Inspectierapport
Woest Zuid Arsenal (BSO)
IJsbaanpad 50 1076 CV AMSTERDAM
Registratienummer: 193013563
Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amsterdam Datum inspectie: 25-10-2016
Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: definitief
Datum vaststellen inspectierapport: 12-12-2016
Woest Zuid Arsenal - Jaarlijks onderzoek 25-10-2016 1/11
Inhoudsopgave
Het onderzoek
Observaties en bevindingen
Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veiligheid en gezondheid Ouderrecht
Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht
Het onderzoek
Onderzoeksopzet
Op 25 oktober 2016 is op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd.
In dit onderzoek is naar aanleiding van het risicoprofiel slechts een beperkt aantal kwaliteitseisen onderzocht, namelijk de kwaliteitseisen op het gebied van het pedagogisch klimaat, de eisen aan het personeel en aan de beroepskracht-kind-ratio. In het kader van een steekproef zijn eveneens voorwaarden beoordeeld met betrekking tot de uitvoering van het veiligheids- en gezondheidsbeleid. Daarnaast zijn de nieuwe eisen omtrent het ouderrecht, waaronder de klachtenregeling, eenmalig beoordeeld. De kwaliteitseisen die zijn onderzocht staan achter in het rapport vermeld.
Beschouwing
Organisatie
Woest Zuid Arsenal is een onderdeel van Woest Zuid B.V. Woest Zuid is een groeiende organisatie waar met name aandacht wordt besteed aan sport- en buitenactiviteiten. Woest Zuid besteedt bovendien veel aandacht aan scholing en teambuilding onder het personeel; het management en het personeel zijn gedreven bij het verrichten van hun werkzaamheden. Woest Zuid B.V. staat onder leiding van een directeur, een programma-manager en een operationeel manager, die samen met een ondersteunend team op het kantoor werkzaam zijn. Op elke locatie zijn er twee of meer beroepskrachten werkzaam die extra uren krijgen ten behoeve van de locatiespecifieke planning, het onderhouden van de oudercontacten en veiligheids- en gezondheidsafspraken.
Locatie
Woest Zuid Arsenal is gevestigd in het clubhuis van voetbalvereniging Arsenal in Amsterdam Zuid. Woest Zuid heeft tijdens de opvangtijden exclusief de beschikking over de spreekkamer, de bestuurskamer en een eigen BSO- ruimte. De kinderen die bij Woest Zuid Arsenal worden opgevangen, zijn afkomstig van de Olympiaschool en de 2de Openluchtschool. Zij maken gebruik van een eigen omheinde buitenruimte en van de omliggende
voetbalvelden. Iedere middag worden er sportactiviteiten aangeboden. Bij Woest Zuid is capaciteit voor de opvang van maximaal 30 kinderen per dag, en in totaal werken er drie vaste beroepskrachten op de locatie. Het team van beroepskrachten is vast en stabiel.
Tijdens het huidige onderzoek en het onderzoek van 2015 zijn geen tekortkomingen of overtredingen geconstateerd.
Advies aan college van B&W
De toezichthouder heeft in dit onderzoek geen overtredingen geconstateerd en adviseert om dit rapport ter kennisname in ontvangst te nemen.
Woest Zuid Arsenal - Jaarlijks onderzoek 25-10-2016 3/11
Observaties en bevindingen
Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk
De observaties hebben plaatsgevonden tijdens het ophalen van school, het gezamenlijke eten en kort tijdens de sportactiviteiten op de voetbalvelden en in eigen buitenruimte. Op basis van de observaties is geconstateerd dat zorg wordt gedragen voor de emotionele veiligheid, voor het ontwikkelen van de persoonlijke en sociale competenties bij de kinderen en voor de overdracht van normen en waarden. Hieronder staan enkele voorbeelden beschreven uit de praktijk waar deze beoordeling op gebaseerd is.
Twee beroepskrachten halen samen de kinderen op van de Olympiaschool. De kinderen verzamelen zich op een afgesproken, centrale plaats, waar ze allemaal een hesje aandoen. Ieder kind wordt actief door beide
beroepskrachten begroet. Zowel door de kinderen als de beroepskrachten wordt het initiatief genomen om elkaar met een high five te begroeten waaruit op te maken valt dat dit een standaard ritueel is. Eén van de kinderen staat wat somber bij de groep. Dit wordt opgemerkt door een van de beroepskrachten die de emotie van het kind benoemt en vraagt wat er aan de hand is. Als het kind zegt dat het te koud is en daarvan baalt begint de beroepskracht te springen en moedigt het kind aan hetzelfde te doen om het warm te krijgen. Vrijwel meteen wanneer de emotie van het kind door de beroepskracht onderkend is, lijkt de stemming bij het kind al te veranderen. Hierna is het kind meteen vrolijk en betrokken bij een van de gesprekken in de groep. De beroepskrachten besteden tijdens het ophalen op het plein, wat een druk moment is, al veel aandacht aan de individuele kinderen. Dit gebeurt zowel op initiatief van de kinderen, die zelf iets willen vertellen als op initiatief van de beroepskrachten, zoals hierboven beschreven. Er heerst een positieve sfeer en de kinderen voelen zich zichtbaar op hun gemak.
De rit van de basisschool naar de buitenschoolse opvang gaat per stint (elektrische bolderkar) en per fiets.
Meerdere kinderen fietsen zelf. De beroepskrachten verdelen zich zodat er voldoende zicht is op alle kinderen tijdens deze korte rit naar de BSO, die wel via een druk traject gaat. Er wordt een vaste route gehanteerd om zo veel mogelijk de veiligheid te garanderen. De beroepskrachten wijzen waar nodig kinderen op afspraken, zoals 'rustig fietsen' en 'goed om je heen kijken'.
Twee kinderen hebben in de stint onenigheid. De beroepskrachten spreken de kinderen meermalen aan op hun gedrag, maar dit heeft geen direct effect. Doordat de korte tocht door een druk gedeelte van de stad gaat, ging de aandacht van de beroepskrachten (begrijpelijk) veelal naar het bewaken van de veiligheid van de kinderen gedurende deze rit en was er onvoldoende gelegenheid het conflict tussen deze kinderen te bespreken en op te lossen. Met het oog hierop verdient het aanbeveling om deze kinderen, die vaker in conflict komen, niet naast elkaar in de stint te plaatsen. Op de locatie werd adequaat met soortgelijke situaties omgegaan.
Tijdens het bezoek wordt veel aandacht besteed aan de aanwezigheid van de toezichthouder, waarbij een ritueel wordt uitgevoerd dat bij ieder nieuw of onbekend volwassen persoon wordt gedaan. Alle kinderen komen bij elkaar en stellen per groep vragen aan de toezichthouder. Tot slot wordt de toezichthouder welkom geheten en mogen de kinderen gaan eten. Het bespreken van de aanwezigheid van een nieuw persoon op de buitenschoolse opvang en de kinderen in de gelegenheid stellen zelf aan deze persoon vragen te stellen draagt bij aan het gevoel van emotionele veiligheid.
Aangekomen op de buitenschoolse opvang gaan de kinderen aan tafel. Dit gebeurt per basisgroep in twee ruimtes. De sfeer tijdens het eten is goed. Er worden onderling veel gesprekken gevoerd, waarbij de
beroepskrachten enthousiast en betrokken zijn. Waar nodig worden kinderen aangesproken op geldende regels of omgangsvormen. Zo wordt benoemd dat je het netjes vraagt aan een ander als je iets wil. De wijze waarop dit gebeurt is spelenderwijs en blijkt tijdens de observatie effectief.
Bij Woest Zuid wordt veel waarde gehecht aan buiten spelen en sporten. Hierbij wordt van de beroepskrachten een actieve rol verwacht. Tijdens het bezoek is dit terug te zien in de praktijk. De kinderen gaan na het eten allemaal spelen in de naastgelegen Woest Zuid-veld of doen mee aan een activiteit op de sportvelden. De kinderen zijn allemaal enthousiast en betrokken bij het gekozen spel, waarbij de beroepskrachten een belangrijke en actieve rol spelen. De beroepskrachten laten weten dat zij op verzoek van enkele ouders ook meer aandacht zullen geven aan de optie tot vrij spel in de buitenruimte. Daarnaast zullen zij wel nog steeds de sportactiviteiten aanbieden.
Gebruikte bronnen:
- Gesprekken met de beroepskrachten - Gesprek met de operationeel manager - Observaties tussen 15.00 en 16.30 uur
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
De personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag die voor aanvang van de werkzaamheden is overgelegd en op dat moment niet ouder is dan twee maanden.
Deze beoordeling betreft twee beroepskrachten die sinds het laatste reguliere inspectiebezoek in dienst is getreden.
Passende beroepskw alificatie
De personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een passende beroepskwalificatie zoals in de cao Kinderopvang is opgenomen. Deze beoordeling betreft twee beroepskrachten die sinds het laatste reguliere inspectiebezoek in dienst is getreden.
O pvang in groepen
De kinderen zijn geplaatst in twee basisgroepen en worden altijd in deze basisgroepen opgevangen. Groep 1 bestaat uit maximaal tien kinderen in de leeftijd van 4 tot 7 jaar en Groep 2 bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 7 t/m 12 jaar. Op woensdagen en vrijdagen worden de twee basisgroepen structureel
samengevoegd omdat er minder dan twintig kinderen zijn ingepland. Er wordt niet meer met een andere locatie samengevoegd, zoals voorheen op woensdagen het geval was.
Beroepskracht-kind-ratio
Op de dag van het inspectiebezoek worden voldoende beroepskrachten ingezet voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen. In groep 1 worden namelijk zes kinderen opgevangen door één beroepskracht en in groep 2 worden dertien kinderen opgevangen door twee beroepskrachten.
Op basis van een steekproef uit de presentielijsten van week 42, 2016 en de bijbehorende werkroosters van het personeel blijkt dat ook in deze periode voldoende beroepskrachten zijn ingezet voor het aantal opgevangen kinderen.
Beroepskrachten kunnen bij minder dan tien kinderen, dus conform de beroepskracht-kind-ratio, alleen in het pand aanwezig zijn. In het algemeen pedagogisch beleidsplan is opgenomen welke locaties (met daar werkzame personen) van de organisatie gelden als achterwacht.
Gebruikte bronnen:
- Gesprekken met de beroepskrachten - Gesprek met de operationeel manager
- Steekproef afschriften verklaringen omtrent het gedrag, ingezien op locatie en ontvangen op 31 oktober 2016 - Steekproef afschriften beroepskwalificaties, ingezien op locatie en ontvangen op 31 oktober 2016
- Overzicht inzet beroepskrachten/ urenregistratie Arsenal week 42, 2016, ontvangen op 31 oktober 2016 - Presentielijsten week 42, 2016, ontvangen op 31 oktober 2016
- Woest Zuid, Pedagogisch beleidsplan, versie 25 – mei 2016, reeds in bezit GGD - Inspectieonderzoek
Woest Zuid Arsenal - Jaarlijks onderzoek 25-10-2016 5/11
Veiligheid en gezondheid
R isico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
Eén van de beroepskrachten heeft als taak om de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid uit te voeren. Bij dit onderzoek zijn de risico-inventarisaties niet inhoudelijk beoordeeld. Structureel wordt er aandacht besteed aan het veiligheids- en gezondheidsbeleid tijdens bijvoorbeeld het teamoverleg of bij de Woest-Zuid-ochtenden (6 tot 8 keer per jaar) waarop onder andere beleid onder de aandacht van de beroepskrachten wordt gebracht.
Op basis van een steekproef is aandacht besteed aan de uitvoering van het beleid veiligheid en gezondheid in de praktijk. Hierbij is aandacht besteed aan het ontruimen en de handhygiëne. Daarnaast is kort gesproken over de werkwijze omtrent ongevallenregistraties.
Ontruimen
De buitenschoolse opvang is gevestigd in het clubhuis van de voetbalclub Arsenal, op de eerste etage. Voor het pand (sportpark de Schinkel, IJsbaanpad 50) is een formeel ontruimingsplan opgesteld, waar ook Woest Zuid over beschikt. Op de groep hangt een ontruimingsplattegrond op een zichtbare plek. De organisatie heeft een beleid waarbij minimaal jaarlijks een ontruimingsoefening wordt uitgevoerd en deze wordt geëvalueerd. De beroepskracht vertelt over de uitgevoerde ontruimingsoefening op 5 april 2016. De oefening heeft op de buitenschoolse opvang plaatsgevonden en niet in samenwerking met de sportclub. De werkwijze die is
gehanteerd, stemt overeen met hetgeen in dit plan is opgenomen. Uit het verhaal van de beroepskracht en het evaluatieverslag blijkt dat er goed gehandeld is. Zo is bij de sportclub een vast verzamelpunt voorzien van een bord op een van de velden en is er een duidelijke taakverdeling geweest tussen de beroepskrachten. Uit de oefening is een aandachtspunt naar voren gekomen, namelijk het dragen van een BHV-vestje tijdens de oefening.
Handhygiëne
Tijdens het inspectiebezoek blijkt dat er voldoende aandacht wordt besteed aan de handhygiëne. Zo wassen de kinderen voorafgaand aan het eten hun handen en worden zij hier waar nodig toe aangemoedigd door de beroepskrachten. De beroepskrachten doen hetzelfde en geven het goede voorbeeld.
Met de beroepskrachten is gesproken over het registreren van ongevallen die bij kinderen plaatsvinden. De beroepskracht geeft aan het afgelopen jaar geen ongevallen te hebben gehad op de buitenschoolse opvang.
Gezien het actieve buitenkarakter van de buitenschoolse opvang is dit opmerkelijk. Op basis van de gesprekken met de beroepskracht en met de operationeel manager blijkt echter dat men voldoende op de hoogte is van het gebruik van de ongevallenregistraties.
Gebruikte bronnen:
- Gesprekken met de beroepskrachten - Gesprek met de operationeel manager - Observaties op de groep
- Organisatie Brandoefening Locatie: Arsenal Datum: 05-04-2016, ontvangen op 31 oktober 2016
- Ontruimingsplan Sportpark de Schinkel, IJsbaanpad 50 (versie oktober 2011), ontvangen op 31 oktober 2016 - Inspectieonderzoek
Ouderrecht
Informatie
Ouders hebben per e-mail een 'nieuwsflits' ontvangen met daarin de uitleg dat de klachtenregeling gewijzigd is en dat de organisatie is aangesloten bij de Geschillencommissie.
O udercommissie
De houder heeft een oudercommissie ingesteld, waarin vier leden zitting hebben.
Klachten en geschillen 2016
De houder heeft een interne klachtenregeling ingesteld voor ouders en de oudercommissie, die voldoet aan de voorwaarden. De organisatie is sinds 29 december 2015 aangesloten bij de geschillencommissie.
Gebruikte bronnen:
- Woest Zuid Klachtenreglement (versie mei 2016), reeds in bezit van de GGD - www.lrkp.nl, geraadpleegd op 8 november 2016
- Gesprek met de beroepskrachten - Gesprek met de operationeel manager
Woest Zuid Arsenal - Jaarlijks onderzoek 25-10-2016 7/11
Inspectie-items
Pedagogisch klimaat
Personeel en groepen
Veiligheid en gezondheid
Pedagogische praktijk
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
Verklaring omtrent het gedrag
De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013.
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.
Passende beroepskwalificatie
Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO Kinderopvang is opgenomen.
Opvang in groepen
Ieder kind behoort bij een basisgroep.
A. De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.
Of
B. De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.
Beroepskracht-kind-ratio
A. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:
- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar.
- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.
Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.
OF
B. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:
- 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.
De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is.
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen.
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid.
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen.
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid.
De houder brengt de klachtenregeling, alsmede wijzigingen daarvan, op passende wijze bij onder de aandacht van de ouders.
De houder brengt de mogelijkheid om geschillen aan de geschillencommissie voor te leggen op passende wijze onder de aandacht van de ouders.
Oudercommissie
De houder stelt binnen zes maanden na registratie een oudercommissie in.
OF
In een kindercentrum waar maximaal 50 kinderen worden opgevangen is (nog) geen oudercommissie ingesteld, de houder heeft zich echter aantoonbaar voldoende ingespannen om een oudercommissie in te stellen
én
de houder biedt, als ouders op een andere wijze worden betrokken bij onderwerpen waarvoor adviesrecht geldt, ouders de gelegenheid deel te nemen aan een oudercommissie.
Klachten en geschillen 2016
De houder treft een regeling voor de afhandeling van klachten over:
- een gedraging van de houder of een bij de houder werkzame persoon jegens een ouder of kind;
- de overeenkomst tussen de houder en de ouder.
De regeling is schriftelijk vastgelegd, voorziet er in dat de ouder de klacht schriftelijk bij de houder indient en dat de houder:
- de klacht zorgvuldig onderzoekt;
- de ouder zoveel mogelijk op de hoogte houdt van de voortgang van de behandeling;
- de klacht, rekening houdende met de aard ervan, zo spoedig mogelijk wordt afgehandeld;
- de klacht, uiterlijk zes weken na indiening bij de houder, wordt afgehandeld;
- de ouder een schriftelijk en met redenen omkleed oordeel op de klacht verstrekt;
- in het oordeel een concrete termijn stelt waarbinnen eventuele maatregelen zullen zijn gerealiseerd.
De houder van een kindercentrum is aangesloten bij een door de minister van Veiligheid en Justitie erkende geschillencommissie voor het behandelen van:
a) geschillen tussen houder en ouder over:
- een gedraging van de houder of een bij de houder werkzame persoon jegens ouder of kind;
- de overeenkomst tussen de houder en de ouder;
b) geschillen tussen houder en oudercommissie over de toepassing en uitvoering van het wettelijk adviesrecht.
Woest Zuid Arsenal - Jaarlijks onderzoek 25-10-2016 9/11
Gegevens voorziening
Opvanggegevens
Naam voorziening : Woest Zuid Arsenal
KvK-vestigingsnummer : 000021250561
Website : http://www.woestzuid.nl
Aantal kindplaatsen : 30
Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder
Naam houder : Woest Zuid B.V.
Adres houder : IJsbaanpad 9
Postcde en plaats : 1076 CV AMSTERDAM
KvK-nummer : 34302901
Website : www.woestzuid.nl
Gegevens toezicht
Gegevens toezichthouder (GGD)
Naam GGD : GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang
Postadres : Postbus 2200
Postcode en plaats : 1000 CE AMSTERDAM
Telefoonnummer : 020 555 55 75
Onderzoek uitgevoerd door : Mw. drs. M.C. van Wieringen Gegevens opdrachtgever (gemeente)
Naam : Gemeente Amsterdam
Postadres : Amstel 1
Postcode en plaats : 1011 PN AMSTERDAM
Planning
Datum inspectiebezoek : 25-10-2016
Opstellen concept inspectierapport : 22-11-2016
Zienswijze houder : 12-12-2016
Vaststellen inspectierapport : 12-12-2016 Verzenden inspectierapport naar houder
en oudercommissie
: 12-12-2016 Verzenden inspectierapport naar
gemeente
: 12-12-2016 Openbaar maken inspectierapport :
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum
De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
‘Woest Zuid is een plek waar het voor kinderen fijn is om te zijn. Dat betekent dat de locatie, de groepsleiders en het clubgevoel bij Woest aantrekkelijk zijn voor kinderen (en ouders). We gaan voor een clubgevoel, een plek waar je bij wilt horen. Kinderen zeggen op het schoolplein, ‘ik ga naar Woest,’ en iedereen weet wat ze ermee bedoelen. Een clubgevoel ontstaat door samen dingen te ondernemen, ontdekken en te beleven. De
programmering is er op toegespitst om zowel kinderen als individu te laten ontwikkelen, maar ook de kracht te laten voelen van samenwerken.
Het clubgevoel en zorgen dat Woest een plek is waar je bij wil horen, worden gestimuleerd door herkenbare rituelen. Deze zorgen voor verbinding tussen kinderen onderling en kinderen met groepsleiders. Voorbeelden van rituelen zijn bijvoorbeeld de high five als groet aan het begin en eind van de dag, samen een moment nemen als we gaan eten en onbekende personen welkom heten. Het doet ons deugd dat de GGD inspectie deze rituelen opmerkt.‘
Met sportieve groet, Woest Zuid
Bregje Droog
Operationeel manager
Woest Zuid Arsenal - Jaarlijks onderzoek 25-10-2016 11/11
