve onjuist;

- wil graag horen of de toegevoegde sociaal werkers de verbinding met elkaar hebben gevonden, zodat de burger niet in onzekerheid komt over wie te benaderen;

(7)

7 - is blij dat de sociaal werkers met mensen met schulden of in armoedesituaties aan de slag

gaan, zodat die zich niet tot het als hoogdrempelig ervaren Sociaal Plein hoeven te wenden;

- vreest dat er wel een heel brede kennis/inzet van de sociaal werkers wordt verwacht en zou graag een nadere uitwerking van de functie-inhoud zien;

- begrijpt uit informatie dat aan de Meent nu weliswaar € 70.000,- wordt toegekend, maar dat daar ook voorzieningen zijn weggehaald, zodat de algemene indruk toch is dat schraalhans keukenmeester is. Het ontbreekt aan continuïteit in de uitvoering, die daarmee onbetrouwbaar is geworden en niet goed genoeg meer voor de wijk.

- Noemt het voorstel al met al nog niet af, constateert dat er ook op financieel gebied nog veel vragen overblijven;

- Wil t.z.t. graag een discussie voeren over wat er onder de sociale basisinfrastructuur moet worden verstaan.

SP doet daar graag aan mee, wil ook nagaan hoe deze infrastructuur past bij een woondiensten- zone en welke lessen daaruit te leren zijn, vraagt de heer Hammer om daar t.z.t. zijn visie op te geven.

GRL Denkt dat het ook heel verstandig is om een betere definitie te geven van de basisinfrastructuur op basis van de woondienstenzone.

- is al met al positief over het stuk, doch vraagt om een herschrijving op onderdelen en verduidelijking van de financiële uitwerking.

PvdA ziet het stuk als een poging om een bepaalde reparatie aan te brengen via de aanstelling van 12 sociaal werkers in het sociale wijkveld en denkt dat de wethouder al bezig is daar geld voor uit te geven;

- Heeft het gevoel dat de gemeente een iets zwaardere invulling geeft aan het begrip sociaal werker dan de andere partijen en vraagt om een goede afstemming;

- Vindt het goed dat Hilverzorg de coördinatie heeft waar het de ontmoetingscentra betreft;

- Merkt op dat er pilots zijn in de Hilversumse Meent en in het wijkleerbedrijf die alleen voor 2018 zijn gebudgetteerd, wil bij gebleken succes dat nu reeds ook voor 2019 geld wordt gereserveerd.

D66 is blij dat de nieuwe samenwerking nu echt vorm gaat krijgen;

- Verwacht veel van de experimenten waarover in december tijdens een bvs is gesproken;

- Is het eens met een bijeenkomst over de invulling van een sociale basisinfrastructuur;

- Acht de resultaten van de effectmeting belangrijk;

- Wil daarin zaken terugzien als: waar komen welke cliënten terecht, zijn de financiële

middelen voldoende, welke subsidiestromen zijn er gemoeid met de gemaakte afspraken over de prestaties etc.

- Stelt dat het pas in de begroting voor 2020 helder is hoe hoog het totale bedrag zal moeten zijn en dat 2019 in feite nog een experimenteerjaar is;

- Denkt dat het voor de expertise van de sociaal werkers nog meer dan voorheen belangrijk is dat ze goed weten wanneer opgeschaald moet worden naar psychiatrische zorg en informeert in dit verband naar de rol van de GGZ;

- Wil graag van gedachten wisselen over de kracht van woondienstenzones;

- Vraagt of de financiële stromen inzichtelijker kunnen worden gemaakt;

- Informeert of de subsidieaanvraag is verwerkt in het convenant en hoe dit geregeld is tussen de partners.

CDA mist een reactie van de Adviesraad Sociaal Domein en vraagt naar de reden;

- Wil ook weten of deze adviesraad het stuk wel heeft kunnen bekijken;

- Heeft vragen over de onderbouwing van de uitvoeringsplannen, had daarover nader willen spreken voordat het stuk naar het college gaat;

- Is blij dat de zorgverzekeraar betrokken is bij het geheel, zeker met het oog op de plannen op langere termijn, zoals investeren in preventie waardoor een beroep op lange en dure zorg wellicht kan worden voorkomen;

- Mist in het stuk een visie op integrale dagbesteding in de wijken

(8)

8 - Vraagt de wethouder uit te leggen hoe hij de invulling van de wijkontmoetingscentra ziet en

hoe de financieringsstroom dan gaat lopen: is € 80.000 voldoende?

- Vindt het jammer dat de inwoners niet geraadpleegd zijn, nu is niet duidelijk of er wel behoefte is aan dagbesteding. Wie gaan er van deze voorziening gebruik maken?

- Wil weten of de wethouder de enquête alsnog wil uitvoeren, o.a. onder de mantelzorgers;

- Vraagt of de wethouder iets kan zeggen over de wijkindicatiestelling;

- Vraagt de toezegging om de inzet van sociaal werkers als focus/speerpunt van het college op te nemen;

- Wil graag een visie op de vrijwilligers ontvangen in de vorm van een vrijwilligersnota;

- Ontvangt graag een jaarlijkse financiële rapportage, opdat eventueel tijdig kan worden bijgestuurd.

CU vindt de richting goed, doch het stuk zelf nog onrijp, de kaders zijn nog niet helemaal helder;

- Wil graag na enige tijd ‘praktijk’ een stuk ontvangen waarin de actuele svz wordt beschreven;

- Vindt het intussen een goede zaak dat er een organisch proces plaatsvindt tussen en met de organisaties die inhoud aan het voorstel moeten geven;

- Is van mening dat de functie van sociaal werker nog verder moet worden uitgewerkt en ingevuld;

- Staat achter het uitgangspunt dat het werk in principe budgetneutraal moet worden uitgevoerd en dat er geen reservepotje moet zijn, maar dat indien noodzakelijk extra geld uit de algemene middelen moet komen.

VVD sluit zich bij de laatste punt van de CU aan;

- ondersteunt ook de visie op het wijkgericht werken, maar is van mening dat diverse onderdelen wat scherper gedefinieerd hadden mogen worden;

- Informeert naar de (financiële) gevolgen voor het Sociaal Plein i.v.m. de verwachte besparingen in de uitgaven,

- had graag een duidelijke financiële onderbouwing gezien;

- vraagt uitleg over het geraamde budget m.b.t. de extra sociaal werkers;

- idem: over de pilot op de Hilversumse Meent;

- sluit zich aan bij de wens om jaarlijks een financiële rapportage te ontvangen.

Antwoord: de wethouder noemt het proces dat is ingezet uitermate belangrijk, doch het vraagt enige bewegingsvrijheid binnen de bestaande kaders – dus los van de wens van de commissie om nog meer visies en rapporten te ontvangen. De gemeente kan alleen maar werken met partners die bereid zijn om samen een weg te bewandelen in een proces van vertrouwen. Binnen de hoofdlijnen van het stuk zal de gemeente opereren zoals het moet.

De wethouder stelt nadrukkelijk dat dit géén bezuinigingsoperatie is, maar een plan om het voor de inwoners van Hilversum beter te maken, waarbij het gaat om de vraag hoe de gemeente middelen in kan zetten.

GRL wijst nog eens naar de tekst op pagina 8: ‘we nemen (te) veel aanvragen tot maatwerk- voorzieningen in behandeling en kennen deze toe.’

De wethouder bedoelt te zeggen dat mensen beter bediend kunnen worden zonder individuele beoordeling, maar als er een grotere indicatie nodig is wordt die gegeven.

In de afgelopen jaren is een geslaagde decentralisatie doorgevoerd, bij het Sociaal Plein, maar ook in de wijken. Nu is er een beweging op gang gekomen die voldoet aan de wensen van de bewoners (die dus wel degelijk o.a. via Versa bekend zijn), nl. ontmoeten op kleinschalig niveau en in verbinding met de buurt.

Zorg op maat blijft altijd mogelijk, ook als het zeer gespecificeerde zorg betreft. Er zal voor gezorgd worden dat die tijdig wordt ingeroepen.

Met deze open einde regeling voldoet de wethouder aan de opdracht van de raad om binnen de begroting te blijven.

(9)

9 Indicatief is aangegeven hoe e.e.a. betaald kan worden. Als blijkt dat het toch anders moet, zal de raad daarover worden ingelicht.

HvH wijst op de nota, waarin staat dat er € 4.8 mln wordt gereserveerd voor individuele

begeleiding en dagbesteding. € 2,88 mln daarvan is bestemd voor lichte en middelzware gevallen.

Van dat bedrag wordt € 1,56 mln afgehaald voor dit project, waarna nog € 1.3 mln resteert voor de dagbesteding in 2019. Dat houdt in dat er dat jaar slechts 47% van het huidige aantal aanvragen toegekend kan worden.

Bij deze financiële opzet is nog niet meegenomen dat er ook een derving zal zijn in de eigen bijdragen. Wordt dat meegerekend, dan blijft er nog minder dan 47% over.

Antwoord: de wethouder is het niet met HvH eens. Als mensen die dagbesteding willen die ook zonder verwijzing van een indicatiecommissie kunnen krijgen zou dat een verschuiving van middelen kunnen betekenen. Als er toch behoefte bestaat aan meer hulp moet die gegeven worden.

Binnen de financiële kaders blijft dit een open einderegeling.

Er worden geen lijstjes bijgehouden bij het Sociaal Plein waarop te zien is hoeveel miljoen nog beschikbaar is.

Het doel blijft om via een wijkgerichte aanpak individueel sociaal maatwerk te leveren op een positieve manier. Na een moeilijk proces is er nu sprake van een goed resultaat en veel positieve energie.

In de Meent krijgen de vrijwilligers die de dagbesteding begeleiden een opleiding door professionals van Hilverzorg.

De voorzichtige verwachting is, dat minder mensen zich tot het Sociaal Plein zullen wenden, omdat aan de hulpvraag vanuit de eigen wijk voldaan kan worden.

De gemeente kijkt naar het totale plaatje i.p.v. als een accountmanager op de subsidierelatie met één partij te gaan zitten. Wat mensen nodig hebben staat centraal, waarbij het niet aan de raad is om te stellen wat een opbouwwerker wel of niet moet doen. De uitvoering moet vanuit vertrouwen aan de professionals worden gelaten. Er zal niet een tot in detail uitgewerkt plan komen.

De rol van de raad is vooral om te controleren hoe het gaat, of de doelen worden gehaald en te bezien of op hoofdlijnen bijsturing nodig is.

Aan de Adviesraad Sociaal Domein zal nog advies worden gevraagd.

Over de rol van de opbouwwerker en de sociaal werker is het laatste woord nog niet gezegd. De 9 partijen zullen daarover via de wethouder met de raad in gesprek gaan.

In de tweede helft van het jaar zal worden aangegeven wat de ontwikkelingen zijn, de discussies en de eventuele dilemma’s. De raad kan daar dan feed back op geven.

 De wethouder zegt toe in de 2e helft van 2018 met een evaluatie te komen (T18/27).

De versnippering van het aanbod wordt vanuit een positieve energie door de 9 deelnemende partijen besproken en geanalyseerd. Dat kan leiden tot het inzicht dat veranderingen nodig zijn die mogelijk pijnlijk kunnen zijn. Ook het onderwerp ‘marktwerking’ wordt niet uit de weg gegaan.

Nieuwe partijen kunnen desgewenst op deelonderwerpen aansluiten.

M.b.t. meer wijkontmoetingscentra worden gesprekken gevoerd met instellingen die in hun gebouwen ruimte ter beschikking willen stellen. De raadsleden krijgen het advies om vooral bij de

samenwerkende partners te informeren naar hun ideeën daaromtrent.

Als de samenwerking goed loopt is de wethouder ervan overtuigd dat dit ook positieve gevolgen heeft voor een beter gebruik van gebouwen.

De dagbesteding in de Meent is een goed voorbeeld van een eigen initiatief door bewoners zelf. De verwachting is dat het aantal van circa 20 mensen waarvoor de opvang nu is opgezet, de komende jaren sterk zal stijgen. Als de pilot dit jaar blijkt aan te slaan moet die ook volgend jaar en daarna worden gecontinueerd door een structurele investering

 De wethouder zegt toe de pilot in de Meent voor 2019 en mogelijk ook daarna te continueren.

In december 2018 volgt een actuele svz. Ook v.w.b. de pilots in andere wijken wordt de raad op de hoogte gehouden (T18/28).

(10)

10 2e termijn

Insprekers:

De heer Hammer is ervan overtuigd dat een lichtere vorm van dagbesteding en ontmoeten in de wijken een zeer waardevolle aanvulling is op de reeds bestaande vormen van opvang. Als voorbeeld noemt hij de opvang voor mensen met gevorderde dementie in bijv. Zonnehoeve. Vanuit die gedachte is de opvang Lopes-in gestart in wijkcentrum Lopes Dias.

Ook ouderen met een lichte indicatie die daar behoefte aan hebben kunnen van de dagbesteding gebruik maken. Het goede is, dat deze aanpak toe kan met minder geld vanuit de gemeente. De opvang staat onder leiding van een professionele ondersteuner, die terzijde wordt gestaan door opgeleide vrijwilligers.

Zo houden ouderen het gevoel dat ze deel uit blijven maken van de samenleving in hun wijk.

Een instelling als Zonnehoeve moet daarnaast natuurlijk blijven voor wie dat nodig heeft.

In de komende jaren is een grote toename van kwetsbare ouderen te verwachten, dus zal € 80.000,- zeer waarschijnlijk niet voldoende blijken. Er is nu binnen de ouderenzorg echter wel een

noodzakelijke beweging op gang gebracht waarbij (in het geval van Lopes Dias) intramuraal en thuiswonen, WOZ en WMO elkaar op een prachtige manier ontmoeten. Inmiddels zijn er ontwikkelingen op 5 plekken in Hilversum gaande.

Mevrouw Keita benadrukt dat het kennen van mensen in de wijk en het benutten van hun krachten en talenten samen moet gaan met de professionele hulpverlening. Bij sociaal werk gaat het om het versterken van die twee kanten.

Mevrouw Harrane stelt dat het tot stand brengen en versterken van communities in een wijk van groot belang is. De effecten zullen niet binnen één jaar duidelijk zijn.

Zij nodigt iedereen uit om een dagje mee te lopen met een opbouwwerker.

 Advisering:

Positief: GRL, VVD, CDA, CU, PvdA, HvH, SP, D66

CDA adviseert om eenzaamheidbestrijding expliciet onder de aandacht te brengen.

CU is vol lof voor wat er aan ontmoeting binnen Lopes Dias tot stand is gebracht. Wederkerig gedijen de relaties. Het geheel levert ook nog eens geld op. Een win-winsituatie.

SP vreest dat het feit dat de uitvoering het met minder geld moet doen gaat leiden tot knelpunten bij de inwoners. De fractie adviseert om goed te kijken naar het functioneren van het rekmanifest dat in Diemen wordt gehanteerd. Een belangrijk advies is, om ook te kijken wat er geboden kan worden aan gezonde mensen en aan jongeren.

D66 doet de aanbeveling om de Fit-meting uit te breiden.

12. Verwerving Leliestraat 6-8 Ter advisering aan de raad

De wethouder maakt bekend dat het Bisdom heeft ingestemd met de aankoop van de grond.

Als de raad instemt zal de koopovereenkomst worden bestendigd.

SP informeert wat bedoeld wordt met een belangrijke strategische grondpositie.

Antwoord: die term wordt gebruikt omdat er nog geen duidelijk bouwplan is.

De wethouder zegt blij te zijn dat het bisdom vanwege de maatschappelijke betrokkenheid bij de buurt akkoord wil gaan met een redelijk verkoopbedrag. De gemeente moet daar bij de invulling van het bouwplan ook naar handelen. Hij maakt bekend dat het pand aan de Hilvertsweg 89 als tijdelijke voorziening deze week casco beschikbaar komt en dat met vrijwilligers zal worden bekeken hoe dit kan worden opgeknapt.

(11)

11

 Alle fracties spreken complimenten en grote tevredenheid uit. Naar de raad zonder debat.

Hilversum -1 (bij dit punt afwezig) heeft de griffie later laten weten ook positief te adviseren.

13. Beeld van de uitvoering minimaregelingen Ter advisering aan het college

Aanwezige fractieleden:

D66: dhr. H.R. Jaarsma; Hart voor Hilversum: mw. K.J. Walters, VVD: dhr. F.W. Reijmerink; CDA:

dhr. N.G.T. van Voorden; PvdA: dhr. H. Haselager; GroenLinks: mw. M.H.A. Remmers;

ChristenUnie: mw. A.F. Vreugdenhil-de Blécourt; SP: mw. B. Verweij.

Gevraagd wordt een advies te geven over de uitvoering van de huidige minimaregelingen en over het besluit van het college m.b.t. de premie van de collectieve zorgverzekering 2019.

PvdA betreurt het dat het nodig wordt gevonden om de discussie opnieuw te starten en dat een klinisch argument wordt geplaatst naast een prima haalbare, reeds genoemde politieke oplossing door HvH.

HvH is inderdaad van mening dat er genoeg budget is om de collectieve ziektekostenverzekering uit 2018 nog één jaar door te trekken, zoals ook blijkt uit de door de wethouder aangeleverde gegevens;

- Vindt het goed verzekerd zijn van groot belang voor chronisch zieken en gehandicapten;

- Wijst erop dat de kosten voor schuldhulpverlening en bewindvoering inmiddels bijna € 1 mln bedragen. Dit gaat dus af van de beschikbare € 4,3 mln aan minimageld.

- Stelt dat er dus alle aanleiding is om de minimaregelingen op dat punt goed te bekijken.

GRL vindt dat het overzicht een buitengewoon versnipperd beeld oplevert van heel veel regelingen met weer heel veel uitzonderingen daarop;

- Is m.b.t. de gewenste doortrekking van de ziektekostenverzekering van mening dat alle minimaregelingen in hun totaliteit bekeken moeten worden.

D66 ziet enerzijds de waarde van de continuïteit van de tegemoetkoming in de ziektekosten-

verzekering zoals HvH die voorstelt, maar is aan de andere kant van mening dat dit punt in een bredere afweging moet worden bezien;

- Stelt dat dit te maken heeft met een begrotingsdiscipline: de raad maakt een integrale afweging over het totaal van de budgetten;

- Vindt dat er geen hekje moet worden gezet om de minimaregelingen, maar dat er alle aanleiding is om die in z’n totaliteit te bekijken;

- Wijst er m.b.t. een review op dat de bodem van de geldkist in zicht komt;

- Stelt dat er jarenlang sprake was van een forse onderuitputting van de minimaregelingen, terwijl de gebruikmaking ervan werd gestimuleerd, met logische gevolgen;

- Herinnert aan de toevoeging vanuit Den Haag voor een royale kindregeling, die qua kosten uit de hand dreigt te lopen;

- Is blij dat de minima kunnen worden geholpen, maar is van mening dat in alle redelijkheid gekeken moet worden welke facetten in de toekomst het meest van belang zijn en waar aanpassingen overwogen zouden kunnen worden;

- Wil nagaan of de uitvoering van de regeling misschien eenvoudiger kan;

- Stelt dat voor D66 de regel belangrijk is dat werk moet lonen,

- Attendeert op de dreigende armoedeval en legt de relatie met de maatschappelijke participatieladder;

- Adviseert de voorstellen te laten toetsen door het ministerie van SoZa en werkgelegenheid te laten nagaan of voldaan wordt aan de eis om niet aan generieke inkomensondersteuning te doen;

- Stelt dat het doel en de reden van de verstrekking of een regeling zoveel mogelijk helder moet zijn;

- Wil het toepassen van minimaregelingen bij het totaal van het klantmanagement betrekken, bijvoorbeeld bij het toeleiden naar werk vanuit het Sociaal Plein;

(12)

12 - Merkt op dat de bedrijfsvoering bij het Sociaal Plein steeds beter op orde komt qua data,

doelgroepen en effecten (wie maakt er gebruik van en wat levert dat op) en adviseert dat ook te betrekken bij de minimaregelingen;

- Komt terug op de kindregeling: daarover had een uitgebreide participatie plaatsgevonden voordat de raad zich erover kon uitspreken. Er werd aansluitend een wel zeer ruimhartige kindregeling vastgesteld waar de commissie weinig invloed meer op had;

- Wil in het licht van die ervaring een goede gedachtewisseling over het totaal van de minimaregelingen en wel voorafgaande aan het externe participatietraject. Daarmee wordt voorkomen dat valse verwachtingen worden gewekt, maar ook dat de gemeente achteraf op de blaren moet zitten.

Wethouder van der Want is van mening dat de nieuwe raad eigenlijk eerst breder moet spreken over de integrale minimaregelingen en dat daarna pas het besluit zou moeten vallen over het nog een jaar verlagen van de premie voor de ziektekostenregeling voor 2019 . Ook de cliëntenraad heeft zich in die zin uitgelaten.

SP adviseert om nu een uitspraak te doen over de toelage op de ziektekostenverzekering 2019 en om met een raadsvoorstel tot herijking van de minimaregeling te komen in de nieuwe raad.

CU is het met de SP eens en wil eerst spreken over de doelstellingen, zoals minder bureaucratie, eenvoudiger te begrijpen voor de inwoners en minder uitvoeringskosten;

- wil duidelijke kaders;

- wil in de komende periode met name aandacht voor de regeling voor chronisch zieken;

- wil graag een overzicht van wat verplicht is aan regelingen en wat tot de vrije keuze behoort.

SP ondersteunt de woorden van de CU.

CDA wil alles ook in een breder kader bezien en kan om die reden nu niet voor de voortzetting van de tegemoetkoming in de ziektekostenregeling zijn;

- informeert of er nog andere verplichtingen zijn die voor een langere periode zijn aangegaan, dit moet inzichtelijk zijn voordat de bvs-sessie wordt gehouden.

HvH heeft t.v.b. de discussie een betere evaluatie nodig, cijfers over een langjariger periode alsmede een beschrijving waarom posten zijn toe- of afgenomen. Er is nu te weinig basisinformatie voorhanden om het gesprek richting te geven.

- Stelt voor de discussie in de commissie te houden, niet in een bvs.

VVD heeft geen verdere toevoegingen.

Wethouder van der Want ondersteunt de wens om over de review in een aparte discussie van gedachten te wisselen in de nieuwe constellatie. Het is goed als deze notitie in een

overdrachtsdocument meegenomen wordt met het verslag van deze vergadering t.b.v. de bespreking in het nieuw te vormen college. Op wens van GRL zullen de minima-effectrapportages nog worden toegevoegd (T18/29).

De voorzitter constateert dat alle fracties voldoende gelegenheid hebben gehad om hun bijdrage in te brengen en sluit de vergadering.

Mevrouw Remmers van GRL bedankt mevrouw Wijnands (de voorzitter) voor de onnavolgbare wijze waarop zij deze vergaderingen altijd heeft geleid. Een applaus volgt op deze woorden.

Vastgesteld in de vergadering van 28 maart 2018

De griffier De voorzitter

Mw. W.G.J. Drenth A.W.A.M.P. Wijnands-van Daal

(13)

13

Bijlage

Bij wethoudersbrief van 7 februari 2018 (kenmerk 440736) zijn de vooraf ingediende vragen beantwoord. Hieronder treft u de vragen en antwoorden aan zoals weergegeven in de brief.

1. Antwoorden op de vragen van HvH over de notitie ‘ontmoeting en ondersteuning in de wijken’

In het Uitvoeringsplan staat de volgende tekst:

“Bij de maatwerkvoorzieningen is veelal ook ondersteuning in het alledaagse leven aan de orde, maar dan gekoppeld aan de indicatiestelling, waar individueel gekeken wordt naar de zorgbehoefte. We hebben een breed scala aan aanbieders, waaruit een inwoner kan kiezen na een indicatie. Het gaat in dit voorstel om de voorzieningen individuele begeleiding en begeleiding groep (dagbesteding).

Inwoners kunnen na een indicatie zelf kiezen uit aanbieders, meer dan 50 aanbieders zijn regionaal gecontracteerd. Ook is er de mogelijkheid om de zorg zelf te regelen met een PGB. Het aanbod is sterk georganiseerd ‘vanuit de aandoening’. Er zijn organisaties die gespecialiseerd zijn in bijvoorbeeld de ondersteuning van inwoners met dementie, met GGZ problematiek of met een verstandelijke

beperking. De dagbesteding is categoraal, d.w.z. voor de eigen ‘zorg groep’. Er is een groot grijs gebied dat de algemene voorzieningen en maatwerkvoorzieningen overlapt. De ervaring leert inmiddels dat veel geïndiceerde ondersteuning ook prima geleverd kan worden in de wijken in het samenspel tussen vrijwilligersactiviteiten en sociale professionals nabij. Meer inclusief in de samenleving. Voorwaarde daarbij is echter wel dat deskundigheid van professionals uit de geïndiceerde hulp beschikbaar komt (als algemene voorziening) in de wijken. Het handelt dan om knowhow over verstandelijke beperkingen, laaggeletterdheid, armoede en schulden, diversiteit, werkloosheid, ggz problematiek, eenzaamheid, huiselijke geweld en dementie. “

Over deze tekst hebben we de volgende technische vragen: Vraag 1: “Inwoners kunnen na een indicatie zelf kiezen uit aanbieders, meer dan 50 aanbieders zijn regionaal gecontracteerd.” Graag ontvangen we welke 50 aanbieders gecontracteerd zijn en welke individuele begeleiding of dagbestedingsvorm zij bieden. (We nemen aan dat inwoners een aanbieder kiezen op grond van de omschrijving van hun aanbod, dus graag concrete info over aanbieders en het geheel aan aanbod).

Antwoord 1: Voor informatie over de gecontracteerde partijen, verwijs ik u naar de website van de regio Gooi en Vechtstreek. De verschillende vormen van begeleiding en dagbesteding zijn ingedeeld op ‘zorgzwaarte’ (basis/middel/specialistisch). Wat de organisaties bieden, is te vinden op hun eigen websites. https://www.regiogv.nl/inkoopencontractbeheer/WMO/Maatschappelijkeondersteuning

Vraag 2: - “in de wijken in het samenspel tussen vrijwilligersactiviteiten en sociale professionals nabij”. Graag ontvangen we een concretere beschrijving van wat hiermee bedoeld wordt: verwacht u bijvoorbeeld dat mensen met een verstandelijke beperking of een psychische aandoening zich aanmelden voor line-dancing of boetseren en in een gewone groep gaan meedraaien? Wat betekent

“een sociale professional nabij”: zit deze aan de kant bij het line-dancen of het boetseren om de

“voorheen geïndiceerde” inwoner of de vrijwilligers ondersteuning te geven bij de uitvoering?

Antwoord 2: bovenstaande vraag is misschien wel treffend voor het beeld dat er soms is van inwoners met een ‘beperking’. We willen realiseren dat er vooral gekeken wordt naar talenten en minder vanuit mogelijke belemmeringen. Bijvoorbeeld inwoners met een verstandelijke beperking die veel plezier hebben én een zeer nuttige bijdrage leveren in de bediening van wijkcentrum St Joseph. Ander voorbeeld: dagbesteding aan inwoners met beginnende dementie, waarin de begeleiding plaatsvindt door een professional in combinatie met vrijwilligers. Of het voorbeeld van de buurtsportcoaches die

(14)

14 activiteiten organiseren waaraan inwoners – ook met belemmeringen- samen deelnemen. Een laatste voorbeeld: vanuit MEE wordt actief samengewerkt met ervaringsdeskundigen, vrijwilligers die soms inwoners met een ondersteuningsvraag beter kunnen bereiken, omdat zij de problematiek echt goed kennen. Er zijn dus al goede voorbeelden waar het in de samenwerking goed gaat, maar we zien dat dit nog veel meer uitgebreid zou kunnen worden. Hierin worden we ondersteund vanuit de analyse die we hebben gemaakt vanuit onze gegevens van het Sociaal Plein. Bij ca 2/3e van de ondersteuning vanuit de Wmo (begeleiding/dagbesteding) gaat het om lichtere ondersteuningsvormen. Overigens zal altijd de mogelijkheid blijven bestaan voor geïndiceerde zorg, voor de inwoners die specialistische ondersteuning nodig hebben.

Vraag 3: Hoe beoordeelt u het risico voor de inwoner of de vrijwilliger als activiteiten worden uitgevoerd zonder dat er een professional aanwezig is?

Antwoord 3: Professionals maken de afweging of er professionele ondersteuning nodig is, of dat er ook gewerkt kan worden met vrijwilligers of ervaringsdeskundigen. Overigens worden veel vrijwilligers/ervaringsdeskundigen professioneel begeleid en weten zij ook heel goed wanneer het belangrijk is om een professional erbij te betrekken.

Vraag 4: Wat heeft u gedaan aan burgerparticipatie bij de opzet van dit uitvoeringsplan? Welke inwoners, die tot nu toe geïndiceerd worden voor “individuele begeleiding” of “dagbesteding” heeft u betrokken? Wat vinden zij van dit idee?

Antwoord 4: Bij de concretisering van dit uitvoeringsplan betrekken we uiteraard de

inwoners/’cliënten’. Een voorbeeld van een project dat al in uitvoering is, is bijvoorbeeld Hilversum Zuid, waar we in nauw overleg met de inwoners vormgeven aan de vervanging van wijkcentrum de Lelie. Ook de mogelijkheid tot het vormgeven van eigen dagbesteding & begeleiding in de

Hilversumse Meent, onder begeleiding van Hilverzorg, komt vanuit de behoeften van inwoners. We realiseren ons dat veranderingen spannend kunnen zijn: voor inwoners én professionals. Maar als dit goed en zorgvuldig samen met de inwoners en professionals wordt gedaan, dan is dit zeker wel mogelijk. Een goed voorbeeld hiervan in Hilversum is de inloop GGZ. Sinds medio 2016 wordt deze inloop niet meer door een specialistische GGZ-instelling geleverd, maar door de welzijnsaanbieder.

De welzijnsaanbieder kan een beroep doen op gespecialiseerde ondersteuning, als dit nodig mocht zijn.

Vraag 5: Welke vrijwilligersclubs heeft u betrokken en wat vinden zij van dit idee?

Antwoord 5: wij hebben met verschillende uitvoerende organisaties over dit voorstel gesproken, ook met netwerkpartners zoals de Kerken. We betrekken uiteraard de vrijwilligers bij de verdere

uitwerking. Onderdeel van het voorstel is bijvoorbeeld dat we vrijwilligers betere ondersteuning willen bieden, door meer samenwerking te realiseren tussen de professionals die hen begeleiden. Die betere ondersteuning is gericht op de behoeften van de vrijwilligers. Daarnaast gaan we bijvoorbeeld ook in gesprek over het uitvoeringsplan met de adviesraad sociaal domein/cliëntenraad en halen we hun input op.

Vraag 6: Wat heeft u op dit moment concreet geregeld voor een betere en intensievere ambulante ondersteuning van verwarde mensen, iets waar Hart voor Hilversum al lang om vraagt?

Antwoord 6: Vanuit onze aanpak bescherming en opvang werken wij met de verschillende partners aan een goede aanpak en ondersteuning van inwoners met verward gedrag. Betrokken partners zijn bijvoorbeeld de politie, de woningcorporaties, de specialistische GGZ, verslavingszorg.

Eind 2017 is een projectleider gestart om preventie en vroegsignalering t.b.v. het programma Bescherming & Opvang, waaronder personen met verward gedrag, vorm te geven.

(15)

15

Dit jaar worden de eerste trainingen Mental Health First Aid (MHFA) gegeven aan professionals in onze regio.

OGGZ (crisis)meldpunt is 24/7 beschikbaar en wordt verder geprofessionaliseerd.

Project herstelacademie loopt. De herstelacademie richt zich op mensen die de uitdaging aangaan zich op psychisch vlak te versterken middels herstelwerkgroepen, cursussen, trainingen en workshops. Het is een plek waar inwoners terecht kunnen om te leren van elkaar, te participeren, te werken aan hun herstel en te groeien naar meer zelfredzaamheid.

FACT teams zijn actief in de wijken van Hilversum. FACT-teams behandelen en begeleiden mensen die een ernstige psychiatrische aandoening hebben in combinatie met problemen op andere

levensterreinen (wonen, werken, sociale contacten, financiën etc.). Deze behandeling en begeleiding vindt plaats in de eigen omgeving van de cliënt.

Een pilot sociaal medische zorg bij Cocon loopt met een straatdokter

De 112-meldkamer is aangesloten op GGZ crisisdienst, OGGZ crisismeldpunt en Veilig Thuis.

Haalbaarheidsonderzoek passend vervoer is gestart. Mensen worden zoveel mogelijk thuis beoordeeld.

Ambulancepersoneel is getraind in omgang verward gedrag

Het Sociaal plein is met regisseurs aanwezig in de netwerken in de wijken om sneller te kunnen reageren op problematiek zoals Personen met verward gedrag.

Antwoorden op de vragen van Groen Links (naar aanleiding van de RIB 2017-86). Deze vragen hebben een relatie met het uitvoeringsplan ‘ontmoeten en ondersteuning in de wijken’. GroenLinks heeft verzocht om agendering van de brief (RIB 2017-86). Na vele gesprekken in de afgelopen periode over de hoogte van de subsidie aan welzijnsorganisatie Versa is voorafgaand aan 2018

overeenstemming bereikt over de hoogte van het subsidiebedrag (3,3 miljoen euro) en duidelijkheid over wat Versa voor dat bedrag aan diensten kan bieden.

Samenvatting De afgelopen periode ging de discussie tussen gemeente en Versa over de hoogte van de bezuinigingen en hoe dat opgevangen zou moeten worden. De gemeente heeft diverse keren extra subsidie moeten verstrekken om wachtlijsten te verkleinen of gaten in dienstverlening te dichten.

Daarnaast wenste de gemeente een verschuiving te realiseren; namelijk laagdrempelig aanwezig zijn in de wijk, gebaseerde op de behoeften van de wijk.

Tevens is regelmatig gesproken over de sociale basisinfrastructuur in onze wijken; datgene wat de welzijnsinstelling aan zou moeten bieden. GroenLinks heeft meermaals betoogd dat welzijnswerk een basisvoorziening is, gericht op het laagdrempelig elkaar (la

werk.

Bij onderstaande vragen heeft GL gebruik gemaakt van de wijkprofielen, zoals deze door u zijn opgesteld (maart 2017).

Probleemstelling/doel In de bovengenoemde brief geeft het college aan wat Versa kan leveren aan diensten voor 3.3 miljoen euro. GroenLinks heeft daarover de volgende vragen aan het college en hoort graag de opvatting van de mede commissieleden.

Uit het overzicht (pag. 3 van de brief) blijkt dat: In de Meent geen algemeen maatschappelijk werk, buurtwerk, en activiteiten in het kader van wonen, welzijn en mantelzorg aangeboden kan worden. Uit

(16)

16 uw wijkprofiel blijkt dat in De Meent een grote groep zelfstandige inwoners woont waarvan 1/3 ouder is dan 65 jaar. Het beleid van de overheid is erop gericht om inwoners zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen. Wij begrijpen dan ook niet dat in deze wijk bij uitstek geen maatschappelijk werk of ondersteuning op het gebied van wonen, welzijn en mantelzorg wordt geboden.

In de wijk Oost biedt u geen algemeen maatschappelijk werk en ondersteuning op het gebied van WWM aan, in de wijk Zuidoost geen sociaal juridische dienstverlening. Niet duidelijk is of de inzet van Versa wordt geconcentreerd op en rondom het Riebeeckkwartier. Ook in deze wijk geldt dat wat GL betreft algemeen maatschappelijk werk behoort bij de basisvoorzieningen.

In de wijken Centrum en Noord West wordt geen enkele basisvoorziening geleverd. Dit terwijl in het centrum bijna 10.000 inwoners wonen en 70 nationaliteiten. Als er ergens ontmoeting georganiseerd zou kunnen worden om integratie te bevorderen is dat hier, waar ook buurtbewoners aangeven ontmoetingsruimte te willen hebben.

Vraag 1: op welke gronden heeft u bovenstaande afwegingen gemaakt?

Antwoord 1: Versa Welzijn heeft zelf aangegeven op welke terreinen zij kennis en expertise

beschikbaar hebben en waar zij deze willen inzetten in de verschillende wijken. De verdeling van de inzet is in nauw overleg gebeurd met ons. Voor de goede orde: alle wijken van Hilversum zullen worden bediend. Het college stuurt echter op meer samenwerking en samenhang in de dienstverlening tussen de verschillende organisaties. Dat geldt ook voor de basisvoorzieningen welzijn. Naast Versa Welzijn zal deze ook uitgevoerd worden door MEE (zie beantwoording vraag 2).

Vraag 2: kunt u aangeven dat – indien er basisvoorzieningen worden aangeboden – er daadwerkelijk voldoende formatie beschikbaar is?

Antwoord 2

samenwerking tussen Versa Welzijn en MEE. In alle wijken wordt op deze manier een goede basis voor het maatschappelijk werk georganiseerd. Elke wijk heeft dan een herkenbare maatschappelijk

-12 extra Sociaal Werkers in de wijken. Dit is onderdeel van het voorstel van het college.

zorginstellingen worden de basisvoorzieningen versterkt met expertise (waaronder maatschappelijk werk) vanuit deze organisaties.

Samenwerking zorg en welzijn U heeft aangegeven pilots te onderzoeken samen met zorg- en welzijnsinstellingen. Daar heeft GL niets op tegen. Daar waar effectief samengewerkt kan worden en versnippering wordt verkleind, kunt u rekenen op onze steun. Tegelijkertijd is er tussen zorg- en welzijnsinstellingen sprake van concurrentie en zoeken naar nieuwe afspraken. In de BVS van 13-12- 2017 hebben we kennis kunnen nemen van de diverse experimenten. Tevens gaf u daarbij aan dat Versa niet de enige aanbieder is van welzijnsdiensten.

Vraag 3: kunt u het overzicht van welzijnsdiensten completteren met de diensten die door andere aanbieders geleverd worden?

Antwoord vraag 3: In de subsidie afspraken met Versa Welzijn is afgesproken dat ze met

maatschappelijk werk in vier wijken actief zijn. Versa Welzijn en Mee hebben afgesproken dat per 1 februari Mee de andere vier wijken bedient. Daarmee is de basis aan algemeen maatschappelijk werk in de wijken per februari dekkend. Momenteel wordt met beide welzijnsorganisaties gekeken naar hoe het opbouwwerk versterkt kan worden in de wijken die vanuit de huidige subsidie nog niet worden bediend. Dit is onderdeel van het grotere plan waarin we een uitbreiding van Sociaal Werkers in de wijken met de zorg en welzijnspartners willen realiseren (conform het uitvoeringsplan). We willen dit komend half jaar met elkaar implementeren. We werken hieraan samen met de volgende organisaties:

Versa Welzijn, MEE, Sherpa, Philadelphia, Kwintes, GGZ Centraal, Het Leger des Heils, Hilverzorg, Amaris en Inovum en Zilveren Kruis. De samenwerkingsafspraken leggen we vast in een convenant.

(17)

17

Zorgen over wie niet mee kan doen.

GL heeft al eerder betoogd zich zorgen te maken over de vergrote kloof tussen rijk en arm. Daarin werd GL gesteund door o.a. het SCP. Die kloof is de afgelopen jaren groter geworden tussen mensen met veel kansen en opleiding en mensen met weinig kansen en opleiding. Die kloof zal nog groter worden gezien de flexibilisering van de arbeidsmarkt en verdergaande digitalisering. Daarnaast is overheidsbeleid erop gericht om ouderen zo lang als mogelijk zelfstandig te laten wonen. Daar hoort wat ons betreft bij dat, als er een basisvoorziening noodzakelijk wordt, deze in de buurt beschikbaar is.

GL is van mening dat er basisvoorzieningen in alle wijken van Hilversum aangeboden zouden moeten worden. Wij denken dat het in ieder’s leven kan voorkomen dat een steun in de rug zeer nodig is. De aanwezigheid van een laagdrempelige, algemeen toegankelijke voorziening is daarvoor noodzakelijk.

In eerdere gesprekken hebben we gesproken over de sociale infrastructuur, zonder blijkbaar volledige duidelijkheid te verschaffen over wat dat zou betekenen. Wat GL betreft betekent dit het in alle wijken aanbieden van

Maatschappelijk werk. Een ontmoetingsruimte

Vraag 4: kunt u aangeven welk budget er extra vrijgemaakt zou moeten worden indien er in alle wijken bovenstaande diensten zouden worden aangenomen?

Antwoord 4: in het uitvoeringsplan ‘ontmoeting en ondersteuning in de wijken’ is uitgewerkt op welke wijze het college de ondersteuning in de wijken komende twee jaren wil versterken. Het college gaat komende jaren investeren in:

willigers.

In de financiële paragraaf in dit plan is uitgewerkt hoe de versterking van deze voorzieningen komende twee jaren zal worden betaald.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

- volgt het CDA dat het plan nog te concretiseren is en wijst erop dat het plan voor Hilversum heel concreet wordt; het CDA wil weten wat er met de € 5 miljoen gaat

Bladzijde 3: de heer Marselje geeft aan dat zijn fractie heeft gezegd niet te willen meerwerken aan de plannen voor Spaardam-Oost en niet Spaarndam-West.. Bladzijde 4: de heer

Wel wil zij scenario 1 nader laten onderzoeken, maar als dit financieel niet haalbaar blijkt of de risico’s te groot zijn, moet dit duidelijk gecommuniceerd worden richting

De fractie Algemeen Belang zegt dat de ondernemer meerdere panden in Asten heeft die niet zo goed onderhouden zijn en dat dit ook niet meehelpt bij het gevoel dat de ondernemers

De fractie D66-HvA heeft een voorstel tot wijziging gedaan met betrekking tot het verslag van de vergadering van de commissie Algemene Zaken & Control van 17 ja- nuari

De fractie PGA/PvdA zegt dat er ook na juni situaties zullen zijn waarvan iedereen vindt dat daar iets aan moet worden gedaan.. Zij zegt dat het college hiervoor een tool moet

Momenteel wordt onderzocht welke kosten op basis van de gemaakte afspraken volledig voor rekening van de gemeente danwel Bergopwaarts zijn.. Destijds is eveneens de afspraak ge-

“Wij hebben een droom dat op een dag jonge mensen met een Autisme Spectrum Stoornis in de regio Eindhoven zelfstandig kunnen wonen onder professionele begeleiding.. Wonen op een