• No results found

Vraag nr. 268 van 4 september 2002 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 268 van 4 september 2002 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 268

van 4 september 2002

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Kinderrechtentop New York – Gendertoets

In een interview in Vrouwenraad (Nederlandstali-ge Vrouwenraad VZW) over de werkgroep Kin-derrechten van de Senaat en de recente kinder-rechtentop in New York staat dat het Belgisch ac-tieplan Kinderrechten getoetst moet worden op gender.

Onze Waalse collega's hebben na een gendertoets onder andere vastgesteld dat 80 % van de sport-subsidies voor kinderen naar het jongensvoetbal gaat.

Heeft Vlaanderen een gendertoets uitgevoerd op de basisdocumenten voor de kinderrechtentop ? Zo ja, wat zijn de conclusies ?

Zo neen, wordt dit alsnog gedaan ?

Antwoord

Van 8 tot en met 10 mei 2002 vond in New York de bijzondere zitting van de Verenigde Naties (VN) over kinderen plaats. In de media werd deze top-conferentie al te vaak een "kinderrechtentop" in plaats van een "kindertop" genoemd. Het is zeker de invulling die België en de Europese Unie aan deze topconferentie geven. In de discussies is even-wel gebleken dat de VS de kinderrechten niet wen-sen te beschouwen als dé standaard bij de invulling van het belang van kinderen. Zoals algemeen be-k e n d , zijn de VS en Somalië de enige landen die het Verdrag inzake de Rechten van het Kind niet geratificeerd hebben. (VS : Verenigde Staten – red.)

De kindertop had een dubbele doelstelling : – een analyse maken van de vooruitgang sedert

de Wereldtop voor kinderen van 1990. De secre-taris-generaal van de Verenigde Naties, de heer Kofi A n n a n , heeft daar een rapport aan gewijd : "We the children" ;

– een nieuw wereldactieplan voor kinderen aan-nemen voor het komende decennium : " A world fit for children".

Op deze documenten werd door de Vlaamse over-h e i d , en voorzover mij bekend evenmin door de fe-derale overheid, een gendertoets uitgevoerd. Wel is het zo dat het genderaspect reeds nadrukke-lijk aanwezig is in de documenten die in het kader van de zitting goedgekeurd werden, en met name in het wereldactieplan "A world fit for children". Door de goedkeuring van dit document hebben de verdragsstaten van de VN zich ertoe verbonden om regionale en nationale actieplannen op te maken tegen eind 2003.

"A world fit for children" vraagt onder meer aan-dacht voor :

– de situatie van het meisje in het onderwijs : 1 0 0 miljoen kinderen gaan niet naar school, w a a r-van zes op tien meisjes. De regeringsleiders heb-ben zich ertoe verbonden om tegen 2005 aan jongens en meisjes gelijke kansen op onderwijs te waarborgen. Tegen 2015 moeten de gelijke kansen ook in het onderwijs bereikt zijn. D a a r-bij zullen ze zich erop toeleggen om meisjes een gelijke en volledige toegang tot kwalitatief goed basisonderwijs te verzekeren ;

– de mensenrechten in het onderwijs en de waar-den van vrede, verdraagzaamheid en gelijke kansen naar aanleiding van het Internationaal Decennium voor een Cultuur van Vrede en Ge-weldloosheid voor de Kinderen in de We r e l d (2001-2010) ;

– de preventieve gezondheidszorg en in het bij-zonder het hoge aantal sterfgevallen onder jonge meisjes en kinderen die te voorkomen zijn ;

– de situatie van meisjes in gewapende conflicten ; initiatieven om meisjes en vrouwen in staat te stellen om zichzelf te beschermen tegen het ri-sico op besmetting met aids via gezondheids-zorg en voorlichting.

Als coördinerend minister voor kinderrechten werd ik op 28 juni 2002 door de Vlaamse regering belast met de coördinatie van de opvolging van de bijzondere zitting voor V l a a n d e r e n , alsook met het overleg hierover met de federale regering.

(2)

het genderaspect integraal deel uit van het door mij gevoerde inclusieve kinderrechtenbeleid. Als minister bevoegd voor het gelijkekansenbeleid in Vlaanderen voel ik mij zeker aangesproken waar mevrouw de Bethune in het bovenvermelde inter-view stelt dat het Belgisch actieplan getoetst zal moeten worden op gender. Daarvoor wens ik me dan ook borg te stellen.

Ten slotte, wat het concrete voorbeeld van de sportsubsidies in Wallonië betreft, vernam ik voor Vlaanderen het volgende van het Commissariaat-Generaal voor de Bevordering van de Lichamelij-ke OntwikLichamelij-keling, de Sport en de Openluchtrecre-atie (Bloso).

Voor de verdeling van de subsidies aan de V l a a m s e sportfederaties was in 2000 en 2001 het decreet van 13 april 1999 van toepassing. Indien erkende Vlaamse sportfederaties aan de decretale voor-waarden voldoen, kunnen deze sportfederaties ba-sissubsidies ontvangen. In 2000 en 2001 ontvingen 62 Vlaamse sportfederaties basissubsidies. De ba-sissubsidies bestaan uit werkingssubsidies (mini-maal 25 percent) en personeelssubsidies (maxi(mini-maal 75 percent van het totale krediet). De werkingssub-sidies worden voor 50 percent toegekend op basis van het totaalaantal aangesloten leden, en voor 50 percent op basis van het aantal gesubsidieerde vol-tijdse equivalenten. Of met andere woorden, m i n-stens 12,5 percent van het krediet houdt rekening met het aantal leden. In 2001 bedroeg het aantal jeugdleden 35 % van het totaalaantal leden, w a a r-van 53,2 % meisjes en 46,8 % jongens .

In de onderstaande tabel gaan de ledencijfers van 2000 en 2001. Hierbij dient wel opgemerkt te wor-den dat enkel Vlaamse sportfederaties subsidies kunnen ontvangen. De Koninklijke Belgische Vo e t-balbond kan in het kader van bovenvermelde de-creten geen subsidies ontvangen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het project zal een positief advies krijgen op voorwaarde dat een procesevaluatie wordt doorgevoerd (waar werkt deze manier van wer- ken en waar niet, en waarom) en dat dit

Tevens zouden de knelpunten voor een erken- ning en waardering van deze activiteiten worden aangeduid.. Op 1 december 2000 heeft de minister aan de Vlaamse regering een nota

In het investeringsprogramma fietspaden 2001- 2003 werd voor Limburg 67,5 kilometer bijkomen- de volwaardige fietspaden opgenomen. Een be- langrijk onderdeel hierin vormt

In tabel 3 worden per sportfederatie het aan- tal gesubsidieerde sportkampen georgani- seerd voor 12- tot 18-jarigen, het aantal deel- nemers en de toegekende subsidies in 2001

Om een antwoord op deze vragen te formule- r e n , is er diepgaand onderzoek nodig. D a a r o m werd in juli 2002 een prijsvraag voor een weten- schappelijk onderzoek uitgeschreven

– de aankoop van infrastructuur met socia- le en/of culturele bestemming die beant- woordt aan de behoeften van jongeren en die open staat voor het publiek ;.. – de aankoop van

g) Om hoeveel bijkomende capaciteit gaat het in elke provincie wanneer alle goedgekeurde dossiers volledig uitgevoerd kunnen worden ? Wanneer alle dossiers waarvoor nu middelen

Op basis van deze definitie zijn er in de praktijk twee bruikbare methodes om uit te maken welke personen in armoede leven en welke niet.. Ten tweede kan men op basis van het