EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 16.2.2016 COM(2016) 68 final 2016/0040 (NLE)
Voorstel voor een
BESLUIT VAN DE RAAD
betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het subcomité douane, opgericht bij de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek
Moldavië, anderzijds, over de vervanging van protocol II bij deze overeenkomst betreffende de definitie van het begrip "producten van oorsprong" en methoden van administratieve samenwerking door een nieuw protocol waarin, wat de oorsprongsregels betreft, naar de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële
oorsprongsregels wordt verwezen
TOELICHTING
1. ACHTERGRONDVANHETVOORSTEL
• Motivering en doel van het voorstel
De Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels1 (hierna "de conventie" genoemd) bevat bepalingen over de oorsprong van goederen die op grond van de desbetreffende overeenkomsten tussen de partijen worden verhandeld. De EU heeft de conventie op 15 juni 2011 ondertekend. De Republiek Moldavië heeft op 17 juli 2013 een verzoek om toetreding tot de conventie ingediend en in zijn Besluit nr. 2 van 21 mei 20142 heeft het Gemengd Comité van de conventie bepaald dat de Republiek Moldavië wordt uitgenodigd om tot de conventie toe te treden.
De EU en de Republiek Moldavië hebben hun akte van aanvaarding respectievelijk op 26 maart 2012 en 31 juli 2015 bij de depositaris van de conventie neergelegd. Als gevolg daarvan is op grond van artikel 10, lid 3, de conventie voor de EU en de Republiek Moldavië op respectievelijk 1 mei 2012 en 1 september 2015 in werking getreden.
In artikel 6 van de conventie is bepaald dat elke partij de nodige maatregelen neemt om ervoor te zorgen dat de conventie daadwerkelijk wordt toegepast. Daartoe dient het subcomité douane, opgericht bij de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds3, een besluit te nemen om Protocol II betreffende de definitie van het begrip
"producten van oorsprong" en methoden van administratieve samenwerking te vervangen door een nieuw protocol waarin, wat de oorsprongsregels betreft, naar de conventie wordt verwezen. Het door de EU in het subcomité douane in te nemen standpunt moet door de Raad worden vastgesteld.
2. RECHTSGRONDSLAG,SUBSIDIARITEITENEVENREDIGHEID
• Rechtsgrondslag
De rechtsgrondslag voor het besluit van de Raad is artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
• Subsidiariteit (voor niet-exclusieve bevoegdheden)
Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie valt.
• Keuze van het instrument
• Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid
Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.
• Effectbeoordeling
Er behoefde ook geen effectbeoordeling te worden verricht omdat de voorgestelde wijzigingen louter technisch van aard zijn en het thans geldende oorsprongsprotocol inhoudelijk ongemoeid laten.
2016/0040 (NLE)
Voorstel voor een
BESLUIT VAN DE RAAD
betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het subcomité douane, opgericht bij de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek
Moldavië, anderzijds, over de vervanging van protocol II bij deze overeenkomst betreffende de definitie van het begrip "producten van oorsprong" en methoden van administratieve samenwerking door een nieuw protocol waarin, wat de oorsprongsregels betreft, naar de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële
oorsprongsregels wordt verwezen
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Overwegende hetgeen volgt:
(1) Protocol II bij de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds1 (hierna "de overeenkomst" genoemd) heeft betrekking op de definitie van het begrip "producten van oorsprong" en methoden van administratieve samenwerking (hierna "protocol II" genoemd).
(2) De meeste bepalingen van de associatieovereenkomst op het gebied van de handel en daarmee verband houdende aangelegenheden, met inbegrip van protocol II, worden voorlopig toegepast sinds 1 september 2014.
(3) De Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels2 (hierna "de conventie" genoemd) bevat bepalingen over de oorsprong van goederen die op grond van de desbetreffende overeenkomsten tussen de partijen worden verhandeld.
(4) De Unie heeft de conventie op 15 juni 2011 ondertekend. Met zijn Besluit nr. 2 van 21
(6) In artikel 6 van de conventie is bepaald dat elke partij de nodige maatregelen neemt om ervoor te zorgen dat de conventie daadwerkelijk wordt toegepast. Daartoe dient het bij de overeenkomst opgerichte subcomité douane een besluit vast te stellen om protocol II te vervangen door een nieuw protocol waarin, wat de oorsprongsregels betreft, naar de conventie wordt verwezen.
(7) Het standpunt van de Unie in het subcomité douane moet derhalve worden gebaseerd op bijgaand ontwerpbesluit,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het subcomité douane, opgericht bij de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds, over de vervanging van protocol II bij deze overeenkomst betreffende de definitie van het begrip
"producten van oorsprong" en methoden van administratieve samenwerking door een nieuw protocol waarin, wat de oorsprongsregels betreft, naar de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels wordt verwezen, dient te worden gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het subcomité douane.
Kleine wijzigingen van het ontwerpbesluit van het subcomité douane kunnen zonder nader besluit van de Raad worden goedgekeurd door de vertegenwoordigers van de Unie in het subcomité douane.
Artikel 2
Het besluit van het subcomité douane wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Brussel,
Voor de Raad De voorzitter