Een nieuwe heup Ieder uur een stap vooruit met Rapid Recovery

Een nieuwe heup

Ieder uur een stap vooruit

met Rapid Recovery

Disclaimer

De informatie in deze uitgave is bedoeld als aanvulling op de mondelinge voorlichting die u ontvangt van de zorgverleners van Meander Medisch Centrum. De informatie is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Het is goed daarbij te bedenken dat het om algemene informatie gaat.

Omstandigheden en ervaringen kunnen van patiënt tot patiënt verschillen. U kunt aan de inhoud in deze uitgave geen rechten ontlenen.

© Meander Medisch Centrum www.meandermc.nl. Juli 2019

Inhoudsopgave

1. Algemeen 5

 Inleiding

 Uw behandeltraject in vogelvlucht

 Rapid Recovery

 Kwaliteit van zorg

2. Polikliniek Orthopedie 9

 Keuze voor operatie

 Stappenplan vóór de operatie

3. Opnameplein / preoperatieve screening 10

 Wat neemt u mee naar het Opnameplein?

 Hulpmiddelen

4. Opname en operatie 12

 Behandelprincipe

 Nuchter beleid

 Dagprogramma tijdens uw opname

 Het Team

 De totale heupprothese operatie

 Mogelijke complicaties en risico’s

 Ontslag

5. Fysiotherapie na een heupprothese operatie 17

 Het revalidatieschema

 Leefregels

 Het instellen van de krukken en hoe u deze moet gebruiken

 Algemene instructies

 Oefeningen na de operatie

 Algemene fysiotherapie-adviezen

7. Weer thuis 28

 Na ontslag

 Adviezen en leefregels

 Controle-afspraak op de polikliniek

 Nazorg mantelzorger

 Wat mag u wel en niet met uw prothese?

 Bij wie kunt u terecht met vragen en acute problemen?

8. Meest gestelde vragen bij een heupprothese 31

9. Meer informatie 32

10.Bijlagen 33

 Eprex

 Fraxiparine

1. Algemeen

Inleiding

In overleg met uw orthopedisch chirurg heeft u besloten tot een operatie. Voorafgaand, tijdens en na de ziekenhuisopname krijgt u veel informatie. Het is niet altijd gemakkelijk om al deze informatie in één keer te onthouden. Deze informatiegids is bedoeld als ondersteuning. U vindt hierin informatie om u zo goed mogelijk voor te bereiden op wat komen gaat. U kunt de gids gebruiken als naslagwerk;

zo kunnen u en uw naasten de informatie op elk tijdstip nog eens rustig doorlezen.

Deze informatiegids bevat algemene informatie die voor iedere patiënt die een nieuwe heup krijgt van toepassing is. Om optimaal gebruik te kunnen maken van deze gids, is het belangrijk dat u deze bij elk ziekenhuisbezoek meeneemt.

Het kan zijn dat er wordt afgeweken van de beschreven gang van zaken. Uw arts zal uw persoonlijke situatie met u bespreken. Als er iets niet duidelijk is, vraagt u dan vooral om opheldering aan de zorgverlener. Ook wanneer er zaken gebeuren die niet voldoen aan uw verwachtingen en die naar uw idee anders of beter kunnen, meldt u dit dan aan ons. Uw suggesties en opmerkingen bieden ons de mogelijkheid om de zorg nog beter af te stemmen op uw wensen.

Wij wensen u een aangenaam verblijf in Meander Medisch Centrum en voorspoedig herstel toe!

Medewerkers Meander Medisch Centrum

Contactgegevens

Bezoekadres:

Maatweg 3

3813 TZ Amersfoort

Postadres:

Postbus 1502

3800 BM Amersfoort Telefoonnummers:

Algemeen 033 – 850 50 50 Afspraken 033 – 850 60 70

Website: www.meandermc.nl Portaal: mijn.meandermc.nl www.orthopediemeander.nl

Uw behandeltraject in vogelvlucht

Polikliniek Orthopedie

- Consult met specialist

- Gesprek met opnameassistente

Opnameplein

Uw operatie

De dag(en) na uw operatie Na ontslag

Vo or op name en o per ati e Opn ame en op eratie We er th ui s

Controle-afspraak

U krijgt de operatiedatum

Rapid Recovery

Meander Medisch Centrum biedt haar patiënten de hoogst mogelijke kwaliteit van zorg. Daarom heeft Meander ervoor gekozen om patiënten die in aanmerking komen voor een heupprothese operatie te behandelen volgens de Rapid Recovery methode. Bij Rapid Recovery staan kwaliteit van zorg, patiëntveiligheid en een actieve deelname van de patiënt centraal. Daarmee sluit Meander Medisch Centrum aan bij de nieuwste ontwikkelingen. In diverse ziekenhuizen in Europa zijn hiermee al goede ervaringen opgedaan.

Rapid recovery betekent snel herstel. Met behulp van deze methode is het mogelijk om patiënten na de ingreep sneller, makkelijker en met minder pijn te laten herstellen. Door goede pijnstilling is vroege mobilisatie (beweging) na de ingreep mogelijk. U mag en kunt het geopereerde been al enkele uren na de operatie in gewone kleren onder begeleiding volledig belasten. Met name deze snelle mobilisatie leidt tot een beter en sneller herstel.

U werkt actief samen met het gehele orthopedische team aan uw herstel. Alle betrokken

zorgverleners op de polikliniek en verpleegafdeling stemmen hun taken op elkaar af om u vakkundig en professioneel te begeleiden. We rekenen van uw kant op een enthousiaste en gemotiveerde inzet.

Kwaliteit van zorg

Om u zo goed mogelijke zorg te bieden, vragen wij u om uw ervaringen met ons te delen. Daarom vragen we u op bepaalde momenten om mee te werken aan bepaalde enquêtes. Wij stellen het zeer op prijs als u hieraan mee wilt doen. Uw input is uitgangspunt voor het continu verbeteren van onze zorg. Ook leveren de enquêtes informatie op over uw functioneren voor en na de operatie.

PROMs

Meander Medisch Centrum vindt het waardevol om te weten hoe u het resultaat van een operatie ervaart.

Daarom krijgt u voor en na uw operatie PROMs-vragenlijsten om in te vullen. PROMs staat voor Patiënt Reported Outcome Measures. Het zijn internationale, gestandaardiseerde vragenlijsten die gebruikt worden om de effectiviteit van een behandeling te meten vanuit het perspectief van de patiënt. Door deze gegevens te verzamelen, ontstaat waardevolle informatie waarmee operaties en procedures verbeterd kunnen worden en onze zorg (inter)nationaal vergelijkbaar wordt.

CQI

Onderzoeksbureau MediQuest meet voor ons ziekenhuis steekproefsgewijs patiëntervaringen met de Consumer Quality Index (CQ-index of CQI). Als u bent geselecteerd om mee te doen, krijgt u een

uitnodigingsbrief. De resultaten worden anoniem inzichtelijk gemaakt voor Meander Medisch Centrum. Dit betekent dat de antwoorden niet te herleiden zijn naar een bepaalde patiënt. Uiteraard dragen wij zorg voor de bescherming van uw persoonsgegevens.

De PROMs zijn aanvullend aan de CQ-index, omdat PROMs zich primair richten op uitkomsten van zorg terwijl de CQ-index zich meer focust op structuur- en procesaspecten van zorg.

Patiënttevredenheidsenquête

Voordat uw met ontslag gaat, vragen wij uw medewerking voor een onderzoek naar de

patiënttevredenheid in Meander Medisch Centrum. Het invullen van deze vragenlijst is anoniem. In onderstaand schema ziet u de momenten waarop u de PROMs-vragenlijst en de

patiënttevredenheidsenquête zult ontvangen.

2. Polikliniek Orthopedie

Keuze voor operatie

U heeft een bezoek gebracht aan de polikliniek Orthopedie. Na aanvullende onderzoeken heeft de orthopedisch chirurg met u besproken dat een operatie de beste optie is in uw situatie. De opname- assistente van de polikliniek Orthopedie heeft met u al een intakegesprek gevoerd.

Op de volgende pagina vindt u een stappenplan met een aantal belangrijke zaken voor de operatie.

De opname-assistente zal dit stappenplan met u doornemen.

Stappenplan vóór de operatie

 Wat Toelichting

□

Controleren

persoonsgegevens Checken van contactgegevens inclusief huisarts en apotheek

□

Afnemen neuskweek

Er wordt een neuskweek afgenomen om te kijken of u “drager” bent van de S.

Aureus bacterie. Dit is een bacterie die infecties kan veroorzaken. Indien u drager bent, ontvangt u via de post een recept en informatiefolder over de preventieve behandeling die 5 dagen voor uw operatie begint. Let op 3 maanden geldig!

□

Laboratoriumformulier

Vóór de operatie wordt er bloed bij u afgenomen.

Let op! Dit bloedonderzoek is 3 maanden geldig. Wilt u de operatie nog even uitstellen, dan graag het bloed circa 1 week voor uw afspraak bij het

Opnameplein laten prikken bij één van de prikpunten van Meander.

□

^Eprex

Bij het bloedonderzoek wordt ook uw Hb (hemoglobine) gemeten. Indien het Hb- gehalte in uw bloed onder 8,0 is, kan een Eprex-procedure worden gestart.

Komt u hiervoor in aanmerking dan ontvangt u per post informatie en wordt u gebeld om een afspraak te maken waanneer zij u thuis komen prikken. In de bijlage vindt u meer informatie over Eprex.

□

^Botbank-formulier Indien van toepassing; graag thuis invullen en meenemen bij uw opname.

□

^PROMs U vult in het ziekenhuis de PROMs-vragenlijst op een computer in.

□

Vragenlijst anesthesie Graag thuis invullen en meenemen naar het Opnameplein.

□

Opnameplanning Nadat u het Opnameplein heeft bezocht, neemt de opnameplanning binnen circa 1 week telefonisch contact met u op om de datum van operatie te plannen.

Let op! Vanuit het ziekenhuis wordt altijd met een anoniem nummer gebeld.

3. Opnameplein / preoperatieve screening

Wat neemt u mee naar het Opnameplein?

Om uw opname goed voor te bereiden, gaat u naar het Opnameplein. Deze afdeling vindt u in de Laan op de hoek van de Oranjerie (nr. 10), naast de informatiebalie/receptie. U gaat voorbij de receptie meteen links en direct daarna de eerste deur rechts. U komt eventueel samen met uw contactpersoon naar het Opnameplein. Een contactpersoon kan uw partner of andere belangrijke persoon zijn.

Wilt u hiervoor meenemen:

 Actuele medicatielijst en eventueel uw medicijnen

 Vragenlijst anesthesie (vooraf invullen)

 Gegevens van uw contactpersoon

 Uw eventuele vragen U krijgt hier een gesprek met de:

 Apotheek over uw medicatie

 Anesthesioloog, deze gaat in op vormen van anesthesie, uw ingevulde vragenlijst, nuchter beleid en de pijnbestrijding rondom en na de operatie. U krijgt van de anesthesioloog een folder mee over de anesthesie. Deze kunt u ook vinden op www.meandermc.nl/folders, met als titel ‘Algehele anesthesie met zenuwblokkade’.

 Opname-verpleegkundige (stelt u vragen over uw gezondheid en medische voorgeschiedenis, geeft voorlichting over uw opname, meet uw bloeddruk, stelt vragen omtrent uw thuissituatie i.v.m. eventuele nazorg). Indien nodig neemt Bureau Nazorg contact met u op.

Op het Opnameplein ontvangt u de brochure ‘Uw opname in Meander Medisch Centrum’.

De Opnameplanning plant de datum voor operatie.

Nazorg na de operatie

Na de ingreep heeft u thuis wellicht hulp nodig, bijvoorbeeld bij het wassen of aan- en uitkleden.

Wanneer u alleen woont, of met een partner die beperkt is, kan de wijkverpleegkundige u hierbij helpen.

Vóór uw opname regelt Bureau Nazorg de thuiszorg voor u.

U heeft geen recht op thuiszorg als u samenwoont met een gezonde partner. Van uw partner wordt namelijk verwacht dat hij/zij u helpt bij de persoonlijke verzorging. Dit noemen we ‘gebruikelijke zorg’.

Hulpmiddelen

U dient te zorgen voor een aantal hulpmiddelen vóór u wordt opgenomen in het ziekenhuis. Check altijd uw zorgverzekering voordat u hulpmiddelen leent of koopt. Voor de heup zijn dat:

 Krukken of rollator

 Knijphand

Voor deze hulpmiddelen kunt u terecht bij:

Thuiszorgwinkel (extern)

Buiten Meander Medisch Centrum kunt u terecht bij een thuiszorgwinkel bij u in de buurt.

Vegro (intern)

In de Laan van Meander Medisch Centrum heeft de firma Vegro een vestiging. Het huren van

hulpmiddelen kunt u gemakkelijk combineren met een bezoek aan het ziekenhuis. U hoeft geen lid te zijn van de firma om hulpmiddelen te kunnen kopen of huren. U betaalt voor wat u afneemt.

4. Opnameplein / preoperatieve screening

De informatiefilm over de totale heup prothese is te vinden via onderstaande link.

www.meandermc.nl/orthopedie

5. Opname en operatie

Behandelprincipe

We behandelen u volgens het Rapid Recovery principe: u bent niet ziek, maar flink geblesseerd. Hoe eerder u start met de revalidatie, hoe sneller u herstelt. U draagt overdag dan ook geen pyjama, maar gemakkelijk zittende kleding. Op de afdeling is een lounge waarvan u tijdens uw opname gebruik kunt maken.

Dagprogramma tijdens uw opname

Het globale beloop van een opname in het ziekenhuis vindt u hieronder.

Twee dagen voor opname

 Twee dagen voor de operatie wordt u na 14:00 uur gebeld door de afdelingsverpleegkundige met een anoniem nummer of ontvangt u een SMS bericht met de volgende informatie: waar en wanneer moet u zich melden en vanaf welk tijdstip moet u nuchter blijven (zie nuchter beleid hieronder).

 Zorg dat u bereikbaar bent! Wilt u bij voorkeur een mobiel nummer opgeven.

 Kostbare spullen kunt u het beste thuis laten. Het gebruik van een mobiele telefoon is toegestaan.

Nuchter beleid

Opname vóór 12:00 uur:

 Niet eten vanaf 24:00 uur (middernacht) de avond ervoor.

 Tot 2 uur voor de geplande operatietijd mag u heldere vloeistof drinken (water, appelsap, thee/

koffie zonder melk).

Opname na 12:00 uur:

 Voor 7:00 uur diezelfde dag een licht ontbijt (beschuit/cracker met jam of suiker).

 Tot 2 uur voor de geplande operatietijd mag u heldere vloeistof drinken (water, appelsap, thee/

koffie zonder melk).

De dag van de operatie (dag 0)

Thuis: U volgt de afspraken van nuchter zijn op. U start thuis met een douche. Na het douchen gebruikt u geen bodylotion en draagt u geen make up, nagellak of sieraden meer. Daarna vertrekt u naar het ziekenhuis.

Ziekenhuis informatiebalie: u meldt zich in de Laan bij de Informatiebalie. De medewerkers schrijven u in.

U ontvangt een polsbandje en een naamkaartje en u wordt doorverwezen naar de juiste afdeling.

Verpleegafdeling: Op de afdeling ontvangt de baliemedewerker of de verpleegkundige u en brengt u naar

Operatieafdeling: de verpleegkundige brengt u naar de operatieafdeling waar u in de

voorbereidingsruimte (holding) wordt voorbereid op de operatie. Na de operatie wordt u wakker op de uitslaapkamer (recovery). U heeft dan een infuus (voor medicatie en vocht).

Verpleegafdeling : Wanneer het medisch verantwoord is, gaat u terug naar de verpleegafdeling. Daar kunt u of de verpleegkundige uw contactpersoon bellen om te vertellen dat u weer terug bent en om af te spreken wanneer hij/zij op bezoek kan komen.

De verpleegkundige zal regelmatig bij u komen kijken en voert verschillende controles uit. Probeer tijdig aan te geven wanneer u pijn heeft of misselijk bent. Met de anesthesioloog is in principe voldoende pijnbestrijding afgesproken. U krijgt na de operatie indien nodig ook medicatie tegen misselijkheid.

De verpleegkundige zal u helpen met het aantrekken van uw eigen, makkelijk zittende kleding. Mocht u tussentijds iets nodig hebben, vraag dit dan aan de verpleegkundige.

Ongeveer 2 uur na de operatie start u met mobiliseren. Dat betekent dat u de eerste oefeningen uitvoert onder begeleiding van de fysiotherapeut of verpleegkundige.

Ongeveer 4 uur na de operatie gaat u voor het eerst uit bed.

De verpleegkundige leert u hoe u de Fraxiparine® moet injecteren. Verderop in de map vindt u een instructie voor het toedienen van Fraxiparine®.

Wanneer komt de dokter langs?

De orthopedisch chirurg die u geopereerd heeft, komt na de operatie indien mogelijk nog bij u langs. Een dag na de operatie wordt u gezien door de zaalarts (arts-assistent) of een specialist. Deze komt ‘s morgens tussen 8.00 uur en 10.00 uur bij u langs. U kunt dan eventuele vragen stellen. Het is handig om deze vragen van tevoren op te schrijven. Blijft u tijdens de visitetijden van de artsen zoveel mogelijk op de afdeling.

De dag na de operatie (dag 1)

De verpleegkundige helpt u bij de verzorging en we gaan verder met het oefentraject onder begeleiding.

De fysiotherapeut komt tweemaal per dag bij u langs.

U krijgt de laatste antibiotica en er wordt bloed afgenomen. Als de bloedwaarden goed zijn en u weer voldoende eet en drinkt, kan de infuusnaald eruit. Tegen de pijn krijgt u tabletten.

Het team

U wordt opgenomen op de verpleegafdeling Orthopedie op de derde etage in Amersfoort (A3).

Op de afdeling werken artsen, fysiotherapeuten, verpleegkundigen, stagiaires en service-assistenten.

De specialisten

Uw orthopedisch chirurg is verantwoordelijk voor uw medische behandeling. Hij/zij informeert u over uw aandoening en de nodige behandelingen en onderzoeken. Als u bepaalde woorden of de uitleg van de specialist niet begrijpt, aarzel dan niet om dit te zeggen.

De orthopedisch chirurgen zijn:

T.D. Berendes R.D.A. Gaasbeek J.A. Hagedoorn Mw. J. Hartman J.B. van Lent R.A.G. Nordkamp B.F. Ongkiehong Mw. H. Sonneveld

Er is tevens een arts-assistent werkzaam op de verpleegafdeling.

De totale heupprothese operatie

Slijtage van de heup

Met het toenemen van de leeftijd neemt de kans op slijtage van het heupgewricht toe. Bij slijtage neemt de kwaliteit van het kraakbeen af. Kraakbeen is een schok dempende glijlaag in het gewricht. Als de kraakbeen laag dunner wordt, kan dat leiden tot klachten bij belasten en bewegen. Dan spreken we van artrose. De oorzaak van artrose is meestal onbekend. In enkele gevallen is er sprake van een aangeboren aandoening, ongeval of reumaziekte.

Niet iedereen ondervindt klachten van artrose. Klachten kunnen met fysiotherapie, pijnstilling en belastingsaanpassing jaren lang beperkt zijn. Op een gegeven moment kunnen klachten dermate toenemen dat deze erg hinderlijk zijn en uw dagelijkse leven ernstig kunnen beïnvloeden. Een oplossing hiervoor is een prothese operatie. Een totale heupoperatie is dan de enige oplossing.

De operatie

Om het heupgewricht te bereiken, maakt de orthopedisch chirurg een snee aan de zijkant van de heup in de richting van de bil. Vervolgens wordt het gewrichtskapsel geopend en de kop uit de kom gehaald.

Daarna wordt de versleten heupkop verwijderd. De heupkom wordt gefreesd en door een kom van metaal of kunststof vervangen. Hierna plaatst de arts een metalen pen in het dijbeenbot. Op deze pen wordt een kopje vastgezet dat precies in de kom past. De operatie duurt ongeveer 1 tot 1½ uur.

Typen protheses

Er zijn verschillende soorten heupprotheses. Afhankelijk van uw leeftijd, leefstijl en de aandoening wordt voor een bepaalde prothese gekozen. De orthopedisch chirurg kiest de prothese die voor uw situatie het meest geschikt is.

Botbank

Bij het plaatsen van een heupprothese wordt de heupkop verwijderd. In een aantal gevallen kan deze heupkop gebruikt worden voor andere patiënten bij wie botverlies is opgetreden. Daarom vraagt de orthopedisch chirurg, als u geschikt bent om bot te doneren, of u de heupkop ter beschikking van de Botbank wilt stellen. Bent u geschikt dan krijgt krijgt u het formulier op de poli kliniek mee. Thuis kunt u het formulier rustig doorlezen en invullen; bij opname levert u deze in, nadat u het formulier hebt ondertekent.

Als onderdeel van het kwaliteitsbeleid van de afdeling Orthopedie worden de gegevens van uw prothese opgenomen in de Landelijke Registratie Orthopedische Implantaten.

Mogelijke complicaties en risico’s

Ondanks alle zorg rond de operatie is geen enkele ingreep vrij van de kans op complicaties. Zo zijn ook bij het vervangen van het heupgewricht door een heupprothese de algemene risico’s van een operatie aanwezig, zoals nabloeding, wondinfectie, onbedoelde weefselschade en trombose. Deze complicaties kunnen zich voordoen kort na de operatie, maar ook later als u weer thuis bent. In dat geval kunt u contact opnemen met uw orthopedisch chirurg.

Mogelijke complicaties bij een heupprothese operatie

 Nabloeding

 Bloeduitstorting, die eventueel kan leiden tot wondlekkage

 vochtophoping (oedeem) in het been, waardoor blaarvorming kan ontstaan

 Luxatie (uit de kom raken) van de prothese

 Zenuwletsel

 Bloedvatletsel

 Trombose

 Infectie van de prothese (1%)

 Vervroegde loslating van de prothese (<10 % binnen 10 jaar)

Preventie van trombose

Bloedstolsels (trombose) kunnen ontstaan in een bloedvat, bijvoorbeeld door langdurig stilliggen tijdens de operatie of minder te bewegen na de operatie. Om trombose te voorkomen, kunnen medicijnen ( via een injectie) worden toegediend die het bloed verdunnen en de kans op stolsels verminderen. Andere preventieve maatregelen zijn vroege mobilisatie (zo snel mogelijk uit bed), maar ook het dragen van elastische steunkousen.

Ontslag

Als uw herstel goed verloopt, gaat u waarschijnlijk op de eerste dag na de operatie naar huis. U mag met ontslag als:

 er geen complicaties zijn en de wond goed verzorgbaar is;

 u zelfstandig in en uit bed kunt komen;

 u zelfstandig naar het toilet kunt gaan;

 u zelfstandig kunt lopen en, indien nodig, traplopen;

 de nazorg is geregeld door mantelzorger/ familie of thuiszorg.

De verpleegkundige controleert voor de laatste keer de wond. De hechtingen zijn oplosbaar. Bij uw vertrek krijgt u de volgende papieren mee:

 overdracht en machtiging voor fysiotherapie;

 medicatie van de Meander Apotheek;

 afspraak voor controle op de poli en röntgenfoto (ongeveer 6 weken na ontslag);

 bij langere opname vanwege wondlekkage extra controle na 1 week

 eventueel een overdracht voor de nazorg;

 Wondzorginstructies en 1 pleister.

6. Fysiotherapie na een heupprothese operatie

Het revalidatieschema

Dagelijks vanaf dag 0 komt de fysiotherapeut met u oefenen.

In het begin is dat tweemaal per dag, daarna eenmaal per dag. Indien noodzakelijk tweemaal per dag.

Dag 0:

Op deze dag wordt u geopereerd en gaat u voor het eerst uit bed.

Neem uw krukken of uw rollator mee naar het ziekenhuis.

2 uur na de operatie starten we met oefeningen op bed.

4 uur na de operatie gaat u onder begeleiding uit bed en loopt u onder begeleiding met een hulpmiddel op de kamer.

Dag 1 tot ontslag:

Wordt het lopen van dag 0 onder begeleiding van de fysiotherapeut uitgebreid. We kijken of u zelfstandig in/uit bed kan komen en of u zelfstandig met een hulpmiddel kan lopen.

Wanneer u dit kan wordt een start gemaakt met het leren traplopen onder begeleiding van de fysiotherapeut.

De oefeningen die u van de fysiotherapeut heeft gekregen, blijft u herhalen.

Dag van of vóór ontslag:

Krijgt u instructies en advies over:

 het in-en uitstappen van een auto

 de situatie thuis

De fysiotherapeut geeft u een schriftelijke overdracht. Deze geeft u samen met de verwijzing voor de verzekering af aan uw fysiotherapeut thuis.

Leefregels

Bewegingen die u niet mag maken, tijdens het zitten.

- Heup verder buigen dan 90 graden

- Bewegen over de middellijn

- Naar binnen draaien van de heup

Goede zithouding!

Lighouding

Beweging die u niet mag maken tijdens het liggen.

- Naar binnen draaien van de heup - Bewegen over de middellijn

Goede lighouding!

Knielen, bukken

De eerste weken mag u niet knielen of bukken. Daarna in overleg met uw fysiotherapie, alleen toegestaan wanneer het geopereerde been naar achter wordt geplaatst.

Aan te raden is om een tafel/stoel als steunpunt te gebruiken.

Fout Goed

Het instellen van de krukken en hoe u deze moet gebruiken

Instellen

Tijdens de opname stellen we met u de krukken op de juiste hoogte in.

1. U gaat rechtop staan.

2. U steekt de armen door de manchetten.

3. Laat de armen ontspannen langs het lichaam hangen, blijft rechtop staan.

4. De handvatten moeten op polshoogte worden geplaatst.

Algemene instructies

Opstaan

Lopen

1. Krukken naar voren

plaatsen 2. Het geopereerde been ertussen plaatsen

3. Zwaaifase 4. Doorstappen met

het andere been 5. Krukken weer naar voren plaatsen 1. Zowel bij het opstaan als het gaan zitten

plaatst u het geopereerde been naar voren.

2. Schuif voorin de stoel.

3. Zet met de handen af van de stoelleuning.

4. Trek het geopereerde been bij en pak de handvatten van de krukken.

Traplopen

Gebruik bij het trappenlopen altijd de leuning, houdt de krukken in de andere hand.

Uitgangshouding trap op Het niet-geopereerde been

plaatst u op de trede Het geopereerde been en kruk worden bijgeplaatst

Uitgangshouding trap af Het geopereerde been en de

kruk plaatst u naar beneden Sluit het niet-geopereerde been aan

Oefeningen na de operatie op bed!

Onderstaande oefeningen voert u na de operatie elk uur 10 keer uit. Bij ontslag naar huis oefent u minimaal 6 keer per dag.

Advies: Oefen al voor de operatie; het bevordert het herstel na de operatie.

1.

Tenen en voeten op en neer bewegen. 2.

Aanspannen van de bovenbeenspieren, knieholte in het matras duwen en de tenen naar de neus trekken.

(evt. rolletje onder knie).

3.

Beweeg de knie zo ver mogelijk omhoog.

De hiel blijft contact houden met het matras.

4.

Aanspannen van de bilspieren (billen samenknijpen).

5.

Zit op stoel.

Knie buigen en strekken Bovenbeen houdt contact met de stoel.

6.

Staand bij stoel/ muur.

Beweeg het geopereerde been zijwaarts tot +/- 45°.

Algemene fysiotherapie-adviezen

Belastbaarheid

U mag uw geopereerde heup vanaf het begin belasten, tenzij anders is aangegeven. U loopt na de operatie met twee elleboogkrukken of uw rollator. De fysiotherapeut geeft aan wanneer u met één kruk mag lopen.

Lighoudingen

Bij voorkeur rugligging: de heup moet zo gestrekt mogelijk liggen. Als rugligging niet mogelijk is, mag u op de geopereerde zij slapen, met een kussen tussen de benen.

Stoel

Een stevige stoel met armleuning.

Eventueel gebruik makend van een voetenbankje, zodat de voet wat hoger geplaatst kan worden.

Inrichting

Richt uw omgeving zo in dat de kans op vallen beperkt wordt; verwijder bijvoorbeeld losse snoeren of vloerkleedjes. Ga niet op keukentrapjes staan.

Autorijden/fietsen

Ongeveer 6 à 7 weken na de operatie komt u voor controle op de polikliniek bij de orthopedisch chirurg.

Tot die controle is het niet toegestaan zelf buiten te fietsen of auto te rijden.

Bijrijder

U neemt plaats als bijrijder rechts naast de bestuurder.

Zet de stoel in de achterste stand met de rugleuning iets naar achter.

Bij een lage stoel legt u een dik kussen op de zitting.

Ga eerst op de autostoel zitten met de benen buiten de auto en draai daarna de benen naar binnen.

U kunt bij stoffen bekleding of kussen een plastic zak gebruiken om het draaien op de zitting gemakkelijker te maken.

Hometrainer

In overleg met uw fysiotherapeut thuis mag u oefenen op de hometrainer.

Dagelijks oefenen

 Doe de oefeningen, die u in het ziekenhuis heeft gehad, 6 keer per dag.

 Zorg ervoor dat u dagelijks afwisselend loopt, staat en zit: liever meerdere keren per dag dan te lang achtereen.

 Voorkom acute draaibewegingen tijdens het lopen, zoals bij het omdraaien; maak liever kleine stapjes als u omkeert.

Tillen

De eerste 6 weken geen zware voorwerpen tillen.

Sporten

Na toestemming van uw arts kunt u na uw herstelperiode deelnemen aan een minder inspannende sport zoals wandelen, fietsen, zwemmen en golfen.

Als u na het lezen van deze informatie nog vragen of opmerkingen heeft, dan kunt u dit bespreken met uw

7. Medicatie tijdens opname en na ontslag

Pijn

Na een operatie treedt vaak pijn op. Het hebben van veel pijn na een operatie kan het herstel in de weg staan. Het is belangrijk dat de pijn zo goed mogelijk bestreden wordt.

Iedereen is anders en reageert anders op pijn. Er zijn verschillende mogelijkheden van pijnstilling. Vaak wordt een combinatie van middelen gebruikt.

Pijnmeting

De beleving van pijn verschilt van persoon tot persoon. Omdat wij de pijnbestrijding zo goed mogelijk willen afstemmen op uw pijnbeleving, wordt de pijn op de verpleegafdeling gemeten en geregistreerd.

Enige malen per dag komt een verpleegkundige vragen of u uw pijn wilt aangeven door er een cijfer aan te geven: van 0 (geen pijn) tot 10 (meest ondraaglijke pijn). Tussen de 0 en 4 wordt als houdbare pijn

geinterpreteerd.

Behandeling van de pijn

Aan de hand van de pijncijfers kan de verpleegkundige samen met u bepalen of de pijnmedicatie voldoende is. Samen met u proberen we de pijn terug te dringen naar een voor u acceptabel niveau. U voelt zich daardoor beter en dat komt weer ten goede aan uw genezingsproces.

Vertel het ons als u pijn heeft!

Voor een goed herstel geldt dat doorademen, ophoesten en bewegen belangrijk zijn. Pijn mag hiervoor geen belemmering zijn. Het is daarom belangrijk dat u de verpleegkundige laat weten hoe het met de pijn is en of de pijnstillers goed helpen. Hierdoor kan de pijnmedicatie, indien nodig, tijdig aangepast worden.

Hoe langer u wacht met het melden van de pijn, hoe moeilijker het is de pijn te bestrijden.

Medicatie rondom uw operatie

Tijdens uw opname wordt er, naast uw medicatie die u voor opname al gebruikte, door uw behandelend arts medicatie voorgeschreven. Op het Opnameplein wordt al door de anesthesist en apothekersassistente gekeken naar uw medische voorgeschiedenis, eventuele afwijkende bloedwaardes en medicijngebruik.

Afhankelijk hiervan wordt er gekozen voor welke medicatie u krijgt tijdens uw verblijf in het ziekenhuis.

Pijnstillers en overige medicatie Paracetamol

Vorm: Tablet 500 mg Werking: Pijnstillend

Innametijden: 4 x per dag 2 tabletten (8-12-17-22 uur)

Hoe lang: Zo lang u pijn ervaart en zelf vindt dat u paracetamol moet gebruiken.

Afbouwen: Paracetamol is de basis van de voorgeschreven pijnstilling. Bouw eerst de andere

pijnstillers af, voordat u paracetamol gaat afbouwen. U bouwt af door van 4x naar 3x per dag 1 gram (2 tabletten) in te nemen, dan naar 2x per dag enz.

Verspreid de inname over de hele dag.

Diclofenac

Vorm: Tablet 50 mg

Werking: Pijnstillend, koortsverlagend Innametijden: 3 x per dag 1 tablet (8-14-22 uur)

Bijwerking: Diclofenac kan maagklachten veroorzaken, om dit te voorkomen krijgt u ook een maagbeschermer (Pantoprazol) voorgeschreven.

Hoe lang: Zo lang u pijn ervaart en u zelf vindt dat u Diclofenac moet gebruiken.

Afbouwen: Als uw pijn minder wordt begint u met het afbouwen van de Diclofenac. U bent dan al gestopt met de Oxycodon. U stopt eerst met de middagdosering, daarna met de ochtend en als laatst stopt u ook met de avonddosering.

Let op: Als u nierfunctie-, ernstige long- en hartproblemen heeft zult u deze pijnstiller niet voorgeschreven krijgen!

Pantoprazol (maagbeschermer)

Vorm: Tablet 40 mg

Werking: Maagbeschermer: vermindert de productie van maagzuur.

Innametijd: ’s Ochtends, voor het ontbijt. Slik de tablet in zijn geheel door. Wacht het liefst een uur voor u gaat ontbijten. U start hiermee op de dag van de operatie.

Hoe lang: Zo lang u de pijnstiller Diclofenac gebruikt.

Afbouwen: Afbouwen is niet nodig.

Oxycodon (kortwerkend) Vorm: Tablet 5 mg

Werking: Pijnstillend, te gebruiken als even extra pijnstilling gewenst is.

Innametijden: Zo nodig tot maximaal 6 tabletten per 24 uur.

Hoelang: Zo lang u pijn ervaart.

Movicolon

Vorm: Poeder

Werking: Maakt de ontlasting zachter en stimuleert de stoelgang.

Innametijd: 2x per dag een zakje (8-17 uur) Hoe lang: Tijdens gebruik Oxycodon

Afbouwen: Indien u geen Oxycodon meer gebruikt kan dit gestopt worden.

Fraxiparine®

Gedurende vijf weken na de operatie moet u Fraxiparine® gebruiken. Meer informatie over Fraxiparine®

vindt u op de volgende pagina.

Bloedverdunner

Rondom uw operatie krijgt u ook een bloedverdunner, tenzij u bekend bent bij de Trombosedienst.

In overleg met uw behandelend arts slikt u dan geen andere bloedverdunner.

Medicatie thuis

Als u met ontslag gaat op werkdagen, krijgt u de medicatie voor thuis geleverd op de afdeling. Dit wordt verzorgd door de Meander Apotheek. Als u in het weekend met ontslag gaat, krijgt u de medicatie mee van de verpleegkundige tot en met de eerste werkdag. Op de eerste werkdag stuurt de Meander Apotheek vervolgens uw medicijnlijst door naar uw eigen apotheek, waar de medicatie aan het einde van de dag voor u klaarligt.

8. Weer thuis

Na het ontslag kunt u nog niet meteen alles zelf. De eerste 6 tot 8 weken na de operatie heeft u hulp nodig bij het wassen, aankleden en bij huishoudelijk werk. Gedurende 5 weken gebruikt u Fraxiparine® om het risico op trombose zo gering mogelijk te houden. Tijdens uw verblijf in het ziekenhuis zal de

verpleegkundige u leren de Fraxiparine® bij u zelf toe te dienen. Dit gaat door middel van onderhuidse injecties.

Als u voor de operatie al bloedverdunnende medicijnen gebruikte, start u deze weer na de operatie. Dit gaat eventueel in combinatie met de Fraxiparine®. Uw arts bespreekt dit met u.

Na ontslag

De dag na ontslag wordt u op uw verzoek gebeld door de verpleegkundige van de afdeling Orthopedie. Zij vraagt hoe het met u is en of u nog vragen heeft. Indien u na ontslag niet naar huis gaat, maar bijvoorbeeld naar een zorghotel, dan bellen we u niet meer op.

Als u daarna nog vragen heeft, dan kunt u bellen naar het ziekenhuis, zie instructies pagina 30.

Een fysiotherapeut zal u thuis verder begeleiden. Hiervoor maakt u zelf een afspraak met een

fysiotherapeut uit uw eigen omgeving. Het is verstandig om voor de opname al een afspraak te maken voor 1 week na uw ontslag. U weet immers wanneer u in principe met ontslag gaat. Uiteraard gaat u ook zelf aan de slag met de oefeningen die u reeds in het ziekenhuis van de fysiotherapeut ontvangen heeft.

Adviezen en leefregels

U krijgt algemene adviezen en leefregels mee. Het kan voorkomen dat uw situatie anders is en u andere instructies krijgt van uw arts en fysiotherapeut. Volgt u in dat geval altijd hun adviezen op.

Elders in deze map vindt u tevens informatie en adviezen van de fysiotherapeut.

Leefregels voor de patiënten met een heupprothese Algemeen

 Gewicht: Bij een hoog lichaamsgewicht wordt de heup meer belast. Probeert u daarom uw gewicht op peil te houden of, indien nodig, te verminderen.

 Detectiepoortjes: Bij sommige detectiepoortjes kan het alarm afgaan door de nieuwe heup.

Wondverzorging

 U mag de pleister verwijderen na 3 dagen, als de wond droog is hoeft er geen nieuwe pleister op.

Pijnstilling

 U mag 4x per dag 2 tabletten paracetamol a 500 mg.

 Overig pijnmedicatie op advies van de arts/apotheek.

Mobiliteit

 U mag uw been volledig belasten, tenzij anders is aangegeven.

 Zie Algemene fysiotherapie-adviezen.

Controle-afspraak op de polikliniek

Na ongeveer 6 weken komt u voor controle naar de polikliniek Orthopedie. De afspraak hiervoor krijgt u bij ontslag mee van de verpleegafdeling. Alles rondom dit bezoek staat in het teken van nacontrole. Eerst wordt een röntgenfoto gemaakt op de afdeling Radiologie. Zodra deze gemaakt is, gaat u door naar de polikliniek Orthopedie. U meldt zich bij de aanmeldbalie en wordt opgeroepen voor het spreekuur. Met de orthopedisch chirurg bespreekt u hoe het met u gaat. Deze vraagt u naar uw ervaringen, onderzoekt u en bespreekt met u het vervolg.

Nazorg mantelzorger

In veel gevallen gaat uw partner of iemand die dicht bij uw staat thuis de zorg van ons overnemen.

Bijvoorbeeld bij het helpen met aankleden of de Fraxiparine® toedienen. Deze persoon wordt dan uw mantelzorger.

Mocht u of uw mantelzorger vragen hebben over de mantelzorg dan kunt u terecht op onze website:

www.meandermc.nl/mantelzorg. Ook kunt u een e-mail sturen naar mantelzorg@meandermc.nl.

Wat mag u wel en niet met uw prothese?

Uw nieuwe heup is een kunstgewricht en dat is kwetsbaarder dan uw oorspronkelijke heup.

Zware lichamelijke inspanningen en met name sport kunnen de levensduur van het nieuwe gewricht verkorten, doordat hierdoor loslating vervroegd kan optreden. Bespreekt u daarom bij twijfel met uw behandelend orthopedisch chirurg of u bepaalde activiteiten al dan niet kunt uitvoeren.

De vervanging van het heupgewricht is een veel voorkomende operatie, waar patiënten veel baat bij hebben. Er is een kleine kans dat er in de volgende jaren problemen ontstaan met de nieuwe heup. Voor verreweg de meeste mensen geldt dat zij, als zij de adviezen opvolgen, jarenlang probleemloos kunnen genieten van de heupprothese.

Bij wie kunt u terecht met vragen en acute problemen?

De meeste patiënten die een heupprothese hebben gekregen, gaan vanuit het ziekenhuis naar huis. Bij ontslag uit het ziekenhuis krijgt u de nodige informatie mee van de verpleegkundige en de fysiotherapeut.

Toch zou het kunnen gebeuren dat u thuis nog vragen heeft. Daarom ziet u hieronder wie u voor diverse vragen het beste kunt benaderen.

(Acute) medische problemen

Wat te doen bij het optreden van de volgende klachten:

 Koorts hoger dan 38,5 graden

 Extreme pijn

 Extreme zwelling

 Nabloeding

 plotseling dik been (pijnlijke, rode, glanzende kuit)

 plotselinge pijn in het geopereerde gewricht en/of niet kunnen belasten

 wondproblemen

 aanwijzingen voor infectie etc.

Maakt u zich zorgen of heeft u andere problemen als gevolg van het onderzoek/de behandeling, dan kunt u bellen met uw specialist in het ziekenhuis.

Bij een meerdaagse opname geldt:

· Tot één week na het onderzoek/de behandeling belt u het ziekenhuis via 033 – 850 50 50.

o Vraagt u tijdens kantooruren (8.00 - 16.30 uur) naar de polikliniek van het betreffende specialisme.

o Vraagt u buiten kantooruren (16.30 - 8.00 uur) naar de verpleegafdeling van het betreffende specialisme.

Bij problemen meer dan een week na ontslag neemt u eerst contact op met uw huisarts of met de Huisartsenpost, (telefoonnummer 0900 – 33 11 233) tenzij anders is afgesproken met de specialist.

Algemene vragen betreffende de verpleegafdeling

Als u vragen, opmerkingen, klachten of ideeën heeft over uw verblijf op de afdeling, dan kunt u dit altijd bespreken met de verpleegkundige. De afdeling Orthopedie is bereikbaar via het telefoonnummer 033 – 850 71 30.

9. Meest gestelde vragen bij een heupprothese

1. Hoe lang kan mijn heup pijnlijk blijven?

De pijn na het plaatsen van een heupprothese wordt geleidelijk aan minder, beginnend ongeveer een maand na de operatie. 3 tot 4 maanden na de operatie treedt een aanzienlijke verbetering op. Soms voelt men een doffe pijn na lange wandelingen; dit gevoel kan optreden gedurende ongeveer 12 maanden. “Startpijn” (pijn bij de eerste paar stappen na het opstaan) kan nog enige tijd aanhouden.

Dit pijnlijke gevoel verbetert zonder behandeling. Het betekent niet dat de prothese niet goed functioneert of los zit.

2. Hoe lang blijft mijn heup dik?

De heup en het been kunnen dik worden, dit is normaal gedurende de eerste 6 weken. De zwelling vermindert meestal in de eerste weken na ontslag. Het dik worden zal verminderen door geregeld overdag de benen hoog te leggen, net boven horizontaal. De zwelling is over het algemeen ’s avonds het grootst en neemt af wanneer u regelmatig de daarvoor aangegeven oefeningen blijft doen.

Overleg bij abnormale dikte van uw been met de behandelend arts. Bij acute zwelling en pijn contact opnemen met de afdeling Orthopedie!

3. Hoe vaak moet ik oefenen en hoe weet ik dat ik teveel geoefend heb?

Regelmatig korte tijd oefenen is het beste. Bij teveel oefenen kan pijn ontstaan. Uw fysiotherapeut zal aangeven welke oefeningen u moet doen en hoe vaak u deze moet uitvoeren.

4. Wanneer mag ik weer gaan autorijden?

Autorijden is een individuele aangelegenheid. Als uw orthopedisch chirurg het goed vindt en u voldoende controle heeft over uw geopereerde been, kunt u na de eerste controle op de polikliniek (na 6 à 7 weken) weer gaan autorijden. Aangeraden wordt om niet te rijden wanneer u nog veel pijnmedicatie slikt.

Raadpleeg ook de polisvoorwaarden van uw verzekeringsmaatschappij.

5. Wanneer mag ik weer gaan fietsen?

Als u voor de operatie ook regelmatig fietste, mag u na de eerste policontrole bij uw orthopedisch chirurg weer gaan fietsen. Gebruik bij voorkeur een damesfiets vanwege de lage instap. Het fietsen moet zonder grote krachtsinspanning gaan. Het is aan te raden van tevoren te oefenen op een hometrainer en het fietsen te hervatten onder begeleiding van uw fysiotherapeut.

8. Wat voor soort schoenen kan ik het beste aantrekken?

Het is verstandig om schoenen te dragen die de voet omsluiten en een brede hak hebben. Instappers zijn erg gemakkelijk. Sandalen met een band om de hiel zijn ook toegestaan. Hoge hakken dient u de eerste 3 maanden te vermijden.

9. Hoe lang moet ik de bloedverdunnende middelen (Fraxiparine®) blijven gebruiken?

U dient dit te doen tot (minstens) 5 weken na de operatie (als het langer nodig is, dan hoort u dat van uw arts). Mocht u al bloedverdunnende middelen gebruiken vóór de operatie, dan bespreekt u met de arts wanneer u daar weer mee mag starten.

10. Mag ik op mijn zij slapen?

Bij voorkeur rugligging; de heup moet zo gestrekt mogelijk liggen. Als rugligging niet mogelijk is, mag u op de geopereerde zij slapen. Met een kussen tussen de benen.

11. Hoe verzorg ik mijn wond?

De wond moet schoon en droog blijven. Als de wond nog lekt, plakt u een schone pleister volgens de instructie die u ontvangen heeft. De huid rondom de hechtingen kan er wat rood of geïrriteerd uitzien.

Na een paar weken zal deze roodheid langzamerhand afnemen. Wanneer het wondgebied gezwollen blijft, rood wordt of als er vocht uit komt, is het verstandig om contact op te nemen met het

ziekenhuis of de huisarts.

12. Hoe lang moet ik gebruik maken van een loophulpmiddel?

Dit wordt individueel bekeken. Uw fysiotherapeut bepaalt met welk hulpmiddel u loopt en wanneer u dit mag afbouwen. De meeste patiënten lopen de eerste 6 weken wel met een loophulpmiddel.

10. Meer informatie

Website Meander Medisch Centrum

Op onze website (www.meandermc.nl) vindt u meer informatie over de heupprothese.

Kijk op www.meandermc.nl/orthopedie, Onze specialisaties, Protheses.

Patiënten portaal Mijn Meander

Via de website hebt u toegang tot het Mijn Meander. Dit patiënten portaal biedt u, als patiënt van Meander Medisch Centrum, de mogelijkheid om op een veilige manier informatie uit te wisselen met Meander. Het is een beveiligde website waar u uw persoonlijke gegevens bij Meander Medisch Centrum kunt inzien, wijzigen en annuleren. Daarnaast is het mogelijk om uw persoonlijke gegevens te wijzigen.

Meander Medisch Centrum werkt continu aan het uitbreiden en verbeteren van Mijn Meander. In de toekomst komen steeds meer onderdelen beschikbaar, zoals het invullen van vragenlijsten.

11. Bijlagen

Eprex

Indien de waarde van uw Hb (hemoglobine) te laag is, dan zult u een behandeling met Eprex ondergaan.

Deze behandeling brengt de waarde van uw Hb op het voor de operatie benodigde niveau. Mocht uit het bloedonderzoek blijken dat uw Hb-waarde te laag is, dan neemt de Eprex Thuisservice contact met u op.

U hoeft hiervoor dus niet zelf contact op te nemen met Meander Medisch Centrum.

Deze informatie is bedoeld voor mensen die Eprex (epoëtine alfa) krijgen via de Eprex Thuisservice. Eprex zorgt ervoor dat u in een goede lichamelijke conditie aan de operatie begint. Dit geneesmiddel zorgt er namelijk voor dat de aanmaak van rode bloedcellen wordt gestimuleerd waardoor u tijdens en na de operatie minder of zelfs helemaal geen bloedtransfusie nodig heeft.

Hoe wordt Eprex toegediend?

U krijgt Eprex via een injectie toegediend. Dit kan gewoon bij u thuis gebeuren.

Wanneer wordt Eprex toegediend?

De behandeling met Eprex begint 10 dagen voor uw operatie. U krijgt Eprex om de dag toegediend, in totaal 5 keer. Dat gebeurt in principe gewoon bij u thuis. Vóór de eerste geplande injectie belt de

verpleegkundige u voor het maken van een afspraak. De verpleegkundige neemt zelf de Eprex voor u mee.

U hoeft hiervoor zelf niet naar de apotheek.

Deze informatie is geen vervanging van de informatie die u van de arts of de apotheker heeft gekregen of van de informatie in de bijsluiter, maar een aanvulling daarop. Heeft u vragen, dan kunt u contact opnemen met uw arts of met de Eprex Thuisservice, telefoon 0800 - 020 0092.

Fraxiparine®

Gedurende 5 weken na de operatie moet u Fraxiparine® gebruiken. Fraxiparine zorgt ervoor dat de kans op trombose zo klein mogelijk wordt. Trombose is een aandoening waarbij bloedstolsels gevormd worden in de bloedvaten. Hieronder kunt u lezen en zien hoe u Fraxiparine moet toedienen. Tijdens uw opname zal de verpleegkundige u instructies geven en begeleiden bij het injecteren, zodat u dit na ontslag zelf kunt.

1 2 3 4 5

6 7 8 9

1. Het losscheuren van de verpakking

Neem de dubbelverpakking uit de doos. Houd de verpakking altijd zo, dat de grijze dopjes naar beneden wijzen. Buig de perforatielijn een paar keer en scheur de strips van elkaar.

2. Het openen van de strip

Houd de verpakking nog steeds zo, dat het grijze dopje naar beneden wijst. Verwijder het afdekpapier aan de achterzijde, van boven naar beneden.

3. Het gereedmaken van de injectiespuit

Verwijder het grijze rubberen dopje door het vast te pakken en in één beweging recht naar boven los te trekken, dit voorkomt dat een druppel vloeistof wordt meegezogen. De luchtbel hoort in de spuit, verwijder de luchtbel dus niet!

4. Plaats bepalen en het vastpakken van de huidplooi

Bepaal de plaats voor de injectie aan de voor- of achterzijde van de buikgordel of aan de voor- of zijkant van het bovenbeen. Spuit niet in de streek rond de navel, nabij littekens of wonden. Neem de huidplooi tussen duim en wijsvinger.

5. Het inbrengen van de injectienaald

Houd de spuit rechtop, druk nog niet op de groene stamper! Zo gaat er geen vloeistof verloren. Breng de naald in zijn geheel loodrecht (rechtstandig) in de huidplooi. Niet opzuigen.

6. Het inspuiten van de injectievloeistof

7. Het verwijderen van de injectienaald

Nadat u de vloeistof heeft ingespoten, moet u 10 tellen wachten. Daarna kunt u de naald terugtrekken en de huidplooi loslaten. Niet nawrijven! Het kan een beetje bloeden op de plaats van de injectie. Druk in dat geval enige minuten met uw vingers op de plek. Houd hiervoor een gaasje of watje bij de hand.

8. Het plaatsen van de beschermhuls

Na het toedienen van de injectie met Fraxiparine® schuift u de beschermhuls over het spuitje in de richting van de naald totdat u ‘klik’ hoort.

9. Vergrendeling

De beschermhuls is nu vergrendeld en de naald is afgeschermd. U kunt zich niet meer ongewenst prikken met deze naald. Gebruikte spuiten dient u in te leveren bij uw apotheek, u kunt hiervoor bij uw apotheek om een naaldencontainer vragen. Gebruikte spuiten mogen nooit bij het gewone huisvuil.