EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 11.8.2017 COM(2017) 429 final 2017/0195 (NLE)
Voorstel voor een
BESLUIT VAN DE RAAD
betreffende de ondertekening namens de Unie en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de
Europese Unie en de Arabische Republiek Egypte, waarin de voorwaarden voor de deelname van de Arabische Republiek Egypte aan het partnerschap voor onderzoek en
innovatie in het Middellandse Zeegebied (het Prima-initiatief) zijn vastgesteld
TOELICHTING
1. ACHTERGRONDVANHETVOORSTEL
• Motivering en doel van het voorstel
Naar aanleiding van het voorstel van de Commissie voor een Prima-initiatief op grond van artikel 185 VWEU1 is Besluit (EU) 2017/1324 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de deelname van de Unie aan een door verscheidene lidstaten gezamenlijk opgezet partnerschap voor onderzoek en innovatie in het Middellandse Zeegebied (het Prima- initiatief)2 vastgesteld.
Met het Prima-initiatief wordt beoogd een gezamenlijk programma op te zetten om onderzoeks- en innovatiecapaciteiten te versterken en kennis en gemeenschappelijke innovatieve oplossingen te ontwikkelen ter verbetering van de doelmatigheid, veiligheid, zekerheid en duurzaamheid van agrovoedselsystemen en van geïntegreerde watervoorziening en geïntegreerd waterbeheer in het Middellandse Zeegebied. Aan het Prima-initiatief neemt een aantal lidstaten en derde landen ("aan het Prima-initiatief deelnemende landen") die naar een sterke wetenschappelijke, bestuurlijke en financiële integratie streven, gezamenlijk deel onder dezelfde voorwaarden.
De Arabische Republiek Egypte ("Egypte") heeft op 25 februari 2016 en 25 mei 2017 schriftelijk de wens geuit om zich als deelnemend land bij het Prima-initiatief aan te sluiten en heeft een financiële bijdrage van 33 miljoen EUR aan het initiatief toegezegd.
Om te waarborgen dat Egypte op voet van gelijkheid met de lidstaten en de met Horizon 2020 geassocieerde derde landen aan het Prima-initiatief kan deelnemen, moeten de Unie en Egypte door middel van het sluiten van een internationale overeenkomst de bij Besluit (EU) 2017/1324 ingestelde juridische regeling tot Egypte uitbreiden.
Op 30 mei 2017 heeft de Raad de Commissie gemachtigd om namens de Unie onderhandelingen met Egypte te openen over een internationale overeenkomst tussen de Unie en Egypte tot vaststelling van de voorwaarden voor de deelname van Egypte aan het Prima- initiatief, onder voorbehoud van de vaststelling van Besluit (EU) 2017/1324.
De onderhandelingen begonnen op 26 juni 2017 en werden met succes afgerond op 27 juli 2017, toen de tekst van de ontwerpovereenkomst werd geparafeerd door de vertegenwoordigers van elk van de toekomstige partijen. De aan dit voorstel gehechte ontwerpovereenkomst is in overeenstemming met de door de Raad opgestelde onderhandelingsrichtsnoeren. Met name is daarin bepaald dat de voorwaarden voor de deelname van Egypte aan het Prima-initiatief zijn vastgesteld in Besluit (EU) 2017/1324, door rechtstreekse verwijzing naar de wetgevingshandeling van de Unie.
Met het oog op de bescherming van de financiële belangen van de Unie, met name de bevoegdheden van de Commissie, het Europees Bureau voor fraudebestrijding, de Rekenkamer en de Prima-uitvoeringsstructuur in dat kader om audits en onderzoeken te
1 COM(2016) 662 final van 18.10.2016.
2 Besluit (EU) 2017/1324 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2017 betreffende de deelname van de Unie aan een door verscheidene lidstaten gezamenlijk opgezet partnerschap voor onderzoek en innovatie in het Middellandse Zeegebied (het Prima-initiatief) (PB L 185 van 18.7.2017, blz. 1).
verrichten in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving van de Unie, verwijst de overeenkomst specifiek naar de desbetreffende bepalingen van Besluit (EU) 2017/1324 en verplicht zij de partijen alle nodige bijstand te verlenen om de uitvoering ervan te waarborgen.
Bovendien bepaalt de toekomstige overeenkomst dat de partijen overeenstemming moeten bereiken over gedetailleerde regelingen inzake bijstand, aangezien die van essentieel belang zijn voor hun samenwerking in het kader van deze overeenkomst. Op verzoek van Egypte en zoals tijdens de onderhandelingen overeengekomen, is in de preambule van de overeenkomst een extra overweging toegevoegd om weer te geven dat volledige samenwerking en coördinatie tussen de bevoegde autoriteiten van beide toekomstige partijen essentieel is voor de tenuitvoerlegging van de toekomstige overeenkomst.
• Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein
Zoals ook in het effectbeoordelingsverslag voor het Prima-initiatief3 wordt aangegeven, is de openstelling van het Prima-initiatief voor de deelname van derde landen als Egypte in overeenstemming met de doelstellingen van internationale samenwerking op het gebied van onderzoek en innovatie als beschreven in de mededeling van de Commissie van 2012,
"Intensivering en betere concentratie van internationale samenwerking van de EU op het gebied van onderzoek en innovatie: een strategische benadering"4 en in het kaderprogramma Horizon 2020, dat samenwerking met derde landen op het gebied van wetenschap, technologie en innovatie bevordert om mondiale maatschappelijke vraagstukken aan te pakken en het externe beleid van de Unie te ondersteunen. Deze overeenkomst is tevens in overeenstemming met de bestaande Europees-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds5, en met de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte6, die in samenwerking van de Unie en Egypte op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voorzien, alsmede onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten op gebieden van gemeenschappelijk belang aanmoedigen.
• Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie
De uitvoering van het Prima-initiatief in nauwe samenwerking met derde landen als Egypte past eveneens binnen en is van belang voor andere beleidsterreinen van de Unie, zoals het migratiebeleid, het ontwikkelingsbeleid en het nabuurschapsbeleid.
2. JURIDISCHEELEMENTENVANHETVOORSTEL
Het voorstel voor een besluit van de Raad is gebaseerd op artikel 186 en artikel 218, lid 5, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
3. GEVOLGENVOORDEBEGROTING
Het financieel memorandum bij dit besluit vermeldt de indicatieve gevolgen voor de begroting.
3 SWD(2016) 332 final van 18.10.2016.
4 COM(2012) 497 final.
5 PB L 304 van 30.9.2004, blz. 39.
6
In het licht van het voorgaande stelt de Commissie hierbij voor dat de Raad:
- een besluit neemt over de ondertekening en de voorlopige toepassing van de overeenkomst namens de Unie;
- de onderhandelaar van de overeenkomst machtigt namens de Unie de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Arabische Republiek Egypte, waarin de voorwaarden voor de deelname van de Arabische Republiek Egypte aan het partnerschap voor onderzoek en innovatie in het Middellandse Zeegebied (het Prima-initiatief) zijn vastgesteld, te ondertekenen.
2017/0195 (NLE) Voorstel voor een
BESLUIT VAN DE RAAD
betreffende de ondertekening namens de Unie en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de
Europese Unie en de Arabische Republiek Egypte, waarin de voorwaarden voor de deelname van de Arabische Republiek Egypte aan het partnerschap voor onderzoek en
innovatie in het Middellandse Zeegebied (het Prima-initiatief) zijn vastgesteld
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 186 in samenhang met artikel 218, lid 5,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Overwegende hetgeen volgt:
(1) Besluit (EU) 2017/1324 van het Europees Parlement en de Raad7 voorziet in de deelname van de Unie aan het door verscheidene lidstaten gezamenlijk opgezette partnerschap voor onderzoek en innovatie in het Middellandse Zeegebied (het Prima- initiatief).
(2) Met het Prima-initiatief wordt beoogd een gezamenlijk programma op te zetten om onderzoeks- en innovatiecapaciteiten te versterken en kennis en gemeenschappelijke innovatieve oplossingen te ontwikkelen ter verbetering van de doelmatigheid, veiligheid, zekerheid en duurzaamheid van agrovoedselsystemen en van geïntegreerde watervoorziening en geïntegreerd waterbeheer in het Middellandse Zeegebied.
(3) Aan het Prima-initiatief neemt een aantal lidstaten en derde landen ("aan het Prima- initiatief deelnemende landen") die naar een sterke wetenschappelijke, bestuurlijke en financiële integratie streven, gezamenlijk deel onder dezelfde voorwaarden.
(4) De Arabische Republiek Egypte ("Egypte") heeft de wens geuit om zich als deelnemend land en op voet van gelijkheid met de lidstaten en de met Horizon 2020 geassocieerde landen die aan het Prima-initiatief deelnemen, bij het Prima-initiatief aan te sluiten.
(5) Overeenkomstig artikel 1, lid 2, van Besluit (EU) 2017/1324 wordt Egypte een aan het Prima-initiatief deelnemend land onder voorbehoud van de sluiting van een internationale overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking met de Unie, waarin de voorwaarden voor de deelname van Egypte aan het Prima-initiatief worden vastgesteld.
(6) Op 30 mei 2017 heeft de Raad de Commissie gemachtigd om namens de Unie onderhandelingen met Egypte te openen over een internationale overeenkomst tot
7 Besluit (EU) 2017/1324 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2017 betreffende de deelname van de Unie aan een door verscheidene lidstaten gezamenlijk opgezet partnerschap voor onderzoek en innovatie in het Middellandse Zeegebied (het Prima-initiatief) (PB L 185 van 18.7.2017,
vaststelling van de voorwaarden voor de deelname van Egypte aan het Prima-initiatief, onder voorbehoud van de vaststelling van Besluit (EU) 2017/1324. Deze onderhandelingen zijn succesvol afgerond met de parafering van de overeenkomst.
(7) De overeenkomst moet derhalve namens de Unie worden ondertekend, onder voorbehoud van de sluiting ervan op een latere datum.
(8) Teneinde deelname van Egypte aan het Prima-initiatief van begin af aan mogelijk te maken, moet de overeenkomst voorlopig worden toegepast,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De ondertekening van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Arabische Republiek Egypte, waarin de voorwaarden voor de deelname van de Arabische Republiek Egypte aan het partnerschap voor onderzoek en innovatie in het Middellandse Zeegebied (het Prima-initiatief) worden vastgesteld, wordt hierbij namens de Unie goedgekeurd, onder voorbehoud van de sluiting van die overeenkomst.
De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.
Artikel 2
Het secretariaat-generaal van de Raad stelt het volmachtinstrument op dat de persoon (personen) die daartoe door de onderhandelaar over de overeenkomst is (zijn) aangewezen, machtiging verleent de overeenkomst, onder voorbehoud van de sluiting ervan, te ondertekenen.
Artikel 3
In afwachting van de inwerkingtreding van de overeenkomst wordt de overeenkomst, overeenkomstig artikel 4, lid 2, ervan, voorlopig toegepast met ingang van de datum waarop de EU de kennisgeving ontvangt betreffende de afronding door Egypte van zijn eigen procedures voor de goedkeuring van de overeenkomst.
Artikel 4
Dit besluit treedt in werking op [de dag waarop het wordt vastgesteld].
Gedaan te Brussel,
Voor de Raad De voorzitter
FINANCIEEL MEMORANDUM
1. KADERVANHETVOORSTEL/INITIATIEF 1.1. Benaming van het voorstel/initiatief
1.2. Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur 1.3. Aard van het voorstel/initiatief
1.4. Doelstelling(en)
1.5. Motivering van het voorstel/initiatief 1.6. Duur en financiële gevolgen
1.7. Beheersvorm(en)
2. BEHEERSMAATREGELEN
2.1. Regels inzake het toezicht en de verslagen 2.2. Beheers- en controlesysteem
2.3. Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden
3. GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET
VOORSTEL/INITIATIEF
3.1. Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven
3.2. Geraamde gevolgen voor de uitgaven
3.2.1. Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven 3.2.2. Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten
3.2.3. Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten 3.2.4. Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader 3.2.5. Bijdragen van derden
3.3. Geraamde gevolgen voor de ontvangsten
FINANCIEEL MEMORANDUM
1. KADERVANHETVOORSTEL/INITIATIEF 1.1. Benaming van het voorstel/initiatief
Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening namens de Unie en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Arabische Republiek Egypte, waarin de voorwaarden voor de deelname van de Arabische Republiek Egypte aan het partnerschap voor onderzoek en innovatie in het Middellandse Zeegebied (het Prima-initiatief) zijn vastgesteld.
1.2. Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur8 Titel 08 — Onderzoek en innovatie, kaderprogramma Horizon 2020. 1.3. Aard van het voorstel/initiatief
Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie
Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie na een proefproject/een voorbereidende actie9
Het voorstel/initiatief betreft de verlenging van een bestaande actie
Het voorstel/initiatief betreft een actie die wordt omgebogen naar een nieuwe actie
1.4. Doelstelling(en)
1.4.1. De met het voorstel/initiatief beoogde strategische meerjarendoelstelling(en) van de Commissie
Met dit initiatief wordt beoogd Egypte in staat te stellen een aan het Prima-initiatief deelnemend land te worden; de strategische doelstelling van het Prima-initiatief is het opbouwen van onderzoeks- en innovatiecapaciteit en het ontwikkelen van kennis en gemeenschappelijke innovatieve oplossingen voor agrovoedingssystemen, teneinde deze duurzaam te maken, en voor geïntegreerde watervoorziening en geïntegreerd waterbeheer in het Middellandse Zeegebied, zodat deze systemen, deze voorziening en dit beheer klimaatbestendiger, efficiënter, kosteneffectiever en ecologisch en maatschappelijk duurzamer worden en ertoe wordt bijgedragen om problemen op het gebied van watertekorten, voedselveiligheid, voeding, gezondheid, welzijn en migratie bij de wortel aan te pakken.
1.4.2. Specifieke doelstelling(en) en betrokken ABM/ABB-activiteit(en) Specifieke doelstelling nr.
Aan het Prima-initiatief wordt, met het oog op het bereiken van de doelstellingen ervan, door een aantal lidstaten en derde landen gezamenlijk deelgenomen onder dezelfde voorwaarden. Om te waarborgen dat Egypte op voet van gelijkheid met de lidstaten en de met Horizon 2020 geassocieerde derde landen aan het Prima-initiatief kan deelnemen, moeten de Unie en Egypte door middel van het sluiten van een
8 ABM: activity-based management; ABB: activity-based budgeting.
9 In de zin van artikel 54, lid 2, onder a) of b), van het Financieel Reglement.
internationale overeenkomst de bij Besluit (EU) 2017/1324 ingestelde juridische regeling tot Egypte uitbreiden.
1.4.3. Verwachte resulta(a)t(en) en gevolg(en)
Vermeld de gevolgen die het voorstel/initiatief zou moeten hebben op de begunstigden/doelgroepen.
Dit initiatief zal Egypte in staat stellen een aan het Prima-initiatief deelnemend land te worden en zich dus op voet van gelijkheid met de lidstaten en de met Horizon 2020 geassocieerde derde landen te engageren. In overeenstemming met Besluit (EU) 2017/1324 zouden de juridische entiteiten van Egypte automatisch in aanmerking komen voor EU-financiering voor projecten die uit de EU-begroting worden gefinancierd.
1.4.4. Resultaat- en effectindicatore
Vermeld de indicatoren aan de hand waarvan kan worden nagegaan in hoeverre het voorstel/initiatief is uitgevoerd.
Met dit initiatief wordt beoogd Egypte in staat te stellen aan het Prima-initiatief deel te nemen. De resultaat- en effectindicatoren van het onderhavige initiatief houden dus nauw verband met die van het Prima-initiatief als geheel, zoals gespecificeerd in het desbetreffende voorstel van de Commissie10.
1.5. Motivering van het voorstel/initiatief
1.5.1. Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien
Zie bovengenoemd voorstel van de Commissie met betrekking tot een Prima- initiatief op basis van artikel 185 VWEU en het bij dit voorstel van de Commissie gevoegde effectbeoordelingsverslag voor het Prima-initiatief11.
1.5.2. Toegevoegde waarde van de deelname van de EU
Zie bovengenoemd voorstel van de Commissie met betrekking tot een Prima- initiatief op basis van artikel 185 VWEU.
1.5.3. Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan
Dit initiatief is zonder precedent, aangezien het Prima-initiatief het eerste initiatief in zijn soort is waaraan niet met het EU-kaderprogramma voor onderzoek geassocieerde derde landen op voet van gelijkheid met de lidstaten kunnen deelnemen en waarvoor met het oog op die deelname dus internationale overeenkomsten met de Unie moeten worden gesloten.
1.5.4. Verenigbaarheid en eventuele synergie met andere passende instrumenten
Zie bovengenoemd voorstel van de Commissie met betrekking tot een Prima- initiatief op basis van artikel 185 VWEU.
10 COM(2016) 662 final van 18.10.2016.
11
1.6. Duur en financiële gevolgen
Voorstel/initiatief met een beperkte geldigheidsduur
– Voorstel/initiatief is van kracht vanaf de datum van de voorlopige toepassing van de overeenkomst en zolang Besluit (EU) 2017/1324 geldt (31 december 2028).
– Financiële gevolgen vanaf de datum van de voorlopige toepassing van de overeenkomst tot en met 31 december 2020 (gedurende deze periode worden uitvoeringsbepalingen voor de overeenkomst vastgesteld. Na deze periode zijn geen verdere activiteiten in het kader van de overeenkomst voorzien).
Voorstel/initiatief met een onbeperkte geldigheidsduur – Uitvoering met een opstartperiode vanaf JJJJ tot en met JJJJ, – gevolgd door een volledige uitvoering.
1.7. Beheersvorm(en)12
Direct beheer door de Commissie
– door haar diensten, waaronder het personeel in de delegaties van de Unie;
– door de uitvoerende agentschappen;
Gedeeld beheer met lidstaten
Indirect beheer door begrotingsuitvoeringstaken te delegeren aan:
– derde landen of de door hen aangewezen organen;
– internationale organisaties en hun agentschappen (geef aan welke);
– de EIB en het Europees Investeringsfonds;
– de in de artikelen 208 en 209 van het Financieel Reglement bedoelde organen;
– publiekrechtelijke organen;
– privaatrechtelijke organen met een openbaredienstverleningstaak, voor zover zij voldoende financiële garanties bieden;
– privaatrechtelijke organen van een lidstaat, waaraan de uitvoering van een publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd en die voldoende financiële garanties bieden;
– personen aan wie de uitvoering van specifieke maatregelen op het gebied van het GBVB in het kader van titel V van het VEU is toevertrouwd en die worden genoemd in de betrokken basishandeling.
– Verstrek, indien meer dan een beheersvorm is aangekruist, extra informatie onder "Opmerkingen".
Opmerkingen
Er wordt een nieuwe juridische entiteit opgericht die zich uitsluitend bezighoudt met de uitvoering van het Prima-initiatief. De financiële bijdrage van de EU aan het Prima-initiatief wordt via deze structuur verstrekt.
12 Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BudgWeb: http://www.cc.cec/budg/man/budgmanag/budgmanag_en.html
2. BEHEERSMAATREGELEN
2.1. Regels inzake het toezicht en de verslagen
Vermeld frequentie en voorwaarden.
Zie het in de vorige punten genoemde voorstel van de Commissie met betrekking tot een Prima-initiatief op basis van artikel 185 VWEU.
2.2. Beheers- en controlesysteem 2.2.1. Mogelijke risico's
Zie het in de vorige punten genoemde voorstel van de Commissie met betrekking tot een Prima-initiatief op basis van artikel 185 VWEU.
2.2.2. Informatie over het ingestelde systeem voor interne controle
Zie het in de vorige punten genoemde voorstel van de Commissie met betrekking tot een Prima-initiatief op basis van artikel 185 VWEU.
2.2.3. Raming van de kosten en baten van de controles en evaluatie van het verwachte foutenrisico
Zie het in de vorige punten genoemde voorstel van de Commissie met betrekking tot een Prima-initiatief op basis van artikel 185 VWEU.
2.3. Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden
Vermeld de bestaande en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen.
Met het oog op de bescherming van de financiële belangen van de Unie, met name de bevoegdheden van de Commissie, het Europees Bureau voor fraudebestrijding, de Rekenkamer en de Prima-uitvoeringsstructuur in dat kader om audits en onderzoeken te verrichten in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving van de Unie, verwijst de te sluiten overeenkomst tussen de EU en Egypte specifiek naar de desbetreffende bepalingen van Besluit (EU) 2017/1324 en verplicht zij de partijen alle nodige bijstand te verlenen om de uitvoering ervan te waarborgen. Bovendien bepaalt de toekomstige overeenkomst dat de partijen overeenstemming moeten bereiken over gedetailleerde regelingen inzake bijstand, aangezien die van essentieel belang zijn voor hun samenwerking in het kader van deze overeenkomst.
3. GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF
3.1. Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven
Bestaande begrotingsonderdelen
In volgorde van de rubrieken van het meerjarige financiële kader en de begrotingsonderdelen.
Rubriek van het meerjarige
financiële kader
Begrotingsonderdeel kredietSoort Bijdrage
Rubriek 1a — Concurrentievermogen voor groei en banen
GK/NGK13
van EVA- landen14
van kandidaat- lidstaten15
van derde landen
in de zin van artikel 21, lid 2, onder b), van het
Financieel Reglement
1a 08.01.05
NGK JA JA NEE NEE
Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen
In volgorde van de rubrieken van het meerjarige financiële kader en de begrotingsonderdelen.
Rubriek van het meerjarige
financiële kader
Begrotingsonderdeel kredietSoort Bijdrage
Nummer
[Omschrijving………
………]
GK/NGK van EVA- landen
van kandidaat-
lidstaten
van derde landen
in de zin van artikel 21, lid 2, onder b), van het
Financieel Reglement
[XX.YY.YY.YY]
JA/NEE JA/NEE JA/NEE JA/NEE
13 GK = gesplitste kredieten/NGK = niet-gesplitste kredieten.
14 EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.
15 Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, potentiële kandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan.
3.2. Geraamde gevolgen voor de uitgaven
[Dit deel moet worden ingevuld op de spreadsheet met administratieve begrotingsgegevens (tweede document in de bijlage bij dit financieel memorandum), te uploaden in CISNET met het oog op overleg tussen de diensten.]
3.2.1. Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven
EUR Rubriek van het meerjarige financiële kader 1a "Concurrentievermogen voor groei en banen"
DG: RTD Jaar
201816
Jaar 2019
Jaar 2020
Jaren
2021-2029 TOTAAL
Beleidskredieten
Nummer begrotingsonderdeel Vastleggingen (1) Betalingen (2) Nummer begrotingsonderdeel Vastleggingen (1a) Betalingen (2a) Uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten17
Nummer begrotingsonderdeel: 08.010501 (3) 23 000 23 000 23 000 69 000
TOTAAL kredieten voor DG RTD
Vastleggingen =1+1a +3 23 000 23 000 23 000 69 000
Betalingen =2+2a
+3 23 000 23 000 23 000 69 000
16 Het jaar 2018 is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen.
17 Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de EU (vroegere "BA"-onderdelen),
TOTAAL beleidskredieten Vastleggingen (4)
Betalingen (5)
TOTAAL uit het budget van specifieke programma's
gefinancierde administratieve kredieten (6) 23 000 23 000 23 000 69 000
TOTAAL kredieten voor RUBRIEK 1a van het meerjarige financiële kader
Vastleggingen =4+6 23 000 23 000 23 000 69 000
Betalingen =5+6 23 000 23 000 23 000 69 000
Wanneer het voorstel/initiatief gevolgen heeft voor meerdere rubrieken
TOTAAL beleidskredieten Vastleggingen (4)
Betalingen (5)
TOTAAL uit het budget van specifieke programma's
gefinancierde administratieve kredieten (6)
TOTAAL kredieten
onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 4 van het meerjarige financiële kader
(referentiebedrag)
Vastleggingen =4+6
Betalingen =5+6
Rubriek van het meerjarige financiële kader 5 "Administratieve uitgaven"
EUR Jaar
201818
Jaar 2019
Jaar 2020
Jaren
2021-2029 TOTAAL DG: RTD
Personele middelen
Andere administratieve uitgaven 4 600 4 600 4 600 13 800
TOTAAL DG RTD Kredieten 4 600 4 600 4 600 13 800
TOTAAL kredieten voor RUBRIEK 5
van het meerjarige financiële kader
(totaal vastleggingen =
totaal betalingen) 4 600 4 600 4600 13 800
EUR Jaar
201819
Jaar 2019
Jaar 2020
Jaren
2021-2029 TOTAAL
TOTAAL kredieten
onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 5 van het meerjarige financiële kader
Vastleggingen 27 600 27 600 27 600 82 800
Betalingen 27 600 27 600 27 600 82 800
18 Het jaar 2018 is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen.
19
3.2.2. Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten
– Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig
– Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:
Vastleggingskredieten in EUR
Vermeld doelstellingen
en outputs
Jaar N
Jaar N+1
Jaar N+2
Jaar N+3
… invullen: zoveel jaren als nodig om de duur
van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) TOTAAL OUTPUTS
Soort
20 Gem.
kosten Aantal
Kosten
Aantal
Kosten
Aantal
Kosten
Aantal
Kosten
Aantal
Kosten
Aantal
Kosten
Aantal
Kosten Totaal aantal
Totale kosten
SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 121…
- Output - Output - Output
Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 1 SPECIFIEKE DOELSTELLING
NR. 2…
- Output
Subtotaal specifieke doelstelling nr. 2
TOTALE KOSTEN
20 Outputs zijn de te verstrekken producten en diensten (bv. aantal gefinancierde studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde wegen enz.).
21 Zoals beschreven in punt 1.4.2. "Specifieke doelstelling(en)…".
3.2.3. Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten 3.2.3.1. Samenvatting
– Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig
– Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:
EUR
Jaar 201822
Jaar
2019
Jaar 2020
Jaren
2021-2029 TOTAAL
RUBRIEK 5 van het meerjarige
financiële kader
Personele middelen
Andere administratieve
uitgaven 4 600 4 600 4 600 13 800
Subtotaal RUBRIEK 5 van het meerjarige
financiële kader
4 600 4 600 4 600 13 800
Buiten RUBRIEK 523 van het meerjarige
financiële kader
Personele middelen 23 000 23 000 23 000 69 000
Andere administratieve uitgaven
Subtotaal buiten RUBRIEK 5
van het meerjarige financiële kader
23 000 23 000 23 000 69 000
TOTAAL 27 600 27 600 27 600 82 800
De benodigde kredieten voor personeel en andere administratieve uitgaven zullen worden gefinancierd uit de kredieten van het DG die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire eperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.
22 Het jaar 2018 is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen.
23 Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de EU (vroegere "BA"-onderdelen), onderzoek door derden, eigen
3.2.3.2. Geraamde personeelsbehoeften
– Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig
– Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:
Raming in voltijdequivalenten
Jaar 2018
Jaar 2019
Jaar 2020
Jaren 2021-2029
Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen) XX 01 01 01 (zetel en vertegenwoordigingen van de
Commissie)
XX 01 01 02 (delegaties)
08 01 05 01 (onderzoek door derden) 0,2 0,2 0,2
10 01 05 01 (eigen onderzoek)
Extern personeel (in voltijdequivalenten: VTE)24
XX 01 02 01 (AC, END, INT van de "totale financiële middelen")
XX 01 02 02 (AC, AL, END, INT en JED in de delegaties)
XX 01 04 jj 25
- zetel
- delegaties XX 01 05 02 (AC, END, INT — onderzoek door derden)
10 01 05 02 (AC, END, INT — eigen onderzoek) Ander begrotingsonderdeel (te vermelden)
TOTAAL 0,2 0,2 0,2
XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel.
Voor de benodigde personele middelen zal een beroep worden gedaan op het personeel van het DG dat reeds voor het beheer van deze actie is toegewezen en/of binnen het DG is herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.
Beschrijving van de uit te voeren taken:
Ambtenaren en tijdelijk personeel Opstellen en sluiten van een administratieve regeling met de Egyptische autoriteiten inzake bijstand met het oog op de bescherming van de financiële belangen van de EU, zoals bepaald in artikel 2 van de overeenkomst.
Extern personeel
24 AC = Agent Contractuel (arbeidscontractant); AL = Agent Local (plaatselijk functionaris); END = Expert National Détaché (gedetacheerd nationaal deskundige); INT= Intérimaire (uitzendkracht); JED=
Jeune Expert en Délégation (jonge deskundige in delegaties).
25 Subplafond voor extern personeel uit beleidskredieten (vroegere "BA"-onderdelen).
3.2.4. Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader
– Het voorstel/initiatief is verenigbaar met het huidige meerjarige financiële kader
– Het voorstel/initiatief vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van het meerjarige financiële kader
Zet uiteen welke herprogrammering nodig is, onder vermelding van de betrokken begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.
– Het voorstel/initiatief vergt toepassing van het flexibiliteitsinstrument of herziening van het meerjarige financiële kader
Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.
3.2.5. Bijdragen van derden
– Het voorstel/initiatief voorziet niet in medefinanciering door derden
– Het voorstel/initiatief voorziet in medefinanciering, zoals hieronder wordt geraamd:
Kredieten in EUR
Jaar N
Jaar N+1
Jaar N+2
Jaar N+3
… invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie
punt 1.6)
Totaal
Medefinancieringsbron TOTAAL
medegefinancierde kredieten
3.3. Geraamde gevolgen voor de ontvangsten
– Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten – Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen:
– voor de eigen middelen – voor de diverse ontvangsten
EUR
Begrotingsonderdeel voor ontvangsten:
Voor het lopende begrotingsjaar
beschikbare kredieten
Gevolgen van het voorstel/initiatief26
Jaar N
Jaar N+1
Jaar N+2
Jaar N+3
… invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie
punt 1.6) Artikel ………….
Voor de diverse ontvangsten die worden "toegewezen", vermeld het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven.
Vermeld de wijze van berekening van de gevolgen voor de ontvangsten.
26 Voor traditionele eigen middelen (douanerechten en suikerheffingen) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 25 % aan inningskosten.