• No results found

De controle door de werkgever op het gebruik van de nieuwe informatie-

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "De controle door de werkgever op het gebruik van de nieuwe informatie- "

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inleiding

De opkomst van internet en e-mail in de ondernemingen heeft de manier van werken ingrijpend veranderd en de experts genoodzaakt zich te buigen over het moeilijke evenwicht tussen de controlebevoegdheid van de werkgever en de eerbied voor het recht op het privé-leven van de werknemers.

De arbeidsgerechten hebben een gestaag toenemend aantal geschillen moeten beslechten die voor het merendeel betrek- king hebben op een ontslag wegens dringende reden van een werknemer, die verondersteld wordt misbruik te hebben gemaakt van het ter beschikking gestelde telecommunicatiesys- teem1.

De beslissingen hebben uiteenlopende oplossingen bevestigd, zodat ter zake een juridische onzekerheid bleef bestaan en de actoren in een “grijze schemerzone” met onduidelijke contou- ren terechtkwamen2.

Deze onzekerheid is des te schadelijker omdat tijdens de als dusdanig bezoldigde werkuren bepaalde privé-activiteiten kun- nen worden uitgeoefend met behulp van het materieel dat aan de werkgever toebehoort en waarbij misschien vertrouwelijke informatie betreffende de onderneming naar buiten toe wordt verspreid, de goede zeden worden geschonden en dit bovendien onder de verantwoordelijkheid van de werkgever, aangezien hij op grond van artikel 1384, lid 3 van het Burgerlijk Wetboek aan- sprakelijk is voor het nadeel dat door zijn aangestelden wordt veroorzaakt in de bediening waartoe hij hen gebezigd heeft3.

De werkgever loopt bijgevolg het risico te worden verontrust door derden, die het slachtoffer zijn van de machinaties van zijn werknemer, via een schadeclaim, in de veronderstelling dat zijn werknemer door middel van een e-mail bijvoorbeeld een virus zou hebben doorgestuurd, de morele of religieuze gevoelens van de geadresseerde zou hebben gekwetst, foto’s zou hebben door- gestuurd, het auteursrecht zou hebben geschonden, zich schul- dig zou hebben gemaakt aan eerroof,…

Rijst vervolgens de cruciale vraag van de grenzen van hetgeen de werknemers is toegestaan en van de bevoegdheid qua controle, verbod en straf waarover de werkgever beschikt.

Het kader van deze praktijken en van de bevoegdheid van de werkgever werd gedefinieerd door de collectieve overeenkomst nr. 81 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de werknemers ten opzichte van de controle op de elektronische on-linecommunicatiegegevens (hierna “CAO 81” genoemd)4. Na de ter zake geldende normen te hebben gedefinieerd waarin CAO 81 kadert (1), zullen wij de toepassingsvoorwaarden van de collectieve overeenkomst onderzoeken (2) en daaruit de gevol- gen afleiden van een rechtmatige of onrechtmatige controle door de werkgever (3).

De controle door de werkgever op het gebruik van de nieuwe informatie-

en communicatietechnologieën op de werkplaats

1 Arbeidshof Gent, 2dekamer, 22/10/2001, JTT, 2002, blz. 41; Arbeidshof Gent, 7dekamer, 4/4/2001, JTT, 2002, blz. 49; Arbeidsrechtbank Brussel, 2/5/2000, gepubliceerd in “Le contrat de travail et la nouvelle économie”, CJB, 2001, blz.

303 en volgende.

2 T. CLAEYS, “L’utilisation des nouvelles technologies et de l’e-mail durant le contrat de travail – la notion de faute et son évolution dans l’exécution du contrat de tra3 H. BARTH,”Contrôle de l’employeur de l’utilisation ‘privée’ que font ses tra- vailleurs des nouvelles technologies de l’information et de communication au lieu de travail”, JTT, 2002, blz. 169.

4 CAO 81 van 26/4/2002, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit

I N H O U D

•De controle door de werkgever op het gebruik van de nieuwe informatie- en communicatie-

technologieën op de werkplaats 1

•Hoe het ondernemingsnummer vermelden 6

•Kruispuntbank van ondernemingen:

het ondernemingsnummer 7

•Voor u gelezen 8

•Seminaries 8

•Contact 8

Afgiftekantoor 2800 Mechelen 1 • Tweewekelijks • NL : P309340

B

U L L E T I N V A N H E T

B

E R O E P S I N S T I T U U T V A N E R K E N D E

B

O E K H O U D E R S E N

F

I S C A L I S T E N

(2)

1. De geldende normen

CAO 81 kader in een wettelijk en regelgevend geheel dat ener- zijds het recht van de werkgever verzekert om de prestaties van de werknemer te controleren en anderzijds het recht van de werknemer op de eerbiediging van zijn privé-leven.

Verre van de bestaande beginselen en normen te vervangen, probeert de collectieve arbeidsovereenkomst allereerst een pragmatisch inzicht te geven in die beginselen en normen, als- mede praktische verduidelijkingen die absoluut noodzakelijk zijn opdat de partijen bij de arbeidsovereenkomst hun ver- plichtingen terdege kunnen nakomen.

De belangrijkste bepalingen kunnen als volgt worden samen- gevat:

• De artikelen 2, 3, 16 en 17 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten leggen de werknemer de verplichting op het werk uit te voeren overeenkomstig de richtlijnen van de werkgever en onder zijn controle.

• Artikel 8 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens stelt het beginsel van het recht van het individu op de eerbieding van het privé-leven.

• Artikel 22 van de Grondwet waarborgt eenieder het recht op eerbiediging van zijn privé-leven en zijn gezinsleven, behou- dens in de gevallen en onder de voorwaarden door de wet bepaald.

• Artikel 109ter, D en E van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische over- heidsbedrijven verbiedt derden, behoudens uitzonderingen, kennis te nemen en gebruik te maken van met telecommu- nicatie overgebrachte gegevens.

• Artikel 314bis van het Strafwetboek verbiedt kennis te nemen van de inhoud van privé-telecommunicatie; wordt immers als privé beschouwd elke communicatie die niet bestemd is om te worden gehoord door andere personen die niet deelnemen aan de telecommunicatie.

De wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoon- lijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoons- gegevens bepaalt onder andere dat deze gegevens eerlijk en rechtmatig dienen te worden verwerkt en voor welbepaalde, uit- drukkelijk omschreven en gerechtvaardigde, passende en rele- vante doeleinden dienen te worden verkregen en niet verder mogen worden verwerkt op een wijze die onverenigbaar is met die doeleinden.

Uit al deze normen blijkt een uniforme wil van de wetgever: de bescherming van het privé-leven van het individu waarborgen door de voorwaarden van een eventuele inmenging daarin door een derde, met inbegrip van de werkgever, strikt te bepalen.

Vrijwel iedereen is het erover eens om te besluiten tot de weder- rechtelijkheid van een inmenging door de werkgever in het

privé-leven van de werknemers, ook al gebeurt dit om een cor- recte uitvoering van de arbeidsovereenkomst te verzekeren of om de belangen van de onderneming te beschermen, die altijd hoger zouden liggen dan het recht van de werknemer op de eer- biediging van zijn privé-leven.

Dat is ook de mening van de rechtspraak: bijgevolg werd geoor- deeld dat de e-mails die op de werkplaats tussen collega’s wor- den uitgewisseld tot hun privé-leven behoorden in de zin van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens. Het feit dat de privé-uitwisselingen gebeurden op de werkplaats en tijdens de werkuren heeft geen invloed op de bescherming ervan. De omstandigheid dat zij gebeurden met behulp van het materieel van de werkgever sluit evenmin de onaantastbaarheid uit van de eerbieding van het privé-leven5.

2. Onderzoek van de collectieve overeenkomst nr. 81

CAO 81 regelt de controle en het toezicht op de privé-commu- nicaties van de werknemer, met uitsluiting van de beroeps- matige uitwisselingen, die gebeuren met behulp van de on-line- communicatietechnieken.

2.1. Het toepassingsgebied van CAO 81

a. De beroepsmatige en privé-communicaties

CAO 81 sluit van zijn toepassingsgebied de communicaties uit waarvan het beroepsmatige karakter door de werknemer niet wordt betwist.

Zij definieert echter niet wat onder “privé-communicatie” of

“beroepsmatige communicatie” moet worden verstaan6. De CAO versoepelt enigszins de definitie die wordt gegeven door 109ter, D van de wet van 21 maart 1991, alsmede door artikel 314bis van het Strafwetboek; voor de toepassing van deze tek- sten zijn de communicaties of telecommunicaties privé wan- neer zij niet bestemd zijn om door om het even wie te worden gehoord.

Wanneer er geen twijfel bestaat over het beroepsmatige karak- ter van het bericht, over het onderwerp en de inhoud ervan en dit beroepsmatige karakter door de werknemer niet wordt betwist, kan de werkgever het zonder enige andere procedure inzien7.

b. De elektronische on-linecommunicaties

CAO 81 is van toepassing op de gegevens van de elektronische on-linecommunicaties in de ruimste betekenis en ongeacht de drager via welke zij door een werknemer worden overgebracht of ontvangen in het kader van de dienstbetrekking8.

Het betreft derhalve elke overbrenging, uitzending of ontvangst van tekens, seinen, geschriften, beelden, klanken of gegevens

5 Cf. onder meer Arbeidsrechtbank Brussel, 2/5/2000, op. cit.; Arbeidshof Brussel, 6/9/2001, JTT, 2002, blz. 52.

6 Het verslag dat voorafgaat aan de tekst van de CAO bepaalt dat het de werknemer is die moet uitmaken of de communicatie waaraan hij deelneemt al dan niet privé is, door in het onderwerp van het bericht een vermelding in die zin aan te brengen (cf. verslag dat voorafgaat aan de tekst van de CAO 81, blz. 9).

7 Verslag dat voorafgaat aan de CAO 81, blz. 9.

8 CAO, artikel 2.

(3)

van alle aard, per draad, radio-elektriciteit, optische seingeving of een ander elektromagnetisch systeem9.

Vallen bijgevolg binnen het toepassingsgebied van de CAO de gegevens betreffende de elektronische post, de bezochte inter- netsites, de communicaties via “chatten”, alsmede de gegevens die met behulp van een mobiele telefoon worden doorgezonden via de zogenaamde “sms”-, “wap”- en “gprs”-systemen.

Vallen trouwens enkel onder de toepassing van de CAO de elek- tronische communicatiegegevens die de identiteit van de auteur, de geadresseerde, het tijdstip en de duur van de com- municatie groeperen. Als “gegevens” zouden eveneens kunnen worden beschouwd de aard en de omvang van een eventuele bijlage10.

De inhoud van de communicatie daarentegen is uitdrukkelijk uitgesloten van elke controle, behalve strikte uitzonderingen waarin de tekst voorziet (cf. 2.3).

2.2. De controle door de werkgever en de modaliteiten ervan

Het hoofddoel van CAO 81 is de voorwaarden te preciseren waarop de werkgever ertoe gemachtigd is de privé-uitwisselin- gen te controleren die door de werknemer worden verricht door middel van het elektronische communicatienetwerk van de onderneming.

Dit toezicht op de gegevens mag slechts gebeuren om het nast- reven van bepaalde doeleinden te verzekeren (a), met inacht- neming van het proportionaliteitsbeginsel (b) en mits de werk- nemers en hun vertegenwoordigers daarvan vooraf in kennis worden gesteld (c).

a. Het finaliteitsbeginsel: de omstandigheden waarin de controle is toegestaan

CAO 81 somt vier categorieën van finaliteiten op waarvoor de controle is toegestaan :

• Eerste finaliteit : het voorkomen van ongeoorloofde feiten of van feiten die strijdig zijn met de goede zeden

De werkgever is ertoe gemachtigd een controle uit te voeren om het plegen van ongeoorloofde en lasterlijke feiten alsook van feiten die strijdig zijn met de goede zeden of die de waar- digheid kunnen schaden, te voorkomen11.

• Tweede finaliteit: de bescherming van de belangen van de onderneming

Het toezicht is eveneens toegestaan met het oog op de bescherming van de economische, handels- en financiële belangen van de onderneming waaraan een doelstelling is verbonden. Het gaat hier om de bescherming van de fabrieks- en zakengeheimen, van de knowhow, alsmede van de ver- trouwelijke informatie over de onderneming.

• Derde finaliteit: veiligheid van de informaticasystemen Toegestaan is de controle die wordt verricht om de veiligheid en/of de goede technische werking te verzekeren van de net- werksystemen van de werkgever, alsmede de fysieke bescher- ming van de installaties van de onderneming. De controle kan ook betrekking hebben op de kosten betreffende het gebruik van het netwerk.

• Vierde finaliteit: Toegestaan is de controle die wordt uitge- voerd om na te gaan of de werknemer zich richt naar de richtlijnen die de werkgever heeft vastgelegd inzake het gebruik van internet en e-mail. Deze richtlijnen kunnen onder andere betrekking hebben op de categorieën van sites die mogen worden bezocht, de perioden waarin het privé- gebruik van de communicatietechnologieën is toege- staan,…12

b. Het proportionaliteitsbeginsel: het verbod op de systematische individualisering van de gegevens De controle op de elektronische on-linecommunicatiegegevens mag in principe geen inmenging in de persoonlijke levenssfeer van de werknemer tot gevolg hebben en moet bijgevolg tot het minimum worden beperkt13.

De werkgever mag niet overgaan tot een systematische en voor- afgaande individualisering van de elektronische on-linecom- municatiegegevens.

Bijgevolg mag de controle in een eerste fase niet leiden tot de identificatie van de werknemers die de omstreden sites raad- plegen of die de omstreden post uitwisselen.

Geduld wordt echter de periodieke opstelling van algemene lijs- ten die betrekking hebben op de gegevens betreffende de bezochte internetsites, zonder identificatie a priori van de com- puters vanaf dewelke deze bezoeken gebeuren.

Indien misbruiken worden vastgesteld, is de werkgever ertoe gemachtigd op die basis de schuldige werknemer te identifice- ren en te zijnen opzichte bijkomende maatregelen te treffen, met inachtneming van de individualiseringsprocedure (cf.

infra).

Hetzelfde geldt voor de kennisneming van de elektronische post.

c. Het transparantiebeginsel: de voorafgaande infor- matie aan de werknemers en van hun vertegen- woordigers

De CAO legt de werkgever de verplichting inzake collectieve en individuele informatie op voordat hij de controle invoert :

• De werkgever moet de ondernemingsraad inlichten over alle aspecten van de controle14.

De collectieve informatie moet ten minste betrekking hebben op het controlebeleid, alsmede op de prerogatieven van de

9 Wet van 21 maart 1991, artikel 68, 4°.

10 Zoals een attachment bij een e-mail.

11 De commentaar op de CAO vermeldt het kraken van computers, waaronder het op ongeoorloofde wijze kennis nemen van elektronische on-linecommunicatiegegevens

12 In elk geval door middel van de specifieke en voorafgaande informatie van de werknemer (cf. infra, punt c.)

14 Artikel 7, CAO 81. Als er geen ondernemingsraad is, wordt deze informatie verstrekt aan het CPBW; bij ontstentenis ervan aan de vakbondsafvaardiging of, bij ontsten-

(4)

werkgever en het toezichthoudend personeel, de nagestreefde doelstelling of doelstellingen, het feit of persoonsgegevens al dan niet worden bewaard en de plaats en de duur van de bewaring, alsmede het al dan niet permanente karakter van de controle.

De vorm waarin de informatie moet worden verstrekt, wordt niet gepreciseerd; indien zij mondeling kan worden verstrekt, moet de werkgever bij een eventueel geschil, om voor de hand liggende bewijsredenen, de bewijsvoering vergemak- kelijken door middel van een omstandig geschrift.

• Naast de voornoemde collectieve informatie moet de werk- gever elke werknemer afzonderlijk op de hoogte brengen van de uitoefening van de controle en van de modaliteiten ervan.

De collectieve informatie moet bijgevolg worden aangevuld met een informatie inzake het gebruik van de instrumenten die de werknemers voor de uitvoering van hun werk ter beschikking worden gesteld, inclusief de beperkingen wat het gebruik in het kader van de functie betreft, de rechten, plichten en verplichtingen van de werknemers, alsmede de voorziene betrekkelijke verboden inzake het gebruik van de elektronische on-linecommunicatiemiddelen van de onder- neming en de in het arbeidsreglement bepaalde straffen indien de regels niet in acht worden genomen.

De CAO voorziet diverse communicatiekanalen15, namelijk:

algemene instructies via circulaires, aanplakking,… vermel- ding in het arbeidsreglement en/of in de individuele arbeids- overeenkomst, zelfs door instructies bij ieder gebruik van het informatica-instrument.

2.3. De controle op de inhoud van de elektronische on- linecommunicaties

Zoals hierboven gepreciseerd, verbiedt de Strafwet kennis te nemen van de inhoud van de telecommunicaties, met inbegrip van de elektronische post die vanaf de werkplaats wordt uitge- wisseld.

De uitzonderingen zijn strikt beperkt:

a. De voorafgaande toestemming van alle deelnemers De voorafgaande toestemming van alle deelnemers kan het ver- bod op de kennisneming van de inhoud van de elektronische boodschappen opheffen.

Deze toestemming moet echter uitdrukkelijk zijn, zodat de instemming die wordt uitgedrukt door middel van een beding in het arbeidsreglement of in de arbeidsovereenkomst ontoe- reikend zou zijn16.

b. De wettelijke toestemming

Volgens sommigen zou artikel 17, 2° van de wet van 3 juli 1978, dat het gezag van de werkgever bekrachtigt, alsmede artikel 16 van diezelfde wet de werkgever de verplichting opleggen op de werkplaats de welvoeglijkheid en de goede zeden in acht te nemen.

De werkgever zou er bijgevolg toe gemachtigd kunnen worden kennis te nemen van de inhoud van de telecommunicaties en er zelfs gebruik van te maken zonder de voorafgaande instem- ming van de werknemer vanaf het ogenblik dat de bescherming van de goede zeden of de naleving van de waardigheid van de overige werknemers dit vereist17.

c. Noodtoestand

Sommige auteurs voeren aan dat de noodtoestand zou kunnen leiden tot een uitzondering op het verbod kennis te nemen van de inhoud van het elektronische bericht18.

Wanneer de werknemer een extreem zware inbreuk begaat, zou dit kunnen verantwoorden dat de werkgever kennis neemt van de inhoud van het bericht. Deze praktijk zou echter alleen maar zijn toegestaan indien de werkgever vruchteloos alle andere middelen heeft gebruikt om de verwezenlijking van de inbreuk te voorkomen of te onderbreken19.

2.4. De individualisering van de gegevens

In dit stadium van de hierboven beschreven procedure heeft de werkgever kennis van de uitgewisselde gegevens, maar kent hij niet de identiteit van de werknemer aan wie deze gegevens kun- nen worden toegeschreven.

Het doel van de individualiseringsprocedure bestaat precies in de identificatie van de werknemer die aan de overdracht van de omstreden gegevens ten grondslag ligt20.

Twee individualiseringsprocedures zijn voorzien:

• Procedure van directe individualisering21

Wanneer de werkgever de verwezenlijking nastreeft van een van de eerste drie doelstellingen waarin de CAO voorziet, namelijk de voorkoming van ongeoorloofde feiten, de bescherming van de economische en financiële belangen van de onderneming of het verzekeren van de goede werking en de veiligheid van het informaticanetwerk, en indien hij een in het begin anonieme controle heeft uitgeoefend, is hij ertoe gemachtigd de werkne- mer direct te identificeren, zonder dat een voorafgaande infor- matie- of verhoorprocedure moet worden gevolgd.

De werkgever beslist vervolgens over de gevolgen die aan deze individualisering moeten worden gegeven: hetzij een verhoor

15 Artikel 8, CAO 81.

16 P. LEDUC, “Le contrôle des communications données ou reçues par le travailleur”, tijdschrift Ubiquité, 2000, deel 5/47.

17 O. RIJCKAERT, “Le contrôle de l’usage de l’internet et de l’e-mail sur les lieux de travail au regard de la convention collective n° 81 du 26 avril 2002”, Bull. social du guide permanent, 2002, nr. 135, blz. 21.

18F. HENDRICKX, “Privacy en arbeidrecht – een analyse van en grondrecht in arbeidsverhoudingen”, blz. 242.

19De bedoelde inbreuk zou betrekking kunnen hebben op de verspreiding van pedofiele afbeeldingen of de onthulling van fabricagegeheimen.

20Er dient aan te worden herinnerd dat vanaf het ogenblik dat een uitwisseling van gegevens zich in de beroepssfeer situeert, zij het voorwerp kan zijn van een individuali- sering door de werkgever zonder inachtneming van de individualiseringsprocedure, bepaald door de CAO 81.

21Artikel 15, CAO 81.

(5)

van de werknemer, eventueel bijgestaan door een persoon naar keuze, hetzij de onmiddellijke toepassing van een straf.

• De procedure van indirecte individualisering

Indien de werkgever ernaar streeft de richtlijnen betreffende het gebruik van het informatica-instrument binnen de onder- neming te doen naleven nadat hij een onregelmatigheid heeft vastgesteld, moet hij eerst een voorafgaande fase in acht nemen waarbij alle werknemers worden voorgelicht.

Deze voorlichting heeft tot doel het voltallige personeel op de hoogte te brengen van een “onregelmatigheid” en de werkne- mers ervoor te waarschuwen dat de gegevens zonder enige andere waarschuwing zullen worden geïndividualiseerd wan- neer opnieuw een dergelijke onregelmatigheid wordt vastge- steld.

Ingeval zich na deze algemene voorlichting nog een onregelma- tigheid voordoet, is de werkgever ertoe gemachtigd de werkne- mer te identificeren die daarvan wordt verdacht. Hij moet hem vervolgens dienaangaande verhoren alvorens eventueel maatre- gelen te nemen. Dit gesprek heeft tot doel de werknemer de kans te geven zijn bezwaren met betrekking tot de voorgeno- men beslissing of evaluatie kenbaar te maken en het gebruik van de hem ter beschikking gestelde elektronische on-linecom- municatiemiddelen te rechtvaardigen22.

3. De gevolgen van de controle – de straffen

3.1. Straffen in geval van onrechtmatige controle

In geval van een onrechtmatige controle door de werkgever kunnen de straffen die laatstgenoemde kan oplopen als volgt worden samengevat:

a. Strafrechtelijke straffen

De werkgever die de telecommunicaties van de werknemer zou controleren zonder de ter zake geldende regels in acht te nemen, kan zich blootstellen aan een correctionele straf op grond van een van de volgende teksten:

• Artikel 109ter, D van de wet van 21 maart 1991, dat voorziet in een boete van 50 tot 5.000 EUR;

• Artikel 314bis van het Strafwetboek dat voorziet in een gevan- genisstraf van zes maanden tot één jaar en/of een boete van 4,96 tot 247,89 EUR.

• Artikel 56 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités dat in geval van een overtreding van een algemeen bindend verklaarde CAO voorziet in een gevangenisstraf van acht dagen tot één maand en/of een boete van 0,64 tot 12,39 EUR.

b. Burgerlijke straffen

De werkgever zou er op grond van artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek eveneens toe kunnen worden veroordeeld aan de werknemer een schadevergoeding te betalen wegens ongeoorloofde inmenging in diens privé-leven.

Uit contractueel oogpunt zou de werkgever eveneens kunnen worden geconfronteerd met een vordering tot verbrekingsver- goeding op grond van artikel 35 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de theorie van de handeling die gelijkstaat met de verbreking of betreffende de gerechtelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst.

Wat de bewijzen betreft, zou de misplaatste controle van de communicatiemiddelen door de werkgever hem kunnen belet- ten ze over te leggen in het kader van een gerechtelijke proce- dure, bijvoorbeeld in het kader van een ontslag wegens drin- gende reden23.

3.2. Straffen in geval van rechtmatige controle

Voor zover uit een rechtmatige controle door de werkgever blijkt dat de werknemer zijn wettelijke en/of contractuele verplichtin- gen niet is nagekomen, zou de werkgever rekening houdend met de ernst van de fout kunnen opteren voor een tuchtstraf, met inachtneming van de bepalingen van het arbeidsregle- ment24, of de arbeidsovereenkomst kunnen verbreken met een opzeggingstermijn of het betalen van een vergoeding, of de werknemer kunnen ontslaan wegens dringende reden.

Er werd bijgevolg geoordeeld dat het gebruik zonder toestem- ming van het informaticamaterieel van de werkgever voor privé- doeleinden, onder meer door elektronische post te ontvangen of te verzenden, en dit tijdens de werkuren, weliswaar een fout vormde maar geen dringende reden, gelet op het aantal privé- e-mailberichten – 34 op 18 maanden tijd – wat niet onredelijk was, rekening houdend met het algemeen aanvaarde gebruik25. Er werd daarentegen beslist dat de werknemer die tijdens een periode van drie werkweken meer dan 70 uur heeft besteed aan het raadplegen van beurssites, die geen enkel verband hielden met zijn beroepswerkzaamheden en die op zijn persoonlijke computer privé-bestanden heeft gecreëerd en gebruikt, rechts- geldig werd ontslagen wegens dringende reden26.

De werkgever die zich zou willen beroepen op een ongeoorloofd gebruik van het informaticamaterieel dat ter beschikking van de werknemer wordt gesteld, doet er dus goed aan na de voor- noemde controleprocedures en in een tweede fase, na de pas- sende bewijsmiddelen te hebben verzameld, gebruik te maken van een evenredige straf, met inachtneming van het arbeidsre- glement dat hij heeft laten wijzigen om het in overeenstemming te brengen met CAO 81 en met de toepassing die hij er binnen de onderneming van wenst te maken.

Meester Michel STRONGYLOS Advocaat aan de balie van Luik

Oktober 2004

22Artikelen 16 en 17, CAO 81.

23Op dit punt, cf. H. BARTH, op. cit., blz. 174 en Arbeidshof Gent, 22/10/2001, op. cit.

24Dienaangaande herinneren wij eraan dat het arbeidsreglement in principe moet voorzien in de toepassing van de straffen voor het gelaakte gedrag.

25Arbeidshof Brussel, 19/4/1999, RG 70520/98.

(6)

Hoe het onder nemingsnummer ver melden

Het handelsregisternummer van iedere vestigingseenheid moest vermeld worden op het uitstalraam, de voertuigen, ….

De zichtbare vermelding van het ondernemingsnummer op het uitstalraam van iedere vestiging of op de voertuigen volstaat

Voor niet BTW-plichtige ondernemingen wordt het ondernemingsnummer zonder prefix vermeld. Deze vermelding gebeurt als volgt:

Vroeger: Nieuw:

H.R. Brussel 256.879 0123.456.789

Vermelding bankrekeningnummers

Inzake de vermelding van bankrekeningnummers op ondernemingsdocumenten en facturen is niets gewijzigd ! Voorbeelden van enkele geldige vermeldingen:

■ F Bankrekening: 001-2345678-99

■ F Fortis – 250-2345678-99

■ F KBC – 437-2345678-99

■ F ING - 310-2345678-99

Het adres van de bankinstelling moet niet vermeld worden.

Bij elke grensoverschrijdende facturering van goederen en diensten binnen de Gemeenschap moet een leverancier die betaling door overmaking accepteert aan zijn klanten, in uitvoering van Verordening 2056/2001, zijn IBAN en de BIC van zijn instelling meedelen:

Voorbeeld:

Bank: 539-0075470-34 IBAN: BE 68 5390 0754 7034 BIC: BANKBEBB

Voor alle ondervermelde ondernemingen, inclusief VZW’s, die geïdentificeerd zijn als BTW-belastingplichtige dient het onderne- mingsnummer te worden voorafgegaan door de vermelding “BTW BE”.

Ondernemingen met een BTW-identificatienummer zonder het prefix BE, mogen de letters BE uiteraard niet vermelden. In dit geval wordt het ondernemings-nummer enkel voorafgegaan door de vermelding “BTW”.

Onderneming natuurlijke persoon

Vroeger: Nieuw:

BTW BE 123.456.789 BTW BE 0123.456.789

H.R. Niv. 87.255 of

BTW 123.456.789 BTW 0123.456.789

H.R. Niv. 87.255

Handelsvennootschappen –rechtspersonen

Vroeger: Nieuw:

BTW BE 123.456.789 BTW BE 0123.456.789

H.R. Brussel 256.687 RPR Brussel

of

BTW 123.456.789 BTW 0123.456.789

H.R. Brussel 256.687 RPR Brussel

Burgerlijke vennootschappen en VZW’s

Vroeger: Nieuw:

RBV Gent 45.266 0123.456.789

RRPR Gent

(V.Z.W.’s zonder BTW- hoedanigheid hebben geen verplichting tot vermelding, doch het stelsel dat voor burgerlijke vennoot- schappen van toepassing is, kan hier op een vrijwillige basis nagevolgd worden.)

Vestigingseenheden

Vroeger: Nieuw:

(7)

kruispuntbank van ondernemingen: het ondernemings- nummer

Wat is het ondernemingsnummer?

Het ondernemingsnummer, dat sedert 1 juli 2003 werd ingevoerd, is een uniek identificatienummer(bestaande uit 10 unieke nume- rieke posities) dat toegekend wordt aan de ondernemingen door de Kruispuntbank Ondernemingen. Vroeger kende elke administratie haar eigen identificatienummer toe; maar op termijn zal er - met het oog op de administratieve vereenvoudiging - maar één nummer meer zijn.

Dit nummer vervangt nu reeds het nummer van het handelsregis- ter, het nummer van het rijksregister voor rechtspersonen en het BTW-nummer.

Wie krijgt een ondernemingsnummer?

In principe krijgen de volgende personen een ondernemingsnum- mer: de rechtspersonen naar Belgisch recht; de rechtspersonen naar buitenlands of internationaal recht die in België beschikken over een zetel of die zich moeten laten registreren in uitvoering van een door de Belgische wetgeving opgelegde verplichting ; iedere natuurlijke persoon, rechtspersoon of vereniging die in België: het- zij een handelsonderneming of een artisanale onderneming voert;

hetzij onderworpen is aan de sociale zekerheid als werkgever; het- zij onderworpen is aan de BTW, hetzij een intellectueel, vrij of dienstverlenend beroep uitoefent als zelfstandige.

Om technische redenen worden de titularissen van een intellectu- eel, vrij of dienstverlenend beroep, dat zij als zelfstandige uitoefe- nen, evenwel niet in de KBO geregistreerd. Zij zullen dus geen ondernemingsnummer hebben, tenzij zij als werkgever aan de BTW of aan de RSZ zijn onderworpen.

Hoe ziet het ondernemingsnummer eruit?

• Voor ondernemingen opgericht vóór 1 juli 2003 is het onderne- mingsnummer het BTW-nummer of het nummer van het rijks- register voor rechtspersonen (RRRP.-nummer) voorafgegaan door een 0.

VOODIEN THANS

onderneming met BTW-nummer “499.999.960” “0499.999.960”

onderneming met RRRP-nummer “399.999.987” “0399.999.987”

• Ondernemingen opgericht na 1 juli 2003 krijgen een nieuw ondernemingsnummer beginnend met 0. : Voor de ondernemin- gen die aan de BTW zijn onderworpen, betreft het eigenlijk hun BTW-nummer (dus voorafgegaan door een 0)

Wij vestigen er de aandacht op dat de vermelding van de 0 als eer- ste cijfer van het nummer facultatief is, tot de federale overheid een datum meedeelt vanaf welke zij verplicht zal zijn.

Waar vindt men het ondernemingsnummer?

De FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie ontwikkelt thans 2 internet-toepassingen (Private Search et Public Search) : waar- mee u de gegevens van de KBO zal kunnen raadplegen.

Met behulp van Private search (privé-opzoeking), zal elke onderneming kennis kunnen nemen van het geheel van de gegevens, vermeld in de KBO, die betrekking hebben op de onderneming zelf en op haar vestigingseenheden.

elke onderneming kennis kunnen nemen van de basisidentifi- catiegegevens van een onderneming (namelijk het onderne- mingsnummer en de nummers van de vestigingseenheden, de firmanaam van de onderneming, haar commerciële benaming, haar juridische vorm, het type van de onderneming, het adres van haar maatschappelijke zetel alsmede het aantal vestigingen dat zij heeft).

Welke zijn de concrete veranderingen na 1 januari 2005?

Het gebruik van het ondernemingsnummer zal vanaf 1 januari 2005 verplicht zijn in de betrekkingendie de ondernemingen heb- ben met de administratieve en rechterlijke overheden, evenals in de betrekkingen die deze laatste onderling hebben.

Bovendien, wanneer het een handelsonderneming of een ambach- telijke onderneming betreft, zullen alle akten, facturen, aankondi- gingen, bekendmakingen, brieven, orders en andere stukken die van haar uitgaan steeds het ondernemingsnummer moeten ver- melden (dat geldt bijvoorbeeld niet voor reclame of voor folders, maar wel voor e-mails en faxberichten). Deze aanduiding zal ook zichtbaar moeten worden aangebracht op gebouwen en kramen die voor de uitoefening van de commerciële of ambachtelijke bedrij- vigheid worden gebruikt, alsmede op de transportmiddelen die voornamelijk voor die bedrijvigheid worden gebruikt.

Deze verplichting geldt evenwel niet voor de nummers van de ves- tigingseenheden.

Opmerkingen betreffende de BTW

De Administratie van de BTW vraagt de ondernemingen tot 31 december 2005 het ondernemingsnummer met 9 cijfers te gebruiken wat hun de aangifteverplichtingen betreft (BTW-aangifte, listings klanten, intracommunautaire overzichten, enz.). Vanaf 1 januari 2006 en tot 31 december 2007 zullen zowel de ondernemingsnummers met 9 cijfers als die met 10 cijfers kunnen worden gebruikt. Op 1 januari 2008 (onder voorbehoud) zal de definitieve regeling met 10 verplichte cijfers worden ingevoerd.

Wat de intracommunautaire verrichtingen betreft, wordt in een soortgelijke overgangsregeling voorzien. De ondernemingen worden verzocht tot 31 maart 2005 het ondernemingsnummer met 9 cijfers te gebruiken voor hun transacties met andere lidstaten. De overgangsperiode waarin beide nummers zullen mogen worden gebruikt, zal beginnen op 1 april 2005. Het gebruik van de 10 cijfers zal verplicht zijn op 1 januari 2008 (onder voorbehoud).

Voor bijkomende inlichtingen, gelieve u

• zich te wenden tot de Helpdesk van de Kruispuntbank Ondernemingen

Telefoonnummer 02/5486400 Helpdesk.BCE@mineco.fgov.be

• de internetsite van de KBO te raadplegen (waar u inzonderheid een reeks antwoorden zal vinden op de meest gestelde vragen):

www.mineco.fgov.be

• voor handelsonderneming of ambachtelijke onderneming zich te wenden tot een ondernemingsloket van uw keuze (de lijst van de

(8)

Contact

 Nederlandstalig boekhouder-fiscalist uit Limburg is op zoek naar een collega om mee samen te werken, met het oog op de overname van het kantoor, eventueel door pensionering. Alle samenwerkingsverbanden zijn bespreekbaar. Ref. :176/01”

 Boekhoudkantoor over te nemen : ligging – het noorden van Vlaams – Brabant, dit wegen het naderen van de pensieonleeftijd.

GSM : 0474/94.17.84

 Boekhoud – en fiscaal kantoor gevestigd te Gent zoekt samenwerking met een stagiair of erkend boekhouder BIBF. Tel. : 09/233.44.98 VANDERSTICHELEN ( Benoît), HODY (Olivier),

BTW en douane, Mechelen, Kluwer, 2004

De vrucht van vijftein jaar research

De toepassingsregels inzake BTW zijn vaak ingewikkeld. In BTW en douane vindt u een antwoord op de meest voorkomende BTW vragen. Het boek bevat zeven praktische benaderingsmethoden waardoor u wegwijs geraakt in de BTW –implicatie van internationale transacties. Elke problematiek wordt steeds uitvoerig geïllustreerd.

Een boek voor professionelen en neofieten

Dit boek richt zich zowel tot professionelen die thuis zijn in de materie, als tot beginnende professionals die nood hebben aan een heldere lei- draad.

Bijgewerkt tot 1 mei 2004

“BTW en douane” loodst u door het BTW-kluwen van de nationale en internationale handel in het Europa van de 25.

Originele aanpak

De auteur maakt de BTW-materie voor ieder glashelder. Zijn methode is uniek: via het antwoord op zeer eenvoudige en gerichte vragen, leidt hij u tot een gedetailleerde 'casus' (uitvoerig voorbeeld) van elke nationale en internationale handeling.

Historiek

Handel met een van de lidstaten van de Europese Unie heeft zijn speci- fieke BTW-implicatie. Echter de regelgeving is erg complex, voor elke uit- zondering bestaat vaak een andere uitzondering.

Sinds 1 mei 2004 traden 10 nieuwe lidstaten toe tot de Europese Unie. Dit betekent niet alleen het wegvallen van fiscale controles aan deze grenzen, maar ook het leren kennen van het BTW-regime van 10 nieuwe landen.

Auteurs

Benoît Vanderstichelen

Benoît Vanderstichelen is sinds vele jaren actief in het domein van de indirecte belastingen, meer bepaald in BTW. Hij is accountant en fiscaal adviseur. Tevens is hij auteur van talrijke BTW-publicaties. Als assistent aan de Vrije Universiteit Brussel schrijft hij vaak artikels, doet hij onderzoek in het domein van de indirecte belastingen en is hij auteur van verschillende BTW-vereenvoudigingsmethoden. Als partner bij de firma Deloitte Belastingconsulenten komt hij dagelijks in aanraking met de BTW-materie. Hij werkt samen met een honderdtal BTW-specialisten, waaronder Erik Bauwens en Olivier Hody.

Olivier Hody

Olivier Hody heeft reeds zeven jaar ervaring in het geven van BTW-advies, waarvan ruim twee jaar in Luxemburg, waar hij samen met Benoît Vanderstichelen het BTW-departement van een grote adviesfirma uitbouwde. Momenteel werkt hij bij Deloitte Belastingconsulenten. Hij is gespecialiseerd in Europese rapporteringsverplichtingen van grote internationale groepen. Daarnaast geeft hij les aan de Fucam (Mons). Hij geeft bovendien seminaries en publiceert artikels met betrekking tot BTW.

Bestelling:

Het boek 'BTW en Douane' kan men bestellen via internet op www.kluwer.be, per post bij Kluwer, tav de klantendienst, Motstraat 30, 2800 Mechelen, door te bellen naar het gratis nr. 0800 40 300 of te faxen op 0800 17 529.

Het boek kost voor BIBF leden 119,25 EUR (incl 6% BTW) als U een abonnement neemt inclusief 1 update per jaar.

Koopt U het boek eenmalig, dan betaalt U (172,25 EUR incl 6% BTW).

Meer info vindt u op www.kluwer.be/btw2004.

Seminaries

Voor u gelezen

22/01/2005 Sint-Katelijne-Waver BTW updating MAB

Jurgen OPREEL, BTW-consulent Tel : 015/62.31.10 - Fax : 015/62.18.48

23/01/2005 Sint-Katelijne-Waver BTW updating MAB

Jurgen OPREEL, BTW-consulent Tel : 015/62.31.10 - Fax : 015/62.18.48

Noch deze publicatie, noch gedeelten van deze publicatie mogen worden gereproduceerd of opgeslagen in een retrievalsysteem, en evenmin worden overge- dragen in welke vorm of op welke wijze ook, elektronisch, mechanisch of door middel van fotokopieën, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De redactie staat in voor de betrouwbaarheid van de in haar uitgaven opgenomen info, waarvoor zij echter niet aansprakelijk kan worden gesteld.

V e r a n t w o o r d e l i j k e u i t g e v e r: Marcel-Jean PAQUET, B.I.B.F. - Legrandlaan 45, 1050 Brussel • Tel. 02 626 03 80 • Fax 02 626 03 90 • E-mail: info@bibf.be • Url: www.bibf.be. R e d a c t i e : Valérie CARLIER, Geert LENAERTS, José PATTYN. A d v i e s r a a d : Professor P. MICHEL, Ecole d'Administration des Affaires de

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Uitvoerders worden meer belast voor het gebruik van eigen materieel maar wat betreft kosten voor het onderhoud en dergelijke vanuit de werkplaats wordt er nergens

Hierdoor is deze mogelijkheid waarschijnlijk alleen toepasbaar in die situaties waarbij de wijze waarop de verantwoordelijkheden worden gerealiseerd overduidelijk is of van

Ouders verwoorden verschillende essentiële aspecten in de grondhouding die zij verwachten van professionele hulpverleners: de vragen en wensen van ouders ernstig

De centrale vraagstelling van dit onderzoek was: ‘Welke ondersteuningsbehoeften hebben ouders van een kind met een handicap op vlak van opvoeding en op welke wijze kan daar zowel

(Bij een eindewachttijdbeoordeling, de eerste en belangrijkste beoordeling van een werknemer die een jaar ziek is geweest, bevat het dossier nog geen informa- tie van de

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

3) Oorzakelijk verband tussen de schending van een resultaats- verbintenis met betrekking tot de medische behandeling en de lichamelijke schade. Bestaan van een oorzakelijk

) Bent u periodes tijdelijk aan het werk waardoor u tijdelijk geen WW-uitkering nodig heeft, dan kan de periode waarover u recht heeft op WW worden opgeschort. Heeft u