• No results found

CONCEPTRAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE XAVERIUSSCHOOL SO-AFDELING CLUSTER 4

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "CONCEPTRAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE XAVERIUSSCHOOL SO-AFDELING CLUSTER 4"

Copied!
13
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

CONCEPTRAPPORT VAN BEVINDINGEN

KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE XAVERIUSSCHOOL

SO-AFDELING CLUSTER 4

Plaats : Sittard, Geleen en Guttecoven

BRIN-nummer : 04EP

Arrangementsnummer :

Onderzoek uitgevoerd op : 31 januari en 1 februari 2011 Rapport vastgesteld te Eindhoven op <datum>

(2)
(3)

INHOUDSOPGAVE

1. INLEIDING...5 2. BEVINDINGEN ...7 3. TOEZICHTARRANGEMENT... 13

(4)
(5)

1. INLEIDING

De Inspectie van het Onderwijs voerde op 31 januari en 1 februari 2011 een onderzoek uit op de so-locaties van de Xaveriusschool te Sittard, Geleen en Guttecoven om een oordeel te kunnen uitspreken over de kwaliteit van het onderwijs en over de naleving van wet- en regelgeving. De Xaveriusschool is een school voor so/vso zmok.

Aanleiding

Ter voorbereiding op het jaarlijks bestuurgesprek voerde de inspectie in december 2010 voor de Xaveriusschool een risicoanalyse uit. Deze analyse gaf de inspectie geen directe aanleiding het toezicht te intensiveren. In 2006 vond echter voor het laatst een kwaliteitsonderzoek op locatie plaats, waarbij de inspectie ook de klassen bezocht. In het kader van de vierjaarscyclus van het inspectietoezicht heeft de inspectie daarom in overleg met het bestuur besloten in het eerste kwartaal van 2011 een kwaliteitsonderzoek uit te voeren om het profiel van de school te actualiseren. In dit onderzoek gaat zij tevens na of de school aan enkele wettelijke voorschriften voldoet. So-locatie de Triangel te Holtum laat de inspectie bij dit onderzoek buiten beschouwing. Zij bezoekt deze locatie in schooljaar 2011/2012 in het kader van een landelijk onderzoek naar de kwaliteit van onderwijs aan leerlingen die geplaatst zijn in een medisch kinderdagverblijf (mkd).

Onderzoeksopzet

Deze rapportage is gebaseerd op:

- Onderzoek en analyse van documenten die voorafgaand aan het onderzoek bij de inspectie aanwezig waren, waaronder het schoolplan 2007/2011, de schoolgids 2010/2011 en het jaarverslag 2009/2010.

- Onderzoek op locatie, waarbij de inspectie:

• leerlingendossiers, handelingsplannen en talrijke beleidsdocumenten bestudeerde;

• de onderwijspraktijk in de groepen observeerde;

• gesprekken voerde met de directie, leden van de commissie voor de begeleiding en leraren.

Uit het waarderingskader onderzocht de inspectie de basisset van indicatoren met uitzondering van indicator 10.6. De inspectie voerde bij dit onderzoek geen gesprek met ouders en

beschikte over te weinig actuele, objectieve gegevens om deze indicator te kunnen

beoordelen. Om het belang van de kwaliteitszorg te benadrukken in relatie tot het borgen en verder ontwikkelen van de gerealiseerde basiskwaliteit, voegde de inspectie de indicatoren uit het aspect 'cyclisch proces van kwaliteitszorg' aan het onderzoek toe.

Na afloop van het onderzoek besprak de inspectie de bevindingen met de directie van de school en een vertegenwoordiger van het bevoegd gezag.

(6)

Toezichtkader

De inspectie baseert zich bij haar onderzoek op het toezichtkader speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs 2005. In het jaarwerkplan verantwoordt de inspectie verder welke wettelijke aspecten zij onderzoekt.

Deze documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl.

Opbouw rapport

In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek op het gebied van de

onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften. Daarna volgt een beschouwing waarin de inspectie tekortkomingen toelicht en de schoolontwikkeling waar mogelijk in samenhang beschrijft. Hoofdstuk 3 bevat het toezichtarrangement.

(7)

2. BEVINDINGEN

2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel

In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader (voortgezet) speciaal onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de school de desbetreffende indicator heeft gerealiseerd. De inspectie onderzocht daarnaast of de school voldoet aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften.

Legenda:

1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed

5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) Cyclisch proces kwaliteitszorg

1 2 3 4

1.1 De school heeft inzicht in de verschillen in onderwijsbehoeften van haar

leerlingenpopulatie.

1.2 De school hanteert een onderwijsconcept dat aansluit bij haar

leerlingenpopulatie.

1.3 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar

opbrengsten.

1.4 De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen.

1.5 De school evalueert regelmatig de leerlingenzorg.

1.6 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten.

1.7 De school borgt de kwaliteit van het leren en onderwijzen en de

leerlingenzorg.

1.8 De school rapporteert aan belanghebbenden inzichtelijk over de

gerealiseerde kwaliteit van haar onderwijs.

Systeem van leerlingenzorg

1 2 3 4

3.1 De commissie voor de begeleiding bepaalt de onderwijsrelevante

beginsituatie van de leerlingen.

3.3 De school stelt een handelingsplan vast in overeenstemming met de

ouders.

3.5 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de vorderingen en ontwikkeling van de leerlingen.

3.8 De commissie voor de begeleiding evalueert de uitvoering van het

handelingsplan.

Functionaliteit handelingsplanning

1 2 3 4

4.1 De leerinhouden komen overeen met de afspraken in de documenten voor

handelingsplanning.

(8)

Leerstofaanbod

1 2 3 4

5.1 De school hanteert een leerstofaanbod voor de schoolse vakken. 5.4 Het leerstofaanbod sluit aan op het uitstroomperspectief van de leerlingen. 5.5 Het leerstofaanbod maakt het mogelijk gericht in te spelen op verschillen

tussen leerlingen.

Onderwijstijd

1 2 3 4

6.3 De teamleden maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. 6.4 De school stemt de hoeveelheid tijd af op de onderwijsbehoeften van

(individuele) leerlingen.

(Ortho)pedagogisch handelen

1 2 3 4

7.2 De teamleden gaan op een respectvolle wijze met de leerlingen om.

7.4 De teamleden handhaven de gedragsregels.

7.6 De teamleden stemmen hun (ortho)pedagogisch handelen af op de

onderwijsbehoeften van de leerlingen.

(Ortho)didactisch handelen

1 2 3 4

8.2 De leraren leggen duidelijk uit.

8.4 De leraren stimuleren de leerlingen tot denken.

8.5 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer.

8.7 De leraren stemmen de instructie en verwerking af op de

onderwijsbehoeften van de leerling.

Actieve en zelfstandige rol leerlingen

1 2 3 4

9.1 De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. 9.3 De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun

leerproces, die past bij hun ontwikkelingsniveau.

Schoolklimaat

1 2 3 4

10.1 De school heeft inzicht in de beleving van de sociale veiligheid door leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op school voordoen.

10.2 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen van

incidenten in en om de school.

10.3 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op afhandeling van

incidenten in en om de school.

10.4 De leerlingen en de teamleden voelen zich aantoonbaar veilig op school.

Opbrengsten

1 2 3 4 5

11.4 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingen mag worden verwacht.

Wet- en regelgeving

ja nee De school heeft de vastgestelde schoolgids aan de inspectie toegestuurd (WEC, artikel 27).

De school heeft het vastgestelde schoolplan aan de inspectie toegestuurd (WEC, artikel 27). De onderwijstijd voldoet aan de wettelijke voorschriften (WEC, artikel 11).

(9)

2.2 Beschouwing Algemeen beeld

De inspectie concludeert dat het niveau van de kwaliteit van het onderwijs op de so-afdeling van De Xaveriusschool, voldoende is. Zij komt tot dit oordeel op basis van de beslisregel die zij toepast op het aspect ‘systeem van leerlingenzorg’. Drie van de vier normindicatoren binnen dit aspect zijn voldoende. Alleen de evaluatie van de handelingsplannen schiet op enkele punten nog tekort. Over het aspect ‘cyclisch proces kwaliteitszorg’ oordeelt de inspectie eveneens overwegend positief. Het is een school met een directie die steeds op zoek is naar nieuwe mogelijkheden voor leerlingen om zich optimaal te ontwikkelen. Op schoolniveau zijn de locaties met verschillende doelgroepen en de samenwerking met een school voor speciaal basisonderwijs daarvan bijzondere voorbeelden. Ook de kwaliteit van het primaire proces is op de meeste aspecten voldoende. Aan de basis van de onderwijspraktijk ligt een goed

pedagogisch klimaat met veel aandacht voor orde, structuur, veiligheid en welbevinden.

De inspectie heeft één tekortkoming vastgesteld in de naleving van wet- en regelgeving.

Deze heeft betrekking op de samenstelling van de commissie voor de begeleiding.

Toelichting

Cyclisch systeem kwaliteitszorg

De school beschikt over een samenhangend systeem van kwaliteitszorg dat grotendeels voorziet in het behoud en de planmatige verbetering van de kwaliteit van het onderwijs.

De drie so-locaties, die de inspectie bezocht, weerspiegelen het streven van de school om zo goed mogelijk af te stemmen op de verschillen in onderwijsbehoeften van groepen leerlingen.

Zo kent de school een so-locatie voor zmok leerlingen en twee so-locaties voor leerlingen met een stoornis in het autistisch spectrum. Voor de autistische leerlingen maakt zij vervolgens onderscheid tussen leerlingen die naar verwachting wel of niet in staat zijn te schakelen naar regulier onderwijs. Die verwachting probeert de school zo goed mogelijk te relateren aan factoren, die voor uitstroom naar regulier onderwijs relevant zijn.

De school heeft de goede gewoonte beleid, afspraken en procedures vast te leggen. Zij is voornemens de talrijke documenten waarover zij beschikt in een digitaal kwaliteitshandboek samen te brengen. Dat zou het gemakkelijker maken de grote hoeveelheid informatie te raadplegen en deze actueel te houden. Op dit moment zijn dat nog aandachtspunten.

Uit de documenten valt in voldoende mate op te maken welke visie en uitgangspunten de school hanteert voor het onderwijs aan de verschillende doelgroepen. Deze uitgangspunten vormen het onderwijsconcept dat tevens referentiekader is voor activiteiten van zelfevaluatie en borging. De vertaling van het concept naar concreet meetbare doelen is onder andere terug te vinden bij de indicatoren van de tevredenheidonderzoeken die de school cyclisch uitvoert onder ouders, leerlingen, medewerkers en externen. Het beeld van de kwaliteit van onderwijs dat de school zich met deze onderzoeken verwerft, vult zij aan tijdens overlegmomenten, groeps- en leerlingbesprekingen en aan de hand van evaluaties van jaarplannen. Ook de bevindingen naar aanleiding van klassenobservaties, die regelmatig plaatsvinden, zijn in dit opzicht van belang. Daarbij ontbreekt echter een doelgerichte kijkwijzer.

(10)

De zelfevaluatie voor de domeinen leerlingenzorg en leren en onderwijzen verloopt cyclisch en systematisch. Van een soortgelijke werkwijze om de kwaliteit van de opbrengsten te meten, is echter nog onvoldoende sprake (indicator 1.3). Om dat te realiseren moet de school concrete streefdoelen en normen voor opbrengsten formuleren en deze verbinden aan leerroutes en uitstroombestemmingen. Zij kan dan voor alle leer- en ontwikkelingsgebieden de resultaten op school- en groepsniveau met een beoogde verwachting vergelijken en onderbouwde conclusies trekken voor schoolbeleid. Zover is de school op dit moment nog niet, maar met de introductie van profielen en ontwikkelingsperspectieven ontwikkelt zij zich in de goede richting. Positief zijn bovendien de analyses van leerresultaten die de school al wel gemaakt heeft. Dat leidde bijvoorbeeld tot verbeteringen voor het vak lezen.

Systeem van leerlingenzorg en opbrengsten

De so-afdeling van de Xaveriusschool beschikken over een cyclisch systeem van

leerlingenzorg. In een beleidsdocument liggen formats, procedures en afspraken vast, die op alle locaties eenzelfde toepassing vinden. De evaluatie van de uitvoering van de

handelingsplannen behoeft verbetering.

Voor iedere nieuwe leerling komt op voordracht van de commissie voor de begeleiding en in overeenstemming met ouders een eerste individueel handelingsplan tot stand. De school noemt dit plan een ontwikkelingsplan. Het brengt in voldoende mate de startsituatie in beeld en geeft relevante aanknopingspunten voor de eerste ontwikkeldoelen op verschillende vak- en vormingsgebieden. Deze doelen liggen vast in een plan van aanpak dat als bijlage aan het ontwikkelingsplan is toegevoegd. Ook is in het plan vanaf groep 5 een eerste versie van een ontwikkelingsperspectief opgenomen.

Om de vorderingen en de ontwikkeling van de leerlingen over de volle breedte te volgen en te meten gebruikt de school diverse instrumenten. Voor de didactische ontwikkeling neemt zij naast methodegebonden toetsen periodiek methodeonafhankelijke toetsen af op basis van een toetskalender. Indien mogelijk nemen leerlingen ook deel aan een eindtoets. Met behulp van onder andere een sociale competentielijst, gedragsvragenlijsten en de meervoudige

intelligentiecirkel vormt de school zich een beeld van de sociaal-emotionele ontwikkeling.

Daarnaast geeft een logboek met gedragspatroongrafiek zicht op het dagelijks functioneren van de leerling.

Drie maal per jaar evalueert de school de ontwikkelingsplannen, waarbij zij de ouders in voldoende mate betrekt. De kwaliteit van de evaluatie schiet echter om een aantal redenen tekort (indicator 3.8). Zo zijn de doelen in de ontwikkelingsplannen niet altijd scherp geformuleerd en daardoor soms onvoldoende meetbaar. Dat geldt met name voor de

pedagogische doelen. Op didactisch gebied volgen de leerlingen de leerstof uit methodes, die in het plan van aanpak per periode vast ligt. Wanneer toetsresultaten uitwijzen dat leerlingen dit doel niet realiseren of juist meer stof aankunnen, passen leraren in de meeste gevallen het tempo aan en stellen zij het aanbod bij. Het handelingsplan laat onvoldoende zien dat zij bij de evaluatie een analyse van factoren betrekken, die ook tot andere keuzes kan leiden dan alleen het bijstellen van de hoeveelheid leerstof. Te denken valt bijvoorbeeld aan meer of minder onderwijstijd in afwijking van het rooster, een andere aanpak of een specifieker doel. Ook blijkt niet dat het aanbod in relatie staat tot een beoogd perspectief dat de leerling op grond van zijn kenmerken minimaal zou moeten bereiken. Of groei ook optimale groei betekent, kan de school op deze wijze onvoldoende aantonen. Dat is tevens een van de redenen waarom de inspectie de opbrengsten van de school niet kan beoordelen. Een andere reden is het feit dat

(11)

noch bij de school noch bij de inspectie, normen beschikbaar zijn om de tussen- en

eindresultaten van leerlingen te wegen en er een oordeel aan te verbinden (indicator 11.4).

Onderwijspraktijk

De meeste aspecten van het primaire proces hebben de kenmerken van basiskwaliteit.

De afstemming op de specifieke onderwijsbehoeften van de leerlingen kan de school in bepaalde opzichten nog verbeteren.

Leraren realiseren een veilige werksfeer en zorgen voor orde, rust en structuur. De lessen zijn doelgericht en de leerlingen tonen zich actief betrokken. Veel aandacht gaat uit naar een goede werkhouding en sociaal gedrag. Om dit te bevorderen werken de leraren met een dagelijkse logboekregistratie, een beloningssysteem en werkpunten voor leerlingen. Hiermee proberen zij tevens te stimuleren dat leerlingen zelf verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen ontwikkeling. Ook uitgestelde aandacht, taakbrieven, klaarklappers en keuzewerk dienen dat doel.

Afstemming van tijd komt vooral voor in de vorm van tempodifferentiatie. De inspectie heeft geen beleid aangetroffen dat de keuzes voor tijdsbesteding onderbouwt en een relatie legt met de onderwijsbehoeften van groepen en/of individuele leerlingen (indicator 6.4). Daardoor is niet traceerbaar of de school de factor tijd benut om leerlingen een perspectief te laten bereiken, bijvoorbeeld door indien nodig van het rooster af te wijken.

De school heeft een methodisch aanbod waarmee zij de leerlingen kan voorbereiden op uitstroom naar mogelijke vervolgopleidingen. Dit aanbod maakt het tevens mogelijk te differentiëren. Bij met name de verwerking van het leerstofaanbod merken leraren dat de methodes niet voor alle leerlingen geschikt zijn. Dit vraagt van leraren dat zij kennis hebben van leerlijnen en over vaardigheden beschikken om alternatieven aan te bieden. Ook de klaaropdrachten kunnen aan kwaliteit winnen. Daarnaast is de afstemming van de instructie beperkt (indicator 8.7). Dit komt onder andere doordat sommige groepen combinatiegroepen zijn en leraren daar al hun handen aan vol hebben. Van niveaugroepen is onvoldoende sprake.

Het klassenmanagement schiet in dit opzicht te kort. De groepsplannen, die de school bezig is in te voeren, moeten verbetering brengen.

De so-leraren met wie de inspectie gesproken heeft, schetsen het beeld van een veilige school.

Wanneer zich incidenten voordoen, weten zij zich voldoende gesteund en voelen zij zich niet handelingsverlegen. De school beschikt over een integraal veiligheidsplan dat recent tot stand gekomen is. Daarnaast heeft zij een werkgroep veiligheid in het leven geroepen, die

maandelijks themabijeenkomsten organiseert.

Deugdelijkheidseisen

De inspectie heeft één tekortkoming vastgesteld in het kader van de naleving van wet- en regelgeving:

- De commissie voor de begeleiding mist in het kader van begeleiding de structurele inbreng van een medisch deskundige. Daarmee voldoet de school in onvoldoende mate aan het gestelde in artikel 40b, lid 1 van de WEC.

(12)
(13)

3. TOEZICHTARRANGEMENT

De onderwijskwaliteit

De Inspectie van het Onderwijs kent aan de so-locaties van De Xaveriusschool het

basisarrangement toe. Dit betekent dat de inspectie op dit moment geen reden heeft om het toezicht te intensiveren. Het basistoezicht bestaat uit een jaarlijkse risicoanalyse en eventueel een themaonderzoek.

Tekortkomingen in de naleving

De inspectie heeft één tekortkoming vastgesteld in de naleving van wettelijke voorschriften en geeft het bevoegd gezag in verband hiermee de volgende opdracht:

- Het bevoegd gezag ziet erop toe dat de inbreng van medische deskundigheid in de commissie voor de begeleiding gewaarborgd is.

Vóór 1 juni 2011 informeert het bevoegd gezag de inspectie over de maatregelen die het bestuur genomen heeft om aan bovenstaande opdracht tegemoet te komen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 6 september 2011 een onderzoek uitgevoerd op de havo- afdeling van Lyceum Ypenburg om een oordeel te kunnen uitspreken over de kwaliteit van het

De rapportages die de inspectie bij de analyse heeft betrokken, gaven echter onvoldoende concreet zicht op de feitelijke stand van zaken en de effecten van activiteiten die de

3.6 De leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde zijn afgestemd op de onderwijsbehoeften van individuele leerlingen.. 3.8 De school met een substantieel

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 19 mei 2011 een onderzoek uitgevoerd bij de afdeling vmbo-k van de vestiging Eindhoven van Helicon Opleidingen, om een oordeel te

Schoolleiding en leraren waarborgen de veiligheid van de school en zijn omgeving voor alle leerlingen en het personeel.

Het doel van dit onderzoek was nog meer bestaand materiaal verzamelen dat gebruikt wordt voor de begeleiding van startende leerkrachten binnen het cluster 4 onderwijs. We hebben

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 6 november 2012 een onderzoek uitgevoerd op de afdeling vwo van CSG Calvijn, vestiging Vreewijk, om een oordeel te kunnen uitspreken over de

We werken nauw samen met het voortgezet onderwijs zodat onze leerlingen zo vloeiend mogelijk door kunnen stromen naar het voortgezet onderwijs...