• No results found

RAPPORT KWALITEITSONDERZOEK SPECIAAL BASISONDERWIJS SBO DE VLIETHORST

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "RAPPORT KWALITEITSONDERZOEK SPECIAAL BASISONDERWIJS SBO DE VLIETHORST"

Copied!
15
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAPPORT KWALITEITSONDERZOEK SPECIAAL BASISONDERWIJS

SBO DE VLIETHORST

School : SBO De Vliethorst

Plaats : Leidschendam

BRIN-nummer : 20LI Onderzoeksnummer : 108300

Datum schoolbezoek : 8 en 9 oktober 2008 Datum vaststelling :19 januari 2009

(2)
(3)

Rapport kwaliteitsonderzoek speciaal basisonderwijs SBO De Vliethorst - 8 en 9 oktober 2008

3

INHOUDSOPGAVE

1 INLEIDING ... 5

2 KWALITEITSPROFIEL... 7

3 BESCHOUWING ... 11

4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT... 15

(4)
(5)

Rapport kwaliteitsonderzoek speciaal basisonderwijs SBO De Vliethorst - 8 en 9 oktober 2008

5

1 INLEIDING

Het kwaliteitsonderzoek

Op 8 en 9 oktober 2008 bezocht de Inspectie van het Onderwijs

SBO De Vliethorst in het kader van een kwaliteitsonderzoek. Daarbij heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de (kern)indicatoren van een aantal

kwaliteitsaspecten, op grond van het door de inspectie gehanteerde Toezichtkader primair onderwijs 2005.

Bij dit kwaliteitsonderzoek beoordeelt de inspectie de kwaliteit van het onderwijs op aspecten die samenhangen met de kwaliteitszorg, het onderwijsproces en de opbrengsten. Deze indicatoren vormen samen de basisset van het kwaliteitsonderzoek. Ook beoordeelt de inspectie een aantal onderdelen van wet- en regelgeving.

De resultaten van het onderzoek zullen tevens worden gebruikt voor een themaonderzoek naar de kwaliteitsverbetering van het speciaal basisonderwijs.

Dit themaonderzoek is een vervolg op het rapport "De kwaliteit van het speciaal basisonderwijs in 2005 en 2006 - rapportage van een onderzoek door de Inspectie van het Onderwijs".

De kwaliteitsaspecten zijn uitgewerkt in het door de inspectie gehanteerde waarderingskader voor het speciaal basisonderwijs. In de brochure

'Toezichtkader PO 2005' vindt u achtergrondinformatie over de indicatoren die de inspectie bij haar toezicht hanteert. U kunt deze brochure downloaden van de website van de inspectie: www.onderwijsinspectie.nl.

Op grond van het kwaliteitsprofiel van de school dat naar aanleiding van een vorig inspectiebezoek is opgemaakt, op basis van risicofactoren die bij de inspectie bekend zijn of afspraken die met de school zijn gemaakt, of op basis van de informatie die door de school is toegestuurd kan de inspectie besluiten om niet alleen de basisset te onderzoeken maar meer indicatoren bij het onderzoek te betrekken. Dit is bij de school niet aan de orde geweest.

Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald cluster van indicatoren voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan in overleg tussen bestuur en inspectie besloten worden om de oordelen uit de zelfevaluatie alleen te verifiëren en deze niet zelf opnieuw te onderzoeken. Zo sluit de inspectie niet alleen aan bij de specifieke situatie van de school, maar wordt de school bovendien niet onnodig belast.

De school heeft naast de schoolgids en het schoolplan geen documenten ingestuurd die op de zelfevaluatie-activiteiten betrekking hebben.

De opzet van het onderzoek

Het periodiek kwaliteitsonderzoek bestond uit de volgende activiteiten.

• Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn.

• Analyse van documenten die de school voorafgaand aan het

schoolbezoek heeft toegestuurd. Ook de vragenlijst 'Kwaliteitsonderzoek 2008 scholen voor speciaal basisonderwijs' is bij de analyse betrokken.

(6)

Rapport kwaliteitsonderzoek speciaal basisonderwijs SBO De Vliethorst - 8 en 9 oktober 2008

6

• Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen Nederlandse taal en lessen rekenen en wiskunde. Deze lesbezoeken vonden plaats in JRK groep (Kikkers); de onderbouw, twee middenbouw groepen en drie bovenbouw

groepen. Daarnaast is een activiteit voor remediëring van leesachterstand en een taalactiviteit in de speciale zorggroep

bijgewoond.

• Analyse van handelingsplannen, groepsplannen en leerlingdossiers.

• Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van de basisset van indicatoren gesprekken gevoerd met de directie. Op uw school is verder een gesprek gevoerd met leraren en de schoolpsycholoog.

• Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de

kwaliteitsoordelen en de conclusies van het schoolbezoek besproken met de directie.

De inhoud van het rapport

Het onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs levert een kwaliteitsprofiel op van de school (hoofdstuk 2). In hoofdstuk 3 wordt een beschouwing gegeven over de geconstateerde kwaliteit en wordt deze onder andere bezien in relatie tot de context of uitgangssituatie van de school. Indien van

toepassing worden in deze beschouwing ook de toegevoegde indicatoren betrokken.

In hoofdstuk 4 is het vervolgtoezicht aangegeven en worden, indien noodzakelijk, afspraken vermeld met betrekking tot wettelijke bepalingen waaraan de school niet voldoet.

(7)

Rapport kwaliteitsonderzoek speciaal basisonderwijs SBO De Vliethorst - 8 en 9 oktober 2008

7

2 KWALITEITSPROFIEL

Het kwaliteitsprofiel geeft een overzicht van de waarderingen die de inspectie heeft toegekend aan kernindicatoren die betrekking hebben op belangrijke kenmerken van goed onderwijs. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs.

In de waardering is tot uitdrukking gebracht in welke mate de indicatoren bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs:

1. draagt niet of nauwelijks bij;

2. draagt onvoldoende bij;

3. draagt voldoende bij;

4. draagt in hoge mate bij;

5. niet te beoordelen (alleen bij Resultaten). Deze waardering is gegeven indien de school over bepaalde indicatoren geen betrouwbare en valide gegevens beschikbaar heeft.

Het kwaliteitsprofiel van SBO De Vliethorst Kwaliteitszorg

1 2 3 4

1.1 De school heeft inzicht in de verschillen in

onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. l

1.2 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van

haar opbrengsten. l

1.3 De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen. l 1.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. l 1.5 De school borgt de kwaliteit van het leren en onderwijzen. l 1.7 De school waarborgt de sociale veiligheid voor leerlingen en

personeel. l

Leerstofaanbod

1 2 3 4

3.1 De aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en voor

rekenen en wiskunde zijn dekkend voor de kerndoelen. l 3.4 De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en

wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en

met het niveau van leerjaar 8. l

3.5 De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar

aan. l

3.6 De leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde zijn afgestemd op de onderwijsbehoeften van

individuele leerlingen. l

3.8 De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlingengewicht biedt leerinhouden aan bij Nederlandse taal die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand.

l

(8)

Rapport kwaliteitsonderzoek speciaal basisonderwijs SBO De Vliethorst - 8 en 9 oktober 2008

8 Didactisch handelen

1 2 3 4

6.1 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. l

6.3 De leraren leggen duidelijk uit. l

6.6 De leraren geven de leerlingen feedback op hun leer- en

ontwikkelingsproces. l

8.1 De leerlingen zijn actief betrokken bij de

onderwijsactiviteiten. l

Afstemming

1 2 3 4

4.1 De school heeft voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde onderwijstijd gepland conform het landelijk gemiddelde

van scholen met een vergelijkbare leerlingenpopulatie. l 4.5 De school stemt de hoeveelheid tijd voor leren en

onderwijzen bij Nederlandse taal en rekenen en wiskunde af op

de onderwijsbehoeften van leerlingen. l

7.1 De leraren volgen de vorderingen van hun leerlingen

systematisch. l

7.2 De leraren analyseren de vorderingen van de leerlingen om vast te stellen wat de aanpassingen van het aanbod en/of het

onderwijsleerproces moeten zijn voor de groep. l

7.3.1 De leraren stemmen de instructie af op de verschillen in

ontwikkeling tussen de leerlingen. l

7.3.2 De leraren stemmen de verwerking af op de verschillen in

ontwikkeling tussen de leerlingen. l

Begeleiding

1 2 3 4

10.1 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en

de ontwikkeling van de leerlingen. l

10.3 De school stelt bij plaatsing voor iedere leerling een

ontwikkelingsperspectief vast. l

10.5 De school volgt of de leerling zich ontwikkelt conform het ontwikkelingsperspectief en maakt naar aanleiding hiervan

beredeneerde keuzes. l

Zorg

1 2 3 4

11.1 De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig

hebben. l

11.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens,

bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. l

11.3 De school voert de zorg planmatig uit. l

11.4 De school gaat de effecten van de zorg na. l

Resultaten

1 2 3 4 5

12.1 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.

l

(9)

Rapport kwaliteitsonderzoek speciaal basisonderwijs SBO De Vliethorst - 8 en 9 oktober 2008

9 Wet- en regelgeving 1 = ja, 2 = nee

1 2

W1 De school heeft de vastgestelde schoolgids aan de inspectie

toegestuurd. l

W2 De school heeft het vastgestelde schoolplan aan de inspectie

toegestuurd. l

W3 Het bestuur heeft het vastgestelde zorgplan aan de inspectie

toegestuurd. l

W4 De geplande onderwijstijd voldoet aan de wettelijke vereisten. l

(10)
(11)

Rapport kwaliteitsonderzoek speciaal basisonderwijs SBO De Vliethorst - 8 en 9 oktober 2008

11

3 BESCHOUWING

In dit hoofdstuk wordt een beschouwing gegeven over de kwaliteit van het onderwijs op de school. In paragraaf 3.1 beschrijft de inspectie de

uitgangssituatie van de school aan de hand van de context en memoreert zij daarna de eerdere inspectiebezoeken. In paragraaf 3.2 brengt zij deze

gegevens in relatie met de gegeven waarderingen en begint met een algemeen beeld over de kwaliteit. Vervolgens gaat de inspectie kort in op de voor dit onderzoek belangrijke aspecten 'Begeleiding' en 'Opbrengsten'. Tenslotte noemt zij onderdelen waarvoor kwaliteitsverbetering noodzakelijk is of waar er aandachtpunten zijn voor de verdere schoolontwikkeling.

3.1 Context Leerlingen

Het leerlingenaantal is op De Vliethorst in vijf jaar gedaald met bijna vijftig leerlingen tot een totaal aantal van 108 leerlingen bij de teldatum van het afgelopen schooljaar. De leerlingen zitten vooral in de leeftijdscategorie van 9 jaar en ouder. Er is een gering aantal kleuters op de school.

Ontwikkelingen met betrekking tot passend onderwijs

De school heeft een aantal kinderen van cluster 2, 3 en 4. Zij heeft al jaren een speciale zorggroep voor kinderen die binnen het autistisch spectrum vallen.

Het samenwerkingsverband is het afgelopen jaar gefuseerd met Rijswijk en Voorburg. Het samenwerkingsverband wil naar één loket van aanmelding overgaan.

Eerdere inspectiebezoeken

De inspectie heeft in 2006 een periodiek kwaliteitsonderzoek uitgevoerd op De Vliethorst. De kwaliteit van het leerproces was destijds overwegend

voldoende. De school werkte echter nog niet met ontwikkelingsperspectieven.

Er zijn aandachtspunten genoemd met betrekking tot de kwaliteitszorg, het pedagogisch didactisch handelen en het maken van en sturen op

ontwikkelingsperspectieven.De school is naar aanleiding van het inspectie- onderzoek in 2006 als risicovol gekwalificeerd.

(12)

Rapport kwaliteitsonderzoek speciaal basisonderwijs SBO De Vliethorst - 8 en 9 oktober 2008

12 3.2 De Kwaliteit

Algemeen beeld

De kwaliteit van het onderwijsleerproces op SBO De Vliethorst is bij nagenoeg alle bestudeerde kwaliteitsaspecten van voldoende niveau (het leerstofaanbod, het pedagogisch en didactisch handelen, de leerlingenzorg en begeleiding). De kwaliteitszorg is ook voldoende. De inspectie is zeer te spreken over de ordelijkheid, de rustige sfeer en de aandacht voor de kinderen. De school gebruikt verschillende modelformulieren om het onderwijs te organiseren. Het leerstofaanbod bij rekenen en wiskunde bijvoorbeeld, wordt in alle groepen zowel in termen van leerdoelen als in termen van onderdeel van de methode voor een periode gepland in daarvoor bestemde modelformulieren. Voor leerlingen die extra begeleiding nodig hebben maken de leerkrachten

handelingsplannen. De vorderingen van de leerlingen worden bijgehouden in duidelijke overzichten.

De leerkrachten laten in hun pedagogische benadering van de leerlingen zien dat zij aandacht hebben voor de ervaringen en voor de pedagogische behoeften van de leerlingen. Ook in het didactisch handelen blijkt deze aandacht voor de leerlingen. De leerkrachten beginnen de lessen namelijk vaak met het

benoemen van het lesdoel en zij gaan steeds na of de leerlingen de les volgen.

Daarbij laten zij wel te vaak het lesdoel verder onbesproken. In dit kader merkt de inspectie ook op dat de groepsleerkrachten weinig aandacht schenken aan de denkstrategieën van de leerlingen (6.6).

De inspectie vraagt aandacht voor het aanbod bij begrijpend lezen en mondelinge taalvaardigheid. De school heeft namelijk een integrale

taalmethode. Voor begrijpend lezen maakt zij naast deze methode ook gebruik van additioneel materiaal. De school maakt in haar leerstofplanning

onvoldoende duidelijk dat de kerndoelen bij begrijpend lezen en mondelinge taal wel consequent worden aangeboden.

Door gebrek aan een planning van het leerstofaanbod dat zichtbaar gerelateerd is aan de mogelijkheden van de leerlingen, blijft het onduidelijk of het

werktempo bij een aantal leerlingen niet hoger kan.

'Begeleiding' en 'Opbrengsten'

De ontwikkeling van de leerlingen wordt gevolgd met methodeonafhankelijke toetsen. Ook de sociaal emotionele ontwikkeling wordt systematisch gevolgd.

De school maakt sinds halverwege vorig schooljaar

ontwikkelingsperspectieven. Aan het begin van dit schooljaar had de school voor alle leerlingen met uitzondering van de kleuters en de groep 3 leerlingen, ontwikkelingsperspectieven vastgesteld (10.3). De school heeft voor de kleuters nog geen uitstroomperspectief, maar wel een verwachting van het te beheersen aanbod bij rekenen en technisch lezen in groep 3 voor een periode van telkens drie maanden. Dit wordt na drie maanden geëvalueerd in de Interne Zorgcommissie en zo nodig bijgesteld, of er wordt extra hulp gegeven.

De ontwikkelingsperspectieven worden door de groepsleerkrachten nog niet gebruikt om het aanbod te plannen. Het wordt ook nog niet gebruikt als criterium voor voldoende ontwikkeling (10.5) bij het evalueren van

toetsprestaties. Hierdoor is het met name onduidelijk of het tempo waarmee de leerlingen de leerstof verwerken het meest haalbare is.

(13)

Rapport kwaliteitsonderzoek speciaal basisonderwijs SBO De Vliethorst - 8 en 9 oktober 2008

13 De inspectie spreekt geen oordeel uit over de opbrengsten. Voor de leerlingen die het afgelopen schooljaar zijn uitgestroomd naar het voortgezet onderwijs was het ontwikkelingsperspectief slechts een half jaar eerder vastgesteld. De school kan bovendien niet aantonen dat zij doelgericht aanstuurt op minimaal het behalen van het ontwikkelingsperspectief. De inspectie stelt wèl vast dat nagenoeg alle leerlingen op het niveau uitstromen dat ook is 'berekend' in het ontwikkelingsperspectief. Een aantal leerlingen is zelfs hoger uitgestroomd dan verwacht.

Samenvattend: Aandachtspunten voor de verdere schoolontwikkeling 1. De groepsleerkrachten noemen nagenoeg consequent het lesdoel bij aanvang van de les. Tijdens de les wordt echter nauwelijks meer gerefereerd aan het lesdoel en aan het eind van de les wordt niet gereflecteerd over de mate waarin de leerlingen ervaren dat zij het lesdoel hebben gehaald.

2. De school kan nagaan of zij bij sommige leerlingen het werktempo kan verhogen, met name voor die leerlingen waarvan de school in het

ontwikkelingsperspectief aangeeft te verwachten dat de leerling met een beperkte achterstand in het leerstofaanbod de school zal verlaten.

3. Het aanbod bij begrijpend lezen en bij mondelinge taalvaardigheid is in tegenstelling tot het aanbod bij rekenen en wiskunde, spelling en technisch lezen en andere taalvaardigheden, onvoldoende zichtbaar. De school gebruikt een methode en een aanvulling op een methode, maar maakt het aanbod per groep of per leerling onvoldoende zichtbaar. Hierdoor is de door gaande lijn voor begrijpend lezen en mondelinge taalvaardigheid niet zichtbaar. Ook de mate waarin de kerndoelen bij deze twee leergebieden worden aangeboden, is hierdoor onduidelijk.

4. De inspectie stelt tevens vast dat de school niet zichtbaar maakt dat het de ontwikkeling van de leerling voldoende stuurt tot het minimaal behalen van het gestelde niveau in het ontwikkelingsperspectief (liefst per leergebied).

(14)
(15)

Rapport kwaliteitsonderzoek speciaal basisonderwijs SBO De Vliethorst - 8 en 9 oktober 2008

15

4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT

In dit hoofdstuk beschrijft de inspectie het toegekende toezichtarrangement.

Eerst gaat zij in op de naleving van de onderzochte wettelijke bepalingen (paragraaf 4.1). Daarna volgt het toezichtarrangement dat op basis van het kwaliteitsonderzoek wordt toegekend.

4.1 Naleving wet- en regelgeving

Bij dit kwaliteitsonderzoek heeft de inspectie ook een onderzoek gedaan naar de naleving van een aantal wettelijke voorschriften. Dit onderzoek betrof de wettelijke voorschriften over de geplande onderwijstijd en over een door het bevoegd gezag vastgestelde schoolgids en schoolplan. De uitkomsten van het onderzoek zijn weergegeven in onderstaande tabel.

Schoolplan in art. 16 lid 1 en 3 WPO wel aanwezig Schoolgids in art.16 lid 2 en 3 WPO wel aanwezig Zorgplan in art. 19, lid 1 en 3 WPO wel aanwezig

Onderwijstijd in art. 8 lid 7, onder b WPO wel voldaan aan naleving Op basis van dit onderzoek concludeert de inspectie dat de SBO school De Vliethorst aan deze wettelijke bepalingen voldoet.

4.2 Toezichtarrangement Kwaliteit van het onderwijs:

Op basis van dit onderzoek heeft de inspectie voor de SBO school De Vliethorst een basisarrangement vastgesteld.Dit betekent dat de inspectie vertrouwen heeft in de ontwikkeling van de school. De aangetroffen kwaliteit van het onderwijs op de school is duidelijk verbeterd mede door het formuleren van ontwikkelingsperspectieven. Het eerdere oordeel dat er sprake was van een risicovolle school, vraagt dan ook om een aanpassing.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan

Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan

Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan

Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan

Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan

Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan

Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan

Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan