• No results found

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ KRISTALLIS SCHOLENGROEP LOCATIE JACOB VAN CAMPENSTRAAT CLUSTER 4

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ KRISTALLIS SCHOLENGROEP LOCATIE JACOB VAN CAMPENSTRAAT CLUSTER 4"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN

KWALITEITSONDERZOEK BIJ KRISTALLIS SCHOLENGROEP LOCATIE JACOB VAN CAMPENSTRAAT

CLUSTER 4

Plaats : Nijmegen

BRIN-nummer : 16QL

Onderzoek uitgevoerd op : 1 december 2010 Rapport vastgesteld te Utrecht op : 9 mei 2011

(2)
(3)

1. INLEIDING

De Inspectie van het Onderwijs voerde op 1 december 2010 een onderzoek uit bij Kristallis Scholengroep op de locatie Jacob van Campenstraat te Nijmegen om na te gaan of er sprake is van tekortkomingen in de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving.

Aanleiding

Op 13 juli 2010 voerde de inspectie een gesprek met de interim-directeur van Kristallis scholengroep. Aanleiding waren signalen over de financiële situatie en het kwaliteitsbeleid van het bestuur met betrekking tot de locaties van Kristallis Scholengroep, De Sterrenkijker en De Sonnewijser. De uitkomsten van het gesprek waren voor de inspectie reden om een

risicoanalyse uit te voeren.

Op 23 september 2010 besprak de inspectie de signalen en de risicoanalyse met het bevoegd gezag. De inspectie kwam toen tot het besluit om op alle locaties van de scholen onder het bevoegd gezag integrale kwaliteitsonderzoeken te laten plaatsvinden. Bij deze onderzoeken gaat de inspectie tevens na of de school voldoet aan enkele wettelijke voorschriften.

Onderzoeksopzet

Deze rapportage is gebaseerd op:

• analyse van documenten en gegevens over de school die al bij de inspectie aanwezig waren;

• analyse van recent toegezonden en aangereikte documenten die zicht bieden op de ontwikkelingen van de school;

• onderzoek op locatie, waarbij de inspectie:

o schooldocumenten en dossiers bestudeerde;

o de onderwijspraktijk observeerde;

o gesprekken voerde met de commissie voor de begeleiding, leerlingen, directie en personeel.

Na afloop van het onderzoek besprak de inspectie de bevindingen van het onderzoek op hoofdlijnen met de locatiedirecteur. Op 17 december 2010 vond een nagesprek plaats met het bevoegd gezag.

Uit het waarderingskader onderzocht de inspectie de kern- en normindicatoren aangevuld met de indicatoren van de aspecten ‘cyclisch systeem kwaliteitszorg’ en ‘voorwaarden

kwaliteitszorg’. De inspectie koos voor deze uitbreiding vanwege bovengenoemde signalen.

(4)

Toezichtkader

De inspectie baseerde zich bij haar onderzoek op het toezichtkader speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs 2005. In het jaarwerkplan verantwoordt de inspectie welke wettelijke aspecten zij onderzocht. Deze documenten zijn te vinden op

www.onderwijsinspectie.nl.

Opbouw rapport

In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek op het gebied van de

onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften. Daarop volgt een beschouwing met een toelichting op tekortkomingen en waar mogelijk in samenhang een beschrijving van de schoolontwikkeling. Hoofdstuk 3 bevat het toezichtarrangement.

(5)

2. BEVINDINGEN Kristallis Scholengroep, locatie Jacob van Campenstraat

2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel

In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren zij bij dit onderzoek heeft betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader (voortgezet) speciaal onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften.

Legenda:

1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed

5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) Cyclisch proces kwaliteitszorg

1 2 3 4

1.1 De school heeft inzicht in de verschillen in onderwijsbehoeften van haar

leerlingenpopulatie.

1.2 De school hanteert een onderwijsconcept dat aansluit bij haar

leerlingenpopulatie.

1.3 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar

opbrengsten.

1.4 De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen. 1.5 De school evalueert regelmatig de leerlingenzorg. 1.6 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 1.7 De school borgt de kwaliteit van het leren en onderwijzen en de

leerlingenzorg.

1.8 De school rapporteert aan belanghebbenden inzichtelijk over de

gerealiseerde kwaliteit van haar onderwijs.

Voorwaarden kwaliteitszorg

1 2 3 4

2.1 De schoolleiding stuurt de kwaliteitszorg aan.

2.2 De kwaliteitszorg is verbonden met de visie op leren en onderwijzen en de leerlingenzorg zoals geformuleerd in het schoolplan. 2.3 De schoolleiding zorgt voor een professionele schoolcultuur. 2.4 Bij de zorg voor kwaliteit zijn personeel, directie, leerlingen,

ouders/verzorgers en bestuur betrokken.

Systeem van leerlingenzorg

1 2 3 4

3.1 De commissie voor de begeleiding bepaalt de onderwijsrelevante

beginsituatie van de leerlingen.

3.3 De school stelt een handelingsplan vast in overeenstemming met de

ouders.

3.5 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de vorderingen en ontwikkeling van de leerlingen.

3.8 De commissie voor de begeleiding evalueert de uitvoering van het

handelingsplan.

(6)

Functionaliteit handelingsplanning

1 2 3 4

4.1 De leerinhouden komen overeen met de afspraken in de documenten voor

handelingsplanning.

Leerstofaanbod

1 2 3 4

5.1 De school hanteert een leerstofaanbod voor de schoolse vakken. 5.4 Het leerstofaanbod sluit aan op het uitstroomperspectief van de leerlingen. 5.5 Het leerstofaanbod maakt het mogelijk gericht in te spelen op verschillen

tussen leerlingen.

Onderwijstijd

1 2 3 4

6.3 De teamleden maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. 6.4 De school stemt de hoeveelheid tijd af op de onderwijsbehoeften van

(individuele) leerlingen.

(Ortho)pedagogisch handelen

1 2 3 4

7.2 De teamleden gaan op een respectvolle wijze met de leerlingen om.

7.4 De teamleden handhaven de gedragsregels.

7.6 De teamleden stemmen hun (ortho)pedagogisch handelen af op de

onderwijsbehoeften van de leerlingen.

(Ortho)didactisch handelen

1 2 3 4

8.2 De leraren leggen duidelijk uit.

8.4 De leraren stimuleren de leerlingen tot denken.

8.5 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer.

8.7 De leraren stemmen de instructie en verwerking af op de

onderwijsbehoeften van de leerling.

Actieve en zelfstandige rol leerlingen

1 2 3 4

9.1 De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. 9.3 De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun

leerproces, die past bij hun ontwikkelingsniveau.

Schoolklimaat

1 2 3 4

10.1 De school heeft inzicht in de beleving van de sociale veiligheid door leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op school voordoen.

10.2 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen van

incidenten in en om de school.

10.3 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op afhandeling van

incidenten in en om de school.

10.4 De leerlingen en de teamleden voelen zich aantoonbaar veilig op school. 10.6 De ouders tonen zich betrokken bij de school door de activiteiten die de

school daartoe onderneemt.

(7)

Opbrengsten

1 2 3 4 5

11.1 De resultaten van de leerlingen op het gebied van de schoolse vakken liggen tijdens de schoolperiode ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingen mag worden verwacht.

Wet- en regelgeving

ja nee De school heeft de vastgestelde schoolgids aan de inspectie toegestuurd (WEC, artikel 27). De school heeft het vastgestelde schoolplan aan de inspectie toegestuurd (WEC, artikel 27). De onderwijstijd voldoet aan de wettelijke voorschriften (WEC, artikel 11).

(8)

2.2 Beschouwing Algemeen beeld

De inspectie beoordeelt de kwaliteit van het onderwijs op locatie Jacob van Campenstraat van Kristallis Scholengroep als zwak. Zij baseert haar oordeel op het aspect 'systeem van

leerlingenzorg' waarop zij de beslisregel toepast. Drie van de vier normindicatoren van dit aspect waardeert de inspectie met een onvoldoende. Er is nog geen sprake van een cyclisch systeem van leerlingenzorg waarbij de school gericht werkt aan de ontwikkeling van de leerling en waarbij zij de opbrengsten inzichtelijk maakt. De beginsituatie is onvolledig in kaart gebracht en vormt daardoor onvoldoende het uitgangspunt voor het uitzetten van doelen op langere termijn en het bepalen van een passend ontwikkelingsperspectief. Het planmatig werken aan een langer termijn doel is niet zichtbaar. Daardoor geeft de school de indruk de ontwikkeling van de leerling te volgen en te weinig gericht te sturen. De school heeft een start gemaakt met het smart formuleren van doelen maar is er nog niet in geslaagd om dit te specificeren naar de leerinhouden. Door de bovenstaande kwaliteitstekorten is het voor de school onmogelijk om inzichtelijk te maken dat zij de ontwikkeling van de leerlingen optimaal stimuleert.

De inspectie heeft tekortkomingen vastgesteld in het kader van wet- en regelgeving. Deze hebben betrekking op schoolplan, schoolgids en de handelingsplannen.

Toelichting

Cyclisch proces kwaliteitszorg en voorwaarden kwaliteitszorg

De locatie Jacob van Campenstraat richt zich op leerlingen met een cluster 4-indicatie met ernstige externaliserende gedragsproblematiek. Zij hebben als uitstroomperspectief de arbeidsmarkt door middel van een arbeidsmarktgerichte leerroute. Hiermee is de doelgroep bekend en heeft de school een aanbod dat zich richt op het volgen van dit traject met een passend uitstroomperspectief. Hoewel de school in een informatiebrochure het onderwijs van de locatie beschrijft, ontbreekt beleid om de kwaliteit te bewaken, te verbeteren en te borgen.

Een eerste proeve van een locatieplan biedt geen verdere inzichten in het kwaliteitsbeleid van de school. Wel is sinds kort een kwaliteitsbeleid voor alle scholen van het bevoegd gezag in ontwikkeling. Dit initiatief is echter nog in de verkennende fase.

De school beschikt over een aantal documenten, soms in concept, die beschrijvingen bevatten van criteria voor toelating en het beleid rondom incidenten, maar deze documenten bevatten geen of nauwelijks criteria op basis waarvan het resultaat wordt gemeten. Hoewel soms wordt verwezen naar bovenschools kwaliteitsbeleid, ontbreekt in de documenten de samenhang.

Aansturing van het kwaliteitsbeleid ontbreekt door het gebrek aan continuïteit van het bovenschoolse management. Wel is er sprake van aansturing door de locatieleiding.

Systeem van leerlingenzorg, functionaliteit van de handelingsplanning en opbrengsten De inspectie constateert een aantal belangrijke tekortkomingen in de leerlingenzorg. Bij aanmelding van een leerling voert de school een intakegesprek. Daarnaast vindt er een dossieranalyse plaats. Het diagnostisch beeld, het cognitieve niveau en de gezinssituatie brengt de school daarbij helder in beeld. Het knelpunt zit hem in het onvoldoende in kaart brengen van het didactisch niveau. De school geeft aan dat dit vaak een lastige zaak is omdat de school van herkomst regelmatig nalaat gegevens toe te sturen. De inspectie wijst de school op de noodzaak om zelf de verantwoording op te pakken en het toetsen van het didactisch

(9)

niveau op te nemen in de intakeprocedure. Daarnaast vraagt de doelgroep om naast het inzichtelijk maken van het didactisch niveau stil te staan bij de competenties en de ambities van de leerlingen. De school bespreekt deze zaken in het intakegesprek maar voert nog geen gedegen onderzoek uit, zoals in de vorm van een assessment. Het bovenstaande zorgt ervoor dat de beginsituatie onvoldoende het uitgangspunt vormt voor het bepalen van het

ontwikkelingsperspectief en het daaruit voortkomende handelingsplan.

Voor iedere leerling stelt de school een handelingsplan op dat in samenspraak met de leerling en de ouders tot stand komt. Een sterk punt van de school is dat de leerling actief betrokken is bij het opstellen van het handelingsplan en daarbij eigen ontwikkeldoelen formuleert. De school heeft een start gemaakt met het beschrijven van de leerinhouden in een groepsplan.

Dit geeft op dit moment nog onvoldoende richting en sturing. De doelen van het

handelingsplan en groepsplan zijn te weinig specifiek waardoor het meten van de resultaten en het evalueren van de opbrengsten onvoldoende plaats vindt. Het is onduidelijk of het behalen van een resultaat toe te schrijven is aan de aanpak van de school.

Voor het volgen van de vorderingen en de ontwikkelingen van de leerlingen gebruikt de school methodegebonden toetsen, IVIO (proef)examens en de CITO toetsen voor het primair

onderwijs. De methodeonafhankelijke toetsen zijn niet afgestemd op de doelgroep. Voor de sociaal-emotionele ontwikkeling heeft de school geen plannend aanbod gebaseerd op een methodiek of een leerlijn en gebruikt de school geen valide meetinstrument. Zowel de sociaal- emotionele als didactische doelen zijn onvoldoende te herleiden naar een te verwachten ontwikkelingsperspectief en de daarbij geformuleerde lange termijndoelen.

Daardoor heeft de inspectie geconstateerd dat de school te weinig planmatig werkt en ontstaat de indruk geeft dat de school de ontwikkeling van de leerling volgt, maar niet gericht stuurt.

Onderwijsleerproces

De school hanteert een leerstofaanbod voor de schoolse vakken waarbij zij bewust kiest voor het aanbieden van een uitgebreid praktisch aanbod passend bij de doelgroep. Dit uitgangspunt is door de school verder uitgewerkt in het aanbieden van nieuwe praktijkgerichte trajecten. Zo heeft de school voor leerlingen, die niet goed kunnen functioneren in een schoolse setting, de 'buitenprojecten' ontwikkeld. Deze zijn zo vorm gegeven dat de arbeidsgerichte activiteiten centraal staan. Daarnaast heeft de school in samenwerking met andere scholen in de regio Nijmegen een arbeidstrainingscentrum opgezet. De inspectie constateert hiermee dat de school het onderwijsconcept en het onderwijsaanbod afstemt op de behoeften van de doelgroep. Een aandachtspunt daarbij is het verder uitwerken van de leerlijnen voor het praktische aanbod.

Over het algemeen maakt de aangeboden leerstof het mogelijk om in te spelen op verschillen tussen de leerlingen door het hanteren van het aanbod van de verschillende stromingen VMBO per vakgebied. Het aanbieden van remediërend materiaal en een remediërende aanpak is door de inspectie onvoldoende waargenomen.

De inspectie constateert dat de leertijd onvoldoende is afgestemd op de individuele leerling.

Zowel op schoolniveau in de vorm van beleid als op leerlingniveau in de vorm van een handelingsplan heeft de school niet vastgelegd hoe de leertijd afgestemd is op de behoefte van de doelgroep of de individuele leerling. Ook zetten leraren de onderwijstijd niet altijd efficiënt in. Tijdens de lesbezoeken heeft de inspectie gesignaleerd dat de leerlingen gedurende het eerste lesuur 'druppelsgewijs' binnenkomen, er veel tijd verloren gaat aan

(10)

organisatorische aspecten tussen de leswisselingen theorie en praktijk en dat bij de

praktijkvakken leerlingen regelmatig aan het wachten zijn als ze klaar zijn met de opdracht.

Het orthopedagogisch handelen is een sterke kant van de school. De leerkrachten weten hun handelen goed af te stemmen op de behoeften van deze complexe doelgroep. Ze weten de leerlingen goed te motiveren voor de schoolse activiteiten en actief bij de les te betrekken. De leerkrachten respecteren de leerlingen waarbij ze een positieve en taakgerichte werksfeer neer weten te zetten.

Het didactisch handelen kent nog een aantal tekortkomingen. De inspectie heeft momenten van goede instructie waargenomen maar dit is nog te afhankelijk van de inzet en

deskundigheid van de individuele leerkracht. De inspectie mist het hanteren van een instructiemodel, waarbij leraren de voorkennis activeren en leerlingen actief bewust maken van het doel van de instructie. Op dit moment is er meer sprake van het begeleiden van een individuele leerling dan het geven van een gerichte instructie. De individuele

instructiemomenten staan niet ingepland en zijn daardoor onvoldoende afgestemd op de behoefte van de individuele leerling.

Het stimuleren van de zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid van de leerling was tijdens de lesbezoeken niet structureel waar te nemen. Leraren dagen leerlingen te weinig uit om een probleem zelf op te lossen. Daar waar dit wel gebeurt, is het nog te veel afhankelijk van de inzet van de individuele leerkracht en te weinig schoolbreed in beleid neergezet.

De inspectie heeft een veilig schoolklimaat waargenomen. Er is sprake van een aangenaam pedagogisch klimaat waar zowel leerlingen als medewerkers zich veilig voelen.

De gedragsregels worden gehanteerd en medewerkers zijn geschoold in het omgaan met dreigend en destructief gedrag. De school heeft een veiligheidsbeleid opgesteld en heeft beleid gericht op de afhandeling van incidenten. De school voert niet structureel

tevredenheidonderzoeken uit om inzicht te krijgen in de beleving van de veiligheid door medewerkers, ouders en leerlingen.

Opbrengsten

De inspectie kan niet beoordelen of de leerlingen zich aan het eind van de schoolperiode naar verwachting ontwikkeld hebben. Hiervoor is nodig dat de school voor elke leerling een toekomstperspectief formuleert, waaraan zij de handelingsplanning en het systeem van leerlingenzorg relateert. Daar komt bij dat noch bij de school noch bij de inspectie normen beschikbaar zijn om de eindresultaten van leerlingen te wegen en er een oordeel aan te verbinden

(11)

3. TOEZICHTARRANGEMENT

De onderwijskwaliteit

De kwaliteit van het onderwijs vertoont belangrijke tekortkomingen en is als zwak beoordeeld.

Om deze reden kent de Inspectie van het Onderwijs aan de Kristallis Scholengroep, locatie Jacob van Campenstraat, een aangepast arrangement toe. De school valt onder intensief toezicht.

Met het bevoegd gezag is afgesproken dat de onderwijskwaliteit uiterlijk in november 2011 weer van voldoende niveau is. De inspectie voert in december 2011 opnieuw onderzoek uit om na te gaan of de tekortkomingen zijn opgeheven. In aanvulling hierop maakt de inspectie nadere afspraken met het bevoegd gezag over te bereiken tussenresultaten en eventueel tussentijdse onderzoeken naar bereikte verbeteringen.

Het bevoegd gezag dient binnen zes werkweken gerekend vanaf de vaststelling van het rapport een plan van aanpak aan de inspectie te sturen.

De inspectie beziet of het plan van aanpak voldoet aan de volgende kenmerken:

• de voorgenomen activiteiten sluiten aan bij de geconstateerde kwaliteitsproblemen;

• de activiteiten zijn voldoende concreet beschreven en gepland zodat de inspectie er in het vervolg van het toezicht op kan aansluiten;

• het is aannemelijk dat het plan van aanpak leidt tot een verbetering van de geconstateerde kwaliteitsproblemen.

Tekortkomingen in de naleving

De inspectie heeft tekortkomingen geconstateerd in de naleving van wettelijke voorschriften en geeft het bevoegd gezag opdrachten om deze tekortkomingen op te heffen.

• Het bestuur heeft geen schoolplan vastgesteld als bedoeld in artikel 21 van de WEC. Het bestuur dient het schoolplan vóór 1 augustus 2011 vast te stellen. De inspectie ontvangt een afschrift van de vaststelling van het schoolplan.

• Het bestuur heeft de ouders van de leerlingen geen schoolgids verstrekt, als bedoeld in artikel 22 van de WEC. Het informatieboekje, dat overigens verwijst naar een schoolgids die niet beschikbaar is, bevat niet de informatie die een schoolgids op grond van de WEC moet bevatten. Het bestuur dient aan de ouders vóór 1 augustus 2011 een schoolgids te zenden. De inspectie ontvangt de schoolgids en een afschrift van de brief aan de ouders.

• In de informatiegids staat vermeld dat naast een bijdrage voor onder andere een

kerstviering en een sportdag de school ook een vrijwillige bijdrage vraagt voor lesboeken (à € 75,-). Bovendien staat vermeld dat ouders ook een rekening voor de aangeschafte werkboeken ontvangen. Scholen voor speciaal onderwijs ontvangen echter al bekostiging voor het onderhoud, de vervanging en de vernieuwing van het onderwijsleerpakket op grond van de artikelen 111 en 113 WEC en de uitvoeringsregeling ‘Regeling vaststelling programma's van eisen po en (v)so en bekostiging materiële instandhouding

samenwerkingsverband 2007’. Verder benadrukt de tekst het vrijwillige karakter van de ouderbijdrage. Weliswaar vermeldt de tekst dat ouders bij betalingsmoeilijkheden contact met de administratie kunnen opnemen, maar het is niet duidelijk of hier een regeling aan ten grondslag ligt. De school handelt hiermee niet in overeenstemming met artikel 40 van de WEC.

(12)

Het bestuur dient de tekst in de komende schoolgidsen in overeenstemming te brengen met de wettelijke voorschriften. Per ommegaande dient het bestuur de ouders in kennis te stellen van het feit dat de school hen in het verleden ten onrechte om een bijdrage voor les- en werkboeken gevraagd heeft. De inspectie ontvangt een afschrift van de brief aan de ouders.

• De school stelt het handelingsplan niet in alle gevallen op in overeenstemming met de ouders. Dat is vereist op grond van artikel 41a, eerste lid van de WEC. Het bestuur dient erop toe te zien dat de school deze tekortkoming zo spoedig mogelijk opheft. Bij het eerstvolgende kwaliteitsonderzoek gaat de inspectie opnieuw na of de handelingsplannen in overeenstemming met de ouders tot stand komen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

2.2* De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8.. 2.3 De leerinhouden in

Uit de analyse van informatie over de school waarover de inspectie beschikt en de aanvullende informatie aangereikt door het bestuur, blijken zich tekortkomingen voor te doen

ontwikkeling van leerlingen te volgen en ook worden hier soms conclusies geformuleerd, maar deze zijn niet vertaald naar actiepunten voor de doelen op schoolniveau. Mede

Tijdens het onderzoek naar kwaliteitsverbetering (OKV) dat is uitgevoerd op 27 maart 2008 stelde de inspectie vast dat de kwaliteit van het onderwijs op School Lievenshove, afdeling

De rapportages die de inspectie bij de analyse heeft betrokken, gaven echter onvoldoende concreet zicht op de feitelijke stand van zaken en de effecten van activiteiten die de

Scholen, besturen en leraren hebben - en nemen - zelf de verantwoordelijkheid om op hun eigen wijze het onderwijs te bieden dat het beste uit leerlingen en studenten haalt. Met

Scholen, besturen en leraren hebben - en nemen - zelf de verantwoordelijkheid om op hun eigen wijze het onderwijs te bieden dat het beste uit leerlingen en studenten haalt. Met

Met alle besturen gaat de Inspectie van het Onderwijs regelmatig de kwaliteit van de scholen en de kwaliteitszorg van het bestuur bespreken, mede aan de hand van de informatie van