Inspectierapport
Woest Zuid Frankendael (BSO)
Hogeweg 61
1098 CA Amsterdam
Registratienummer: 563326773
Toezichthouder: GGD Amsterdam
Inhoudsopgave
Het onderzoek
Observaties en bevindingen
Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Ouderrecht
Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht
Het onderzoek
Onderzoeksopzet
Op 10 oktober 2016 is op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd.
In dit onderzoek is naar aanleiding van het risicoprofiel slechts een beperkt aantal kwaliteitseisen onderzocht, namelijk de kwaliteitseisen op het gebied van het pedagogisch klimaat, de eisen aan het personeel en aan de beroepskracht-kind-ratio. Daarnaast zijn de nieuwe eisen omtrent het ouderrecht, waaronder de klachtenregeling, eenmalig beoordeeld. De kwaliteitseisen die zijn onderzocht staan achter in het rapport vermeld.
Het inspectieonderzoek bestaat uit een onderzoek op de locatie en is gesproken met de beroepskrachten en is het handelen van de beroepskrachten en de praktijk geobserveerd. De operationeel manager is naar aanleiding van het onderzoek op locatie in de gelegenheid gesteld enkele documenten aan te leveren en heeft hier gehoor aan gegeven.
Beschouwing
Organisatie
Woest Zuid Frankendael is een onderdeel van Woest Zuid B.V. Woest Zuid is een groeiende organisatie waar met name aandacht wordt besteed aan sport- en buitenactiviteiten. Woest Zuid besteedt bovendien veel aandacht aan scholing en teambuilding onder het personeel; het management en het personeel zijn gedreven bij het verrichten van hun werkzaamheden. Woest Zuid B.V. staat onder leiding van een directeur, een programma-manager en een operationeel manager, die samen met een ondersteunend team op het kantoor werkzaam zijn. Op elke locatie zijn er twee of meer beroepskrachten werkzaam die extra uren krijgen ten behoeve van de locatiespecifieke planning, organisatie en veiligheids- en gezondheidsafspraken.
Locatie
Woest Zuid Frankendael is gevestigd in de Frankendaelschool. De buitenschoolse opvang heeft de beschikking over een eigen Woest Zuid-groepsruimte en er is een lokaal beschikbaar waarvan in de ochtend een
peuterspeelzaal gebruikmaakt. Daarnaast maakt Woest Zuid gebruik van twee gymzalen in de school en van het schoolplein. Iedere middag worden er sportactiviteiten aangeboden.
De buitenschoolse opvang heeft een capaciteit voor opvang van maximaal veertig kinderen per dag, maar in de praktijk worden in twee groepen tot dertig kinderen opgevangen.
Tijdens het huidige en het vorige (2015) onderzoek zijn geen overtredingen geconstateerd.
Advies aan college van B&W
De toezichthouder heeft in dit onderzoek geen overtredingen geconstateerd en adviseert om dit rapport ter kennisname in ontvangst te nemen.
Observaties en bevindingen
Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk
Tijdens het inspectiebezoek is de pedagogische praktijk geobserveerd tijdens het vrij spelen en het eten. Op basis van deze observaties is geconstateerd dat de beroepskrachten uitvoering geven aan de vier pedagogische basisdoelen, te weten het waarborgen van emotionele veiligheid, het stimuleren van de persoonlijke en sociale competenties en het overdragen van normen en waarden. Hieronder worden enkele voorbeelden beschreven van de pedagogische praktijk.
Bij Woest Zuid worden structureel sportactiviteiten aangeboden. Alle beroepskrachten beschikken over een sportachtergrond (-scholing). Dit is ook terug te zien bij Woest Zuid Frankendael. Zo hangt in de hal een schema met de geplande (sport- en andere) activiteiten die in de herfstvakantie (week na inspectiebezoek) zullen worden uitgevoerd. Het is een zeer gevarieerd aanbod, waaronder een 'beachdag' en 'atelierdag'. Ook tijdens de
schoolweken wordt dagelijks gesport, dit kan buiten of in de gymzaal. Tijdens het inspectiebezoek wordt er gewerkt aan de hand van het thema 'racketsport' en 'campingsport'. Dit betekent dat er uiteenlopende
racketsporten worden aangeboden op verschillende niveaus. Ook tijdens het inspectiebezoek wordt in de gymzaal een nieuwe racketsport in spelvorm aan de kinderen aangeboden. Dit gebeurt in twee rondes, per
leeftijdsgroep/basisgroep. Naast het sportgerichte aanbod is tijdens het bezoek zichtbaar dat er ook voldoende gelegenheid is om andere activiteiten te ondernemen, zo spelen kinderen onderling een gezelschapsspel en wordt er geknutseld en getekend.
Bij de start van het inspectiebezoek zijn de kinderen aan het vrij spelen, zowel binnen in de Woest Zuid-ruimte als buiten op het schoolplein. De kinderen krijgen hierin voldoende keuzevrijheid. De beroepskrachten zijn verdeeld aanwezig en zijn betrokken bij het spel van de verschillende groepen kinderen. Buiten zijn twee beroepskrachten die de kinderen voorzien van buiten-speelmaterialen. Eén beroepskracht is binnen met de kinderen die in de ruimte aan het knutselen zijn of aan het spelen in het speelhuis in de ruimte. Zichtbaar is dat de kinderen goed op hun gemak zijn, met elkaar en met de beroepskrachten. De kinderen weten de beroepskrachten te vinden als zij hulp met iets willen of een vraag hebben. Als een kind verdrietig is, ziet de beroepskracht dit en besteedt hier aandacht aan door het kind te vragen wat er aan de hand is en een glas water te brengen. Als het kind na een kort gesprek en het drinken voldoende getroost is, stelt de beroepskracht voor samen verder te gaan met tekenen.
De kinderen gaan, voordat de sportactiviteiten worden aangeboden, in twee groepen, in twee ruimtes aan tafel om samen een boterham te eten. Bij de start van het eten van de oudste groep kinderen benoemt de
beroepskracht kort de geldende afspraken, namelijk het eten van een boterham met hartig beleg voordat er iets zoets wordt gekozen. Ook geeft de beroepskracht al uitleg over het racketspel dat ze zullen gaan doen na het eten. Dit maakt de kinderen zichtbaar enthousiast over de rest van de middag. Waar nodig worden de kinderen aan tafel gecorrigeerd door de beroepskracht. Zo wordt aan een kind dat met volle mond praat gevraagd hoe er normaal bij Woest Zuid gegeten wordt. Het kind reageert op deze opmerking door te stoppen met praten. Daarna geeft de beroepskracht het kind een klein compliment door te zeggen dat dat inderdaad juist en prettiger is voor de andere kinderen. Als een kind grensoverschrijdend gedrag vertoont, in de vorm van ongepaste grapjes, wordt hier adequaat op gereageerd door de beroepskracht. De beroepskracht spreekt het kind op indringende, doch rustige wijze toe. Legt uit wat niet gewenst is en legt uit wat wel van het kind verwacht wordt, namelijk zich houden aan eerder gemaakte afspraken over deze grappen.
Wanneer de sfeer aan tafel wat onrustiger wordt, initieert de beroepskracht een groepsgesprek en betrekt hier de kinderen bij, waardoor de rust weer iets terugkeert.
Gebruikte bronnen:
- Gesprekken met de beroepskrachten - Gesprek met de operationeel manager - Observatie tijdens vrij spelen en eetmoment - Inspectieonderzoek
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
De personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag die voor aanvang van de werkzaamheden is overgelegd en op dat moment niet ouder is dan twee maanden.
Deze beoordeling is gebaseerd op een steekproef onder het personeel dat sinds het laatste reguliere
inspectiebezoek in dienst is getreden/gestart op de locatie en de invalkrachten die zijn ingezet in week 39 en 40, 2016.
Passende beroepskw alificatie
De personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een passende beroepskwalificatie zoals in de cao Kinderopvang is opgenomen. Deze beoordeling is gebaseerd op een steekproef onder het personeel dat sinds het laatste reguliere inspectiebezoek in dienst is getreden en de invalkrachten die in week 39 en 40, 2016 zijn ingezet.
O pvang in groepen
De buitenschoolse opvang heeft twee basisgroepen, waarin kinderen van vier tot zeven jaar worden opgevangen.
Basisgroep 'Geel' met kinderen uit groep 1 en 2 (vier- en vijfjarigen) waarin maximaal twintig kinderen worden opgevangen en basisgroep 'Groen' met kinderen uit groep 3 en 4 (zes- en zevenjarigen) waarin maximaal tien kinderen worden opgevangen. Op woensdagen en vrijdagen zijn er structureel weinig kinderen aanwezig en worden de twee basisgroepen samengevoegd tot een groep van maximaal twintig kinderen tussen de vier en zeven jaar.
Uit de presentielijsten blijkt dat op de groepen structureel wordt overgepland. Dit houdt in dat er bijvoorbeeld 11 kinderen in de ene groep en 21 kinderen in de andere groep worden ingepland. In de weken 39 en 40 (2016) blijken er altijd kinderen afwezig te zijn waardoor de beroepskracht-kind-ratio klopt en de maximale
groepsgrootte in de praktijk niet overschreden wordt.
Eén kind uit de jongste groep wordt op dinsdagen bij de oudste groep opgevangen. Ouders hebben hier een toestemmingsformulier voor ondertekend.
Beroepskracht-kind-ratio
Op de dag van het inspectiebezoek worden voldoende beroepskrachten ingezet voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen. In de groep 'Groen' worden namelijk tien kinderen opgevangen door één beroepskracht en in groep 'Geel' worden negentien kinderen opgevangen door twee beroepskrachten.
Op basis van een steekproef uit de presentielijsten van week 39 en 40 (2016) en de bijbehorende werkroosters van het personeel constateert de toezichthouder dat ook in deze periode voldoende beroepskrachten zijn ingezet voor het aantal opgevangen kinderen.
De organisatie roostert iedere dag een 'vliegende keep' in op deze locatie. Deze persoon wordt ingezet op een van de locaties waar dat nodig blijkt. Deze vliegende keep staat echter ingeroosterd bij de locatie Frankendael. De houder dient er zorg voor te dragen dat helder is op welke locatie deze persoon daadwerkelijk werkzaam is geweest. Het verdient de aanbeveling om op de presentielijsten de namen van de beroepskrachten te noteren die daadwerkelijk zijn ingezet. Bijvoorbeeld wanneer de 'vliegende keep' is ingezet in plaats van de vaste
beroepskracht die op vakantie is. Op deze wijze stemmen de urenregistratie (die wordt aangeleverd als zijnde een rooster) en de presentielijsten overeen met elkaar.
Gebruikte bronnen:
- Gesprekken met de beroepskrachten
- E-mail van de operationeel manager d.d. 17 oktober 2016
- Steekproef afschriften verklaringen omtrent het gedrag, ontvangen op 17 oktober 2016 - Steekproef afschriften beroepskwalificaties, ontvangen op 17 oktober 2016
Ouderrecht
Informatie
Ouders hebben per e-mail een 'nieuwsflits' ontvangen met daarin de uitleg dat de klachtenregeling gewijzigd is en dat de organisatie is aangesloten bij de Geschillencommissie. In het informatieboekje van de vestiging is de klachtenregeling kort beschreven en zijn de gegevens van de Geschillencommissie opgenomen. De operationeel manager verklaart dat ouders deze bij inschrijving ontvangen.
Klachten en geschillen 2016
De houder heeft een interne klachtenregeling ingesteld voor ouders en de oudercommissie, die voldoet aan de voorwaarden. De organisatie is sinds 29 december 2015 aangesloten bij de geschillencommissie.
Gebruikte bronnen:
- Woest Zuid Klachtenreglement (versie mei 2016), reeds in bezit van de GGD - www.lrkp.nl, eerder geraadpleegd
- WZ Frankendael informatieboekje (versie mei 2016), ontvangen op 17 oktober 2016 - Gesprek met de beroepskrachten
Inspectie-items
Pedagogisch klimaat
Personeel en groepen
Ouderrecht
Pedagogische praktijk
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
Verklaring omtrent het gedrag
De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013.
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.
Passende beroepskwalificatie
Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO Kinderopvang is opgenomen.
Opvang in groepen
Ieder kind behoort bij een basisgroep.
A. De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.
Of
B. De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.
Een kind kan in één andere basisgroep dan de vaste basisgroep worden opgevangen, indien de ouder daarvoor vooraf schriftelijk toestemming heeft gegeven voor een bepaalde periode.
Beroepskracht-kind-ratio
A. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:
- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar.
- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.
Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.
OF
B. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:
- 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.
Informatie
De houder brengt de klachtenregeling, alsmede wijzigingen daarvan, op passende wijze bij onder de aandacht van de ouders.
- de ouder een schriftelijk en met redenen omkleed oordeel op de klacht verstrekt;
- in het oordeel een concrete termijn stelt waarbinnen eventuele maatregelen zullen zijn gerealiseerd.
De houder van een kindercentrum is aangesloten bij een door de minister van Veiligheid en Justitie erkende geschillencommissie voor het behandelen van:
a) geschillen tussen houder en ouder over:
- een gedraging van de houder of een bij de houder werkzame persoon jegens ouder of kind;
- de overeenkomst tussen de houder en de ouder;
b) geschillen tussen houder en oudercommissie over de toepassing en uitvoering van het wettelijk adviesrecht.
Gegevens voorziening
Opvanggegevens
Naam voorziening : Woest Zuid Frankendael
KvK-vestigingsnummer : 000020758766
Website :
Aantal kindplaatsen : 40
Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder
Naam houder : Woest Zuid B.V.
Adres houder : IJsbaanpad 9
Postcde en plaats : 1076 CV AMSTERDAM
KvK-nummer : 34302901
Website : www.woestzuid.nl
Gegevens toezicht
Gegevens toezichthouder (GGD)
Naam GGD : GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang
Postadres : Postbus 2200
Postcode en plaats : 1000 CE AMSTERDAM
Telefoonnummer : 020 555 55 75
Onderzoek uitgevoerd door : Mw. drs. M.C. van Wieringen Gegevens opdrachtgever (gemeente)
Naam : Gemeente Amsterdam
Postadres : Amstel 1
Postcode en plaats : 1011 PN AMSTERDAM
Planning
Datum inspectiebezoek : 10-10-2016
Opstellen concept inspectierapport : 07-11-2016
Zienswijze houder : 21-11-2016
Vaststellen inspectierapport : 21-11-2016 Verzenden inspectierapport naar houder
en oudercommissie
: 28-11-2016 Verzenden inspectierapport naar
gemeente
: 28-11-2016 Openbaar maken inspectierapport :
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum
De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
Woest Zuid Frankendael is gevestigd in de Frankendaelschool en geeft dagelijks invulling aan samen sporten, spelen en bewegen met plezier. Dat doen we op het schoolplein en in de gymzaal van de Frankendaelschool.
Woest Zuid heeft gedurende een schooljaar drie periodes, waarin Woest Zuid de programmering voor alle locaties gemeenschappelijk aanreikt. Tijdens het inspectiebezoek was de eerste periode van dit schooljaar namelijk racketsport & campingweken nog volop gaande. Tijdens deze weken laten we de kinderen van zes jaar en ouder kennis maken met diverse racketsporten en de jongste kinderen kennis maken met diverse
campingsporten. Het doet ons deugd dat de inspecteur dit heeft opgemerkt.