• No results found

Vraag nr.77van 25 mei 2000van de heer JOHAN DE ROO

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr.77van 25 mei 2000van de heer JOHAN DE ROO"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 77 van 25 mei 2000

van de heer JOHAN DE ROO Gesco's – Lokale arbeidsplaatsen

Teneinde een inzicht te krijgen inzake de toegesta-ne gesco-projecten (gesubsidieerde contractuelen), graag antwoord op volgende vragen.

1. Wat is de actuele stand van het aantal goedge-keurde arbeidsplaatsen voor gesubsidieerde contractuelen per toegekend premiebedrag bij de plaatselijke besturen ?

2. Heeft de minister reeds gemeenten – zo ja, welke – de mogelijkheid verleend om af te wij-ken van de minimale verhouding personeel waarvan de financiële lasten volledig worden gedragen door het plaatselijk bestuur enerzijds en gesco's anderzijds ?

Antwoord

Het aantal goedgekeurde arbeidsplaatsen in het kader van de contingentgesco's bedraagt in totaal 23.198 voltijds equivalenten (VE), namelijk 20.410 VE met een premiebedrag van 440.000 frank op jaarbasis en 2.788 VE met een premiebedrag van 230.000 frank op jaarbasis. Deze arbeidsplaatsen zijn echter niet volledig bezet. Volgens gegevens van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten (RSZPPO) waren 21.641 VE in het tweede kwar-taal 1999 tewerkgesteld, waarvan 19.857 tegen 440.000 frank en 1.784 tegen 230.000 frank.

In het kader van een eerste harmonisatie van de di-verse tewerkstellingsprogramma's werden bij de plaatselijke besturen op 1 januari 1987 de statuten Tewerkgestelde Werkloze (TWW), Derde A r b e i d s-circuit (DAC) en Bijzonder Tijdelijk Kader (BTK) omgevormd naar het gesco-statuut. Aan de bestu-ren werd een contingent gesco's toegekend ofwel tegen een premiebedrag op jaarbasis van 230.000 frank per V E , ofwel tegen een premiebedrag op jaarbasis van 400.000 frank (ondertussen verhoogd tot 440.000 frank), afhankelijk van de criteria waar-toe ze zich verbonden. Deze criteria zijn nog steeds van toepassing.

Eén van deze criteria heeft betrekking op het be-houd van een minimale verbe-houding eigen neel ten opzichte van het globale aantal perso-n e e l s l e d e perso-n , dus iperso-nclusief gesco's. O o r s p r o perso-n k e l i j k lag deze verhouding op minimaal 50 procent, v o o r

contingentovereenkomsten gesloten na 1 januari 1991 werd dit opgetrokken tot minimaal 60 pro-cent.

De regelgeving bepaalt dat de minister bij gemoti-veerde vraag en onder bepaalde voorwaarden bij het afsluiten van deze contingentovereenkomsten een vrijstelling op de naleving van deze criteria kon toekennen. Met betrekking tot het criterium "verhouding eigen personeel / globaal aantal per-soneelsleden" dient in voorkomend geval het be-stuur ten minste de verhouding tussen het eigen personeel en het globale aantal personeelsleden te-werkgesteld tijdens het kalenderjaar dat de aan-vraag voorafging, te handhaven.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

ging gebeurd is, zal duidelijk worden in hoeverre het sediment in het Afleidingskanaal een risico kan opleveren voor het leefmilieu en zou moeten wor- den verwijderd om

Welke zijn de stortplaatsen voor afval van deze verbrandingsinstallatie en hoelang worden ze nog

Uit de evolutie van het aantal ontvangen en niet- vervulde vacatures kunnen geen specifieke conclu- sies worden getrokken voor het nemen van werk- gelegenheidsbevorderende

Het onderhoud van de kunstwerken op het A f- leidingskanaal van de Leie wordt uitgevoerd door de van afdeling Bovenschelde van de ad- ministratie Waterwegen en Zeewezen.. Er

De lopende procedure zal zo snel mogelijk – en zonder vertraging – worden beëindigd opdat de betrokken bedrijven de nodige ver- gunningen

Artikel 196, § 4 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke or- dening bepaalt dat de artikelen 35 en 36 van het coördinatiedecreet van toepassing

Van 1991 tot 1993 werd de dotatie namelijk jaarlijks verminderd met een bedrag bestemd voor de betaling van de subsi- dies waarvoor de overgangsbepalingen vervat in artikel 11 van

Bij de omvorming van de Expresweg N49 tot au- tostrade wordt vaak gevreesd voor een verzadiging van het stuk weg tussen de Nederlandse grens en de expresweg indien er