• No results found

's-gravenhage, 14 december. ons kenmerk VRV/ bijlage(n)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "'s-gravenhage, 14 december. ons kenmerk VRV/ bijlage(n)"

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Z 2 5 - a 2 7

voorlopige raad voor het vervoer

Aan: geadresseerde

.,':'-->s

r.7; ^ »

uw brief van

uw kenmerk

onderwerp

's-gravenhage,

14 december

ons kenmerk

VRV/90-153

bijlage(n)

1

1990

toestelnummer

3618743/-717

verzonden

Geachte mevrouw, mijnheer,

,/.

De Voorlopige Raad voor het Vervoer heeft onlangs aan de minister van Verkeer en Waterstaat advies uitgebracht over het onderdeel gecombineerd vervoer van het EG-voorstel voor een gemeenschappe- lijk spoorwegbeleid.

Een exemplaar van dit advies bied 1k u hierbij ter kennisneming aan.

Hoogachtend,

R.E. Hegger, secretaris.

kneuterdijk 6 telefoon (070) 618717 2514 EN 's-gravenhage telefax (070) 614600

(2)

i

voorlopige raad voor het vervoer

Aan de Minister van Verkeer en Waterstaat mevrouw J.R.H. Ma1J-Weggen

Plesmanweg 1-6 2597 JG DEN HAAG

uw brief van

18 j u l i 1990

uw kenmerk

DGV/GB-1/0593/90 V 024074

onderwerp

Advies EG-voorste1

gemeenschappelijk spoorwegbeleid

's-gravenhage,

8 oktober

ons kenmerk

VRV/90-126

bi)lage<n)

1

1990

toeslelnummer

verzonden

Zeer geachte mevrouw Ma1j-Weggen,

./. Hierbij bied ik U het advies aan van de Voorlopige Raad voor het Vervoer over dat deel van het EG-voorstel voor een gemeenschappe-

lijk spoorwegbeleid, dat betrekking heeft op het gecombineerde vervoer.

Over de andere drie elementen van het EG-voorstel verwacht de Raad rond de jaarwisseling advies uit te brengen.

De Raad hoopt dat zijn advies een constructieve bijdrage ren aan het Nederlandse en EG-bele1d om het gecomblneerc te stimuleren.

1 leve- vervoer

ijk, voorzitter.

kneuterdijk 6

2514 EN 's-gravenhage

telefoon (070) 618717 telefax (070) 614600

(3)

VRV/90-125 2 oktober 1990

Advies gecombineerd vervoer

1. Inleiding

a. Adviesaanvraag

De minister van Verkeer en Waterstaat heeft de Voorlopige Raad voor het Vervoer advies gevraagd over het voorstel van de Euro- pese Commissie Inzake het gemeenschappelijk spoorwegbele1d (zie bijlage 1).

Gelet op het streven van het Italiaanse voorzitterschap van de E6 om over dat deel van het voorstel dat handelt over het gecombineerde vervoer vöör 1 januari 1991 tot besluitvorming te komen, terwijl anderzijds wordt verwacht dat de drie overige delen van het voorstel niet meer 1n 1990 1n behandeling worden genomen, 1s 1n overleg met het departement afgesproken dat de Raad op korte termijn alleen over het onderdeel gecombineerd vervoer zou adviseren.

Het voorliggende advies van de Raad 1s voorbereid door een ad- hoc-commiss1e uit zijn midden, bestaande uit de "eJen Wanslnk

(voorzitter), Aarens, Den Harder en Kasteel.

b. Gecombineerd vervoer en het Europese transportprobleem Bij de problemen die zich bij de afwikkeling van het goederen- vervoer In Europa manifesteren en die naar het zich laat aan- zien eerder zullen toe- dan afnemen, wordt aan het gecombineerde vervoer alom een grotere rol toegedacht dan nu vervuld wordt.

Deze problemen laten zich 1n twee sleutelwoorden samenvatten:

bereikbaarheid en milieu. Om tussen deze twee elementen, die niet zonder meer met elkaar verenigbaar zijn, een optimum te vinden zou het gecombineerd vervoer, waarbij de trein of het binnenschip hoofdtransportdrager 1s, tenminste een deel van de verwachte groei van het vervoer per vrachtauto moeten overnemen.

Stellig kan het gecombineerde vervoer 1n deze zin meer beteke- nis krijgen, alleen al vanwege de marginale positie die nu wordt ingenomen. Het lijdt immers geen twijfel dat het wegvervoer bij een gelijkblijvende modal split de voorspelde groei van het goederenvervoer, zowel reeds op korte termijn door de Europese eenwording (EG), als op iets langere termijn door Intensievere handelsbetrekkingen met de ontluikende economieën 1n Oost-Europa

(waar de kwaliteit en capaciteit van de sterk op de spoorwegen gerichte Infrastructuur onvoldoende 1s), niet zal kunnen verwer- ken. Zowel de bereikbaarheid als het milieu zouden anders ernstig 1n het gedrang komen.

Vastgesteld moet anderzijds worden dat de grotere rol voor het gecombineerde vervoer niet of slechts moeizaam vanzelf tot stand komt, een stimulerend beleid op velerlei fronten 1s onontbeerlijk voor de gewenste ontplooiing.

(4)

- 2 -

c. Opzet advies

De Raad heeft zijn advies niet willen beperken tot louter een beoordeling van het voorstel van de EG-Comm1ss1e voor een Richt- lijn gecombineerd vervoer.

Naar het oordeel van de Raad dient het gecombineerde vervoer te worden geplaatst 1n de bredere context van het Europese transport- probleem, en de rol die het gecombineerde vervoer b1J de oplossing daarvan kan spelen. In dit kader verdient de bevordering van het gecombineerde vervoer vanuit Nederland bijzondere aandacht, want terwijl het aandeel van Nederland 1n het Bruto Nationaal Produkt van de EG 5% bedraagt, 1s het Nederlandse aandeel 1n het grens- overschrijdende transport In de EG, 1n tonnen gemeten, 36%. In het grensoverschrijdende wegvervoer bedraagt het Nederlandse aandeel 26%.

In hoofdstuk 2 wordt hieraan een algemene beschouwing gewijd.

Oe beoordeling van het EG-voorstel en van de beschouwing die de EG-Commiss1e daaraan vooraf laat gaan, 1s In hoofdstuk 3 opgenomen.

Confrontatie van de algemene beschouwing van de Raad en het EG- voorstel heeft de Raad ertoe gebracht 1n hoofdstuk 4 enkele opmer- kingen te maken over aanvullend beleid ter bevordering van het gecombineerd vervoer en dus ter verlichting van het Europese transportprobleem.

N.B. 1: Waar in dit advies sprake is van de Commissie, 1s bedoeld de Commissie van de Europese Gemeenschappen; met de Raad

Is bedoeld de Voorlopige Raad voor het Vervoer.

N.B. 2: De Raad verstaat uit praktische overwegingen onder gecom- bineerd vervoer het volgende: Goederenvervoer, waarbij voor het Inland-gedeelte gelijktijdig of volgtljdeHjk van meer dan één vervoertechnlek gebruik wordt gemaakt, zonder dat de goederen zelf worden overgeladen.

Concreet betekent dit vervoer van containers, wissel laad- bakken, opleggers, vrachtauto's en combinaties per trein en/of binnenschip, met voor- en/of natransport met andere vervoermiddelen, waaronder begrepen het bij luchtvaart en zeescheepvaart betrokken vervoer met andere vervoermidde- len.

(5)

2. Algemene beschouwing over gecombineerd vervoer

Zoals 1n de Inleiding gesteld, mag worden verwacht dat het goederenvervoer binnen de EG en ook met n1et-EG landen in de komende jaren aanmerkelijk zal toenemen. Alleen een ernstige economische crisis zou dit verwachtingspatroon kunnen versto- ren.

Zonder stimulerende maatregelen en bij ongewijzigd beleid op Europees niveau zou het merendeel van de groei door het wegver- voer worden opgevangen. Rail vervoer en binnenvaart zouden een te bescheiden rol spelen. De mogelijkheden van de intra-Europese zeevaart worden daarbij naar het oordeel van de Raad nogal eens over het hoofd gezien. Voor wat betreft de intercontinentale luchtvracht dient erop te worden gewezen dat een groot deel daar- van intra-Europees over de weg wordt afgewikkeld. Tabel 1 geeft een Indruk van de te verwachten groei van het Europese goederen- vervoer.

Tabel 1. Prognose omvang internationaal Europees goederenvervoer (wegvervoer, binnenvaart, railvervoer, in min tonnen)

totaal

wegvervoer gecombineerd

vervoer

1984

530

229 = 43%

13 - 2,5%

2000 scenario A 755

417 - 55%

26 « 3,4%

2000 scenario B 755

398 * 53%

49 » 6,5%

Bron: Rapport "Naar een werkelijk gecombineerd vervoer", INRO/NEA, mei 1990.

Scenario A gaat uit van een geliberaliseerde vervoermarkt,

scenario B betreft een gereguleerde markt op basis van een extreem mH1euscenar1o.

Gecombineerd vervoer kan een grotere rol spelen, en moet dat ook.

De bereikbaarheid van Europese produktle- en consumptiecentra komt steeds meer 1n de knel door het snel groeiende verkeer van perso- nen- en vrachtauto's. Bij voortgaande groei en het achter(wege) blijven van de uitbreiding van weginfrastructuur-capaciteit wordt het bereikbaarheidsprobleem alleen maar knellender, waar- door voor de economieën grote verliezen ontstaan.

Bovendien tast het toenemende autoverkeer door de uitstoot van uitlaatgassen het milieu aan en beTnvloedt door geluidhinder het welzijn van burgers nadelig. In Oostenrijk en Zwitserland heeft dit er mede toe geleid dat aan vrachtauto's beperkingen en soms ook verboden zijn opgelegd om door deze landen te rijden. Deze dwang mag echter op zichzelf niet de reden voor het stimuleren van gecombineerd vervoer zijn of worden.

0e vrijheid van vervoerswljzekeuze dient als uitgangspunt te worden gehandhaafd, randvoorwaarden die deze vrijheid 1n voor de samenleving goede banen lelden zijn daarbij acceptabel en ook gewenst.

(6)

c c o

—• CD

- » • « r t

<-•. 0 TC =r

rt- C O

—J*

c ex

rt- 3 "

CD

« f

- i - l t l O

« f 3 C L T J co 0

« r t

< -*• O rt-

—•» —*•

t O C D

CD 3 —>•

CL 3 CD 3 CD 0 co

* - * • r f — 3

- h

co - * - 1 3

«#•

CD O O 3 o-

_ J -

3 CD CD

->

CL

n>

<

CD

-. <

0

co

• 3 - <

CD rt-

r f

O

r f 0 1

—* n

—*» 3 rt- C D

->

3 B>

C u 3 C

—»• r r - E CD CX

<T>

- I

— r f

CU 3 CX 3 rt- O

—». O 3 Cu

— r f

CD

<

CD

<

O CO

«O 3 Cu D>

- 1 CD CD 3

< < < : - < :

CD 0 a> 0 - 1 a > 3 0

< -» -»

0 z a> *—• n> z

- » Z C L C D t n C D C O O L rt- C L - - , C D (0 CD — • - » 0 - 1 o > — • 3 - — 3 O » 3 C U C X 3

- - 3 C X

f D C X C U T C — T T

CD CX (/> O 3 -*• 3

» a r t

— > • rt- - j 1 0 - » C u O .

- ~ C U O »

a. cr -*. cu

- » c 0 i

C D rt- 0 - " 3 - 3 3 C D - * • O

_ * — • < _ . . « O

f D C U - t , i - i - 3 a r

C X —• - • »

_ i . « w » 3 < _ • . 3

« O 3 " C X 3 * C D C D C U C D O rt- f f

rt- O

3 — —

C U C T 3 3 C U - * rt- 3 3 C D 3 "

C T C D - 1 C D O CO 3 rt- C X " » C U

" O C L rt- T C C U - r f » C U T C < O C X

7 TO 3 »

CD m cu - i

< - * • < . — • O C D <

3 C D C U C U - J « O 3

« O O C D C D C X O C D C X C D 3 3 C D r f - > 7 3 C T < C D - >

- > C U 3 O

fl> 3 < 3 T C CD O

C D Q . - ï rt- S D I - "

• C D

V ( D 7 T Ü K O rf—..—»

rt- C D O

CD

— r f

— r f

— i .

3 ( O

•c o*

3 CD CD 3

«O

O rt-CD

T >

O c> 3 O CD 3 3

cr •

- r f » C D

rt- O - 1 3 1 *

C D CO C D r f

—i

CX O 3

< —•

CD CU - J 3

< ( O O </>

CD - i « o

s C D T 3 . — . C

*

v>

<

0 O - 1

C D - " • » C U 3 — C u

«•—» C D 3 X rt-

c r -«• -»

-*• c r co

CD - < • 7 T C X — 7 T rt- - * C O

e * —•

C u C D - *

— • - k ( _ k

— • rt- T C C D

CD <

CX 3 3 O CD

</»

CU

3 CD

« a s

rt- 5 0 -— Z — CD 3 O c->

•»».CD rt- —1 CD

- r f . Z - J co: O O-

—* CD

§ - 1 TC rt-

CD CD 3 - 1

CU

z - o

« T l 7 3

> o

•» " ï

« f

3 CD •

— Z Cu 1— CU to - »

«X>

O CD

• — ' CD 3 O 3 * cx CD CD - »

—>-t

CD

<z

— J .

3

«o

• O O

r f - r f .

3 CU

•—* CD

<

CD - 1

•<

O CO

« r t

Cu

O O

«Q CL - » CD - *

—• «/» Q . - * rt- CD

«-<. - > A " - ^ — 3 - c r cu

C D C 3 C X rt-tO C D - * • C D 3 ( 1 - 1

C D

Q 3 3 P> cu

C U - h

rt- - 1 v>

O ^ . r t - rt- < CU

CU 3 CD 3 CX CD CD 3 CX 3

CD w M Q - * • CD

« 3 3 CD CX

— -«• « < CD

< - - « O O CX <

- » l O C C O

< - » CD - »

— <

r a » 0

T T CD CD - » T T CO

cr »

0 —•

e - *

—*

3

* < - » < 0

rt- T C

C X C D

O - 1

< 3 CD CX CD - J CD 3

< - 1 CX O 3 CD

rt- C D C D - 1 C D - 1 3 N

«rt — - * • 1 3 < — 1 CX

«/»

ca 7 C - 0 K. tn 3 <

CD CU O O CD CD CD 3 rt- -» — • CD -»

O CD Q . CD -I <

O — • 3 CD rt- O 3 CO rt- 3 Q . CO

cr < -*. o cu -1 -*• a> CD < -o 3 o.

3 - 1 CD CD • O» CD —• -} CL O l

rt- 3 t B O <

-* Cu cu O O CD CU CU O O O

CU 3 3 " 3 TC -%

< 3 N rt- rt- 3 CU - * . C t/>

3 CX CD CL -<• O O CD 3 CU 7C 3 3 - Q . - - rt- 7*"tO ->•

CD O - * CD CD T J T J C_i. 3 " — < 3

< —• 7<" CD - ^ CD O O O rt- 3 CO — O O » - * «O - » - 1 «/» ty» t o CD c r o . - * . co 3 r o CD co 3 * - s o a i rt-

— » i Q N O - k J < 1 CD - * 3 3 <l>

3 < CD CT < - h CU - • • CL Cu r f

< 3 rt- 3 CD 3 Cu CU CD CL 3 3 * CT CD m CL CU

CD CD " 1 C> CD rt- - 1 rt- —» O.

cu CD CD co c r

- * m •— 3 o - *

— « = " — < O » - *

""! • CD - * • CD O - » 3 0 <

3 "o CD < o n

CD CD O O O - I

cr v 3 CD o <.

-* CD • n «/• rt- O 3 V k » rt- O CD 3 rt- C I 3 - » CD -1 cr ï m tn

3 CU «rt CU C —- CU

< 3 rt- CU - 1 t = -H cu «» cu ~% o o «/»

CU " O 3 < " O 3 ^ rt- - l O rt- CU CU rt- Cu rt- - I - * 3 _ < 3

ft CK 3 1 CL A " O — CL CU Cu CD 3 - I « CD 0 3 O 3 CD O _ 3 -

-» cr cr 3 N rt- <

IM —• •— CU CD • CU - k f f i C » - » T T 3 f— CD CL X - C D

CX 3 -* n- -»

( n • CU

«O CD

1 0 3 CX CD - 1 CL CD 3 O CD

3 CD

—^ c 0

C L

co CD

—*

<:

Cu 3 CL CD

3 CU O)

*"»

3 - CD

<

n>

<

0 (D rt- CX

O O - 1

Cu c

r - r

O

« «n O

—1 co «

0 Q . CL rt- O O - 1

CD CD

— r f

CL <

CD 3 C —*

c f

<

- I

C u

O 3 "

n-

1 0

<

CD - 1 O

3 *

CU 3

3

c

->

— r f

CU 3

«O

r * C D O

CD CL O CD 3

-«» «rt rt- C L CU

rt- 3 0 C D

^«>

3 rt- CD - 1 O O 3

t - r

-*• 3

CX CD

m C CD

«O O O 3 r*

~4*

3 CD

3 3 i-r-

at Cu

— r f

<

CD

<

0 CD - 1 CL

rt- C D C U

—«

<

CD

CX to

- l

<

- 1 CU 0 3 -

-* c r

3 CL O . CD T J C L CD O O

3

— r f - r f >

0 CO - 1 3 - n -

<t-

c r 3 —*•

^êm

3 CU n -•^m

• - r f

c 0

->

CD

- r f *

3 CL O CD

3 C D

- 1

«rt CD 3

O Cu

C U - l

CT

- r f * C r f .

< «O

_»*•

«rt

«/>

CD

—* —•

Cu Cu

t v CU

c - r

3 "

C D rt-

CL O C T 3 CU 7 T « 0 T T CD CD 3

•m

t » 3

- r f -

3

3 - r f -

3 CL CD

- l

- « 1 CD m x >

c -> 0 T 3

CD 3 " «rt rt-

1

Cu

«* -^

CD CD

-*

cr • r f -

g * - r

CD 0 3 T J 3 CD

— r f

CD CL 3 «O

- r f »

</• O

e

«rt ( O O 3 "

- r f -

«rt " O m «rt CD 3 rt-tO

* O

- i

0 0

- r f -

CD

* - t e

« r t

£ O - J

CD - 1

«rt CD 3

<

C L - 1 C D 3

Cu O 3 "

r>

O 3 c r

- r f -

3 CD CD

C L

<

CD - 1

<

O CD

*

tu

o>

- 1 c r - r f *

< _ E -

•c 0 0

~ l

Cu

— r f

0 0 3

r f

D*

—«• 1 CD CD 3

<:

to - 1

«;

- r f -

-> co

•c 0 c

C L

«O —«•

3 -^

«O

rt- 3 C C D - * • O i C D C T el-

to -- < CD

^2 CD

I M - >

CU 7C-

—• CD 3 CU

— < 0>

CD 3 CD 3 CD

CD -H 3 O - I <

Ut C D C D - »

3 « r t

3 <

C U O C u — •

0 CD O O 3

« r t - » C L rt-

O 3 " C D r o za

C u r f

o>

rt- C L C D C D M - r f - rt-

O CD 3 - «O

CD

— 3 Cu O O* CD

- » CX

3 0 CD rt- rt- rt- O *

P» rt- C L

Cu tO 3 o . rsi Tc 7 C C -»• O - J c r CD 3 cu c r 3 to 0 co 3 " —•

rt- —*•

V 3 . - . « o

3

« r t <

" O CU CU 3 3

3 IM CD CU TT CU CD 3 - I

CX 3 CD

- r f -

CD 3 - CD 3 O . CU rt-

3 "

C D r f

3 - C

- r f - C L - r f -

3 CX rt- C «O

— CD 3

«O <

CD

< -•

CD <

- » O

U O C D C D - 1 3 « r t

•» 0

—• < 3

CU Cu

- r f - C u C L C u — 3 ( O

CD rt- O -C CD CD TC 3

O Vt

3 CD

«rt 3

r f - " • <

CU 3 «O CU rt-«Q

«rt »—.

rf M

C u - r f . C U to 3

CD 3

-e <

CD - » 3 CU

en. «rt «O ers,

CD

O i

t u 3 CT O O . 3

- r f -

CD rt-

• * 3

« r t r f C u

CU rt-

O < t r t C L 3

< C u r f C D C D C D 3 - 1 rt-

-> c r>

« r t «/» O O C U

— • 3 rt- 3 — •

0 1 C D e 0 rt-

«o —• c «= co

« - » - — • — ! — » — »

«T> CO — > 3 O • • rf—-. C D O » 3 - O ^ r f 3 Q . D > rt- - r f - _ * _ k - o - r f - C D C D - 1 C U C D <

T C C D O T C C D

• O - r f . - » 3 rt- rt- C U »

< tO C D O

0 - * = r co

— < rt- rt- 3 C L CD -

O - 1 < O . tO KT r * C U (0

3 - » • CD 3 CL 3 3 T >

CD CL 3 «O - I

- r f . - r f . C D - -

• C 3 3 O « - r f . C D ( O C U O « r t

— j C D — " 3 •

< 3 3 C T O • C D - * > » C D rt- 3 C U - » C D < C D 3 C X 3 C D C D - » - ï - 1 C X C U C L T C C L C D

« O C D ^ — - C D » < C U - 1 rt- C D C U

« r t C D C D - » 3

• — » O C D • < C T 3 " 3 O O C T 3 C D C L C O - » - r f - - 1 T C T J C D 3 C U

C u T C rt- < 3

— C O O rt- C D . — N — » O 3 < — • - 1 I M Q . C D — - C U - r f - C D - 1 « O — « _ *

< C D 3 - * l O 3 O . O » C D rt- C D <

C l - i O rt- rt- 3 - * • O O C D C D 3 - » - 1 O r f - • »

» T £ i

3 3 CD CU

• - r f . - J 1 C D T C T C

c r c r c r 0 1 3 m cu co -— C L & co O» rt- 3 CD - » 3 - j - j co x a T C 3 - CD CD C r f «rt CD TT —t Ol rt- -rf- ?C CL CU -rf. — D . — rt- «rt 3

3 < C CD «O CD Ol < —•

3 - » CU O CD O < 3 O - »

«rt T J O —I CO 3 CD CL 3 CD T C - J CO l O CL

— K _ co

3 - Cu rf K O t r CD —• CD CD O CD - * -rf-«Q 3 3 — CL rt- CD v c r CD

CD 3 CD - * -rf-

< - ^ O 3 3 CL Ol rt- CD CD 3 rf < CD - « •

< CU - » «rt O . CU TC 3 CL O 3 E CD

o 3 ex < r>

- t CL 3 CD CD 3 - I CD CD - I rt- rt- 3 < < CD O « O - I O - 1

I fD TC Ol CD CL CT Q «O - I Cu O O 3 CD • — O CX CD - I — -n to 3 «/» m co

3 • CD CD

< 3 3 3 CD CL O Cu T rf-rf-D) 3 IO

< CO CD - I CU -«1 0 3 - 1 - % CD «rt < O . TC CD - > r r CO -— rt- O

CD 3 CD rf - * 3 «rt 3 C -rf- 3 •» CD «rt O» CD

3 rt- Ol -t»

< IM CD - I CO O 3 - 3 - » • O»

-i CU CD 3 —

«o —. c r -e «rt CD «rt c r cu cu

—• CD 3 O» CD - » C T 3 3 - » e--, CD «o c r

7 C rt- < CD - * • O

—"• - J O O CD O 3 O O Q CL TC 1 0 e - 1 3 CD

C Cu 1 - t CD I - r f «rt CD

0 -

* r f >

3 CD CD

O . CD

<

CD

->

<

O C D - ï

C L CD

« 0 CD CD *

3

«n

r f

CD O

3

c r CD

— r f

CD

- r f »

C L

•< CU

3 CL CD

3 C u r f

—*• O 3 Cu

— r f

CD O

•e CD

3 "

CD O CO IM CD

O l 3 O .

•<

O O

2 t u

o>

CL CD 3

-»»«

Cu

r f C D 3

IM

^*» O

CL 3 "

rt- C D T J

— r f

O O

- r f »

3

«O rt- to

_

rt-

C D

3 CD 3 CL CD

m cr>

-

3 O CX

- r f » 3 « O

O 3 C L C D

~l

« O C U

§

3 - CD C *

C U « O 3

*

CD O

«e CD

r f C U

——« CD 3

- r f .

3 CL CD

C f C D

i

« r t

rt-

-rf->

3 c

— r f

CD - 1 CD I O .

(7)

(

Tabel 2. Internationaal Inland-goederenvervoer van/naar Nederland,

wegvervoer binnenvaart rallvervoer totaal

min tonnen 101 146 14 261

%

38 56 6 100

Bron: Jaarberlcht Vervoerend Nederland, 1989 Het Internationale gecombineerde vervoer per rail bereikte 1n 1989 een omvang van 3 min ton, overeenkomend met een aandeel van 20%

1n het Internationale rallvervoer van/naar Nederland.

Van het gecombineerde vervoer vla de binnenvaart zijn geen exacte cijfers beschikbaar. Naar schatting bedroeg het vervoerde gewicht 1n 1989 4 min ton, een aandeel van ongeveer 3% in het goederen- vervoer via de binnenvaart.

Het aandeel van het gecombineerde vervoer In het totale Interna- tionale inland-goederenvervoer vanuit en naar Nederland bedroeg in 1989 ca. 2,5%.

Voor een genuanceerder beeld van de huidige en toekomstige positie van het gecombineerde vervoer in Nederland is het evenwel nuttig het containervervoer apart te bezien.

Van de overslag in de Rotterdamse haven 1n 1989 ad. 292 min ton vond ca. 40 min ton met containers plaats. 01t komt overeen met ongeveer 2,5 min containers (ca. 4 min TEU). Voor het jaar 2000 wordt door het Rotterdamse Havenbedrijf een overslag van 4 min containers (ca. 6 min TEU) voorspeld, waarvan er ca. 2,5 min van en naar het achterland worden vervoerd (1988 : 1,5 min). De modal split van de Inland aan- en afgevoerde containers zou zich daarbij a.v. ontwikkelen:

Tabel 3. Modal split inland-containervervoer van/naar Rotterdam (in l) 1988 2000 2010

64 58 50 22 24 26 14 18 24 Bron: Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam.

De voorspelde groei van het zeecontalnervervoer en de voorziene wijziging 1n de modal split leiden tot een forse groei van het

containervervoer 1n de binnenvaart en vooral vla de rail van en naar de zeehavens. Daarnaast, zo wordt verwacht, zal het 1ntra- Europese containervervoer sterk toenemen en zal de kustvaart 1n het goederenvervoer 1n Europa van grotere betekenis worden.

Deze verwachte ontwikkelingen geven aan dat het containervervoer de komende jaren een steeds grotere rol in het Europese goederen- vervoer zal gaan spelen.

Gegeven het feit dat voor het jaar 2000 een omvang van het inter- nationale inland-goederenvervoer van en naar Nederland wordt

wegvervoer binnenvaart rallvervoer

(8)

- 6 -

i

voorspeld van 310 min ton, 1n 2010 van 360 min ton (Prognos, 1988), 1s derhalve de cruciale vraag hoe de groei met ca. 50 min ton tot 2000, en met nog eens 50 min ton tot 2010, wordt opgevangen, welke rol de verschillende vervoerstechnleken hierin bij voorkeur dienen te spelen.

De Raad wil er voor pleiten dat het gecombineerde vervoer per rail en binnenschip 1n dit kader fors wordt gestimuleerd. Met name het vervoer van en naar Rotterdam, waar het om dikke vervoersstromen gaat, biedt daartoe goede mogelijkheden.

In diverse publicaties wordt ook met rede gepleit voor bevorde- ring van het gecombineerde vervoer. DU Is voor het psychologische klimaat van belang: er bestaat vrijwel geen verschil van mening dat gecombineerd vervoer ertoe kan bijdragen de geschetste pro- blemen op te lossen. Vooral het gecombineerde vervoer per r a i l staat in het brandpunt van de belangstelling, getuige onder meer het 1n september 1987 door de minister, de wegvervoerorganisatles, Trallstar en de NS ondertekende convenant gecombineerd weg-rail vervoer en het daarna uitgebrachte rapport van de Stuurgroep 1) gecombineerd weg-ra1l vervoer (maart 1989), het rapport "Strate- gie voor het goederenvervoer per spoor" van de Commissie van der Plas ( j u l i 1989), het rapport "De toekomst van het goederenvervoer per spoor (mei 1989), Rail 21 Cargo (januari 1990), het beleidsplan voor een Europees netwerk van gecombineerd transport (A.T. Kearney, Logitech, januari 1990) en deel d van het Structuurschema Verkeer en Vervoer, juni 1990).

Een grotere rol voor het gecombineerd vervoer 1s dus gewenst.

Voor het e f f e c t i e f maken van die grotere rol z i j n echter stimule- ringsmaatregelen nodig, zonder welke het gecombineerde vervoer onvoldoende van de grond komt, t e r w i j l anderzijds maatregelen 1n de regelgevende sfeer nodig z i j n om bestaande belemmeringen op te heffen.

De t i j d 1s nu r i j p om de vele woorden om te zetten 1n daden. Op velerlei terrein zullen daartoe evenwel nog tal van verbeteringen nodig z i j n . In hoofdstuk 4 wordt hierop nader ingegaan.

Gezien de schaal waarop gecombineerd vervoer doorgaans plaats- vindt, l i j k t er in het algemeen beperkte ruimte voor gecombineerd vervoer binnen Nederland. De afstanden z i j n te kort waardoor de overslagkosten te zwaar op de p r i j s drukken.

Met de eenwording van de E6 1n het vooruitzicht en gelet op de enorme vervoersstromen naar aangrenzende streken zoals het Ruhr- gebied, zou het niettemin aanbeveling verdienen te onderzoeken, of gecombineerd vervoer op deze ook nog r e l a t i e f korte afstanden met gebundelde vervoersstromen een reëel alternatief kan z i j n . Daarbij valt te denken enerzijds aan containervervoer vla de binnenvaart en/of r a i l , naar bijvoorbeeld Duisburg met bestemming

In het Ruhrgebied, met aansluitende distributie per vrachtauto.

1) De Stuurgroep, samengesteld u i t vertegenwoordigers van de convenant-partners, was Ingesteld om het convenant u i t te voeren.

(9)

Anderzijds kan worden gedacht aan een sternet met terminals op bepaalde knooppunten, waartussen snelle treinen met containers en wlssellaadbakken rijden 1n een regelmatig patroon, naar het voorbeeld van het postvervoer van PTT 1n Nederland.

In dit sternet zou Schiphol dienen te worden opgenomen, waardoor ook aan het gecombineerde vervoer rail-lucht vorm kan worden gege- ven.

De Raad wijst 1n dit verband voorts op Initiatieven om containers per binnenschip vanuit Nederland naar Duitsland te vervoeren en verder per trein naar de plaats van bestemming. De tariefstelling door de spoorwegen dient daarbij zodanig te zijn dat dit geen belemmering vormt voor de ontwikkeling van deze specifieke vorm van gecombineerd vervoer.

De grootste mogelijkheden voor het gecombineerde vervoer liggen echter zonder twijfel op de langere afstanden. Daarbij zijn naar de mening van de Raad in het bijzonder van belang de verbindingen naar/van

- Noord-Itallë / Zwitserland bezuiden de Alpen;

- Zuid-Duitsland / Oostenrijk (evt. Balkan) - Zu1d-Frankr1jk / Spanje

- Oostzee-gebled / voormalige DDR.

Hierbij Is het van fundamenteel belang dat de afmetingen van laadeenheden zijn c.q. worden afgestemd op de optimale afwikke- ling van het vervoer van goederen door de lucht, vla de rail en over de weg.

Tenslotte wijst de Raad erop dat het aanbeveling verdient dat in een vroegtijdig stadium internationaal gestandaardiseerde toepas- singen van telematica tot stand worden gebracht, opdat onder meer de administratieve overgang van de ene op de andere vervoertechnlek probleemloos en zonder vertraging kan plaatsvinden.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

invorderingsambtenaar, het afdelingshoofd Financiën, te mandateren om namens B&amp;W de belasting geheel of gedeeltelijk oninbaar te verklaren als bedoeld in

Voor ons als provinciale Rekenkamers reden om onderzoek te doen naar de inzet van de provincies op het gebied van energietransitie en de Provinciale Staten (PS) van twaalf

Begin februari 2016 stuurden wij u het jaarverslag 2015 toe over de regionale samenwerking in regio Alkmaar.. Daarin was ook de financiële verantwoording opgenomen voor

0,90m tot vaste bodem staalplaten tot in de vaste bodem drukken (hoogte stalen platen in het werk te bepalen)2. Staal profiel HEA180 h.o.h.= 1,00m

Inzet van ICT ondersteunt onze medewerkers bij het bieden van zorg en ondersteuning die is toegesneden op de client en draagt bij aan meer werkplezier voor medewerkers1.

Naar wij begrepen hebben wordt het besluit om geen subsidie te verstrekken gemotiveerd door het ingenomen standpunt dat mensen een beroep kunnen doen op het gemeentelijk

Afspraken tussen gemeente, ICE en initiatiefnemer contract Landgoed Beuningen Op 5 juli 2010 is met ICE een intentieovereenkomst afgesloten waarin de kaders zijn vastgelegd voor

Zoals eerder opgemerkt, worden de belangen van cliënt ernstig geschaad, krijgen de voor hem evident zeer nadelige gevolgen onvoldoende aandacht, bevat het plan geen maatregelen